“Hoelang is het geleden dat wij met z’n drieën op pad waren?”
Met z’n drieën zijn: mijn tante Trijn, haar nicht Trijn en ik.
Dat wist ik, want dat had ik vorige week al eens opgezocht toen ik wilde lezen wat we toen ook maar weer gedaan hadden: tien jaar.
Hierbij een link naar dat verhaal over familieherinneringen en arretjescake.
Deze keer was het doel van onze dag ‘Zuidwolde’ en met name Modehuis Dekker.
Maar voordat we daar waren was de dag al half om.
Eerst vanuit Casa Grada naar Klazienaveen en daarna naar Dedemsvaart voor uitgebreide koffie&bijpraat met Trijn en haar man Jan.
Toen we Zuidwolde binnenkwamen zagen we overal borden met de mededeling dat het dorp in 2025 750 jaar bestond. “Net zo oud als Amsterdam” constateerden we.
Maar dat feest genereert behoorlijk meer landelijke aandacht voor de festiviteiten dat dit Drentse zanddorp. Niet erg. Je kunt het ook echt niet me elkaar vergelijken. Kijk maar eens naar de agenda van wat ze in Zuidwolde allemaal doen dit jaar; vandaag bijvoorbeeld was er ‘het graanzaksmietentoernooi bij de meule van Wassens’. Dat kennen ze in onze hoofdstad vast niet.
Zoekend naar de geschiedenis van Zuidwolde kwam ik op de website ‘De canon van Nederland’ bij de provincie Drenthe deze canon van Zuidwolde tegen.
O man, wat dwaal ik weer af.
Eenmaal in Zuidwolde waren was het eerst tijd voor een lunch/twaalf uurtje in de Zuudwoldiger Huuskamer, maar daarna was het tijd voor kleren passen bij Modehuis Dekker. “Ja, keus genoeg, maar er is ook al weer heel wat weg” vertelde één van de verkoopsters. “In februari begint het al, hoor!” Wij kregen haast de indruk dat we op 9 mei al te laat waren voor mooie zomerkleren, maar gelukkig vond tante Trijn nog een mooi setje waar ze de zomer mee in kan. Opvallend: het is een chique modezaak, maar er wordt gewoon Drents gepraat. Tijdens het zoeken naar en het passen van kleding, maar ook aan de koffietafel, waar we na de pas-sessie koffie/thee kregen aangeboden. De gesprekken over werkelijk van alles en nog wat gaan gewoon door en de dames die aan de andere kant van de tafel zaten teutten ook genoeglijk mee: over trouwerijen, over ‘moeten trouwen’ in vroeger dagen en dat dat tegenwoordig helemaal niks meer uitmaakt.
Je snapt het al: het was maar zo 16.00 uur en de reis van die morgen moest nog weer in omgekeerde volgorde worden afgelegd, dus wij togen weer naar Dedemsvaart voor een kop thee. We gingen uit elkaar met de afspraak dat we niet weer 10 jaar zouden wachten met een volgende ontmoeting!
Ter afsluiting van dit blog nog even een zelfgemaakt, doeltreffend gebruiksvoorwerp: een Sallandse doppenwupper. Hing aan de muur op het terras van Trijn en Jan.
Willem
De canon van Zuidwolde; zou zelf nooit be- of gedacht hebben dat deze bestond, maar de Bosscher beschuit was even een dierbare jeugdherinnering. Bij mijn weten verkochten alle bakkers en kruideniers van Westerbork die. De reclameslogan was “Bosscher beschuit, is brosser beschuit”
Of bolletje toen al bestond? Geen flauw idee., maar in Börk hadden ze zich in ieder geval nog geen plaats verworven in het voedselprogramma. Beschuit van Hooijmeijer herinner ik me ook nog uit mijn jeugd.