een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: oktober 2019 Pagina 2 van 4

21 oktober: Een nieuwe bezem.

Nieuwe bezems vegen schoon.
Bij de Cantorij Roden hebben we sinds begin oktober een nieuwe bezem in de persoon van Karel Stegeman. Op 2 oktober schreef ik al over zijn proefdirectie in het het blog ‘Wat dies meer zij’>>>
Veel sneller dan wij van te voren hadden gedacht stond Karel ons al wekelijks te dirigeren.
Thysia zou ons nog begeleiden tot het jubileumconcert op 3 november, maar zij viel helaas uit door gezondheidsproblemen. Gelukkig was Karel in de gelegenheid om direct in te vallen, maar het bestuur heeft wel besloten om het concert begin november te annuleren.
Te kort dag en te veel stukken die nog ingestudeerd moeten worden.

3 dagen na zijn proefdirectie stond Karel op vrijdagavond 4 oktober voor ons koor.
Hij was ’s middags gebeld met de vraag of hij eventueel kon invallen; een kwartier voor aanvang van de repetitie kreeg hij de stukken.
Na anderhalf uur hadden we alle stukken voor de Taizévesper van gisteren ingestudeerd.
Met respect en bewondering heb ik hem gadegeslagen.

Na drie weken zijn cantor en cantorij al wat aan elkaar gewend.
We worden formeel met ‘u’ aangesproken, maar er worden ook al voorzichtig grapjes gemaakt.
Bij ‘Dona la pace Signore’ bijvoorbeeld mogen we de ‘a’ van pace niet te hard en te breed uitspreken. “Onderdruk uw Groningse neigingen” adviseert Karel ons. Op de achterste rij klinkt ‘Neigingen? Neigings!’ Als het goed is heb je gisteravond een keurige a gehoord.

Nu ik dit zit te schrijven is het zondagavond rond 21.00 uur.
Vanaf 16.00 uur waren we bezig met de voorbereiding: fluitiste Monique had fluitiste Jolanda en mij (ik speelde gitaar) bij haar thuis uitgenodigd voor de generale combo-repetitie: stukken doorspelen en afspreken wie wat doet. Zo’n repetitie is een weldaad als je van Taizémuziek houdt. Karel had zijn instructies voor ons combo al doorgegeven, dus we wisten precies wat er van ons verwacht werd. Monique bracht het thema van de Taizé-viering (gastvrijheid) gelijk in de praktijk: zij serveerde soep met brood rond 17.30 u. We hadden het veel te gezellig, we moesten ons haasten om om 18.00 uur bij de kerk te zijn.

Lichtelijk gespannen ging ik de viering in; sta ik anders altijd redelijk ontspannen te zingen, gitaar spelen met soms lastige grepen vraagt extra concentratie en energie.
Het liep allemaal op rolletjes.
Cantor, cantorij en combo hadden van te voren de puntjes nog even op de i gezet en we beleefden met elkaar een fijne Taizé-viering, mede omdat de vesper-commissie  erg zijn best had gedaan om met bloemen, kaarsen en decoratie een Taizésfeer te creëren.
Wil je de dienst terugluisteren? Hierbij een link naar kerkomroep >>>.
(Zondag 20 oktober, Op de Helte, 19.00 uur.)

De nieuwe bezem werd de afgelopen weken direct in het diepe gegooid, maar hij kan uitstekend zwemmen. Deze vesper was in ieder geval een prima begin van onze samenwerking!

Reageren

20 oktober: Lezer van de maand – Joop Mozes

Hoe kennen wij elkaar?
Wij kennen elkaar door het samen zingen in de Catharinacantorij en het ‘Af&Toe-koor’.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren op 14 juni 1943 in Nijkerk op de Veluwe.

Verliefd, verloofd, getrouwd?
Ik ben al ruim 50 jaar getrouwd met Essina Alberts. We hebben twee kinderen, Sabine en Jorrit en twee kleinkinderen Marjolijn en Maurice.

Ik welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
Ik ben nu al een eindje in de 70 en de jaren doen zich gelden!
Hoorapparaten, versleten knieën en wat dies meer zij, maar we houden de moed er in.
Het kan altijd minder! Hoe ik mijn dagen vul: zie onder.

Wat wil je graag met de lezers delen?
Zoals ik al vermeldde ben ik in Nijkerk geboren. We woonden daar bij mijn grootouders in, die een kruideniersbedrijf hadden, wat in die oorlogstijd wel erg handig was. Mijn vader werkte bij een reisbioscoop en was veel van huis.

Zijn beroep was er ook de reden van, dat we zo vaak verhuisden. Van Nijkerk naar Zutphen, van Zutphen naar Utrecht en van Utrecht naar Groningen en uiteindelijk Roden. Ik heb op drie verschillende middelbare scholen gezeten en deed uiteindelijk in Groningen eindexamen. Mijn jeugd was dus redelijk hectisch en ik ben pas tot rust gekomen toen we in Roden gingen wonen, wat vooral voor de kinderen destijds een zegen was. We wonen hier nu al weer zo’n 45 jaar.

Het was in Roden, dat ik bij het Christelijk Mannenkoor Roden ben gaan zingen.
Mooie tijd! Rugklachten dwongen me op te houden en na een aantal ingrepen was ik weer in staat te gaan zingen bij de Catharinacantorij, waar Essina al lang lid van was.
Had ik veel eerder moeten doen. Er is op het ogenblik zo’n keur aan mooie liederen, als van bv. Oosterhuis, de Vries en Vogel om maar wat te noemen. Fijn om te zingen en goed voor je religieuze beleving. Maar de Catharinacantorij ging ter ziele en momenteel zing ik alweer een tijdje bij de Cantorij Roden en zit daar als secretaris in het bestuur. Ik doe dat met veel plezier en hoop het nog een poos te kunnen doen.

Verder hebben we een best grote tuin, die ’s zomers bewerkelijk is. We gaan graag met vakantie met de caravan en lezen veel. Ik ben mijn Hebreeuws weer aan het oppoetsen met internetcursussen (begonnen met een klein clubje bij Bart Elbert, die ik nog steeds mis). Essina heeft met veel plezier en inzet mijn stamboom voor een heel eind uitgeplozen.
Mijn druppel Joods bloed is onmiskenbaar en de geschiedenis van dat volk fascineert me nog steeds. Momenteel lees ik boeken van o.a. Chaim Potok en steek daar veel van op over het joodse leven en religie-beleving.

Verdere mag ik graag voor mijn PC zitten en ben waarschijnlijk verslaafd aan Mahjong (van die héle gróte!) Voor wat betreft mijn werken: ik ben na mijn diensttijd bij een installatiebedrijf gaan werken op de boekhouding en deed daar later ook de serviceafdeling bij. Het bedrijf ging failliet (niet mijn schuld) en ik werd hoofdadministrateur bij een aan TNO gelieerde stichting die wetenschappelijk onderzoek deed naar voornamelijk afvalwaterzuivering en de toepassing van koolhydraten.
Interessant en leerzaam.

Opmerking Ada: weet je (net als ik) niet wie Chaim Potok is?
Hierbij een link >>> naar een pagina met informatie over hem.

Reageren

19 oktober: Volkswijsheid. Eerst wijn? Of eerst bier?

Wat zeggen we het vaak als we met familie of vrienden bij elkaar zijn.
De mannen beginnen met een pilsje en later op de avond, als de dorst is gelest, wordt een glaasje wijn ingeschonken. “Wijn na bier geeft plezier!” roepen we dan onbekommerd.
In deze volgorde zou je geen, of in ieder geval minder, last van een kater hebben.
De omgekeerde volgorde zou volgens de volkswijsheid wel eens verkeerd kunnen uitpakken, want ‘Bier na wijn geeft venijn!”.

Eerlijk gezegd heb ik geen ervaring; ik drink of wijn/port of alcoholvrij bier. No problem de volgende morgen.
Tot mijn verbazing hoorde ik donderdagmorgen in “Je dag is goed’ van Jeroen van Inkel (Radio 5) dat deze uitspraak niets te maken heeft met het al of niet krijgen van een kater.
Het is een uitdrukking die uit de middeleeuwen stamt en dus een historische achtergrond heeft.

Sinds jaar en dag drinkt de mensheid alcohol. Het drinken van wijn gaat al terug tot de oudheid en in de middeleeuwen werd veel bier gedronken. De kwaliteit van het drinkwater maakte dat men zelfs meer bier dan water dronk, dat was gezonder.
De uitdrukking over ‘venijn en plezier’ valt uit te leggen als we kijken naar de opbouw van de middeleeuwse maatschappij en de  drinkgewoonten die daar bij hoorden. Bier was in die tijd een goedkope drank die vooral door mensen uit lagere klassen gedronken werd.
In die tijd was wijn een veel duurdere drank, logisch dat wijn dus meer werd gedronken door mensen uit de hogere klassen van de samenleving.

De volkswijsheid wil zeggen dat het beter is om vanuit een armoedige situatie (bier) rijk te worden, dan vanuit de gegoede burgerij (wijn) tot armoede te vervallen.
Het was beter om het eerste deel van je leven bier te drinken en later wijn, omdat je dan meer geld te besteden had.
Deze uitdrukking werd ook vaak gebruikt als iemand boven of onder ‘zijn stand’ trouwde.
Als je van een wijn- naar een biersituatie gaat is dat vervelender dan andersom.

Frits

In dit hele verhaal komt dus geen kater voor.
Waar komt dat woord voor de effecten van alcohol op het menselijk lichaam eigenlijk vandaan?
Misschien een leuk onderwerp voor een volgend blog.
Frits maar eens vragen.

Reageren

18 oktober: De Drent Lohues en Holland Baroque.

O, wat keek ik d’r naor uut: de samenwerking van Daniël Lohues met Holland Baroque.
(zie 29 september: Half april >>>)
Gusteraomnd zat ik met breur Henk, zien jeugdvriend Henk Lucas en mien schoonzussie Ali in de Neie Kolk in Assen. De samenstelling van de groep was eigenlijk een metafoor van wat wij gusteraomnd te zien/heuren kregen. Naoste femilie, kolle kaante en een oale vriend, net zo’n biezundere mengeling as streektaol, popmeziek en klassieke meziek.
Biezunder, maor ok vertrouwd.

Foto: website Daniel Lohues

De aomnd bestun uut:
– bekende liedties van Daniël Lohues in een baroque bewarking
– neie liedties van hum
– bestaonde klassieke muziek
allemaal uutvoerd met oale klassieke instrumenten en Daniël Lohues op het kistörgel.

Gefascineerd heb ik zitten kieken en luusteren.
Wat was dit aans dan wat wij van Lohues gewend bint.
De bekende liedties, die ik allemaol kan dreumen, kwamen hiel aans uut deur de klassieke omliesting. Het lied ‘Holt veur op het vuur’  bijveurbeeld weur een aanstekelijk herberglied; in gedachten zag ik het 17e eeuwse schouwspel veur mij.
Bij ‘Elk mens die hef zich een kruus te dragen’ had een orkestlid opmarkt: “In zu’n lichte en frivole bewarking liekt het niet iens zo zwaor um een kruus te dragen…..’

Lohues vertelde over Bach in zien jeugd. Zien olders draaiden allent maor klassieke muziek en ién van zien favoriete LP’s was een plaat met örgelstukken van Bach.
Vrogger speulde hij ‘Ich ruf zu dir’ met op de accordeon van zien va: zien breur beweug het instrument hen en weer en hij speulde de melodie op het klavier.
Wij kregen dat stuk te heuren uutvoerd deur het orkest en Lohues speulde met op de aole accordeon van zien va.
Kippenvel mensen. Wat mooi. Aaltje heul het weer niet dreug.

Bij het leste stuk van Händel, Andante, miende ik halverwege wat bekends te heuren.
Ik fluusterde tegen Ali: “dat klinkt net as bij Op fietse” en warempel: even later begunde hij ‘Op fietse deur het buulzaand hen…’

Moesstil was het in de zaal as het orkest speulde, al weur d’r netuurlijk tussendeur veur ze klapt.
Maar zo gauw as het leste akkoord klunken haar barstte d’r een oorverdovend applaus lös: klappen, joelen, fluiten, het publiek gaf duudelijk te kennen dat dizze  combinatie heur merakels was bevallen.

Gao ik aans naor een show van Daniël Lohues, dan heb ik daornao de CD om oeverloos naor te luusteren.
Gisteraomd wol ik ook een CD kopen, maor die was d’r niet.
DIE WAS D’R NIET!
Vandage zit ik dit blog te schrieven en ik denk: d’r is al weer zoveel wegzakt uut mien herinnerings; ie kunt niet alles onthollen wa’j op zu’n aomnd ziet en heurt.
Op You Tube bekeek ik een örgeluutvoering van het stuk dat Lohues op de accordeon haar speuld. Ja, dat was het. Maar netuurlijk lange nie  zo mooi als gusteraomnd. Zucht.

Tot slot het ienige minpunt van dit concert: het was veuls te kört.
D’r zat gien pauze in de veurstelling en nao anderhalf uur was ’t klaor.
Veur instrumentalisten die zo hard warken moet is dat lang genog, dat begriep ik ok wal, maor wij waren ’t nog lang niet zat.
En nou maor hopen op een CD!

Op de website van Holland Baroque vun ik een podcast waorin de twee zussen vertelt hoe het warken met Lohues heur bevallen is. Duurt ongeveer een kwartier.
Veur liefhebbers hierbij een link >>> naor die pagina. 

Reageren

17 oktober: De eerste van de zeven.

Twee weken geleden schreef ik al: ik ga beginnen in het eerste deel van de succesvolle boekenreeks ‘De zeven zussen’ van Lucinda Riley. Van verschillende  bloglezers kreeg ik op voorhand al reacties:
“Wat leuk dat je aan die serie gaat beginnen!”
“Ben benieuwd wat je er van vindt.”

622 bladzijden.
Uit in anderhalve week.
Oeh wat een mooi boek. Op dit blog ga ik niet beschrijven waar het over gaat: het internet staat vol met recensies en boekverslagen.
Ik volsta met een link naar een recensie op Hebban >>>

Waarom vond ik het een mooi boek?

– de schrijfstijl van Lucinda Riley is erg aangenaam.

– het is een pakkend begin (haar vader overlijdt plotseling), waardoor je gelijk wilt weten hoe het verder gaat.

– het verhaal van de oudste zus Maia in dit eerste deel van de serie neemt je mee naar het Brazilië van de jaren 20 van de vorige eeuw.  Een wereld waar ik helemaal niets van wist en het lezen daarover heeft me veel geleerd. Over het grote Christusbeeld bijvoorbeeld en de kunstenaar die het gemaakt heeft. Over de omgangsvormen van die tijd en de rol van de vrouw en ook over hoe anders het destijds al was in Parijs, waar ook een deel van het boek zich afspeelt.

– het mooist vind ik het gegeven dat er in het verleden iets gebeurd is wat invloed heeft op het heden. Een familiegeheim dat zich heel langzaam ontvouwt.  Zulke verhalen kunnen me altijd boeien; een vleugje geschiedenis en  een beetje mysterie maken me nieuwsgierig.

– Maia beleeft zelf ook een romance in de periode dat ze in Rio op zoek is naar haar roots.
Dat zie je als doorgewinterde romanlezer al mijlenver aan komen en dat vond ik ook niet het meest spannende deel van het boek.

Het laatste hoofdstuk is gelijk het eerste hoofdstuk van het boek over de volgende zuster.
Wat een slimme cliffhanger, want dat boek wil je dan onmiddellijk lezen!
Het was maar goed dat ik het niet tot mijn beschikking had; dat bood de mogelijkheid om eerst het bibliotheekboek te lezen dat ik nog thuis had.
Scheelt weer een boete.

Benieuwd wat ik vond van de andere delen?
Hierbij een link naar een overzichtspagina: ‘De zeven zussen-serie’ met links naar de afzonderlijke blogs.

Reageren

16 oktober: HET balkon.

Op mijn telefoon heb ik een ‘Royalty’-appgroep; dit jaar heet die groep Paleis op de Dam.
De appgroep heeft 4 leden: tante Trijn, schoonzus Annette Vrieswijk, schoonzus Ali Waninge en ik.
Annette heeft een abonnement op het tijdschrift Vorsten en de buurvrouw van Trijn op het blad Royalty. Op iedere verjaardag en iedere reis naar Klazienaveen gaan plastic zakken met koninklijke lectuur mee en wordt één en ander omgewisseld.
Zo blijven we op de hoogte.

Tante Trijn en ik hadden jaren geleden al het plan opgevat om het Paleis op de Dam in Amsterdam te bezoeken. “Misschien willen Ali en Annette dan ook wel mee, dan maken we er een Royalty-dag van.” Zo gezegd, zo gedaan.
Maandagmorgen 14 oktober vertrokken we met z’n vieren naar het westen.
We parkeerden de auto in Weesp en gingen, na een heerlijke kop koffie met iets lekkers,  voor het laatste stukje met de trein naar het Centraal Station in Amsterdam.

Na de treinreis en de wandeling over het Damrak richting het Paleis, moesten we eigenlijk eerst lunchen. We streken neer in een soort etalage van hotel ‘de Rode Leeuw’, aten een heerlijk broodje en keken ondertussen naar de gestage stroom mensen die langs het raam liep.
Dat wij zelf (als vier Drenten in de vrömde) ook bekeken werden deerde ons niet.

En dan het paleis.
Wat een imposant en chique gebouw; het wordt gepresenteerd als één van de mooiste en belangrijkste monumenten van Nederland en ik kan dat alleen maar beamen.
We zagen in een introductie-filmpje over de geschiedenis van het paleis en hoe de burgerzaal wordt omgetoverd in een dinerzaal voor een staatsbanket en daarna konden we op eigen gelegenheid het paleis bewonderen.
We kregen allemaal een audio-guide, die je per onderdeel kon afluisteren op je eigen tempo.
Het is al leuk om het paleis te bezichtigen, maar nóg leuker met gelijkgestemde zielen. “Hier zit ie dus af en toe gewoon!” riepen we tegen elkaar bij de zitkamer van de koning. Daar maakt hij vooral gebruik van als er staatsbezoeken zijn.
Die bezoekende vorsten maken dan gebruik van de zit- en slaapkamers in het paleis.
We zagen gigantische hemelbedden, chique Empire-meubilair uit de tijd van Lodewijk Napoleon, levensgrote schilderijen van o.a. Anna Palowna, Wilhelmina, Maurits en andere Oranjes en kolossale kroonluchters.

HET balkon

In de galerij achter ‘HET balkon’ stonden we met z’n vieren ons te realiseren dat achter die deuren de woorden ‘even wuiven misschien’ werden uitgesproken.
In de Mozes-zaal zagen we Beatrix in onze gedachten zitten toen ze afstand deed van de troon.
Onophoudelijk riepen we tegen elkaar “Mooi hé?”
Dit blog nadert al weer mijn eigen limiet van 500 woorden en ik ben nog lang niet uitverteld.
In een volgend blog zal ik iets schrijven over de beelden en de schilderijen die minstens zo indrukwekkend waren als de koninklijke entourage.

Op de terugreis zaten we met z’n vieren aan een tafeltje bij VanderValk Zwolle, waar de ober de dag van tante Trijn kleurde met zijn opmerking dat ze ‘de inhoud van dit schaaltje kon delen met haar schoonzusje…”.

In het Paleis-winkeltje had ik drie ansichtkaarten gekocht, die stuurde ik vandaag naar de andere drie royaltyfans: daar stonden wij! Aan de andere kant van het raam welteverstaan……

Reageren

15 oktober: Cornelis-Clan mét.

Eén keer per jaar komen we bij elkaar als ‘Cornelis-clan’: mijn broer en zijn gezin en Gerard en ik met dochters en aanhang. Vorig jaar >>> had ik het organiseerd, dit jaar was mijn broer aan de beurt. Zondagmiddag om half drie werden we verwacht.
Wij arriveerden een kwartier te laat, wat mij gelijk al een sneer van mijn broer opleverde: “Jij bent ook al zo lang een Waninge……..”
Als extra dimensie werd de zus van Cornelis, tante Trijn aan deze bijeenkomst toegevoegd: mijn tweede moeder en ‘derde oma’ voor onze kinderen. Nu mijn ouders er niet meer zijn is het fijn dat zij er voor ons wil zijn.

We gingen een spel doen. Er stond een bak met enveloppen met heel veel opdrachten die je soms met je eigen groepje en soms met meerdere groepen moest uitvoeren.
Henk was spelleider en Annette onpartijdig jurylid.
Hoeveel punten je met een opdracht kon verdienen hing af van een worp met de dobbelsteen, werd vervolgens vermenigvuldigd met 100 en verdeeld onder de groepen.
Die puntenverdeling was per opdracht erg verschillend en dat leidde tot volstrekte willekeur. Wie won had niet zozeer te maken met wie het meeste wist, maar vooral met wie het meeste geluk had met de worp met de dobbelsteen en de opdracht-verdeling van de punten.
Dat het niet in een chaos ontaardde kwam door mijn broer, die de teugels van het spel strak hanteerde en het aantal verdiende punten  minutieus bijhield op zijn computer.

De vragen vielen allemaal in de categorie ‘Algemene kennis’.
Spreekwoorden, sprookjes, Nederlandse taal, aardrijkskunde, biologie, er kwam van alles voorbij.
Alle groepen deden fanatiek mee.
De spelleider viel even uit zijn rol toen hij de vraag stelde: schrijf zoveel mogelijk titels op van liedjes van André Hazes. Henk is beslist geen fan van deze zanger en dat was goed te merken. Zijn kinderen, allebei in een andere groep, kenden niet één nummer van Hazes. Met zo’n vader is dat ook niet verwonderlijk.
Het groepje ‘de zussen’ (onze dochters) hadden de titel ‘Bier, koek en knakworst’ opgeschreven, (onze eigen interpretatie van ‘Bloed, zweet en tranen), maar dat antwoord werd afgekeurd.
Uit het groepje ‘de kouwe kant’ (onze schoonzonen) kwam uit de mond van Jon de verpletterende vraag: “Wie is André Hazes?”
Hij kreeg een welgemeende handdruk van mijn broer.

We hadden een heerlijke middag en de tijd vloog voorbij.
Voor we het wisten was het 17.30 uur. Voor dat tijdstip was er voor de Cornelis-Clan een tafel besproken in wok-restaurant Jasmijn Garden in Assen, waar de nazaten van Cornelis, zijn zus én de kouwe kant zich tegoed deden aan het buffet.

P.S. Cornelis hield ook niet van Hazes……….

Hierbij een link naar de vorige Cornelis-clan in 2018.

Reageren

14 oktober: Wat brei je? Een bank-organizer.

“Wat ben je aan het breien?”
“Een bank-organizer.”
“Wat is dat, daar heb ik nog nooit van gehoord.”

Een gesprekje dat ik in de afgelopen twee weken een paar keer voerde.
Een bankorganizer is een soort fietstas met aan één kant opbergzakken die je over de leuning van je bank hangt. Daar kunnen dan dingen in als een afstandsbediening en een rol pepermunt.
In mijn geval een schaartje, een doosje met spelden/naalden, een centimeter-rolletje en een beschrijving van het patroon waar ik mee bezig ben.

Wij hebben deze zomer een nieuwe bank gekregen; een mooie lichtgrijze met een elektrische relax-functie voor mij.
Maar als ik altijd op dezelfde plek zit, wordt de armleuning aan mijn kant groezelig van het

Zo ziet het er van boven uit.

vele gebruik. Door een bank-organizer over die plek te hangen hoop ik dat stukje bank wat schoner te houden.

Op internet zocht ik naar wat voorbeelden en ik combineerde wat ideeën.
Zo maak je zelf deze uitwasbare ‘bank-organizer’.

Nodig:
– 4 bollen Katia Canada
– 2 breipennen dikte 5
Met dit garen zou je eigenlijk op pen 7 of 8 moeten breien, maar als je op pen 5 breit wordt het weefsel stevig en lubbert het minder snel uit.

Beschrijving:
– 44 steken opzetten
– 1e toer alle steken recht breien.
– 2e toer: 1 kantsteek, 2 recht, 38 steken gerstekorrelsteek* (wordt onderaan dit blog beschreven) laatste 3 steken: 2 recht en 1 kantsteek
– 3e toer: 1 kantsteek, 2 averecht, 38 steken gerstekorrelsteek, laatste 3 steken: 2 averecht, 1 kantsteek.
De tweede en de derde toer herhaal je totdat je 3 bollen hebt opgebreid.

– Bij het begin van de vierde bol moet je even goed opletten.

Even goed opletten.

Je gaat nu verder in de tricotsteek: één hele pen recht afwisselen met één hele pen averecht. 
Dit gedeelte wordt straks omgevouwen: zorg dat de ribbelkant van de tricotsteek naast het 2-recht-zijkantje komt en dat de v’tjes -kant naast het 2-averecht zijkantje komt.
Zo krijg je een duidelijke afbakening van de zijkanten.
– Na 21 cm tricotsteek nog 10 cm boordsteek breien (1 st. recht, 1 st. averecht, aan de achterkant hetzelfde, recht boven recht, averecht boven averecht).
– Nu alle steken afkanten.
Laatste tricotstuk omvouwen en zijkanten vastzetten.
Midden over het tricot-gedeelte met een grove stiksteek het deel in twee stukken verdelen.

* Beschrijving gerstekorrelsteek:

Het gerstekorrel patroon levert op een simpele manier een leuk relief op.
Eerste naald
De eerste naald brei je de hele pen 1 steek recht en 1 steek averecht.
Tweede naald
In de tweede naald begin je met een averechte steek en daarna brei je een rechte steek, dit herhaal je de hele pen.
Je laat je de steken dus verspringen en je breit een rechte steek boven een averechte steek en een averechte steek boven een rechte steek.
Deze twee naalden blijf je herhalen.

Reageren

13 oktober: I hear those sleighbells dingeling…..!

Op 31 augustus vierden we onze Waninge-familiedag >>>. Het was snikheet: we waren blij met de aanwezige partytenten en schurkten  gezamenlijk tegen de bosrand aan want schaduw. Op de terugweg,  op weg naar Gerard die toen in het UMCG lag, airco op 10, hoorde ik een gesprek met iemand die een plaatje aanvroeg: Chris Rhea met Driving home for Christmas.

“Welke idioot…. ” vroeg ik me hardop af. Het was iemand die op dat moment heel hard aan het werk was in een tuincentrum. In een lege vleugel van een  gebouw was hij zwetend bezig met het inrichten van de kerstshow.  “Daar moet je wel op tijd mee beginnen, want half oktober moet alles er staan: 13 oktober is de opening. Daar denken de mensen nooit bij na als ze naar zo’n show gaan”. Hij vroeg het liedje aan om een beetje in de kerstsfeer te komen. In gedachten zag hem bezig, slepend met rendieren,  sleeën en kunstkerstbomen vol lampjes.  Op 31 augustus. Vervreemdend,  zo’n kerstliedje in een snikhete auto bij de stoplichten in Groningen.

Tijdens onze korte vakantie in Ootmarsum fietsten we op een middag langs Noord Deurningen. Schoonzoon Cees, bekend in dat gebied, had ons getipt dat we (als we in de buurt waren)  vooral even moesten gaan kijken bij tuincentrum Oosterik. “Grote kans dat je in het Duits wordt aangesproken. Daar hebben ze volgens mij ook al kerst. ”
Cees heeft voorspellende gaven.

We werden begroet door zingende en dansende rendieren en volgens de borden was het Ausverkauf; op de parkeerplaats was 80% van de nummerborden wit….
Eenmaal binnen waren we werkelijk flabbergasted. Wat een kolossaal tuincentrum! En wat een megalomane kerstafdeling.  Je kunt je er geen voorstelling van maken als je er nog nooit geweest bent. Hieronder een fimpje van een ‘kerstlandschap’. Onderschrift ’tulululu, lulululu…’

Een stem zingt dat ze mama heeft zien zoenen met kerstman. We zien levensgrote kerststalfiguren die je in je schuur kunt zetten en Rudolf,  die met die rode neus,  komt in vele verschijningsvormen voorbij: van hout,  stof,  met en zonder lampjes en als kerstboomhanger.
Voordat we onze fietstocht vervolgen zitten we nog even aan de thee in het restaurant; “ding, dong, ding, dong, it’s the most wonderfull time of the year!”
In mijn gedachten zag ik die zwetende man van 31 augustus voor me.
Vandaag is de opening.

Toen wij vorige week het Christuskind al in zijn kribbetje zagen liggen was het 8 oktober,  het begin van de herfst.
Tijdens onze fietstocht zagen we de bomen voorzichtig  verkleuren en er waren veel paddestoelen onderweg.
Deze kerstshow was net zo vervreemdend als Chris Rhea na de familiedag bij de stoplichten in Groningen.

” I hear those sleighbells dingeling….!
Eerlijk gezegd hoef ik ze nog niet te horen.

Reageren

12 oktober: Ton Schulten & Willem Wilmink.

Moderne kunst en ik hebben niet zo’n goede verstandhouding; daar heb ik dus ook helemaal geen verstand van.
Daarom wist ik ook niet wie Ton Schulten was.
Dat kunnen ze zich in Ootmarsum  niet voorstellen.
Ton Schulten is beroemd in Twente, in Nederland en kennelijk ook buiten onze landsgrenzen.
Weet jij ook niet wie hij is?
Hierbij een link naar zijn website >>>.

Per ongeluk kwamen we op zondagmiddag 6 oktober in zijn galerie  terecht. Die galerie bestaat uit verschillende panden en er hangen werken van zijn eigen hand,  maar ook een heleboel van andere,  moderne kunstenaars.  Met veel ‘oooos en aaaaas’ (we waren per slot van rekening in Twente)  bekeken we de zeer diverse werken die in de galerie aanwezig  waren.

Eenmaal weer op ons logeeradres bij de familie Engbers herkende ik onmiddellijk  de twee reproducties aan de muur.  Verder ontdekte ik een hele stapel boeken over Ton Schulten. Boeken met werken van hem,  een biografie,  een fotoboek  en speciale uitgaves met bijzondere combinaties: beschouwende teksten van Anselm Grün en de schilderijen van Schulten bijvoorbeeld. Maar ook het boek ‘Stille kracht’, een boek met teksten van dichter en Twent Willem Wilmink op de oneven pagina’s en een afbeelding van een schilderij van Schulten op de even pagina’s.

Noem mij een cultuurbarbaar: ik ben geen fan van zijn werk. Al die gekleurde blokjes, het kan mij niet bekoren. Al weet ik nu wie Ton Schulten is en dat hij de ontdekker is van het kleurrijke mozaïeklandschap, dat maakt niet dat ik het daardoor ineens mooi ga vinden. Wel mooi vond ik de teksten van Wilmink in het hierboven genoemde boek.

Een klein gedichtje over de streektaal bijvoorbeeld:
In ’t Nederlands is iemand dood gegaan
over zijn reis wordt nooit meer iets vernomen.
In het Twents is iemand uit de tijd gekomen
dus je weet zeker: hij kwam veilig aan.

Hieronder een afbeelding van twee bladzijden uit het boek met een gedicht in de streektaal, met een knipoog naar een Grolsch-reclame van een aantal jaren geleden:

Op nen dag dreenk iej gin Grolsch meer…
loop iej nich meer deur de stad.
Al oew wille, al oew hartzeert
he’j dan had.

Wichter, laandskopn en steedn,
alns wa’j machtig mooi hebt vundn,
tookomstplann en verleedn
goat te grundn.

n Eenn wil zich nich oavergevn
en mut liedn töt e rust,
n aander means passeert zien leavn
onbewust.

Loa’w der nog meer eenn nemn,
gun oe nog wat zit in t gat:
veur a’j t wet kö’j niks meer hebn…
dan he’j t had. 

Reageren

Pagina 2 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén