We zijn al weer toe aan deel 4 van deze serie blogs: vandaag over ‘Er op uit gaan’.

Eigenlijk moet je iedere dag een tijdje naar buiten.
Vroeger, toen onze kinderen op een woensdagmiddag wel eens vriendinnetjes of vriendjes mee naar huis namen, mochten ze best een poosje binnen spelen, maar ze moesten ook minstens een uur naar buiten. Als het echt ‘hangen en wurgen’ was had ik vaak wel even een klein lokkertje: potjes bellenblaas, of een nieuw doosje stoepkrijt. Soms zette ik een klein speurtochtje uit of maakten we een tent tussen de schommel en de glijbaan. Als ze één keer buiten waren, kwamen ze bijna nooit na een uur weer naar binnen, want dan hadden ze het al weer veel te leuk.

Dat is voor volwassenen ook zo.
Even een klein voorbeeldje.
Vrije zondagmiddag; ik zit op de bank met een borduurwerkje en prachtige klassieke muziek op de oortjes.
“Zullen we nog even een eindje fietsen? Of wandelen?” vraagt Gerard.
Alles in mij, lichaam én geest,  roept dan “NEE! Natuurlijk niet!”
Maar de ervaring leert, dat als we dan toch gaan wandelen of fietsen, ik daar ontzettend van opknap. Buiten in beweging, daar krijg je weer nieuwe energie van.
Na zo’n vraag van Gerard negeer ik dus mijn lichaam en geest en zeg: “Ja, dat is misschien wel een goed idee.”
Al duurt het dan meestal nog wel even voor ik zover ben.
Zucht.

Want ik weet het drommels goed.
Het is belangrijk om regelmatig buiten te komen.
Je maakt vitamine D aan, waardoor je botten minder snel broos worden.
Verder is zonlicht goed voor je humeur en vermindert het stress.
‘Op buut’n’ dus.

En denk daarbij niet alleen aan wandelen of fietsen: als je zelf je boodschappen doet en andere kleine dingen (postzegels, huisraad, boeken) in je eigen dorp/stad koopt ben je ook al even uit en ontmoet je mensen. Het is natuurlijk verleidelijk en erg gemakkelijk in deze tijd alles thuis te laten bezorgen, maar op die manier ben je wel veel minder buitenshuis.
Verder kun je  kleine onderhoudsklusjes rondom je huis zoveel mogelijk zelf doen: ramen wassen, gras maaien en je tuin/balkon  bijhouden. Gastblogger Freerk Wiechers omschreef het prachtig in zijn streektaal: ik vul mien daegen mit het onderhold van huus en hof en tot oens beiders tevredenheid wat mit mien vrouw “umme klokkern” .

Levensquote 4:
Als je het zonnetje in huis wilt worden, moet je naar buiten om de kunst af te kijken.

Klik hier voor de andere delen van deze serie:

1. Leeftijd
Leeftijd is maar een getal en volledig irrelevant, tenzij je een fles wijn bent.
2. Gezondheid
Voor je lichaam zorgen is een investering; je krijgt er iets voor terug dat onbetaalbaar is.
3. Niet afgeschreven
Of je als oudere ‘afgescheven’ bent, heeft voor een groot deel met je eigen instelling te maken.
4. Er op uit gaan 
Als je het zonnetje in huis wilt worden, moet je naar buiten om de kunst af te kijken.
5. Niet te snel opgeven
Rust roest
6. Gezelschap
Zoek het gezelschap van diegenen die het beste in je wakker maken.
7. Nooit te oud om te leren
Op het moment dat je je ergens te oud voor voelt, moet je het juist gaan doen.
8. Hulpmiddelen. Ook voor jou.
Één van de moeilijkste dingen, die je in je leven zult leren,
is dat het lot je ooit zal dwingen,  om hulp te accepteren.  (gedicht: Martin Gijzemijter)
9. Geen spijt.
Voordat je dood gaat…..LEEF.