Het vijfde deel in deze blogserie is getiteld:  ‘Geef niet te snel op.’
Wanneer je dertig bent en je bent je sleutels kwijt denk je daar weinig van, maar wanneer je dit overkomt op je zestigste denk je al snel dat je dement wordt.
Dat is natuurlijk een beetje overdreven, maak er niet meer van dan dat het is. Je bent gewoon je sleutels kwijt. Zo gaat het ook vaak met ‘moe zijn’.
Als je jonger bent heb je niet zoveel keuze, je moet gewoon door. Werk, gezin, verplichtingen, je slaapt een keer een weekend bij of je ziekt even flink uit en dan ben je er wel weer.
Als je ouder wordt ben je eerder en vaker moe. Je lichaam ondervindt de gevolgen van de leeftijd en uit je omgeving komen al snel opmerkingen als “Doe het dan wat rustiger aan, je wordt ouder en minder fit. Accepteer maar dat je dit niet meer kunt.”
Is dat echt wel waar?
Of geven we misschien iets te snel op?
Luister je naar mensen die zeggen: “Daar ben je toch te oud voor?”

Ouderdom komt met gebreken. Als je ogen achteruit gaan kun je niet meer goed lezen.
Als je ziek wordt ben je afhankelijk van artsen en behandelingen en is het maar de vraag hoe je er uit komt en wat je dan nog weer kan.
Maar probeer het in ieder geval.
Ga wel naar het revalidatieprogramma dat je na een operatie wordt aangeboden, doe wel de oefeningen die de fysiotherapeut je aanraadt en neem de medicijnen die je worden voorgeschreven op tijd in. Als het echt niet meer gaat kun je er altijd nog in berusten, maar geef niet te snel op.

Ook bij dit onderwerp heb ik een voorbeeld voorhanden.
Op de Catharinacantorij, waar ik tien jaar bij heb gezongen, zat ook Hennie.
Zij was al slechtziend toen ik haar leerde kennen.
Ze wilde persé blijven zingen en kreeg van onze cantrix haar muziek twee keer zo groot uitgeprint; ze stond met enorme papieren voor haar neus de tenorpartij te zingen.
Toen ik haar later eens tegenkwam was ze apetrots: ze was op drumles gegaan.
“Drumles? Jij? Waarom?” Hennie was toen al in de zeventig.
“Als mijn ogen steeds verder achteruitgaan kan ik straks niet meer zien. Zingen behoort dan niet meer tot de opties, maar drummen kan dan nog wel.”
Inmiddels zijn we twee jaar verder en Hennie drumt nog steeds en met veel plezier; ze is de trots van de leider van de drumschool.
Met haar ogen ging het minder snel achteruit dan ze had gedacht, dus ze heeft ook het handwerken nog weer opgepakt.

Rust roest.

Sommige mensen kiezen er wanneer ze ouder zijn snel voor om inderdaad maar wat rustiger aan te doen, wat minder te ondernemen en wat meer rust te nemen. Alleen wordt je daar niet bepaald fitter van en moet je wel uitkijken dat je niet te inactief wordt.

Levensquote 5: Rust roest*

* Een spreekwoord ontleend  aan het ijzer, dat wanneer het gebruikt wordt, blank blijft.
Wanneer het stil ligt slaat het uit, gaat het roesten en vreet het in.

Klik hier voor de andere delen van deze serie:

1. Leeftijd
Leeftijd is maar een getal en volledig irrelevant, tenzij je een fles wijn bent.
2. Gezondheid
Voor je lichaam zorgen is een investering; je krijgt er iets voor terug dat onbetaalbaar is.
3. Niet afgeschreven
Of je als oudere ‘afgescheven’ bent, heeft voor een groot deel met je eigen instelling te maken.
4. Er op uit gaan 
Als je het zonnetje in huis wilt worden, moet je naar buiten om de kunst af te kijken.
5. Niet te snel opgeven
Rust roest
6. Gezelschap
Zoek het gezelschap van diegenen die het beste in je wakker maken.
7. Nooit te oud om te leren
Op het moment dat je je ergens te oud voor voelt, moet je het juist gaan doen.
8. Hulpmiddelen. Ook voor jou.
Één van de moeilijkste dingen, die je in je leven zult leren,
is dat het lot je ooit zal dwingen,  om hulp te accepteren.  (gedicht: Martin Gijzemijter)
9. Geen spijt.
Voordat je dood gaat…..LEEF.