Bij mijn eerste epistel voor het blog van Ada had ik een tekening gevoegd van mijzelf als ongeveer 11 jarig jongetje, die aan het lezen is.
Mijn vader (J.(entinus) Ponne, geboren 0p 3 oktober 1910) was naast zijn baan als verzekeringsagent, kunstschilder. De zaterdag was heilig, dat was zijn dag en ging hij schilderen; in zijn atelier of bij goed weer trok hij er op uit met de fiets zwaar beladen met verf, doek en schildersezel. Vooral in Meppel bij het schilderen van een stadstafereel bleven mensen kijken en commentaar leveren. Een schilder ziet de werkelijkheid door zijn ogen en die is vaak anders dan die van Jan Publiek.
Zondagmorgen tijdens het koffiedrinken maakte hij van de gelegenheid gebruik om nog even creatief bezig te zijn. Zo maakte hij vaak een aquarel van bijvoorbeeld de bloemen die op tafel stonden of maakte een tekening van iemand uit zijn omgeving. Zo was ik ook aan de beurt. Met een stukje bamboe en Oost-Indische inkt schetste hij gauw een portretje met mijn toen nog volle bos haar en op mijn kruin enkele weerbarstige haren. Toen vond ik dat vervelend, maar nu is het een dierbare herinnering. Lezen deed ik veel, maar geen stripboeken, want dat vond mijn vader geen lectuur. Als toch een stripverhaal thuis werd aangetroffen ging het kacheldeurtje open en verdween het in de vlammen van de eierkolen en keken wij beteuterd toe bij deze rigoureuze daad.
Graag was hij beroepsschilder geworden, maar dat was in die tijd een grote gok. Je moest wel verkopen anders, geen brood op de plank en met 3 studerende kinderen was dat niet te doen, ondanks de minimale financiële steun van de overheid, de zogenaamde BKR- toetsing. Hij was lid van de schildersgroep “ De Oase” te Meppel (hierbij een link naar een artikel daarover op ‘het geheugen van Drenthe) en “Het Drents Schildersgenootschap” en heeft zowel binnen Nederland als in het buitenland geëxposeerd. Zowel olieverfschilderijen, met vooral het paletmes gemaakt, als aquarellen waren favoriet.
Helaas is mijn vader op 56 jarige leeftijd tijdens een verkeersongeval om het leven gekomen. Het was een prachtige avond en de perenbomen aan de bekende dokter Larijweg in Ruinerwold bloeiden uitbundig. Als kunstschilder en natuurliefhebber wilde hij nog even van al die pracht genieten. Het was de avond dat onze huidige koning werd geboren. Ik was toen nog maar 18 jaar en begon net een beter contact met hem te krijgen. Alhoewel mijn puberteit niet heftig was, heb je op die leeftijd het gevoel dat je vader ouderwets en burgerlijk is. Later kijk je daar anders tegen aan. Het zou fijn geweest zijn om vader-zoon dingen te kunnen doen, zoals ik dat nu zelf wel mag meemaken. Vooral de eerste jaren voelde het wreed aan, dat er op de 27e april werd gevlagd.
Wat die dokter Larijweg betreft: het verhaal wil, dat op advies van deze huisarts perenbomen werden geplant om de bevolking te stimuleren de peren te nuttigen met als doel meer vitaminen binnen te krijgen. Waarschijnlijk was dat nodig in die tijd en zou misschien nu ook niet onverstandig zijn.
Bijgevoegd een zelfportret van mijn vader met zijn onafscheidelijke kromme pijp.
Geef een reactie