Het blog over de mondkapjes en de snoetschoeties van eind oktober krijgt nog een deel 2.
In Nederland zijn we er inmiddels helemaal aan gewend.
Als ik in de supermarkt om me heen kijk is er bijna niemand meer zonder mondkapje.
Je ziet ze in allerlei uitvoeringen, wat zijn we dan toch ook een creatief volkje.
Afgelopen zondag in de Catharinakerk droeg koster Gerard het PKN-mondkapje.
Eén van de kerkgangers las het opschrift niet helemaal goed en dacht dat er stond: ‘Houd moed. Heb lef’.
Nu kun je onze koster niet betichten van te weinig lef, maar liefhebben kan ook zonder lef.

Op mijn werk doe ik mijn Drentse mondkapje niet op; daar doen ze niet aan ‘flauwekul-mondkapjes’, zoals een arts op de gang opmerkte.
Op dit moment werk ik in een kliniek en daar moeten we er erg serieus mee omgaan.
We mogen alleen medisch goedgekeurde mondkapjes op; als je binnenkomt ligt er al een stapeltje klaar.

Gerard moest deze week één dag naar zijn werk in Groningen en daar zijn ze wat minder streng.
Hij had zijn Drentse snoetschoetie voorgedaan op kantoor; dat leverde natuurlijk gelijk reacties op.
Een collega uit Friesland had een mondkapje met de Friese vlag.
Ze maakten een selfie en stuurden die naar andere collega’s met het bijschrift: ‘Het Drentse snoetschoetie en het Fryske mûlekapke. Verstaat elkaar prima?’ (klik op de foto voor een vergroting) .
Toen konden de Groningers natuurlijk niet achterblijven.
“Mot ik ok komm’n mit mien snoetlabbe?” reageerde iemand.
Die stuurde gelijk drie foto’s mee van Groningse snoetlabben…..
Als je nou denkt: “Wat staat er nou toch op die gele snoetlabbe?
Een aaierbaole!