een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juni 2021

2 juni: Blijf spelen.

Tijdens een weekend met onze kinderen zoals ik beschreef op 25 mei nemen we altijd een tas vol spelletjes mee.
Van wat wij hadden meegenomen deden we alleen Machiavelli en klaverjassen, alle andere spelletjes bleven in de doos.
Dat kwam omdat anderen ook spellen mee hadden genomen, die we nog niet kenden.
We begonnen met Splendor.
Hierbij moet je edelstenen en opdrachtkaarten met punten verzamelen en verhandelen.
In het eerste stadium van het spel heb je nog niet zoveel edelstenen en kun alleen de eenvoudigste opdrachtkaarten kopen, maar hoe langer je speelt, hoe meer edelstenen/punten je op voorraad hebt en hoe duurder de opdrachtkaarten zijn die je kunt kopen.
Ik moet altijd eerst één keer zo’n spel helemaal uitspelen om te zien hoe het werkt.
Waar moet je op letten, wat is niet slim en hoe bepalend is wat mijn medespelers doen?

Het tweede spel heette Dixit; een heel ander spel met een heel ander doel; dit was mijn favoriet van de drie spellen in dit blog.
Je speelt met kaarten met hele mooie, sprookjesachtige tekeningen erop die je op veel verschillende manieren kun interpreteren.
Op zich zijn er weinig spelregels, maar het is zaak om je goed in leven in de hersenspinsels van je medespelers.
Iedereen krijgt 6 kaarten waarop een mysterieuze tekening staat.
Om de beurt legt één speler één kaart uit zijn hand omgekeerd op tafel en omschrijft het plaatje dat er op staat met een woord of een zin.
Alle andere spelers zoeken dan uit hun eigen 6 kaarten een kaart die ze het beste bij die omschrijving vinden passen.
Dan worden alle kaarten geschud en omgedraaid. De vraag is nu: welke kaart heeft ‘de verteller’ op tafel gelegd?
Klein voorbeeldje: ik had een kaart met een poppenhuis erop. Daarbij noemde ik het woord ‘opa’. Niet iedereen in de groep weet dan dat mijn vader voor onze dochters een groot barbiepoppenhuis had gemaakt. Maar uit de 6 kaarten die vervolgens op tafel kwamen te liggen met de associatie ‘opa’ haalden de dames er feilloos het poppenhuis uit.

Het laatste spel dat we deden heette ‘Codenames’.
Ook een spel waarbij het aankomt op woorden en associëren.
Het is de bedoeling dat je als ‘Geheim agent’ aanwijzingen geeft aan je medespelers om alle ‘spionkaarten’ van je eigen kleur te ontdekken,
Deze omschrijving is wat kort door de bocht, maar neem van mij aan: het is erg spannend.
Ook hier komt het er op aan dat je rekening houdt met wat er in het hoofd van je teamgenoten omgaat.
Begrijpen zij wat jij bedoelt? En heb jij heel goed naar de plaatjes gekeken?
Of leggen ze jouw aanwijzing verkeerd uit en draaien ze de huurmoordenaar om…..dan ben je dood en heb je het spel verloren.

Spelen is een bezigheid die men niet ernstig genoeg kan nemen. (Jacques-Yves Cousteau)
Blijf spelen.

Reageren

1 juni: Nu nog?!? 3 – We moeten praten.

Vanmorgen had ik mijn derde afspraak in het orthodontietraject waar ik aan ben begonnen.
Na de schuifdeur liepen we niet zoals gebruikelijk rechts naar een behandelkamer, maar links naar een spreekkamer.
“Hé, heel andere setting!” merkte ik op: “Ja, we moeten praten!” zei tandarts Martijn.
Dan schiet ik al in de lach.
Zo’n zinnetje roept bij mij associaties op van een slecht huwelijk met een pijnlijk gesprek; maar dat was natuurlijk geenszins het geval.

Naar aanleiding van de scan had ik een behandelplan opgestuurd gekregen met een begroting van de verwachte kosten.
De hele behandeling met bitjes etc. zal ongeveer 60 weken in beslag nemen en wat we al verwacht hadden: het is duur.
Maar ik zie het als een investering in de toekomst van mijn gebit, dus ik ging akkoord met het behandelplan en de financiële consequenties.
“Waarom duurt het bij mij zo lang?” vroeg ik. Ergens had ik gelezen dat zo’n traject meestal zo’n maand of 5 á 6 in beslag neemt.
Het antwoord was simpel: “Omdat uw tanden zo verschrikkelijk scheef staan; dan duurt het lang voordat ze in de juiste positie zijn gekomen.”
Dat is dan ook maar weer duidelijk.

Op zijn computerscherm liet Martijn me zien hoe mijn gebit er nu uit ziet en hoe het er over ongeveer 60 weken uitziet.
Heel langzaam zie je het veranderen van ‘schots en scheef’ naar ‘mooi recht op een rij’.
Daarna haalde hij uit de kast een voorbeeld van zo’n binnenbeugel die ik op mijn gebit moet dragen: een doorzichtig, plastic bitje, dat je over je gebit heen klikt.
Voordeel van zo’n spreekkamer is, dat je zelf niet met je mond open ligt, zodat je eens een gewoon gesprek kunt voeren.
We kregen het over nieuwe technieken, over de digitale tandheelkunde en over het verschil tussen het omgaan met het gebit in de verschillende regio’s.
“In de randstad gelden heel andere normen dan hier bijvoorbeeld” vertelde hij. “Witter dan wit, rechter dan recht…dat speelt hier in het noorden toch wat minder.”

We gaan het doen.
De benodigde materialen worden besteld en als die binnen zijn wordt er een nieuwe afspraak gemaakt.
Daarna kom ik iedere maand terug voor een kleine evaluatie en krijg ik twee nieuwe beugels mee, die ik dan na twee weken zelf kan verwisselen.
Wordt vervolgd.

Benieuwd naar het hele orthodontietraject?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen.

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén