afbeelding: Avro/Tros

Gerard en ik volgen de 8-delige serie ‘de Stamhouder‘  op zondagavond op NPO 1.
We hebben inmiddels 3 delen gezien, morgen, zondag de 22e, komt deel 4.
Na twee delen van deze fantastische Nederlandse productie kwam ik er achter dat de serie gebaseerd is op het boek van Alexander Munninghof: het is zijn levensverhaal.
Het is dus echt gebeurd.
“Wat erg” dacht ik.
“Wat vreselijk voor dat kind…”
De serie drukt ons met de neus op de gruwelijkheden die in een oorlog ‘nou eenmaal gebeuren’.

Alle aspecten van het leven komen aan bod en we zien de mens op zijn best en op zijn slechtst.
Soms kan ik het niet aanzien.
Je ziet hoe het komt dat vader Frans zo’n onaangenaam mens geworden is.
Hoe gemakkelijk je foute keuzes kan maken.
Hoe je gemanipuleerd kan worden door je ouders en andere invloedrijke figuren in je omgeving.
En je ziet hoe een kind speelbal wordt tussen vader en moeder.

Eén van mijn favoriete acteurs is Marcel Hensema, in deze serie de oudere versie van vader Frans.
Hij verraste me ooit eens in de Nederlandse dramaserie ‘Wet en waan’ over het werk en privéleven van officier van justitie Herman Vlieger (Huub Stapel). Hensema speelde de psychiater Wessel van Ede die een relatie had met Vlieger. De serie speelde zich af in het Westen van het land. In één van de afleveringen zet Wessel de auto onder een viaduct en gaat met zijn zus bellen; wat volgde was een gesprek in het plat Gronings over Radio Noord, Winus van der Laon, een dikke taorte en een maauwhemd. Dikke lol. Ik moest onwillekeurig aan mijn eigen broer en mijzelf denken met onze liefde voor de onnozele ‘Dik-voor-mekaar’-humor uit de jaren ’70 . Die man komt uit Groningen, dacht ik, anders kun je nooit zo natuurlijk plat Gronings praten.
Is ook zo. Hij komt hij Hoogezand en inmiddels heeft hij al heel wat voorstellingen verzorgd over het gedachtengoed en de muzikale erfenis van Ede Staal.
Maar ik dwaal af.

In ‘de Stamhouder’ speelt Hensema een onsympathieke ex-SS’er, die op een begrafenis eind jaren ’60 nog gewoon met zijn kameraden foute liederen zingt.
Maar hij zet wel een mens neer. Door flashbacks zie je wat er in zijn leven is gebeurd.
Je ziet de angst.
Je ziet de teleurstelling bij weer een afwijzing.
Je ziet de bitterheid en je ziet het verdriet en de onmacht.
Wat ben je dan een fantastisch acteur, als je mij als kijker ‘mee laat lijden’ met iemand, waar iedereen in na-oorlogs Nederland op kotste.
Want wie deed het dan wel goed?
Die vader met al z’n geld, z’n dwingelandij en omkoperij?
Die moeder, die vooral dol was op haar luxe leventje?

Hoe vrij ben je in het maken van levenskeuze’s?
De serie houdt me aan de buis gekluisterd; ik ben steeds weer verrast als een deel is afgelopen.
Hè. Net zo spannend….