Onze drie dochters wonen al meer dan tien jaar niet meer thuis.
Wij én zij hebben ons werk, onze clubjes, onze hobby’s en bezigheden.
We proberen elkaar regelmatig met z’n achten te zien, waarbij we één keer in de maand niet altijd redden.
Daar staat tegenover dat we elkaar in december 4 keer met het hele gezin zagen.
Tussendoor spreken we met de afzonderlijke stellen af.
Daarbij zwaai ik regelmatig met de agenda, want als je niks afspreekt gebeurt er niks. Op korte termijn zijn de dagen immers vaak al gevuld.
Aan het begin van het jaar vragen we de drie stellen om ergens in het voorjaar bij ons te komen eten; gourmetten of pizzarette.
Vandaag, zondag de 22e zouden Carlijn en Wim komen.

‘Moet’ je nu spelen..?

Begin van de week kregen we een app van Frea en Jon: ‘zaterdagavond potje klaverjassen?’
Prima. Kom dan ook maar eten, ik maak iets met kip en pasta.
Donderdagavond gingen we skypen met Harriët en Cees: hoe is het?
“Goed! Hele weekend lekker niks! Zullen we wat afspreken?”
Lang verhaal kort: zij kwamen vrijdagavond, aten mee (vis-broccoli-ovenschotel)  en bleven ook gelijk maar slapen.

Ik bakte een boterkoek, maakte een tonijnsalade (wat zijn die blikjes tonijn trouwens DUUR geworden!) en bereidde het eten voor voor drie dagen.
Dat is al met al best druk.
Het is nu zondagmorgen en na het douchen besloten we: maar even kallem an.
Krantje lezen, blogje schrijven, sokje breien, kopje koffie…..je kent het wel.
De waarde van deze dagen met de dochters en hun mannen hoef ik niet te verduidelijken.
Wat een onverwacht feestje dit weekend; drie dagen achter elkaar met z’n vieren om de tafel.
Foto’s kijken, want de boeken die ik in de vakantie had gemaakt zijn binnengekomen.
Spelletje doen.
Bijkletsen over het koor, het werk, de katten, het huis, toneel en w.v.t..t.k.
Bijvoorbeeld over de vraag of je ‘moet’ spelen als je alle vier boeren en twee azen hebt.
Vanavond na ‘Heel Holland Bakt’ zwaaien we voor de derde keer een stel uit: “Nou, doeoeoeoeg!”

Toen ik niet meer thuis woonde wilde ik mijn ouders minstens om de twee weken zien; dat deed ik ook.
En op dezelfde manier als wij nu doen met onze kinderen: verjaardagen, even koffiedrinken, dagje uit, klaverjassen.
Daarmee spaar je als het ware stukjes van de ander waar je later met plezier aan terugdenkt of waar  je troost uit kunt halen.
Nu mijn ouders er niet meer zijn weet ik dat dat een goede investering was; er is heel veel om op terug te kijken.

Lees hierbij nog eens het blog: ‘Stukjes van de ander sparen’ over een kalenderblaadje met een tekening van Winnie the Pooh en Knorretje.