Vandaag een blog over het laatste traject van onze Donau-reis: van Krems naar Melk; dan fiets je door de Wachau. In dit dal werden de hellingen langs de rivier in de 8e eeuw na Christus  al gecultiveerd door de verbouw van druiven.
Op dit traject fietsten we een stukje van de Donau af door kleine dorpjes met wijnmakerijen; tussen de dorpen in zijn uitgestrekte wijnstokterrassen.
Mooie route, lieflijke uitzichten.
De laatste grotere stad die we aandeden was Melk.
Het stadje is beroemd om het ‘Stift Melk’, het kloostercomplex dat majestueus op een rotsplateau langs de Donau troont.
Je ziet de twee gezichtsbepalende torens en de koepel van de abdijkerk al van verre opdoemen.
Hier werken en wonen Benedictijner monniken al sinds de 11e eeuw.

We hebben het stift opgezocht, maar we kochten geen kaartje.
Als je in zoiets moois en ouds bent, dan wil je ook de tijd nemen om het goed te bekijken en net als bij Schönbrunn heb je daarvoor niet genoeg tijd. Maar wat we er van hebben gezien was al prachtig. We maakten een mooie wandeling door het voorste gedeelte en ik ontdekte een zuilengalerij waar de hele geschiedenis van het stift in woord en beeld voorbijkwam.
Daar las ik ook dat het stift weliswaar prachtig is, maar dat het ook een financieel blok aan het been is voor Oostenrijk: het is gigantisch duur om het gebouw te onderhouden. Met ‘voor-en-na’ foto’s liet men zien hoe het gebouw er uit ziet als er niets gedaan wordt aan bepleistering en onderhoud. Een voorbeeld daarvan vind je hier links.
Wil je meer weten over dit eeuwenoude klooster? Ik vond een mooi artikel op de website ‘Bezoek Oostenrijk’; hierbij een link
Als je op die website komt zie je ook gelijk hoe groot het hele complex is.
Op de afbeelding hier rechts zie je wat wij er van zagen toen we er naar toe liepen.

Maar Melk is niet alleen maar ‘stift’.
Het is een mooi, oud stadje waar we op de ‘Rathausplatz’ in het centrum op een terras genoten van een pot thee. Dat is dan echt de beste dorstlesser, want het was warm en we moesten nog een stuk fietsen.
Op één van de muren zag ik een fresco met een bekend beeld: iemand die met zijn haar aan de takken van een boom hangt. Alsof je een oude bekende tegenkomt: “Hé. Absalom!”
Maar het was hem wel! Zijn naam stond er zelfs onder.
Zo’n reis wordt een stuk interessanter als je bent opgevoed met de bijbel.

Van Melk fietsten we na de thee naar Pochlarn.
Met dat plaatsje begon deze blogserie: we zaten onder een kastanjeboom te wachten aan de oever van de Donau want de boot was er nog niet.
Dit is het één na laatste verhaal in de serie, maar wel het laatste blog over de Donau. Het laatste blog gaat namelijk over de terugreis. Wordt nog één keer vervolgd dus.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.