‘The winter’s tale’ heet het stuk eigenlijk dat Shakespeare schreef in 1610/1611.
Klinkt als ‘lang geleden’ en ‘moeilijk’, maar als je naar het openluchttheater in Diever gaat heet het stuk ‘Een wintersprookje’ en geniet je van een heerlijke theateravond met toneel, muziek en dans.
Wij hadden kaarten via het Dagblad van het Noorden en 986 krantenlezers met ons: het was een besloten voorstelling, één van de laatste try-outs en we werden toegesproken door hoofdredacteur Evert van Dijk himself.

Het stuk dat Carlijn, Wim, Gerard en ik donderdagavond zagen is een verdrietig verhaal, dat na 20 jaar een vrolijk sprookje wordt.
Op dit blog ga ik het hele verhaal niet vertellen: kijk op de website van het Shakespearetheater, daar vind je alle informatie en een aantal mooie foto’s.

Wat maakte indruk op ons?

– Hoofdrolspeler Floris Albrecht die de onsympathieke koning Leonides zo menselijk neerzet: je houdt van hem en je haat hem. Hij leeft zich zo in in zijn rol, dat hij bij een tirade letterlijk het schuim op de mond had staan: er ontsnapte een kloddertje spuug aan zijn lippen.
– Het muziekorkestje met de bijzondere combinatie van instrumenten (gitaar, saxofoon, accordeon sousaphone) dat samen met de twee zangeressen o.a. het oorstrelende ‘Parole’ zong. Het bandje heet Billy and the blue Boar.
– De hilarische vertolking van de rol van Autolycus (liefhebber van oplichterij) door Inge Wijers die als een soort marskramer met een koffer vol zooi op het op het podium komt, waar tot groot plezier van het publiek zelfs warme rookworsten uitkomen. Ook zit er een hengel in, die ze er in een slap-stickachtige setting uithaalt en waar dan een mensenhand/arm aan vast zit die gedecideerd de koffer weer dichtklapt.
In het tweede deel wisselen Autolycus en de zoon van de koning van Bohemen van kleren. Dat moet op het podium gebeuren, dus het publiek moet witte doeken omhooghouden, waarachter de toneelspelers zich kunnen verkleden. Dit gaat niet zonder slag of stoot. Op een gegeven moment riep één van de toneelspelers tegen een doekophouder die het allemaal best lastig vond: “Nou kom op, je hebt maar een tientje betaald, doek ophouden!” Toen de prins was omgekleed hield de buurvrouw van een doekophouder hem een bakje voor: “Wil je nog een stukje worst mee?” “Ja, TOP!”
Dat kan alleen in Diever.
– De ondertitel van deze voorstelling is ‘De tijd zal het leren’. ‘De tijd’ had ook een rol in dit toneelstuk; acteur Dick van Veen gaf onnavolgbaar gestalte aan de tijd: zette het stuk soms stil, draaide de tijd terug en nam zo het publiek mee door de tijd.
– Erg grappig: dat de baby niet een broertje, niet een zusje, maar in het kader van de genderdiversiteit een brusje werd!

En net zoals voorgaande keren genoot ik ook nu weer van het sfeertje in het theater: altijd weer bijzonder om te zien hoe duizend mensen rustig van en naar de in/uitgang gaan en hoe gemoedelijk het er aan toe gaat. Wij hadden natuurlijk wel ontzettend geluk met het weer: droog en niet koud.
Het trouwe publiek is altijd welwillend; ook gisteravond veranderden de toeschouwers ogenblikkelijk in blatende schapen toen hen dat werd gevraagd.
Wat een feestje was het weer.
Nog nooit bij Shakespeare in Diever geweest?
Foei.

Op het Instagramaccount van deze website vind je nog wat  foto’s van deze avond.

Deze voorstellingen hebben wij in de tijd dat ik deze website heb bezocht:

september 2014 Love’s Labour’s Lost
augustus 2017 De getemde feeks
augustus 2021 Mac Beth in het bos