een alternatief voor 'de waan van de dag'

26 juli: Etymologie – over woorden en taal.

Vanaf 1 januari hangt er in ons toilet een ‘Onze Taal’ scheurkalender.
Iedere dag een weetje over taal met vaste dagen voor vaste onderdelen.
Op donderdag lezen we altijd iets dat valt onder het hoofdstuk ‘Etymologie’: het deel van de taalkunde dat de herkomst van woorden bestudeert.
Vandaag een aantal interessante taal-weetjes uit deze rubriek.

Schort & shirt.
De woorden schort en shirt hebben dezelfde herkomst. Het aan het Engels ontleende shirt gaat namelijk op hetzelfde Germaanse woord terug als ons schort. En ook het kledingstuk short(s) heeft er nog iets mee te maken. Hoe zit dat precies?
Het basiswoord van schort en shirt is het Protogermaanse skurtijon. Dat betekende zoiets als kort kledingstuk.
De woorden die zijn afgeleid van skurtijon hebben verschillende betekenissen die uit ‘kort kledingstuk’ zijn ontstaan.
Zo is het Engelse shirt een kort hemd, terwijl ons schort een voorbinddoek is geworden. Uit het bijvoegelijke naamwoord short is het kledingstuk short(s) voortgekomen: een korte broek.

Latijnse leenwoorden.
Bij Latijnse leenwoorden denk je al gauw aan gevallen als ratio, museum en viaduct. Dat die er nog Latijns uitzien, komt doordat ze pas relatief laat bij ons gekomen zijn.
Boter, kaas en wijn komen ook uit het Latijn, maar die zien er juist heel Nederlands uit. Hoe komt dat?
Deze woorden hebben we al in de Romeinse tijd aan het Latijn ontleend. In de afgelopen 1500 jaar zijn ze meeveranderd met onze taal. Ze ondergingen in die periode dezelfde klankveranderingen als woorden die ‘inheems’ waren.

Latijn:  caseus, butyrum en vinum
Nederlands: kaas, boter wijn

Bijzonder vind ik dan dat in onze streektaal kaas keze wordt genoemd en wijn wien.
Die klanken liggen dichter bij de oorspronkelijke, Latijnse woorden.

Grot, krocht en crypte
De woorden, grot, krocht en crypte hebben alledrie dezelfde oorsprong: het oudgriekse krypte, dat ‘verborgen plaats’ betekende. Langs heel veel verschillende wegen zijn ze bij ons gekomen.
Dit kalenderblaadje heb ik niet helemaal uitgetypt, maar ik heb er een foto van gemaakt.
Als je op de afbeelding klikt komt hij wat groter in beeld.

Ik zit soms langer op de wc dan nodig is voor wat je daar normaliter doet.
Fascinerend vind ik dit uitgepluis van taaldingen!

 

 

Vorige

25 juli: Wat is een kaper…?

Volgende

27 juli: Deftig zitten.

  1. Willem

    Lekker toch, zo’n taalkalender op het toilet. Kun je je zowel lichamelijk als geestelijk even ontlasten. En nog leerzaam ook; deze keer heb je in ieder geval ook geleerd hoe een cryptogram aan de naam komt. En het is waar; bij een cryptogram moet je soms diep graven in de krochten van je geheugen om een omschrijving te kunnen duiden.
    Grappig weetje dat boter, kaas en wijn een Latijnse oorsprong hebben. Was splinternieuw voor me. Een eeuw geleden was het Frans nog de taal der beter gesitueerden, maar is desondanks wel in alle geledingen van onze taal terechtgekomen. Veel van die Franse woorden zijn inmiddels, ook qua spelling, al erg vernederlandst. Op de lagere school (jaren ’50) was een vast dicteewoord ‘portemonnaie’, maar gelukkig voor de huidige schooljeugd is het nu een portemonnee geworden.
    Het Frans heeft plaatsgemaakt voor het Engels en er zijn al veel Engelse (werk)woorden de volgens de Nederlandse spellingsregels vervoegd worden omdat ze ‘ingeburgerd’ geraakt zijn. Helaas nog niet alle, vaak ook volstrekt overbodige, Engelse woorden.

Laat een antwoord achter aan Willem Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Type de getallen in cijfers in onderstaand vak * Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén