een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Kerk & gemeente Pagina 35 van 56

Kerkdiensten, bijeenkomsten van de PKN-gemeente Roden-Roderwolde

24 september: Werkwoord vervoegen.

Zondagmiddag zaten we in de kerk in Beetsterzwaag in het Friese land. We waren daar met een aantal mensen uit Roden omdat Bart Elbert daar zijn intrede deed, een  ‘viering van verbintenis’. Het is altijd een vreemde gewaarwording om je eigen predikant in een andere kerk te zien. Voor de mensen in Beetsterzwaag helemaal nieuw,  voor ons nog zo vertrouwd. Het was goed om er te zijn en het was leuk om het enthousiasme van zijn nieuwe gemeente te zien: iedereen heeft er zin in. Vanuit Roden zat ik daar met de gedachte: ik weet wat ze krijgen, wij missen hem nu al….Tegelijkertijd was ik in mijn hoofd ook al bezig met: “Wie zouden wij weer krijgen? Misschien zitten wij over een aantal maanden ook weer zo enthousiast en benieuwd in een intredeviering.”

Terug naar Bart.  Naast de lezing van psalm 139 en een gedeelte uit Marcus liet hij ook een video zien van Frank Boeyen ‘Op zoek naar de verloren tijd’. Hij vertelde dat die tekst veel voor hem betekende, met name de zin “Ik zal op zoek zijn.”
Het leven is een reis, een zoektocht, die Bart nu in Beetsterzwaag voortzet.

Wat mij uit de preek zal bijblijven is de zin: wij moeten dat werkwoord vervoegen.
De naam van God is ‘Ik zal er zijn’. Zijn is een werkwoord. Als je dat vervoegt doe je dat met verschillende persoonsvormen. Ik ben. Jij bent. Hij is. Wij zijn. Jullie zijn. U bent.
Wij als gemeenteleden moeten dus het werkwoord vervoegen. Er zijn voor ‘jou’, voor ‘hem en/of haar’, voor ‘hen’, voor ‘ons’ en voor ‘elkaar’.
Dit heeft Bart niet gezegd, dat heb ik er in mijn hoofd van gemaakt.
Zelfs als je niet goed bent in grammatica kun je dit werkwoord vervoegen!

Uit de activiteitengids van Beetsterzwaag

Wij kregen nog een kop koffie/thee met een klein stukje Friese oranjekoek. Dat Fries is nog wel even een dingetje. Bart probeerde ‘mienskip’ te zeggen (gemeenschap), maar zei ‘menskiep’. Geen Fries die dat woord begreep. Wij wel. Zoals wij ook wel begrepen dat Bart in zijn laatste viering Ernie nadeed voor de kinderen, terwijl de kinderen geen idee hadden wie hij imiteerde. Als je hem beter leert kennen begrijp je hem volkomen.
Wij laten Bart met een gerust hart achter in Beetsterzwaag.

Reageren

17 september: We zijn begonnen!

In september vieren we met onze PKN gemeente altijd het begin van het nieuwe kerkenwerkseizoen onder de naam ‘Startzondag’. Gistermorgen kon je vanaf 09.30 uur Op de Helte binnenlopen voor een kop koffie/thee en hier en daar een praatje maken. Ondertussen kon je een workshop kiezen die we daarna gingen doen. Net als vorig jaar (zie Niet zingen) ging ik ook deze keer niet zingen bij de cantorij-workshop, omdat ik na een paar dagen verkoudheid en keelpijn een stem had als een cokesklopper; als het had gemoeten kon ik met de bassen meezingen.

Keuzestress is niet het goede woord, maar ik vond het wel moeilijk wat ik moest kiezen; het werd bibliodrama. Tot mijn verrassing zat Gerard daar ook al in de kring!
Alle keren dat ik bibliodrama heb gedaan was het met Bart Elbert, nu gaf Walter Meijles leiding aan de bijeenkomst. We behandelden het verhaal uit Lucas 14 (klik hier >>> voor het bijbelgedeelte in de basisbijbel, even een stukje naar beneden scrollen)  van de heer die een feestmaal aanricht en daarvoor allerlei mensen uitnodigt, maar iedereen verzint uitvluchten en niemand komt naar het feest. Dan ontsteekt de heer in woede en stuurt zijn dienaren op pad om buiten de stad de lammen en blinden uit te nodigen.

We speelden naar aanleiding van het verhaal verschillende situaties uit: iemand uitnodigen om mee te gaan die vervolgens mee gaat, maar ook iemand uitnodigen die de uitnodiging afwijst. We beeldden teleurstelling uit, woede en spraken af welke dingen we zouden uitbeelden bij het verhaal.
Walter las later tijdens het vervolg van de viering het verhaal uit Lucas voor.
Samen met Zwanet beeldde ik een kreupele uit die een blinde hielp. Daarna nodigden we gemeenteleden uit om mee te komen, we lieten teleurstelling en woede zien en liepen aan het eind van verhaal de zaal uit om buiten de kerk mensen uit te nodigen. Grappig was wel dat sommige gemeenteleden wél meeliepen op onze uitnodiging…….dat past dan wel weer bij één van de uitgangspunten van bibliodrama: laat gebeuren wat gebeurt.

Het workshop koor (van ongeveer 70 mensen!) zong prachtig, er was een mooie ‘Toren van Babbel’ gebouwd, meneer Vos had de bijbelquiz gewonnen, er waren kleurige papieren bloemen en kaarten gemaakt, gedichten geschreven en er waren gesprekken gevoerd over Jezus. Iemand zei vooraf daarover: “Ik ga met Jezus aan de bar zitten…. ”

We zijn begonnen.
Goed begonnen.
Er zijn naast de vieringen heel veel activiteiten in onze PKN gemeente waar je aan mee kunt doen. Mijn tip: 4 woensdagen begin 2019 staan gepland voor ‘Bibliodrama: met bijbelverhalen spelen’. Doe eens mee, het bijbelverhaal komt veel dichterbij dan met lezen alleen.

We sloten de viering af met een broodjesbuffet en hadden het nog heel gezellig met elkaar.
Sommigen vroegen naar het recept van de hartige taart: hierbij een link naar het blog waar het wordt beschreven: Hartige taart >>>

Reageren

9 september: Afscheid na veertien jaar.

Toen ik in maart in het ziekenhuis lag kreeg ik een paar keer bezoek van onze dominee’s.
Die gesprekken zijn waardevol en helpend voor mij geweest.
Eén van die bezoeken was na de operatie toen ik nog behoorlijk labiel was.
De Turkse mevrouw die naast mij lag (zie 2 april)  sloeg het allemaal gade en vroeg toen de predikant weg was: “Wasj goede vriend?’
Dat zegt iets over hoe voorgangers en gemeenteleden met elkaar omgaan tegenwoordig.

Dit weekend namen we afscheid van Bart Elbert; veertien jaar was hij dominee in Roden; op 23 september wordt hij bevestigd in Beetsterzwaag.
Vrijdagavond was het informele afscheid en o, wat heeft de gemeente hem geplaagd.
Met z’n stiltemomenten, de jaren ’60 muziek, het mediteren, met de Tenach en onnoemelijk veel andere puntjes van milde kritiek die behoorlijk wat lachsalvo’s opleverden. Het programma was rond 21.30 uur aflopen, zodat er nog ruim tijd was voor een gezellig glaasje en de lekkere hapjes waar we op werden getrakteerd.
Je kunt de hele avond terugluisteren via Kerkomroep: 7 september 19.00 u Op de Helte.

Vanmorgen was de afscheidsviering.
Gemengde gevoelens.
Ik was niet de enige die schielijk een traantje wegpinkte.
Bart heeft veel betekend voor onze gemeente en voor Gerard en mij. In moeilijke tijden was hij er ter ondersteuning en in goede tijden zongen we samen de sterren van de hemel.
Frans, voorzitter van de kerkenraad, vatte in zijn afscheidstoespraak de veertien jaar die Bart in Roden heeft gestaan samen: met open mond luisterde ik naar wat Bart allemaal tot stand heeft gebracht, altijd met aanstekelijk enthousiasme. (ook de viering (9 september, 09.30 uur Op de Helte) én de toespraak zijn terug te luisteren op Kerkomroep).
Vanmorgen na de zegen ontroerde hij menigeen door het solo zingen van het lied ‘Vrede wens ik je toe’. Al zingend wenste de gemeente dat ook hem toe en natuurlijk ook elkaar.

Wat een warmte en genegenheid straalde van het afscheid vrijdagavond en van de viering vanmorgen af.
Bart was namelijk niet zomaar een dominee.
‘Wasj goede vriend’.

Reageren

3 september: Pepernoten in september.

Gistermorgen ging ik niet naar de kerk. Er stond mij een drukke dag te wachten met ’s middags en ’s avonds iets op het programma; dus om 09.30 uur zat ik achter mijn computer te luisteren naar de viering vanuit de Catharinakerk.
Meestal doe ik dan ondertussen een spelletje of werk wat ideetjes uit voor mijn blog, maar deze keer lukten die neven-activiteiten niet.

De voorganger begon met de constatering dat er al weer pepernoten te koop zijn.
“O, kom er eens kijken, wat er al weer in de schappen ligt!” en dat daarmee op de achtergrond de ‘Zwarte Pieten-discussie’ ook al weer op de loer ligt. Een discussie waar ik al jaren heel verdrietig van wordt en waar ik eigenlijk zelf geen raad mee weet.
Dit blog ga ik vandaag gebruiken om de woorden van predikant Walter Meijles over dit onderwerp letterlijk weer te geven. Dit is maar een klein gedeelte van zijn verhaal en ik doe hem eigenlijk te kort, want de hele overdenking verdient een plaats in mijn Top Tien van beste preken ooit. Mijn advies: ga naar Kerkomroep >>> en luister naar deze kerkdienst.
Catharinakerk Roden, 2 september 09.30 uur.

Ik citeer:

Ik ga het hebben over pepernoten.  “Oh kom er eens kijken wat er alweer in de schappen ligt.” De eerste Sinterklaas producten liggen alweer in de winkel,  de taai-taai en de pepernoten en dat roept meteen ook alweer de voorafschaduwingen op van de inmiddels 5 jaar durende discussie over wel of niet Zwarte Piet.
De voor-  en tegenstanders lopen zich alvast weer warm.
Waar gaat het in deze discussie uiteindelijk om?  Over de vraag: “Is de waarheid dat het een onschuldig kinderfeest is of is de waarheid dat er verhuld racisme ingebakken zit in dit volksgebruik.”

Inmiddels zijn we met elkaar de vanzelfsprekendheid wat voorbij omdat deze vraag toch voortdurend in de samenleving wordt opgeworpen en je moet er iets mee of je wilt of niet.
Weet je wat ik denk?  Dat het hele punt niet de zwartheid van Zwarte Piet is, maar dat er een laag onder ligt, namelijk dat als je een kleurtje hebt of een andere herkomst je onze Nederlandse samenleving toch wel op een andere manier beleeft dan hoe ik dat bijvoorbeeld heb gedaan toen ik opgroeide als Hollandse jongen met blond haar en blauwe ogen. Hoe ziet jouw leven eruit als Nederlander als je een eerste,  tweede of derde generatie Chinees bent? Of Surinamer? Turk of Marokkaan?
Of zoals nu met al die Syriërs of Eritreeërs?

Het is niet allemaal koek en ei. Er gebeuren ook nare dingen, maar als je daarover in gesprek gaat of dat naar voren brengt en dat gaat meteen onder de vlag van ‘slachtoffers en daders’ van ‘schuldig en onschuldig’,  van ‘goed en fout’, dan garandeer ik u: dan slaat ieder gesprek per direct op slot dat is wat gebeurd is in die Zwarte Pieten discussie.
Wat zou er gebeurd zijn als we eerst waren begonnen met te luisteren naar elkaar?
Wat is dat dan voor verhaal van jou? En hoe is het dan voor jou dat Sinterklaasfeest?
Wat zou er dan zijn gebeurd? Want daar ligt denk ik de pijn: dat er in ons land niet veel ruimte is geweest voor een klacht over discriminatie, want dat kon toch niet waar zijn! Dat wij een land zijn dat discrimineert; we zijn Amerika niet! We zijn geen Zuid-Afrika! Die hebben wij juist geboycot!

Het is niet allemaal koek en ei mensen. Het verwijt dat mensen van een andere afkomst maken dat er discriminatie plaatsvindt hier in Nederland schuurt. Het irriteert ook,  helemaal als het ons aangewreven wordt en dat maakt ongemakkelijk.
Wat is gezeur en wat is reëel? Hoe maak je onderscheid tussen die twee?
Hoe weten wij dat hoe wij het zien de waarheid is over wat er speelt?
Hoe bepalen wij hoe het echt zit voordat wij een eindoordeel geven over dit soort zaken?Want voorstanders die kijken naar een optocht van Sinterklaas zien en andere optocht dan de tegenstanders die diezelfde optocht aan zich voorbij zien komen.
Een andere blik; ze zien er iets anders in en dan gebeurt iets anders van binnen.
Wie van beiden is nu blind voor de waarheid? Wie van beiden ziet het belangrijkste over het hoofd?  Wat volgens mij iedereen over het hoofd ziet is de heilige opdracht die wij hebben gekregen van God om je naaste lief te hebben als jezelf en die vaardigheid zie ik aan beide kanten niet veel tevoorschijn komen……

Einde citaat.
Nooit gedacht dat ik nog eens zou linken naar een video-clip van de 3J’s:  Mensen >>>

Reageren

27 augustus: Kijken naar wat er wél is.

Drie dagen reizen gaan een mens niet in de koude kleren zitten. Dan is uitslapen op zondagmorgen wel erg verleidelijk, maar in Op de Helte ging Bart Elbert voor,  één van de laatste keren voor zijn vertrek naar Beetsterzwaag dit najaar.
We hadden het niet willen missen.

De woorden van het gebed voor de opening van de schriften raakten me, omdat het een korte samenvatting is van de reden dat ik naar de kerk ga. Via kerkomroep heb ik het teruggeluisterd, hierbij de letterlijke weergave van het gebed:

Gezegend is uw naam Heer God. 
U biedt ons uw woord aan om te horen, om te zingen, om tot ons te nemen, om er blij van te worden.
Woorden als brood voor het leven, opdat we ons ermee mogen voeden, ook vanmorgen. Dat we ons mogen openen, omdat verhalen van toen ons inspireren tot geloof en vertrouwen in het nu en ons moed geven voor daden van liefde, hoop en vertrouwen. 

We zongen gistermorgen bekende, toepasselijke liederen en zittend/zingend in het grote gemeentekoor liet ik de woorden op me inwerken. Af en toe kon ik zelfs een bijna vergeten altpartij meezingen, opgediept uit het Cantorij-geheugen.

Onderwerp van deze viering was de wonderbaarlijke spijziging. In de overdenking besteedde de voorganger aandacht aan het veertigjarig jubileum van de wereldwinkel en maakte de vergelijking met het bijbelverhaal. De vrijwilligers die destijds begonnen met de wereldwinkel hebben niet gekeken naar wat er niet was, maar hebben zich met hart en ziel ingezet voor de goede zaak met de middelen die er wél waren. Ze hebben zich niet laten ontmoedigen, hebben steeds gedacht in mogelijkheden en niet in moeilijkheden. Een voorbeeld van hoe het kan, ook als kerk. Niet bij de (uitgebluste) pakken neer blijven zitten, maar actief blijven met daden van liefde hoop en vertrouwen. God heeft beloofd: ik zal er zijn. 

Organist Gerhard speelde tijdens de collecte een mooie bewerking van een lied dat ik kende maar niet herkende. Er speelden flarden van zinnen door mijn hoofd, maar ik kon de melodie niet te pakken krijgen. Iets met geboortepijn? Kriegel word ik daar altijd van, het bleef maar in mijn hoofd zeuren; pom pom pom pom du du du du.. …
Na de viering vroeg ik Gerhard naar de herkomst, maar die gaf niet meteen uitsluitsel
“Het is iets van Vogel, achterin het oude liedboek ergens.”
Thuis aan de koffie zocht ik het op, bladerend achter in mijn oude liedboek.
Het bleek lied 489 te zijn van Huub Oosterhuis.

Een mens te zijn op aarde,
is eens voorgoed geboren zijn
is levenslang geboortepijn
een mens te zijn op aarde
is leven van de wind.

Even de melodie geneuried en de tekst bij de noten gezongen: toen waren de flarden tekst en het po-pom-du-du weg uit mijn hoofd.
Je kunt je het misschien niet voorstellen, maar op het moment dat ik het goede lied had gevonden, was de viering voor mij pas afgerond.
Na drie dagen reizen was deze kerkdienst een eindpunt en een nieuw begin: dankbaar zijn we dat de hele onderneming vanuit Engeland goed verlopen is en met de woorden van gistermorgen kunnen we vol goede moed de nieuwe week weer in.

Reageren

19 augustus: De hele wereld.

Jaarlijks werken Gerard en ik één zondag mee aan de tentdienst in de bossen van Norg, georganiseerd door de Protestantse Gemeente de Edenhof van Een onder de naam IKR>>>.
Vanmorgen was het een ‘Roder-onderonsje’ zoals Martje, ouderling van dienst, opmerkte.
Voorganger was Ds. Harm Jan Meijer en organist Ubo Jan Bolt.

Centraal stond vanmorgen het bijbelgedeelte uit Handelingen, waar Paulus in Athene op de Areopagus oog in oog staat met de wereld van de Griekse goden. De Grieken vinden Paulus maar een praatjesmaker. Dan sluit hij aan bij hun wereld en vraagt aandacht voor hun beeld van de onbekende God.  “En dat is nu uitgerekend de God die ik ken en over wie ik ga vertellen”, zegt Paulus.
Aan het begin van zijn overdenking vroeg de voorganger wie niet bij de Edenhof in Eén hoorde. Vele vingers gingen omhoog. Wie hoort er niet bij een PKN-gemeente? Nu waren er ook nog verscheidene vingers van mensen die bij navraag bij andere kerkgenootschappen hoorden, zoals de Pinkstergemeente en de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt.

De strekking van de overdenking was dat we over onze kerkmuren heen moeten kijken.
Dat we Gods allesomvattende liefde niet voor onszelf kunnen claimen en dat we open moeten staan voor de ander. Het gaat om het verbond, tussen God en de mensen en tussen de mensen onderling.
Ds. Meijer had over dit thema een gedicht geschreven, hij droeg het vanmorgen voor:

Ik –Jij – Wij?
Soms denk ik, God, wat blijft er van jou over
als ieder
jouw drie letters voor zich claimt….
mijn God, wat valt er dan nog
te geloven,
als ieder mensenlied weer anders klinkt?

Er dolen velen op de weidse vlakte als sterren in een onmetelijk firmament.                          Wat ken ik jou,  wat ken jij mij als elk solo-gelovend ronddraait,  mensenkind?                  

Is er rondom mij dan alleen maar leegte,
of zweeft er
ergens nog iets in het rond dat mij met jou verbindt,
ons samen
bindt tot een verbond?

Aan het einde van de dienst kreeg Martje het woord. Zij bedankte iedereen voor zijn of haar inzet het afgelopen seizoen (vanmorgen was de laatste viering in de bossen) en vertelde even tussendoor dat zij, toen zij belijdenis ging doen, bezwaar had tegen het woordje ‘alhier’ in de belijdenisvraag waar ze ja op ging zeggen. Zij geloofde dat God niet exclusief ‘alhier’ in de Gereformeerde kerk aanwezig was, maar ook in de andere kerken waar ze kennis mee had gemaakt. Op haar verzoek werd ‘alhier’ uit de tekst gelaten, zodat ook zij ‘Ja’ kon zeggen.
Martje bepaalde de waarde van mijn dag; wat ze vertelde kwam recht uit haar hart en ze raakte me met haar oprechte woorden. De viering van vanmorgen samengevat in een paar zinnen.

Het laatste lied dat wij zongen vanmorgen was een compilatie van een aantal Negro Spirituals, o.a. “He’s got the whole world in his hands!”
De hele wereld. En niet alleen de Hervo’s. Of de Grefo’s. Of de Bapto’s……..

Reageren

6 augustus: Zingen tussen de Shakespeare-coulissen.

…….. tussen de coulissen…….

Gistermorgen werkten Gerard en ik mee aan de openluchtviering in het Shakespeare-theater in Diever. Om 09.00 uur stonden we met een auto vol boxen, microfoonstanders en andere apparatuur voor de ingang om het spul op te zetten en daarna in te zingen.
Maar dat was geenszins de bedoeling, de spullen konden in de auto blijven staan.
Er stond een aantal mannen klaar die vroegen wat we nodig hadden en in no time stonden er twee microfoons, werd de gitaar versterkt en zat iemand aan de knoppen van een mengpaneel te draaien om de sterkte van onze stemmen en de gitaar op elkaar af te stemmen. Wat een ongekende luxe! Om 09.30 uur hadden we al ingezongen en zaten we met Aartje van de organisatie en de dominee aan de koffie; gezellig.

Meestal schrijf ik een blog met een korte impressie van de viering, maar deze keer licht ik er één aspect uit. Wat deze openluchtdienst voor mij heel bijzonder maakte was de aanwezigheid van Hilly. Dat behoeft enige uitleg.
Hilly komt net als wij uit Hoogersmilde, ze zat vroeger op de lagere school  bij mijn broer in de klas.  Later maakte ze deel uit van ons jeugdkoor Hosanna (zie 21 juli 2017 >>>). Ze was een sterke sopraan en we zongen graag samen een tegenstem. Nadat wij naar Roden verhuisden spraken we elkaar nog heel soms en af en toe was er een reünie van Hosanna waarbij we even weer heerlijk konden uithalen.

Toen ik maart in het Martiniziekenhuis belandde werd ik de hele dag aangesproken als ‘mevrouw Waninge’, tot die ene morgen dat ik wakker werd gemaakt door iemand die zachtjes in mijn oor zei: “Ada… “. Het was Hilly,  nachtverpleegkundige in het Martini. Wat heerlijk om elkaar even weer te zien. Wat kun je dan veel informatie uitwisselen in 20 minuten.

Gistermorgen zag ik haar in het publiek zitten. Heel even schoot het ziekenhuisbed van onze laatste ontmoeting door mijn hoofd, maar we moesten ons concentreren op het zingen,  dus ik parkeerde die gedachte. Het laatste lied dat we zongen was ‘Welk een vriend is onze Jezus’, waarbij we graag wilden dat de mensen meezongen.  “Hierbij zing ik een tegenstem” legde ik het publiek uit. “Ik weet dat er ieder geval één iemand aanwezig is die die stem met mij kan meezingen”.

Het was een ontroerende ervaring gistermorgen daar in Diever. Samen zingen met zoveel mensen is sowieso al heel bijzonder,  maar samen met Hilly de tegenstem zingen gaf een extra dimensie aan het lied. Na de viering ontmoetten we elkaar en konden we onze ervaringen even samen delen. Toen bleek ook dat er meer Hoogersmildigers waren, het leek wel een mini-reünie. En Gerards tante Hennie was er ook.  En ex-collega Piet. Dan kom je amper aan koffiedrinken toe… ..

Reageren

3 augustus: Wat heb je nou aan de kerk?

Na twee zondagen ‘off-line’ voor wat betreft de kerkdienst in Roden zat ik op zondag 29 juli weer in Op de Helte. Marieke Pranger was de voorganger en haar overdenking ging over de discipelen die in Jezus (die over het meer naar hen toeliep) een spook zien en zo overmand worden door angst dat ze zelfs niet meer bij zinnen komen als hij bij hen in de boot gaat zitten (Marcus 6: 45, klik hier voor het hoofdstuk in de basisbijbel).
De discipelen worstelen in hun boot met harde tegenwind en hebben het idee dat ze niet vooruit komen.

Soms heb ik het gevoel dat de preek speciaal voor mij is; ook die ochtend had ik dat.
Angst werkt verlammend. In mijn geval is het de angst voor de vaatziekte die ik bij me draag. Dat het weer gebeurt. Dat ik misschien weer zo’n vreselijk operatie moet ondergaan.
De angst dat mijn leven weer voor maanden wordt stilgezet en dat ik weer uit die diepe put omhoog moet krabbelen.  Dan voel ik me zo’n discipel die tegen de wind in worstelt en geen centimeter vooruit komt. En soms ben ik ook gewoon boos en gefrustreerd door die stomme tegenwind. Dat het toch weer fout gaat ondanks alle dingen die ik doe en laat om mijn lichaam in een goede conditie te houden.

Ook als Jezus erbij is kan angst verlammend zijn.
Maar hij is er wel bij.
Je wordt sterker als je je verhaal kwijt kunt bij mensen. Je durft weer beter dingen op te pakken als er mensen om je heen staan die je stukje bij beetje uit de put helpen. Je hoeft het niet alleen te doen.

‘De kerk’ hoort bij ons netwerk. Het netwerk dat bestaat uit ons gezin, onze familie, de vrienden, collega’s, buren en de kerk. Toen ik een gesprek had met de psycholoog van het Martiniziekenhuis die mij hielp bij de revalidatie kwam hij al gauw tot de conclusie dat het al weer best goed met me ging. Hij benadrukte hoe belangrijk het voornoemde netwerk in mijn geval was geweest. En dat we dat vooral moeten koesteren.

In tranen luisterde ik naar de overdenking, schielijk een zakdoekje zoekend om de emotie wat in bedwang te houden.
De voorganger declameerde in haar verhaal een gedicht van Guillaume van der Graft (een pseudoniem voor Ds. Willem Barnard) dat me erg aansprak.

Vragenderwijs

Ik vroeg het aan de vogels
de vogels waren niet thuis

ik vroeg het aan de bomen
hooghartige bomen
ik vroeg aan het water
waarom zeggen ze niets
het water gaf geen antwoord
als zelfs het water geen antwoord geeft
hoewel het zoveel tongen heeft
wat is er dan
wat is er dan
er is alleen een visserman
die draagt het water
onder zijn voeten
die draagt een boom
op zijn rug
die draagt op zijn hoofd een vogel.

Dit blog is natuurlijk een heel persoonlijk verhaal; dit is zoals ik deze viering heb beleefd.
Andere gemeenteleden die die ochtend in Op de Helte zaten hebben het misschien wel heel anders beleefd en ik weet dat er ook heel veel mensen zijn die juist teleurgesteld zijn in het netwerk dat kerk heet.
Iedereen heeft zijn eigen rugzakje met daarin alles wat het leven heeft meegebracht.
Soms is een viering troostend, soms kun je het uitzingen van blijdschap en soms kun je alleen maar stil zijn en tot rust komen na de hectiek van de waan van de dag.
Dat heb ik aan de kerk.
Regelmatig de waarde van mijn dag.

Reageren

15 juli: “Besuchen Sie unserer Gottesdienst?”

Zondag 1 juli ontbeten we op ons terras van het zomerhuisje in Ferch. We luisterden naar de viering vanuit Roden;  hoorden we daar in Duitsland Dea de schriftlezing doen en Walter preekte over het dochtertje van Jairus. Van die preek heb ik alleen het begin gehoord; om 10.30 uur begon de dienst in het oude visserskerkje in het dorp, daar wandelde ik naar toe.

Op het kerkpad ontmoette ik een boomlange meneer helemaal in het zwart, naar later bleek de voorganger. “Besuchen Sie unserer Gottesdienst?” Op mijn bevestigende antwoord klaarde hij helemaal op en voordat we binnen waren wist ik al dat hij een groot bewonderaar was van Herman van Veen.

Uit de gesprekken met de andere gemeenteleden leidde ik af dat men niet veel kerkgangers verwachtte; er was zaterdagavond in een ander deel van de gemeente een grote doopviering  geweest. Je kunt het kerkje in dit dorpje het best vergelijken met onze Jacobskerk in Roderwolde.

Het bezoekersaantal haalde de tien niet. De dominee vroeg of we in een kringetje om hem heen kwamen zitten; het leek alsof we in een huiskamer zaten. Het zingen was niet best: de organist speelde alsof de kerk vol zat en de heren links en rechts van mij bakten er niet veel van. Ondanks dat was het een bijzondere ervaring. De preek ging over de uitspraak van Jezus dat je zijn volgeling niet kunt zijn als je je familie niet haat.
De voorganger bleef in de kring zitten tijdens zijn verhaal. Hij keek ons om beurten aan en legde uit dat ‘haten’ niet een erg goede vertaling was. Jezus bedoelde ‘afstand. Je moet  soms afstand betrachten ten opzichte van je familie, je vrienden en je achtergrond. “Ik ben opgegroeid in de voormalige DDR en studeerde bij een professor die ons leerde dat we zelf moesten nadenken. Dat was alleen wel moeilijk in ons land, want we mochten wel de krant lezen die door ons kerkgenootschap werd uitgegeven (onder staatstoezicht),

Interieur van de oude visserskerk

maar we mochten de artikelen niet uitknippen, voorzien van eigen commentaar en bewaren.  Er werd voor ons gedacht.”
Maar ondertussen hadden de professor en zijn leerlingen mappen vol artikelen met eigen aantekeningen die natuurlijk niet in de boekenkast stonden.

Jezus bedoelt dat je hem alleen kunt volgen ‘wenn Kopf und Herz frei sind’. Laat je niet binden door knellende banden die je vertellen wat wel en niet mag, wat wel en niet hoort en wat je moet denken. Altijd zelf blijven nadenken.”
De predikant betrok ons allemaal bij de viering en gaf ons tekstgedeelten om voor te lezen. In mijn beste Duits las ik een stukje van het gebed.
Het Onze Vader sprak ik gewoon in het Nederlands mee.

Altijd als ik in het buitenland naar de kerk ga ontroert me de liturgie. Dezelfde woorden als bij ons, uitgesproken in een andere taal, maar even veelzeggend en vertrouwd.  Die morgen  ervoer ik ook weer eens dat een fijne viering niet afhangt van het aantal mensen. De kerkdienst met deze kleine kring mensen in de eenvoudige visserskerk zal me altijd bijblijven als een van de bijzonderste vieringen uit mijn leven.
Hieronder nog het kleine gedeelte uit het gebed dat ik voor mocht lezen:

Wie beten für die, die arm geworden sind: arm an Fantasie, arm an Leidenschaft oder arm an menschlicher Wärme. Ein leeres Leben ist nicht so leicht zu füllen wie ein leerer Becher. Hilf uns lernen  von deiner Barmherzigkeit und deiner mittreissende Liebe.
Wir rufen zu Dir: höre uns, wir rufen Dich.

Reageren

9 juli: Horen, zien en spreken.

Na twee zondagen ‘in de vrömde’ zaten we gistermorgen weer in de Catharina kerk op de Brink.  Horen, zien en spreken was het thema.  We hoorden hoe Ezechiël, toen het volk Israël in ballingschap gevangen zat in Babel, van Godswege een visioen kreeg en dat onder

Ezechiël

de aandacht van zijn volksgenoten bracht; verder hoorden we dat Jezus in zijn eigen dorp niet zo werd gewaardeerd.  “Is dat niet die timmerman? De zoon van Maria en de broer van Jacobus?” Er staat niet in de bijbel ‘Wie denkt ie wel dat ie is!’ maar dat is wel de strekking van het verhaal.

De voorganger kwam er tijdens de voorbereiding van de viering achter dat ‘By the rivers of Babylon’  van Don McLean ook heel goed bij de viering had gepast, maar dat kon niet meer worden gerealiseerd; daarom zong hij het zelf.  Benieuwd naar dit lied?  In 2016 schreef ik al eens een blog >>> over deze bewerking (en die van Boney M.) van Psalm 137.

De drie beroemde aapjes waar de viering  mee begon staan voor ‘Horen,  zien en zwijgen’, maar wij hoorden gistermorgen dat we weliswaar moeten horen en zien,  maar dat we daarbij niet moeten blijven zwijgen.  We moeten spreken.  Laat je als christen horen; steek om te beginnen niet onder stoelen of banken dat je bij een kerkgemeenschap hoort en probeer  door middel van je gedrag en door je woorden in gesprekken te laten doorklinken wat wij als christenen belijden.  Best een lastige opdracht in een maatschappij die zich juist steeds meer van het geloof lijkt af te keren. Huiswerk om over na te denken.

Op muzikaal gebied was het orgelspel van Erwin Wiersinga gistermorgen het mooist. Dat waren meer mensen met mij eens,  want na een geweldig uitgevoerd stuk dat hij tijdens de collecte speelde kreeg hij applaus; zeer ongebruikelijk in een viering, maar beslist verdiend. Ik ben niet zo klassiek onderlegd,  dus ik heb geen idee wat hij speelde, maar het klonk me als muziek in de oren! Benieuwd naar het stuk? Beluister dan de viering op kerkradio >>>(8 juli, Catharinakerk 09.30 uur).

(PS. Inmiddels weet ik van Erwin wat hij speelde:
Het was het a moll concerto van Vivaldi voor strijkers, door Bach bewerkt voor 4 clavecimbels en daar weer een orgelbewerking van.)

Reageren

Pagina 35 van 56

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén