een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 123 van 263

23 mei: Ali Brals-Luinge

Woensdagmiddag leup in ik Zuidlaoren eem naor de collega’s in een aander gebouw um te zeggen dat ik gung verhuuzen naor Grunn’n.
De psychiater van de kliniek reup: “Ik heb nog wat voor jou!”
Hij haar mij ooit op een karstbijienkomst van oonze afdieling het kerstverhaal van Pieter  veur heuren lezen en wus dat ik ‘van de streektaol’ bin.
De man prat altied keurig Haarlemmerdieks, maor komp oorspronkelijk uut Grunn’n, dus as wij wilt kunt wij plat met mekaar praoten. Moar dat doe j’ ja niet op ’t wark.

Hij was wat an ’t opruumen west (wie niet…) en haar een boekie vunnen waorbij hij an mij haar moeten denken.
Hij overhandigde mij (met anderhalve meter d’r tussen) een klein boekie van Ali Brals-Luinge ‘en toen…..zag ik….’
Maor daor bin ik wies met!
Het is een boekie uut 1977.
Toen was ik 16.
Ik preut alle dagen Drents met iederiene um mij toe, behalve met de leraren op schoele en met de dominee.
Maor ik was totaal niet geïntereseerd in Drentse schrievers zoas Ali Brals-Luinge.
Mien olders luusterden altied naor de RONO, dat in 1977 overgung naor Radio Noord.
Op zaoterdagmörgen was d’r dan een programma dat hiette ‘de Stamtaofel’ met Wienus van der Laon. “En veur de winnaar een maauwhemd van Radio Noord en een dikke taorte!” As puber vun ik daor wel wat van. (….)
Ik haar mien eigen zender (Hilversum 3) en mien eigen muziek, verzameld op cassettebandjes.

Pas toen ik halverwege de dartig was, ontmoette ik Ali Brals-Luinge op een aomnd van een vrouwenvereniging, waor wij as duo zungen.
Wat een grappig meinse.
Wij lachten oons de buze uut; veurig jaor schreef ik daor al ies over. Ik citeer uut dat Nederlandstalige blog:
Ooit woonde ik een lezing bij van een mevrouw die een grappig boekje had geschreven in het Drents, ze had een heel komisch verhaal. Ze voerde een klein toneelstukje op als een drentse vrouw die belde met de moeder van een vriendinnetje. Die moeder kwam uit het westen van het land.
“Nou bink wal wat zenuwachtig, heur” vertelde ze aan de zaal “want nou moe’k ‘in’t hoge” (hooghollands bedoelt ze)
Ze voerde een hilarisch gesprek, waarin ze allerlei dingen verkeerd zei, maar één zin is me bijgebleven. “Dat maak ik klaar met sijpels. SIJPELS! U weet wel, daar as je altijd zo van moet reren!

Wij kochten destieds het boekie ‘En toen … en toen…”, een boekie met  guutige gezegden uut mondties van smorkies, prugelies en porkies’ en daor heb ik later bij zangaomnds enzo nog dankbaar gebruuk van maakt.
En nou kreeg ik zomaor een aander boekie dat Ali uutgeven hef.
Kedoogie!
Ali is overleden in 2009; ze is 89 jaor worden.
Ze hef veul betiekent veur oonze streektaol.
Wo’j wat meer over heur weten?
Hierbij een link naor een artikel over heur op de website ‘het Geheugen van Drenthe’.

Reageren

22 mei: Hemelvaartsdag.

Hemelvaartsdag – vriendendag.
Al 40 jaar.
Gistermorgen zaten Gerard en ik met z’n tweeën aan de koffie in de tuin, want de vriendendag ging dit jaar niet door.
We zouden dan met z’n achten zijn en dat mag nog niet in het Coronatijdperk.
Twee van ons werken in de zorg en het is niet verstandig.
Zegt ons verstand.
Maar ons gevoel zegt wat anders.

Aan de andere kant: we hebben ons 40-jarig jubileum al gevierd in februari toen we met z’n achten naar Marrakech gingen.
Achteraf bezien een wonder dat we dat nog in alle vrijheid hebben kunnen vieren.
En we hebben halverwege juni een zondagmiddag afgesproken voor onze eerste afspraak na Corona.
D.V.

We zijn maar niet te lang stil blijven staan bij de ‘lege’ hemelvaartsdag.
We zijn naar een afgelegen plek in ons land gereden waar we geen drommen mensen verwachtten: Wierum.
Waar ligt dat?
Noord Oost Friesland aan de Waddenzee, zoek het maar eens op op de kaart.
Daar was het beslist minder druk dan in Scheveningen.
Op weg naar Wierum toe kwamen we door Paesens/Moddergat.
Je zou denken: “Dat is toch in the middle of nowhere?” maar daar was het werkelijk een drukte van belang! In Wierum  daarentegen viel het gelukkig erg mee. We maakten een wandeling door het dorpje, picknickten op de dijk met uitzicht op de Waddenzee (zie foto, klik op de afbeelding voor een vergroting) en lagen languit in het gras in de zon. Naast ons blaatten de schapen en hun lammeren, boven ons krijsten de meeuwen en voor ons gakten de ganzen en eenden; verder kochten we nog een ijsje in de plaatselijke kroeg. Er stond niet eens een rij.
Heerlijke middag.
Een uitgebreid blog over Wierum volgt één dezer dagen.

Voor de liefhebbers: hieronder een aantal linken naar onze vriendendag in voorgaande jaren.
Sweet memories.

17 mei 2015

6 mei 2016

28 mei 2017

11 mei 2018

3 juni 2019

Reageren

21 mei: 68 dagen.

68 dagen duurde voor mij de intelligente lockdown ten gevolge van het coronavirus.
Gisteren kwam er onverwacht een einde aan: ik moest naar Zuidlaren voor mijn werk.
Ik kreeg namelijk een nieuwe laptop omdat de oude niet meer goed werkte op het nieuwe Windows 10 en de eerste keer dat je die laptop gebruikt moet je die rechtstreeks aansluiten op een Lentisnetwerk, anders kun je niks; dus ook niet thuiswerken. Gistermorgen reed ik dus na dik twee maanden weer naar Zuidlaren. In het hoofdgebouw waar ik werk was het rustig. Veel collega’s werken thuis, maar het was erg leuk om even weer bij te praten met hen die er wel waren. “Zal ik even koffie halen?” riep ik uit de macht der gewoonte.

Fout. Niemand haalt koffie voor anderen, iedereen haalt zijn eigen.
En veegt de toets die is gebruikt even weer af.
Iedereen houdt zich aan de ‘anderhalve meter’ maatregel, we wachten op elkaar bij de trap, het toilet en de printer. Maar op anderhalve meter kun je elkaar nog prima verstaan, dus ik was regelmatig even ‘aan de klep’. Halverwege de ochtend realiseerde ik me dat het thuis werken prima gaat, maar dat het op het werk a. leuker is en b. veel sneller gaat.
Als je namelijk thuis inlogt op het systeem moet je een hele trits code’s en wachtwoorden bij langs en je krijgt nog een sms met een code. Op het werk zet je de computer aan, je vult je wachtwoord in en tadaaah…. intranet start op.

Aan het einde van mijn werkdag ruimde ik mijn bureau op en haalde mijn eigen spulletjes uit de laden. Het was namelijk mijn laatste werkdag in Zuidlaren: volgende week ga ik al een dag naar Groningen. Op de fiets!
3 tassen met spullen nam ik mee naar huis. Spullen die ik dus de afgelopen twee maanden niet gemist heb….wat een zooi verzamel je dan al weer in een half jaar. Tussen de middag

Een wandeling in de lentezon

maakte ik nog een mooie wandeling in de lentezon over het werkelijk schitterende terrein van Lentis in Zuidlaren, het voormalige Dennenoord.
Ben je eens in de buurt , ga daar dan eens fietsen of wandelen: het is openbaar terrein, er is een klein dierenparkje met herten en kleinvee en er staan mooie, antieke gebouwen; kortom, een heerlijk park.

Na twee maanden was ik ‘collega zijn’ kennelijk een beetje verleerd.
Bekaf was ik! Voor het avondeten zat ik al te knikkebollen in de zon…..
Mijn kantoorspulletjes staan vooreerst in een boodschappentas boven in een kast.
De kerstboom steekt er een beetje uit.
Die heb ik in december pas weer nodig.

Gisteravond hebben Gerard en ik met Jaap en Piety als ‘anderhalve-meter-kwartet’ meegewerkt aan de Hemelvaartsviering van onze PKN-gemeente.
Het was zo fijn om even weer in de Catharinakerk te zijn, de ‘kerksfeer’ te proeven en weer samen te zingen. Dienst beluisteren? Hierbij een rechtstreekse link naar YouTube.

68 dagen.
Best lang.
En eigenlijk zijn we ook nog wel een beetje bang.
Maar heel voorzichtig pakken we hier en daar weer wat draden op.
Vrijdag weer naar de kapper!

Reageren

19 mei: Multi-functioneel kerstpakket.

In  december schreef ik over het kerstpakket dat ik kreeg.
Lezers waren destijds nieuwsgierig wat er in zat, maar dat heb ik toen niet gezegd, omdat niet iedereen zijn/haar kerstpakket al had uitgepakt.
Wat er in zat waren een aantal lekkere kerstboodschappen en een fesztoon.
Huh? Een wat?
Het is een metalen rekje met verschillende maten glaasjes dat je op tafel kunt zetten en dat je voor van alles kunt gebruiken.
De naam fesztoon is afgeleid van het woord ‘festoen’, dat staat voor feest- of bloemenslinger.
Een slinger van metaal en glas die er in ieder seizoen anders uit ziet.
De fesztoon staat symbool voor flexibiliteit, veelzijdigheid en verbinding.
‘Net als de medewerkers van ons bedrijf’ denk ik er hoopvol bij.
Wat een leuk kerstpakket: ik was er ontzettend blij mee.

Met kerst zette ik het op de salontafel met kaarsjes, ballen en kransjes erin.
Helaas, daar zijn geen foto’s van.

Daarna zette ik het op de keukentafel en werd het een soort pennenbakje met waxinelichtjes erin.
In het voorjaar haalde ik een paar sneeuwklokjes, krookjes en narcisjes naar binnen; tuun op taofel.

Als je iets anders in de fesztoon doet, wordt het ook een ander ding.
Als pennenbakje was het vooral functioneel, met Pasen kwamen er eieren, kaarsjes en haasjes in en werd het iets decoratiefs.
(Klik op de foto’s voor een vergroting).

Soms gebruik ik het gewoon als ‘borrelplankje’.
Olijven, stukjes kaas, worst, heksenkaas met dippers: handig!

Als je op internet de zoekterm ‘fesztoon’ intypt zie je de prachtigste voorbeelden van wat je allemaal met dit multifunctionele kerstpakket kunt doen.
Sommige mensen maken er iets heel moois van met op elkaar afgestemde kleuren enzo.
Eigenlijk zonde dus om hem als pennenbakje te gebruiken.

En hoe zit het met de Nederlandse kersttraditie ‘zeuren over je kerstpakket’?
Daar heb ik dit jaar in ons bedrijf niets over gehoord……

Reageren

18 mei: Rome al gezien ……

“Rome al gezien….. maar nog nooit in Donderen geweest!”
Dit riep Gerard gistermiddag naar mij op een fietstocht in onze eigen woonomgeving.

De fietstocht begon achter ons huis. Gerard en ik zaten samen in de zon en ik zat verdiept in deel 3 van ‘de Zeven zussen’ toen er plotseling naast mij een vrouw zei: “De route is gestart!” Ik liet het boek bijna uit mijn handen vallen, zo schrok ik, maar eigenlijk was er niets aan de hand.
Gerard had de fietsknooppunten-app gedownload, had een mooie route uitgestippeld richting Donderen en hij had de knooppunten ingevoerd in het systeem.
Het systeem was er dus al klaar voor gezien de roepende vreemde vrouw, dus wij lieten ons op pad sturen. Het fietspad wel te verstaan.

En zo kwamen we dus in Donderen.
Waar ik natuurlijk wel al vaak doorheen gereden was op weg naar Zuidlaren, maar dan ben je er nog niet echt geweest.
Net als Bunne en Zuidvelde was het weer prachtig.
“Waarom heet het eigenlijk ‘Donderen’ vroeg ik me af?
Het antwoord op die vraag vond ik later thuis.
Het dorp wordt voor het eerst genoemd als de Dunren (1276), toen werd het de Dunre (1335), weer later noemde men het de Donren (1413), Donre (1491) en in 1542 was het al  Donner geworden, tot het tenslotte na 1600 definitief Dunderen/Donderen werd.
Het betekent zoiets als ‘bewoners van duin (zand) , duinhoek, hoogliggend land’.
De oude dorpskern is heel mooi en de historische, Saksische boerderijen met de omliggende mooi verzorgde tuinen zijn een lust voor het oog.
Op één van die boerderijen hing een bordje ‘Het ontwaakte oog’.
Waarom zou dat zo heten?
Ook nu bood internet uitkomst.
In een oud artikel uit het tijdschrift Terdege ontdekte ik de herkomst van de bijzondere naam. Uit de mond van eigenaar Peter werd destijds dit verhaal opgetekend:
Elke boerderij op het platteland had een aardappelkelder, waar ’s winters de voorraad aardappelen bewaard werd. Alle gezinsleden, ook de grootouders, doken regelmatig de schemerige kelder in om de aardappels stuk voor stuk te controleren op uitlopers, die eraf moesten. Spruiten of kiemen worden die uitlopers ook wel genoemd. Vooral de ouderen, door ervaring wijs geworden, haalden de aardappels met het ontwakend oog er zo tussenuit. Die begonnen dus al te spruiten.
Ik vond dat zo’n mooi verhaal. Echt een naam voor onze boerderij. Sommigen denken dat er een hele filosofie achter zit. Ik krijg er niet genoeg van om steeds opnieuw te vertellen dat de tekst slechts te maken heeft met aardappels. Maar in die tijd wél volksvoedsel nummer één, grinnikt hij.

Rome heeft mooie verhalen, maar Donderen kan er ook wat van!

Reageren

17 mei: Als je bidt……

Afgelopen vrijdag stond er in het Dagblad van het Noorden een artikel over Elly en Rikkert Zuiderveld. Ze namen dit weekend na 50 jaar afscheid van hun publiek; zonder publiek helaas, dus het concert werd uitgezonden via een livestream.
Het was een raar, zuur artikel in de krant, waarschijnlijk geschreven door iemand die niet gecharmeerd is van Elly en Rikkert en dat ook duidelijk liet blijken.

Voor mij hebben ze veel betekend.
In de jaren ’80 leerde ik ze kennen door hun gemakkelijk zingbare, christelijke liedjes waar ik in mijn carrière als zondagschooljuf, kinderkoordirigente en in het samen zingen met Gerard dankbaar gebruik van heb gemaakt.
Als we uit de bijbel lezen komen er regelmatig teksten voorbij waar ik een lied van hen bij ken.

Voorbeeld?  Vanmorgen ging het in de digitale viering vanuit de Catharinakerk over de bekende tekst uit Johannes 16 “Wat je de Vader ook vraagt, vraag het in mijn naam, hij zal het je geven. ” Het bijbehorende liedje van Elly en Rikkert is dan “Als je bidt zal Hij je geven”, hierbij een link naar een YouTubevideo.
Wat we ook zongen vanmorgen in de viering aan psalmen en andere liederen, dit lied zong steeds door mijn hoofd.

De tekst van dit kinderliedje en de inhoud van de preek van vanmorgen zijn op zijn zachtst gezegd heel erg verschillend. Waar in het liedje de tekst letterlijk wordt gezongen zoals het in de bijbel staat, werd in de preek de betekenis van bidden uitgelegd.
Dominee Sijbrand van Dijk legde ons uit wat bidden niet is: het uitspreken van een verlanglijstje bijvoorbeeld. En dat we in ons gebed niet onszelf voorop moeten stellen, maar juist ruimte moeten geven aan God.
Het was een veelomvattend verhaal, waarbij ‘loslaten’ een grote rol speelde en waarbij de vergelijking werd gemaakt met het loslaten van vaardigheden en verworvenheden in het leven als je ouder wordt.
Ben je benieuwd naar het hele verhaal?
Hierbij een link naar de viering op YouTube.

Terug naar Elly & Rikkert.
(Afbeelding: RTV Drenthe)
We hebben ze te gast gehad in Roden toen het Oecumenisch Kinderkoor Roden 5 jaar bestond in 1997; toen stonden we samen met hen en ons kinderkoor op het podium in Op de Helte. Het staat in mijn geheugen gegrift als één groot feest. Wát een inspirerend stel!
Het is jammer dat ze in deze coronatijd zonder publiek afscheid nemen.
Hun verdienste voor de Protestantse wereld is erg groot geweest en ze verdienen meer dan zo’n miezerig artikeltje in de krant.
Daarom vandaag op dit blog een aantal links. Eentje naar hun pagina op Wikipedia waarop hun indrukwekkende carrière wordt beschreven (inclusief alle albums die ze uitbrachten), eentje naar hun eigen website en eentje naar een artikel op de website van RTV Drenthe over hun afscheidsconcert en een klein stukje van hun laatste optreden.
“Het is mooi geweest.”

Reageren

16 mei: Wie zichzelf spaart krijgt geen rente.

Een aantal weken geleden kregen we even een klein stukje mee van het begin van de laatste show van Bert Visscher.
Leuk.
Maar we hielden het niet heel lang vol; zijn eerste shows hadden we op video, die kunnen we wel dromen en daarna is het wel heel veel ‘van hetzelfde’.

Visscher zorgt trouwens in z’n eentje voor minstens de helft van de quotes die in ons gezin nog regelmatig gebezigd worden. Voorbeeldjes?
Gaat dat niet te ver? Ja.”
“Het grote origamilied, is dat er dan? Tuurlijk! Als je maar wiiiiil…!”
“Bovendien: je staat een beetje in de wege, hier heb je ’n gulden, koop een straatkrant, wegweze!”
“Mensen verander! Gebruik koriander!”
“En het belangrijkste bij bloemschikken, dames en heren, ik kan het niet vaak genoeg zeggen: de hèlm!”
Heerlijke man.
Maar met mate dus.
Van zijn laatste show waar we dus maar een klein stukje van zagen bleef één zinnetje hangen: “Wie zichzelf spaart krijgt geen rente.”
Ha ha!
Hé?
Als je er over na gaat denken kom je uit op de meerdere betekenissen van het woord sparen en de combinatie daarvan met het begrip rente.
Is het een bestaand spreekwoord? Of heeft Visscher het zelf bedacht?
Ik kende het nog niet; het geeft in ieder geval weer stof tot nadenken.

Dat brengt mij bij het verhaal van ons nichtje, het dochtertje van Gerard’s zus.
Mijn zwager was jarig; toen hij het meisje tussen de middag van school haalde had hij iets lekkers mee voor iedereen (klein dorpsschooltje hè) en ter ere daarvan hadden ze met de hele klas voor hem gezongen.

Toen ze thuiskwamen vertelde ze blij aan haar moeder dat ze met alle kinderen voor papa hadden gezongen.
“O wat zijn we heden blij, papa is jarig…!
En papa mag nu ook sparen!” vertelde ze er opgewekt achteraan.
“O? Hoe zo  dat dan?”
“Dat was bij het tweede versje van dat liedje.
‘k Hoop dat onze lieve Heer, papa mag sparen, papa mag sparen…!”

Reageren

13 mei: Tot wij weer elkaar ontmoeten….

Gisteravond kregen we als cantorijleden allemaal een mail van onze voorzitter Wieger; heel toepasselijk op dinsdagavond, onze repetitieavond.
Een ‘hart onder de riem’-mail.
Dat we elkaar, het zingen en de kerkdiensten zo missen, dat het leven nu niet spannend is maar dat er wel spanningen zijn en dat het fijn is om in het dorp af en toe een kerkganger/cantorijlid te spreken of om elkaar soms gewoon eens op te bellen.

Daarna kwam er als reactie op zijn verhaal een mail van collega-alt Maja, die schreef dat het alleen zijn soms niet meevalt, maar dat ze ook erg heeft genoten van de lentepracht, fietsen en wandelen én de eigen tuin. Ze schrijft: “Wat zijn wij toch bevoorrecht hier, dat we niet op een flatje in de stad wonen, zoals ik vroeger in A’dam.
Nou lieve mensen, ons wacht nog veel geduld.
Liefs en alle goeds voor jullie allen; blijf gezond!
Denk aan lied 416 het laatste couplet: “Ga met God en Hij zal met je zijn, tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten.”

Daar schoot ik even van vol.
‘….tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten.”
Ik zocht het lied op in ‘het rode boek’ en bekeek de zang-aantekeningen die ik er met  potlood had bijgezet.
‘even stoppen bij ‘nabij – op al je wegen’
‘gels’ van vleugels iets langer maken
‘God’ niet zo scherp zingen.
We zijn als cantorij altijd heel druk bezig met de uitvoering: de melodie, de juiste nootjes, precies lang genoeg, goede uitspraak, goede stemverhouding en dat is ook allemaal erg belangrijk als je in een koor zingt.
Toen ik in m’n eentje de tekst na zat te lezen kwamen de woorden veel beter binnen.

‘Tot wij weer elkaar ontmoeten..’
In andere jaren vind ik de periode van de zomervakantie al lang, nu hebben we elkaar ook al twee maanden niet meer gezien.
Stel je voor dat we moeten wachten tot september.
Zucht.

Wij proberen moed te houden en elkaar en anderen op te beuren.
Eergisteren stuitte ik op dit kleine gedichtje:

Lichtpuntjes
soms zijn ze groot,
soms zijn ze klein
je hoeft ze niet te zoeken
je kunt ze ook zijn.

Voor mensen die niet in het bezit zijn van een liedboek: hieronder de tekst van lied 416.

Ga met God en Hij zal met je Zijn.
1. Jou nabij op al je wegen, met zijn raad en troost en zegen, ga met God…
2. Bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden, ga met God….
3. In zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen, ga met God…..
4. Tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten, Ga met God en Hij zal met je zijn.

Reageren

11 mei: Diederik en ik.

“We kunnen deze crisis alleen maar samen oplossen” zegt onze premier keer op keer.
Luisterend naar radio en televisie en lezend in de krant ervaar ik dat niet altijd zo.

Steeds vaker wordt de vraag opgeworpen of het crisisbeleid niet veel meer gericht moet zijn op het beperken van economische schade in plaats van het redden van levens.
Eerst hadden we al Jort Kelder met zijn brute uitspraken over ’te dikke 80-plussers’. Afgelopen week schrok ik zelfs van de uitlatingen van columniste Marianne Zwagerman. Volgens deze vrouw is het belachelijk dat alle aandacht is gericht op het redden van levens van bejaarden (in haar woorden ‘dor hout’) in plaats van te focussen op de toekomst van jongeren en de economie.

Gerard en ik zijn niet bejaard, maar horen wel allebei bij de kwetsbare groep door onze chronische ziektes.
Ook dor hout?

Afgelopen zaterdag las ik in het Dagblad van het Noorden een interview met Diederik Jekel. Hij is een jonge wetenschapper, maar heeft diabetes en hoort daarom ook bij de kwetsbare groep.
Hij verwoordt in dat artikel wat ik denk; ik citeer.

Mensen die wat ouder zijn of een onderliggende kwaal hebben zijn geen dor hout.
Gezonde columnisten die met zulk dedain over levens van anderen gaan praten, daar word ik heel erg boos van. Dat iemand als Jort Kelder zegt dat we met deze lockdown te dikke 80-plussers aan het redden zijn is gewoon schofferend. Nog los van het feit dat het niet waar is. Als je de maatregelen loslaat weet je niet wat er gaat gebeuren.
Dan zullen waarschijnlijk vele duizenden niet zo oude mensen overlijden en ook kinderen op de IC belanden.

Maar Kelder en andere columnisten moeten een pas op de plaats maken. Zij worden opeens geconfronteerd met hun sterfelijkheid, met het feit dat de maatschappij even niet meewerkt met het vervullen van hun dromen. Dat is iets waar chronisch zieken en mensen met onderliggend lijden in hun hoofd en lichaam al hun hele leven mee te maken hebben.
Natuurlijk is dit een vrij land,  maar verkondig je mening in Godsnaam met wat meer respect.”

Hoor en wederhoor.
Dat betekent dat als iemand ergens van beschuldigd wordt, er geluisterd moet worden naar wat de beschuldigde er op heeft te zeggen, voor er over hem geoordeeld wordt.
Het is een van de algemene beginselen van een behoorlijk proces.
Een principe dat niet alleen belangrijk is in de rechtspraak.

Reageren

10 mei: Laat je niet zo verontrusten.

Vanmorgen werd ik wakker in een toestand van zeer grote stress.
Hartkloppingen, zweten, ademhaling veel te snel…….het was het staartje van een realistische droom.
Van huis uit ben ik gezegend met een zeer gezonde slaap, maar daar horen af en toe ook dromen bij waar ik soms beroerd van word.
Deze keer had ik een belangrijk gesprek ergens. Ik reed er in mijn auto naar toe, op voorhand dacht ik de weg te weten naar waar het gebouw stond, maar ik miste ergens een afslag en verdwaalde hopeloos. Het was druk op straat, ik wilde ergens parkeren om op google de weg te zoeken en toen ik na veel gedoe een parkeerplaats had bereikt had ik geen internet en ik was al veel te laat! De paniek kroop in mijn borst omhoog. Op dat moment werd ik wakker.

Oeh.
Gelukkig, het was maar een droom.
Het duurt dan echt wel even voordat ik tot mezelf ben gekomen.

De overdenking in de digitale viering van vanmorgen had als thema: ‘Laat je niet zo verontrusten.”
De voorganger begon met een verhaal uit de praktijk: hij was op weg geweest naar een eetafspraak maar was in het donker verdwaald en kon zelfs met Googlemaps de weg niet meer vinden. Het blauwe pijltje draaide alle kanten op. Paniek.
Gut, wat kwam mij dat toch bekend voor.
“Stress is wat we nu ook ervaren in coronatijd” hield hij ons voor “en door onrust en stress kun je soms niet meer helder denken.”

We hoorden vanmorgen dat de discipelen van Jezus in de stress schieten als ze door hebben dat Jezus bezig is met zijn laatste toespraak voor hen en dat hij daarna weg zal zijn.
“Hoezo dat! Waar gaat u dan heen! Hoe moeten wij u vinden! Hoe gaat het dan met ons!”
Jezus zegt dan “Laat u niet zo verontrusten, maar vertrouw op God en op mij”.
Dit is wel heel kort door de bocht, maar wel de essentie van de overdenking.
Wil je meer horen? Kijk dan de viering terug op YouTube, hierbij een link.

Afgelopen week hadden Gerard en ik ons al wat verdiept in de lezing van vandaag uit Johannes, waarin Jezus o.a. zegt: “Ik ben de weg en de waarheid en het leven.”
Daar hadden we een lied bij gezocht, dat we vanmorgen via een video in de viering mochten zingen.
Net als vroeger (toen we nog als duo aan kerkdiensten meewerkten)  had ik het gevoel dat de tekst nog meer ging spreken in de context van de hele dienst.

Een mooie bijvangst van de digitale vieringen is dat er aandacht is voor de bijdrage van de organisten, vanmorgen Erwin Wiersinga. Hij speelde twee mooie stukken van Grieg op de piano en dat voelt voor mij echt als een cadeautje.

Op het YouTube-kanaal van onze dominee Walter Meijes vond ik een gesprek tussen hem en Sijbrand van Dijk, zijn collega in Roden. Ze hebben een gesprek over corona, dat de kinderen morgen weer naar school gaan en tijdens dat gesprek ontwaarden wij ineens onze nicht Lianne!
Zij is onderwijzeres op de Hoeksteen en vertelt hoe het haar en de kinderen vergaat in deze tijd. Leuk!
Ook zien? Hierbij een link naar die video.

Reageren

Pagina 123 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén