een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 132 van 263

24 januari: Verhalen, rituelen en samenheid.

Gisteravond zat ik bij de lezing ‘God en ik’ van Alain Verheij, georganiseerd door onze PKN-gemeente. Hij is onafhankelijk theoloog en hij is vooral te vinden op internet en andere media. Dit staat over hem op zijn eigen website:

Hoe praat een seculiere cultuur over religie? Welke invloed heeft geloof in het politieke speelveld? Kan de Bijbel vandaag nog relevante lessen bieden aan een weldenkende 21ste-eeuwer? Wat is de link tussen eeuwenoude tradities en de berichten die je vandaag en morgen in de media ziet? Daar kan ik uren over praten.
Dat doe ik dan ook: op Twitter en Facebook, waar mijn carrière als publiek theoloog begon. Op blogs en Blendle, waar ik langere analyses kan schrijven. In kranten en tijdschriften, maar ook op radio en televisie.

Wat hij gisteravond vertelde over het boek ‘God en ik’ ga ik op dit blog niet allemaal herhalen. Op de website Lazarus (een on-line platform voor progressieve christenen) vond ik een column van zijn hand met de titel: ‘Pas op: hier is de comeback van religie!’ >>>
Als je wilt weten waar het gisteravond over ging: lees die column.

Alain is geboren in 1989 en is dus van dezelfde leeftijd als onze tweede dochter.  Net als zij is hij opgevoed met de christelijke normen en waarden, is voorgelezen uit de kinderbijbel en er werd iedere avond bij het naar bed gaan een zegenbede voor hem gezongen door zijn ouders. Net als de meeste jongeren van zijn generatie voelde hij zich in de puberteit niet meer thuis binnen de PKN-kerk in zijn huidige vorm en ging hij op zoek.
Inmiddels hoort hij niet meer bij een kerkgenootschap en is hij (zoals velen met hem) ‘believing but not belonging’.
Het boek ‘God en ik’ heeft hij geschreven voor zijn eigen generatie, maar het wordt vooral gelezen door mijn generatie. Dat zag je gisteravond terug bij de toehoorders, “net als op zoveel andere plaatsen in het land” vertelde Alain.

De drie begrippen 1. verhalen, 2.  rituelen en 3. samenheid noemde hij gisteravond de belangrijkste pijlers van het geloof. (Samenheid is natuurlijk geen Nederlands woord, het zou een nieuw, modern woord kunnen zijn voor het begrip ‘gemeenschapszin’)
Op nummer één dus de oude verhalen uit de bijbel die ons in deze tijd iets kunnen leren.
In de pauze kregen wij als huiswerk mee om eens na te denken over het verhaal van Martha en Maria. Dat had ik vorig jaar nog uitgebreid gedaan (zie Martha of Ada?>>>) en met die gedachte in het achterhoofd doken we na de pauze dieper in de achtergrond van dat verhaal. Ook hoorden we gisteravond een verhaal over de jonge Abraham en een verhaal over de vrouw van Potifar en haar avonturen met de mooie Jozef.
Alain beantwoordde een aantal vragen van de aanwezigen en vervolgens was het (voor mij veel te vroeg)  al 22.00 uur.

Een bijzondere theoloog en een geweldige avond.
En heel veel onderwerpen om over na te denken.
De website ‘Lazarus’ staat al bij mijn favorieten.
Dit blog besluit ik met bovengenoemd ‘zegenversje’ waar de kleine Alain iedere avond mee ging slapen en waar Nettie Kramer de avond mee afsloot:

Heer, stel uw sterke engelen om ons heen. 
want wij zijn uw eigendom
en houd uw hand nu en voortaan
zegenend over ons bestaan
Amen. 

Reageren

22 januari: Wat zeg je?

Bij de titel van dit blog zou je kunnen denken aan slechthorendheid, maar dat is niet de achterliggende gedachte.
Wat zeg je tegen iemand wiens partner is overleden?
Wat zeg je als je weer voor het eerst met elkaar in een kring zit zonder die man of die vrouw die er tot voor kort nog zo vanzelfsprekend bij hoorde?

Dat vinden we moeilijk.
In mijn omgeving maakte ik dat de afgelopen maand een paar keer mee.
Het feit dat de achtergebleven partner aanwezig is, is voor diegene al een enorme overwinning, want alleen verder is hartstikke moeilijk.
“Hallo, fijn dat jij er ook bent! Ga zitten. Koffie?”
Iedereen is een beetje ongemakkelijk en het gesprek gaat over koetjes en kalfjes.
Wanneer begin je er over?
Wie begint er over?
Van een dame uit ons netwerk hoorde ik het verhaal dat ze voor het eerst weer op bezoek was in de kring van broers en zussen van haar man.
Het gesprek was voortgekabbeld over ditten en datten en zijn naam werd niet genoemd.
“Ik heb een poos op de wc gezeten. In een vertrouwde groep mensen zitten en je zo eenzaam voelen, hoe is het mogelijk!”
Toen ze thuis was had haar schoonzus haar een app gestuurd.
“Dapper dat je er was!”
Ze ervoer het medeleven als mosterd na de maaltijd en heeft toen die schoonzus opgebeld en gezegd hoe moeilijk het voor haar was dat er helemaal niet over haar man gepraat was.

Dat was in de generatie vóór ons ook heel gebruikelijk, hoor.
Van mijn nicht hoorde ik dat de naam van haar vader nooit meer genoemd was nadat hij was overleden. Het riep te veel verdriet op.
Niet meer over hebben, gewoon doorgaan met leven.
Heel veel van die verhalen uit het verleden heb ik gehoord.
Onverwerkt verdriet omdat er nooit meer over het enorme verlies gepraat is.

In de praktijk blijkt het helend om er wel over te praten.
Het hoeft niet gelijk het eerste onderwerp te zijn, maar een gemis wat zo duidelijk boven een groep hangt moet gewoon benoemd worden.
Want niet alleen de partner mist hem of haar, maar de andere mensen in de groep ook.
Een broer. Een vriendin.

In de gevallen waar ik bij was verliepen de gesprekken eigenlijk heel natuurlijk.
Er werd teruggekeken op de begrafenisplechtigheid en wat daarin gebeurd was.
De praktische problemen kwamen aan de orde.
Hoe moet het nu met die papierrommel?
Hoe zit het met de winterbanden voor de auto?
Wat een gedoe is dat huishouden! Hoe moet je eigenlijk strijken? En wat wel en wat niet?
En natuurlijk het grote gemis in zoveel kleine dingen.
In zulke gesprekken gaat het om luisteren, delen en het zoeken naar kleine, praktische oplossingen bij kleine, praktische problemen.

Zolang de naam van iemand wordt genoemd en over zijn/haar aanwezigheid in ons leven wordt gesproken is hij/zij nog bij ons.
Als dat niet gebeurt wordt hij/of zij letterlijk ‘doodgezwegen’.
En dat is veel erger dan die tranen die vloeien als de naam wel wordt genoemd.

Reageren

21 januari: Kana-zondag

Ieder jaar rond deze tijd vieren we in de kerk de Kana-zondag; op die zondag staat het verhaal van de bruiloft in Kana centraal, waarin Jezus water in wijn verandert.
Als je op mijn website ’terugbladert’ vind je drie blogs die over die zondag gaan.
Voor de liefhebber:  onderaan dit blog staan linken naar voorgaande data.

Zondagmorgen liet de voorganger ons een steen zien.
“Een bijzondere steen” zei hij. “Dit is een soepsteen”.
Of wij dat verhaal al kenden?
Jaaaah….. het werd toch nog even kort gememoreerd.
Ken je het niet? Hierbij een link naar het verhaal van de soepsteen.
Bij de vrienden van dominee van Dijk had de soepsteen trouwens niet gewerkt.
De vrienden hadden allemaal gedacht: ‘Als ik er alleen een beetje water in doe, merkt niemand er wat van’. Er was nu alleen een pan water met één aardappel; die had dominee er zelf in gedaan….

Ook al heb ik op de Kana-zondag al heel vaak het verhaal gehoord van het water dat in de kruiken in wijn verandert, ook deze keer was er weer een nieuw aspect.
De predikant wees ons op de rol van Maria; ze ziet wat er gebeurt, vraagt er aandacht voor bij Jezus en zegt daarna de andere aanwezigen op het feest om toch vooral te doen wat Jezus zegt. “Maria vertegenwoordigt in dit verhaal de kerkelijke gemeente van God. Wat zij doet op dit feest moeten wij doen in de wereld: zien wat er gebeurt (Kyrië) aandacht voor vragen (bidden) en doen wat wij kunnen. Wij hoeven geen wonderen te verrichten, het menselijke doen is voldoende. Aandacht geven, luisteren en kleine hand- en spandiensten verrichten.
Samen. En niet doen alsof, zoals de vrienden van de dominee, want dan wordt de soep wel erg dun.

Goed verhaal.

Vlak voor de zegen kregen we nog een video te zien onder de titel ‘Wij zijn de kerk van Haarlem’.
De voorganger zei hierbij: dit filmpje zou net zo goed kunnen heten ‘Wij zijn de kerk van Amsterdam’ of ‘wij zijn de kerk van Roden’.
Hartverwarmend was het.
Ook benieuwd naar de video?
Hierbij een link >>>

Ook een goed verhaal.

Arjan Schippers was zondag onze organist. Hij verwende ons met prachtige muziekstukken waarvan ik de titel en de componist niet ken, maar ik heb weer met plezier naar hem geluisterd.
Toen we de kerk uit liepen speelde hij een stuk dat ik wel kende: de bruiloftsmars van Mendelssohn. Wat weer toepasselijk!

Zoals beloofd hieronder nog de links naar blogs over voorgaande Kana-zondagen.
Daar vind je inmiddels ook al het blog uit 2021, toen we midden in de corona-pandemie zaten.
Leuk om te lezen wat er toen werd verteld en wat het toen met me deed.

2021 >>>

2018 >>>

2017>>

2015 >>

Reageren

19 januari: Een hele dag?!

We beleefden met de Cantorij Roden dit najaar een turbulente periode.
Thysia viel uit als cantrix en Karel volgde haar zo snel op, dat we geen repetitie zonder dirigent hebben gezeten. Deze wissel betekende wel dat we het ‘Muziekuur’ ter gelegenheid van ons 40-jarig jubileum in november moesten afblazen, maar wat in het vat zit verzuurt niet, we stelden het alleen maar even uit.
De nieuwe datum is 23 februari.
Zet maar vast in je agenda, van 17.00 – 18.00 uur; we vinden het leuk als je komt kijken.

Karel heeft bij de kerkenraad bedongen dat we in deze periode even niet meewerken aan vieringen, zodat we ons helemaal kunnen richten op de mooie muziek die is uitgezocht voor het jubileum. Hij heeft zelfs een ‘repetitiedag’ bedacht: een hele zaterdag van 10.00 tot 16.00 uur zingen. Een ‘spekkie voor mijn bekkie’: we zingen namelijk hele mooie liederen en het is een feest om daarmee aan het werk te zijn.

Van te voren leek het lang, 6 uur oefenen en zingen, maar de tijd vloog voorbij.
We zongen steeds een uur, concentreerden ons op twee stukken en dan was er weer koffie.
Of brood. Of thee.
Waarbij ik met verschillende mensen bijpraatte en het erg gezellig was.

De nieuwe cantor Karel is nog jong, maar hij gebruikt prachtige zinnen om ons dingen duidelijk te maken.
Een voorbeeld: “Mag ik vragen om een iets hogere concentratie als het over de juiste noten gaat?” Karel bedoelt dat we vals zongen.
Natuurlijk worden we ook wel een beetje melig van zo’n dag.
Toen het zingen van het ‘Reislied’ werd aangekondigd begonnen bas naast mij en ik met ‘Ik trek mijn wandelschoenen aan….!”, maar dat past niet bij het repertoire van de Cantorij Roden.
Niemand zong ook mee, dus wij zongen vervolgens braaf mee met ‘Op een stem van ver gehoord.’

Rond 16.00 uur kwam Thysia en namen we met een mini-receptie afscheid van haar; dat was er in de hectiek van oktober nog niet van gekomen.
Toen ik rond 17.00 uur thuiskwam, vroeg Gerard hoe het was geweest.
Was het niet te lang?

Nee, het was goed om zo samen de tijd te nemen om de stukken goed in te studeren; zo’n dag komt de koorklank en het groepsgevoel beslist ten goede.
Een prima manier om een vrije zaterdag door te brengen; voor mij is er namelijk bijna niets fijner dan in een meerstemmig koor mijn ‘altpartijtje mee zingen’.

Reageren

17 januari: Tea for one.

Donderdag had ik een vrije dag met helemaal niks in mijn agenda.
Dat gebeurt niet vaak; meestal plan ik op mijn vrije dagen wel een ‘koffie-date’, een mini-vergadering, een lunch-buiten-de-deur, iets met één van dochters of (minder leuk) een ziekenhuiscontrôle.
Naast de gebruikelijke donderdagklussen bleven er dus zomaar een aantal uren over, die ik gebruikte voor één van de dingen die ik het liefste doe, maar waar ik eigenlijk alleen in het weekend aan toe kom: borduren.

Als ik alleen thuis ben zet ik thee in een speciaal daarvoor bedoeld thee-potje; het is eigenlijk van Carlijn, maar het staat hier nog.
Het bestaat uit twee delen: een wijd uitlopend kopje en een potje dat daar precies op past.
Je kookt water en maakt thee, je vult het kopje en ook het potje, zodat je 3 ruime koppen thee hebt.

Diep tevreden nestelde ik me op de bank in de namiddagzon.
‘Grande messe des morts’ van Gossec op de oortjes, kruissteekjes op het stramien.

Geen meditatie-cursus nodig; helemaal zen aan de Boskamp op donderdagmiddag.

Reageren

15 januari: Waarom (nog) niet in Roden?

Maandagmorgen belde ik met Melanie ‘oet Slien’.
Begin februari ga ik bij de PKN-gemeente in Sleen een avond verzorgen over Daniël Lohues en we hadden even overleg over hoe we dat het beste vorm kunnen geven.
In ons gesprek vertelde ze dat ze zondagmiddag 12 januari een hele bijzondere kerkdienst hadden gehad in het kader van ‘Preek van de leek.’ Dat is een concept waarbij iemand die bekend is uit de media (cabaretier, politicus, schrijver etc.) een kerkdienst voorbereid en daarin zijn visie geeft, gebaseerd op bijbelteksten.
Meer weten? Hierbij een link naar informatie >>> over dit concept op de landelijke PKN-site.

In Sleen hadden ze zondagmiddag Harm Dijkstra te gast, bekend van RTV Drenthe en van het duo ‘Roelof & Harm’ (o.a. ‘de mooiste meid van Slien’)
Melanie was erg enthousiast: “We hadden een stampvolle kerk en het was een geweldige middag!”

Toen was mijn nieuwsgierigheid gewekt.
Daar had ik ook wel bij willen zijn, maar wij zaten zondagmiddag in Almelo.
Maar tegenwoordig kun je alles terugkijken en luisteren, zelfs kerkdiensten, dus ik zocht op www.kerkomroep.nl de Ontmoetingskerk in Sleen op en luisterde met ‘oortjes’ in tijdens het soppen van de keuken naar de viering met Harm.

Melanie had niets te veel gezegd.
Harm vertelt en Harm zingt en dat doet hij in het Drents.
Hij boeit en ontroert.
En hij heeft gelijk.

Als het over kerkdiensten in Roden gaat, adviseer ik vaak op mijn blogs om terug te luisteren; naar een specifiek koor, of een preek, of een mooi muziekstuk.
Ook nu kan ik je adviseren om de ‘Preek van de Leek’-viering in Sleen terug te luisteren.
PKN Sleen, Ontmoetingskerk, 12 januari 14.00 uur.

Waarom hebben we in Roden zoiets nog nooit gedaan?

Reageren

14 jannewaori: Tuunhaezen en appelmaechies.

Met de mieste familie en vrienden praot wij gewoon in oonze eigen streektaol, maor sommigen bint daor niet met opgruit, dus dan praot wij gewoon Nederlands.
Zaoterdagaomnd gungen wij een kaortie leggen bij Hans en Bea in Peize die wij ok  al dattig jaor kent, maor waor wij gien Drents met praot. En uutgerekend daor heurden wij een Drents woord dat wij nog nooit heurd hadden.
Tuunhaeze.

Hoe kwamen wij daor nou bij?
Het begunde d’r met dat Gerard vertelde dat wij in mei dit jaor 40 jaor verkering hebt en dat wij daorum een weekendje weg  bespreuken hadden.
“Wij hebben deze week al 51 jaar verkering” vertelde Bea.
Ie hebt altied baos boven baos.
Bea vertelde dat ze nog slim jong was toen ze met Hans thuuskwam.
“Wat vonden je ouders daarvan?”  vreug ik.
“In eerste instantie waren ze niet blij met een ’tuunhaeze’.
Hans was die tuunhaeze, want die zat op de tuunbouwschoele in Frederiksoord, waor Bea destieds woonde. Meer daorover weten? Lees heur bijdrage in rubriek Lezer van de maond.

Tuunhaeze. (Afb. David Mark via Pixabay)

De leerlingen die op die tuunbouwschoele zaten hadden niet zu’n beste naom in die umgeving umdat ze nogal ies de bloemegies buuten zetten. Eigenlijk wel logisch a’j op de tuunbouwschoele zit, maor dit terzijde.
Moar volgens Hans waren dat veural de luu die verder weg kwamen en die in de kost waren bij gastgezinnen in Frederiksoord. Hij kwam zölf uut Möppel en woonde nog bij zien olders thuus en kreeg van die bovengenuumde bloemegies nooit veul met.

Dat het goed kommen is met heur verkering is wal duudelijk, anders hol ie ’t gien vieftig joar met mekaar uut.
Het woord ’tuunhaeze’ hebt wij nog wel eem ontleed met mekaar.
Wij preuten in Hoogersmilde ok met die ‘ae’, van de beroemde bokkewaegen die over de Smilde kwam jaegen en het waeter dat tegen de glaezen klaetert.
Het woord ‘haeze’ hadden wij in de jaoren ’80 an de Vaortweg in Smilde al ies deur buurman Vos in een uutdrukking heuren gebruuken. Hij zag iene lopen die ’t bien breuken haar en zee: “Die vangt gien haezen meer!”
De taol die in Frederiksoord praot wordt is, net as het Smildigers, verwant an het Stellingwarfs, een underdiel van het Nedersaksisch.
Goed om te ontdekken dat Hans & Bea en wij toch gewoon ‘Saksen under mekaar’ bint.

Ze praot het dan wel niet, maor ze kunt het wal verstaon.
Dat bleek ok uut het kovviekoppie dat ik veurzet kreeg.
Want och man, wat ku’j ’t d’r an toe hebben.
An kovvie.
Met een appelmeisje.
Appelwichie.
Appelmaechie in het Smildigers.

Reageren

13 januari: People who suck the happiness out of you.

life is
too short
to spend time
WITH
people who
suck the
happiness
OUT
of you.

Deze tekst stond gistermorgen levensgroot op de beamer in de PKN-viering in Op de Helte.
Het leven is te kort om tijd door te brengen met mensen die het geluk uit je zuigen.
Let op de woorden ‘with’ en ‘out’ die vet gedrukt staan, die samen het woord ‘without’ (zonder) vormen.
De dominee had het al een paar keer voorbij zien komen op Facebook.
Het hoort bij het credo van onze tijd: JIJ bent belangrijk.
Jij moeten shinen.
Andere mensen moeten je daarbij niet in de weg staan.
Andere mensen zijn er  alleen maar ter meerdere eer en glorie van jou: jij moet ontwikkelen, jouw geluk is prior1teit 1.
Je kunt het alleen!
Je kunt wel zonder al die stumpers die het geluk uit jou zuigen.
Dominee Van Dijk vroeg zich af wat er was gebeurd met het woord ‘Solidariteit’,  dat in de jaren ’80 breed werd gedragen.

In zijn overdenking liet hij ons inzien dat we het helemaal niet alleen kunnen.
De mens is hoe dan ook verbonden met zijn medemens: gezin, familie, collega’s, vrienden, buurt, maatschappij.
Vandaag kun je een zelfstandig mens zijn die denkt alles alleen te kunnen, morgen kun je kwetsbaar en afhankelijk zijn van zorg van anderen.
Vertel mij wat.

Vlak voor de zegen kwam er nog een klein stukje kerkdienst dat de hele preek samenvatte.
De voorganger vertelde dat hij ooit in een gesprekskring had gepraat over de vraag: “Wat is mens zijn?” Er kwamen vele beelden voorbij maar de essentie van het mens zijn zat

Liefde geven, liefde ontvangen….

volgens de kring niet in wat men bereikt had of wat men bezat maar: ‘Liefde geven, liefde ontvangen, dat maakt mij tot mens.’
In die groep had een mevrouw gezeten die daarna zei:
“Dat zinnetje heeft mij geraakt, want ik ben de moeder van een zoon met een  verstandelijke beperking die nooit carrière zal maken, die nooit iets zal bereiken, die alleen maar is wie hij is: die liefde geeft en die liefde ontvangt.”

(Afbeelding: Nineva Minova via Pixaby)

Reageren

12 januari: Protheses en bh’s.

Een week geleden zagen we onze vrienden.
De moeder van één hen woonde naast mijn moeder, zij hadden een brief meegenomen; er was voor mijn moeder nog post gekomen.
Die brief kwam van Margreet Dik, Compressie & mammacare specialist.
Zij helpt vrouwen na een borstamputatie met het aanmeten van een prothese en verkoopt daarbij speciale bh’s waar die prothese in kan.
Op haar tachtigste werd bij mijn moeder borstkanker geconstateerd en omdat ze verder nog kerngezond was herstelde ze wonderwel van de operatie en de bestralingen en ze heeft daarna dus nog zes jaar geleefd.
In oktober 2017 is mijn moeder overleden aan de gevolgen van leverkanker,
Ze heeft een vol en rijk leven gehad, we hebben goed afscheid kunnen nemen en we kijken in dankbaarheid terug op haar leven.

De brief van Margreet bracht mij in gedachten even terug naar de jaren voor mijn moeders overlijden, toen ze steeds meer zorg en aandacht nodig had.
Als Margreet kwam (ze komt op verzoek voor afspraken bij mensen thuis) was ik er ook bij, want mijn moeder vond dat soort dingen altijd spannend.
Zuinig als ze was vond ze de bh’s die Margreet verkocht altijd wel duur, maar als ik haar een zetje gaf (“Toe maar mam, je kan het zat doen, waarom zou je bezuinigen!”) kocht ze bij haar prothese twee mooie bh’s.
Ze ging er heel voorzichtig mee om, waste ze met de hand en toen Margreet na twee jaar terugkwam voor een nieuwe sessie, waren die vorige eigenlijk nog best goed.
Maar ze kocht wel nieuwe.

Aan Margreet schreef ik naar aanleiding van de brief een mail.

Graag wil ik je bedanken voor je geduld en voor de aandacht die je had voor mijn  moeder.
Eerlijk gezegd hoop ik dat ik nooit van jouw diensten gebruik hoef te maken, maar als dat ooit aan de orde is zoek ik je op.

Nou dacht ik toch dat ik het verlies van mijn moeder al helemaal had verwerkt….. zat ik toch nog in tranen die mail te typen.

Mocht je belangstelling hebben voor het werk van Margreet: hierbij een link naar haar website>>>.

Reageren

10 januari: Ik heb wel wat beters te doen.

In december verwachtte ik op een morgen rond 09.30 uur één van de managers voor een kort overleg.
Hij kwam wat later; hij verontschuldigde zich daarvoor, hij was bij de school van zijn dochtertje geweest. Het meisje (4) zong in een kerstkoortje en de ouders waren uitgenodigd om te komen kijken. Zijn vrouw had er op aangedrongen dat hij nou eens ging, zij was al zo vaak op school. Hij was geweest, het was erg leuk geweest, maar, zo voegde hij er aan toe: “Ik heb eigenlijk wel wat beters te doen.”

Als door een wesp gestoken vertelde ik hem dat hij nooit iets beters kon doen dan kijken naar zijn dochtertje in een kerstkoortje.
“Niemand zegt op zijn sterfbed: had ik maar meer tijd op kantoor doorgebracht.”
Dat is natuurlijk wel een gek begin van een werkoverleg, maar het had het gewenste effect; hij liet mij op zijn telefoon een filmpje zien van het koortje en hij wees trots zijn devoot zingende dochtertje aan.

Gisteren werd de waarde van mijn dag bepaald door een wandeling in Roden.
Met mijn broer, die herstelt van een longembolie, maak ik sinds begin december wekelijks een wandeling. Soms komt hij na mijn werk in Zuidlaren en dan lopen we daar een stuk, soms ga ik naar Assen en gisteren kwam hij dus in Roden.
Om 10.00 uur zaten we samen aan de koffie en rond 12.45 uur zwaaide ik hem uit, weer helemaal bijgepraat.
Toen moesten de donderdagse klussen nog: boodschappen doen en de wc’s soppen.

Ja, samen wandelen en teuten kost tijd.
Tijd waarin je ook iets anders zou kunnen doen.
Maar niet iets beters.

Reageren

Pagina 132 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén