Donderdag had ik een vrije dag met helemaal niks in mijn agenda.
Dat gebeurt niet vaak; meestal plan ik op mijn vrije dagen wel een ‘koffie-date’, een mini-vergadering, een lunch-buiten-de-deur, iets met één van dochters of (minder leuk) een ziekenhuiscontrôle.
Naast de gebruikelijke donderdagklussen bleven er dus zomaar een aantal uren over, die ik gebruikte voor één van de dingen die ik het liefste doe, maar waar ik eigenlijk alleen in het weekend aan toe kom: borduren.

Als ik alleen thuis ben zet ik thee in een speciaal daarvoor bedoeld thee-potje; het is eigenlijk van Carlijn, maar het staat hier nog.
Het bestaat uit twee delen: een wijd uitlopend kopje en een potje dat daar precies op past.
Je kookt water en maakt thee, je vult het kopje en ook het potje, zodat je 3 ruime koppen thee hebt.

Diep tevreden nestelde ik me op de bank in de namiddagzon.
‘Grande messe des morts’ van Gossec op de oortjes, kruissteekjes op het stramien.

Geen meditatie-cursus nodig; helemaal zen aan de Boskamp op donderdagmiddag.