een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 170 van 264

9 september: Afscheid na veertien jaar.

Toen ik in maart in het ziekenhuis lag kreeg ik een paar keer bezoek van onze dominee’s.
Die gesprekken zijn waardevol en helpend voor mij geweest.
Eén van die bezoeken was na de operatie toen ik nog behoorlijk labiel was.
De Turkse mevrouw die naast mij lag (zie 2 april)  sloeg het allemaal gade en vroeg toen de predikant weg was: “Wasj goede vriend?’
Dat zegt iets over hoe voorgangers en gemeenteleden met elkaar omgaan tegenwoordig.

Dit weekend namen we afscheid van Bart Elbert; veertien jaar was hij dominee in Roden; op 23 september wordt hij bevestigd in Beetsterzwaag.
Vrijdagavond was het informele afscheid en o, wat heeft de gemeente hem geplaagd.
Met z’n stiltemomenten, de jaren ’60 muziek, het mediteren, met de Tenach en onnoemelijk veel andere puntjes van milde kritiek die behoorlijk wat lachsalvo’s opleverden. Het programma was rond 21.30 uur aflopen, zodat er nog ruim tijd was voor een gezellig glaasje en de lekkere hapjes waar we op werden getrakteerd.
Je kunt de hele avond terugluisteren via Kerkomroep: 7 september 19.00 u Op de Helte.

Vanmorgen was de afscheidsviering.
Gemengde gevoelens.
Ik was niet de enige die schielijk een traantje wegpinkte.
Bart heeft veel betekend voor onze gemeente en voor Gerard en mij. In moeilijke tijden was hij er ter ondersteuning en in goede tijden zongen we samen de sterren van de hemel.
Frans, voorzitter van de kerkenraad, vatte in zijn afscheidstoespraak de veertien jaar die Bart in Roden heeft gestaan samen: met open mond luisterde ik naar wat Bart allemaal tot stand heeft gebracht, altijd met aanstekelijk enthousiasme. (ook de viering (9 september, 09.30 uur Op de Helte) én de toespraak zijn terug te luisteren op Kerkomroep).
Vanmorgen na de zegen ontroerde hij menigeen door het solo zingen van het lied ‘Vrede wens ik je toe’. Al zingend wenste de gemeente dat ook hem toe en natuurlijk ook elkaar.

Wat een warmte en genegenheid straalde van het afscheid vrijdagavond en van de viering vanmorgen af.
Bart was namelijk niet zomaar een dominee.
‘Wasj goede vriend’.

Reageren

8 september: Het geheim van Methusalem

Donderdagavond begon op NPO 2 een nieuwe, drie-delige serie met Eric Scherder.
Het geheim van Methusalem>>>.  Dit zegt de EO zelf over het programma:
Zo oud als Methusalem’, zoals het gezegde luidt, worden we weliswaar niet. Feit is wel dat we steeds langer leven. Maar willen we dat wel, zo oud worden? Of zijn we toch bang voor de onvermijdelijke aftakeling? Prof. dr. Erik Scherder gelooft echt dat oud worden én gelukkig zijn, samen kan gaan. Maar blijft zijn wetenschappelijke overtuiging overeind als hij geconfronteerd wordt met de dagelijkse werkelijkheid?

Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn.
Een greep uit wat er in de eerste uitzendig voorbijkwam:
– Scherder blijft zelf werken na zijn pensionering, maar een huisarts van 51 was er nu al van overtuigd dat ze dat beslist niet ging doen. Allebei gebruikten ze steekhoudende argumenten.
– We zagen een vrouw van 91 die nog iedere dag achter de bar stond in haar eigen café en een imker van 86 die nog gewoon meewerkte op het bedrijf van zijn kinderen.
– Scherder ging op bezoek bij een echtpaar dat 6 maanden per jaar op een camping zat en er daar een druk sociaal leven op na hield.

Wat mij trof was de constatering van de voornoemde huisarts: “In deze tijd worden we almaar ouder en men beweert dat ouderen steeds fitter worden. De waarheid is dat we wel ouder worden, maar dat er veel mensen daarbij chronisch ziek zijn. Met medicijnen zijn mensen gewoon langer chronisch ziek. Maar wat is dan de kwaliteit van leven?”

Wat ik heb onthouden: blijf moeite doen voor dingen. Daag jezelf uit en leef vooral niet naar je leeftijd. Spring eens uit de band en doe af en toe iets geks: je knapt er van op en het houdt je geest in beweging. Rustig aan doen kan altijd nog: leef je uit.

Ik kijk graag naar Erik Scherder op de televisie.
Hij is een aangenaam spreker en wat hij zegt is soms best moeilijk, maar goed te volgen.
Anders is dat bij zijn boeken.
Van vriendin Sinet kreeg ik ‘Singing in the brain’ en ik heb het half uitgelezen.
Muziek is ontzettend belangrijk voor het menselijk brein, dat weet ik uit ervaring.
Maar erover lezen is iets anders dan het in de praktijk brengen.

Dit boek valt volgens mij onder de categorie ‘vakliteratuur’ en wat Scherder beschrijft is bere-interessant; maar wat er precies in de hersenen gebeurt en welke kwabben worden geactiveerd vind ik niet interessant om te lezen.
En hoe de verschillende hersendelen met elkaar communiceren: het is allemaal veel te moeilijk. Voor mij dan hé?

Dus ik hou het bij zijn uitzendingen. Er komen nog twee afleveringen van Methusalem: op de donderdagen 13 en 20 september.

Reageren

4 september: Cornelis-Clan

Sinds mijn vader is overleden ontmoeten wij als “Cornelis-Clan” (zo noemde hij zelf zijn kinderen en kleinkinderen) elkaar rond zijn verjaardag, 16 augustus. Dit jaar hebben we die bijeenkomst een beetje uitgesteld, omdat Frea en Jon uit Engeland terug zouden komen. Afgelopen zondag 2 september was de hele clan aanwezig, iedereen was er.

Het was een beetje vreemd om bij elkaar te zitten zonder mijn moeder, zij was er tot vorig jaar nog bij, al ging het toen qua gezondheid al slecht met haar.
Mijn broer en ik zijn nu de oudste generatie en dat is op z’n minst wennen.
We stonden er even bij stil, maar niet te lang, want toen was er koffie of thee met wat lekkers. We zaten lekker buiten onder de grote parasol op Waninge-Plaza en hebben een heel gezellige middag gehad.

We deden spelletjes die je met een grote groep kunt doen: UNO, sjoelen en spieker houw’n. Dat laatste is een geliefde bezigheid bij de familie Waninge, vorig jaar oktober schreef ik er ook al eens over, zie Spiekerhouw’n.
Al deze spellen veroorzaken een hoop burengerucht, de hele buurt weet denk ik wie er zondagmiddag heeft gewonnen. Wil je het ook weten? Klik op de foto voor een vergroting van het ‘Cornelis-Clan-Scorebord’.

We sloten de dag af met een Chinese maaltijd: ettelijke witte bakjes stonden opgesteld op onze keukentafel en via zelfbediening kon iedereen zijn bordje volscheppen.

Cornelis zou het een fantastische middag gevonden hebben.
Klik hier voor het verslag van de Cornelis Clan van 2017.

Reageren

3 september: Pepernoten in september.

Gistermorgen ging ik niet naar de kerk. Er stond mij een drukke dag te wachten met ’s middags en ’s avonds iets op het programma; dus om 09.30 uur zat ik achter mijn computer te luisteren naar de viering vanuit de Catharinakerk.
Meestal doe ik dan ondertussen een spelletje of werk wat ideetjes uit voor mijn blog, maar deze keer lukten die neven-activiteiten niet.

De voorganger begon met de constatering dat er al weer pepernoten te koop zijn.
“O, kom er eens kijken, wat er al weer in de schappen ligt!” en dat daarmee op de achtergrond de ‘Zwarte Pieten-discussie’ ook al weer op de loer ligt. Een discussie waar ik al jaren heel verdrietig van wordt en waar ik eigenlijk zelf geen raad mee weet.
Dit blog ga ik vandaag gebruiken om de woorden van predikant Walter Meijles over dit onderwerp letterlijk weer te geven. Dit is maar een klein gedeelte van zijn verhaal en ik doe hem eigenlijk te kort, want de hele overdenking verdient een plaats in mijn Top Tien van beste preken ooit. Mijn advies: ga naar Kerkomroep >>> en luister naar deze kerkdienst.
Catharinakerk Roden, 2 september 09.30 uur.

Ik citeer:

Ik ga het hebben over pepernoten.  “Oh kom er eens kijken wat er alweer in de schappen ligt.” De eerste Sinterklaas producten liggen alweer in de winkel,  de taai-taai en de pepernoten en dat roept meteen ook alweer de voorafschaduwingen op van de inmiddels 5 jaar durende discussie over wel of niet Zwarte Piet.
De voor-  en tegenstanders lopen zich alvast weer warm.
Waar gaat het in deze discussie uiteindelijk om?  Over de vraag: “Is de waarheid dat het een onschuldig kinderfeest is of is de waarheid dat er verhuld racisme ingebakken zit in dit volksgebruik.”

Inmiddels zijn we met elkaar de vanzelfsprekendheid wat voorbij omdat deze vraag toch voortdurend in de samenleving wordt opgeworpen en je moet er iets mee of je wilt of niet.
Weet je wat ik denk?  Dat het hele punt niet de zwartheid van Zwarte Piet is, maar dat er een laag onder ligt, namelijk dat als je een kleurtje hebt of een andere herkomst je onze Nederlandse samenleving toch wel op een andere manier beleeft dan hoe ik dat bijvoorbeeld heb gedaan toen ik opgroeide als Hollandse jongen met blond haar en blauwe ogen. Hoe ziet jouw leven eruit als Nederlander als je een eerste,  tweede of derde generatie Chinees bent? Of Surinamer? Turk of Marokkaan?
Of zoals nu met al die Syriërs of Eritreeërs?

Het is niet allemaal koek en ei. Er gebeuren ook nare dingen, maar als je daarover in gesprek gaat of dat naar voren brengt en dat gaat meteen onder de vlag van ‘slachtoffers en daders’ van ‘schuldig en onschuldig’,  van ‘goed en fout’, dan garandeer ik u: dan slaat ieder gesprek per direct op slot dat is wat gebeurd is in die Zwarte Pieten discussie.
Wat zou er gebeurd zijn als we eerst waren begonnen met te luisteren naar elkaar?
Wat is dat dan voor verhaal van jou? En hoe is het dan voor jou dat Sinterklaasfeest?
Wat zou er dan zijn gebeurd? Want daar ligt denk ik de pijn: dat er in ons land niet veel ruimte is geweest voor een klacht over discriminatie, want dat kon toch niet waar zijn! Dat wij een land zijn dat discrimineert; we zijn Amerika niet! We zijn geen Zuid-Afrika! Die hebben wij juist geboycot!

Het is niet allemaal koek en ei mensen. Het verwijt dat mensen van een andere afkomst maken dat er discriminatie plaatsvindt hier in Nederland schuurt. Het irriteert ook,  helemaal als het ons aangewreven wordt en dat maakt ongemakkelijk.
Wat is gezeur en wat is reëel? Hoe maak je onderscheid tussen die twee?
Hoe weten wij dat hoe wij het zien de waarheid is over wat er speelt?
Hoe bepalen wij hoe het echt zit voordat wij een eindoordeel geven over dit soort zaken?Want voorstanders die kijken naar een optocht van Sinterklaas zien en andere optocht dan de tegenstanders die diezelfde optocht aan zich voorbij zien komen.
Een andere blik; ze zien er iets anders in en dan gebeurt iets anders van binnen.
Wie van beiden is nu blind voor de waarheid? Wie van beiden ziet het belangrijkste over het hoofd?  Wat volgens mij iedereen over het hoofd ziet is de heilige opdracht die wij hebben gekregen van God om je naaste lief te hebben als jezelf en die vaardigheid zie ik aan beide kanten niet veel tevoorschijn komen……

Einde citaat.
Nooit gedacht dat ik nog eens zou linken naar een video-clip van de 3J’s:  Mensen >>>

Reageren

2 september: Nederlands maar dan anders (7)

Vandaag deel 7 in de serie ‘Nederlands maar dan anders’.

Op Radio 5 hoorde ik iemand drie spreekwoorden combineren: flink je best doen, een stapje harder lopen en je beste beentje voorzetten. Hij maakte er van: “We zullen een flink stapje harder moeten zetten!”

Bij Jinek zat in juli iemand die niemand in de weg wilde staan maar ook niemand wilde kwetsen. Hij combineerde het prachtig: “Ik wil daarbij niemand voor de voeten stoten.”

Een collega van Carlijn werd verrast door een actie van iemand anders.
“Dat komt je rauw op je bord vallen.”

De kapper waar ik om de zes weken in de stoel zit had met afgrijzen zitten luisteren naar een verhaal dat iemand vertelde. Ze paste het bijbehorende spreekwoord aan aan haar beroep: “Dan zit je toch met gekrulde tenen.”

Een collega van Gerard had een verhaal van een vrouw die zich staande moest houden op een kantoor tussen voornamelijk mannen.  Toen ze haar weer eens voor het lapje probeerden te houden riep ze: “Hou maar op,  ik laat me niet op de kast naaien.”
Zoiets moet je dan jaren nadien nog aanhoren.

De streektaal geeft soms ook aanleiding tot verwarring.
Een Waninge-neef met een eigen bedrijf werd gevraagd om een klus te doen.
Hij zei: “Dat kan ik nou eigenlijk niet wachten”  waarop de vrager antwoordde: “O, maar je hoeft niet te wachten hoor, je kan gelijk beginnen!”
Iemand uit het westen van ons land was in het noorden komen wonen en dat was niet helemaal vlekkeloos verlopen. Toen een Drent aan hem vroeg: “Mag je hier een beetje wonen?” stoof hij gelijk op “Waarom zou ik hier niet mogen wonen, van wie zou dat niet mogen!”

Voor buitenlanders is Nederlands ook moeilijk.
Collega Jacquelien tekende uit de mond van een collega op, dat ze een nieuwe splinter auto had gekocht.

Sinds eind augustus wonen Frea en Jon bij ons in huis.
Jon is een echte Engelsman, maar spreekt al een behoorlijk mondje Nederlands.
Af en toe is er even een misverstand of moeten we erg lachen om een ’taal-grapje’.

Een vaatwasser is het Engels een dishwasher. Frea zegt afwasmachine en wij zeggen vaatwasser  of mevrouw Bosch. Jon raakte daarvan in de war.
Hij kwam bij me staan, wees op de vaatwasser en zei: “Hoe heet deze ding noe!”

Afgelopen donderdag hadden Frea en Jon heerlijk voor ons gekookt.
Jon stelde voor om dat vaker te doen en ik vond dat een heel goed idee.
“Ik ben benieuwd wat er onder je koks-muts vandaan komt!” zei ik enthousiast.
Jon verslikte zich in zijn lasagne en moest vreselijk lachen.
Dat snap je ook wel als je weet wat ‘cock’ in het Engels betekent…..

Klik hier >>> voor het blog Nederlands maar dan anders deel 6, daar vind je ook linken naar de delen 1 tm 5. En vergeet ook niet om af te toe te kijken op het instagram-account Treintaal, heerlijk om te lezen hoe sommige mensen de dingen door elkaar husselen. De mooiste? Ze was in geen landen of weiden te bekennen!

Reageren

30 augustus: De droogte voorbij.

Al weken fiets ik weer naar mijn werk, zoals altijd dwars door de Onlanden tussen Peize en Groningen. Toen ik de eerste keer daar weer langs fietste was het een tijd heel erg warm en droog geweest; in het anders drassige gebied stond geen water meer in de sloten en het gras langs de kanten werd al geel. Ik fietste langs het gebied achter Eelderwolde waar een aantal meertjes zijn ontstaan en zag dat die meertjes gedeeltelijk droog vielen. De grond begon al te scheuren op plekken waar eerder gewoon water stond. Als je op de foto hiernaast klikt krijg je een vergroting: het lichtbruine zijn de opgedroogde delen.

De vogels groepten met z’n allen op het veel kleinere stuk water dat overgebleven was en ik vroeg me af: wat gebeurt er als het nog langer droog blijft? Dat was gelukkig niet aan de orde, want daarna viel er af en toe regen en deze week waren de meertjes weer gewoon meertjes. De waterstand is nog wel wat lager dan anders (dat zie je aan de rietkragen aan de kant) maar het begint zich toch weer wat te herstellen.

Net als ons gazon en verschillende bloemen en struiken in de tuin.
Sommige dingen hebben de hitte niet overleefd, van andere planten hopen we dat ze het volgende voorjaar weer opbloeien.
Buienradar geeft in de veertiendaagse verwachting aan dat we volgende week nog een heerlijke nazomer krijgen.
Mag van mij duren tot en met Rodermarkt!

Reageren

29 augustus: Weer gewoon.

De waarde van mijn dagen wordt tegenwoordig in hoge mate bepaald door het feit dat alles weer ‘gewoon’ is. Sinds deze week ga ik weer gewoon naar mijn werk, doe ik gewoon het huishouden en vullen mijn dagen zich weer met de gewone dingen van alledag.
Gisteravond zat ik op de verjaardag van mijn broer; daar zat ik naast een schoonzus van zijn ‘kouwe kant’. We hadden elkaar een tijdje niet gezien, want zij was uitgevallen met een acute hernia, waardoor ze weken achtereen niet had kunnen lopen.

We deelden de sores van zo’n ziekte die je helemaal afhankelijk maakt van je omgeving.
De tijd die zo lang duurt: zij had al heel veel Netflix-series bekeken. De frustratie van niks zelf kunnen. Niet autorijden, niet fietsen en heel veel gebemoei van de hele wereld om je heen. En dan na een paar maanden constateren dat je weer kunt lopen. Dat je weer op de fiets zit. Daar ontzettend van genieten en iedereen app’jes sturen: “Kijk, ik zit weer op de fiets!” Hoezo gewoon.

Gewoon. Nog steeds dringt iedere dag het besef tot me door dat een normale dag een gelukkige dag is, al weet ik uit ervaring dat dit op den duur ook weer slijt.
Gisteravond toen iedereen een drankje had hieven we gezamenlijk het glas op mijn broer.
Iedereen riep van alles maar hij en ik keken elkaar aan en zeiden allebei “Zum Wohl”, de Duitse heildronk van mijn vader en zijn broers.
Op het goede.

Reageren

27 augustus: Kijken naar wat er wél is.

Drie dagen reizen gaan een mens niet in de koude kleren zitten. Dan is uitslapen op zondagmorgen wel erg verleidelijk, maar in Op de Helte ging Bart Elbert voor,  één van de laatste keren voor zijn vertrek naar Beetsterzwaag dit najaar.
We hadden het niet willen missen.

De woorden van het gebed voor de opening van de schriften raakten me, omdat het een korte samenvatting is van de reden dat ik naar de kerk ga. Via kerkomroep heb ik het teruggeluisterd, hierbij de letterlijke weergave van het gebed:

Gezegend is uw naam Heer God. 
U biedt ons uw woord aan om te horen, om te zingen, om tot ons te nemen, om er blij van te worden.
Woorden als brood voor het leven, opdat we ons ermee mogen voeden, ook vanmorgen. Dat we ons mogen openen, omdat verhalen van toen ons inspireren tot geloof en vertrouwen in het nu en ons moed geven voor daden van liefde, hoop en vertrouwen. 

We zongen gistermorgen bekende, toepasselijke liederen en zittend/zingend in het grote gemeentekoor liet ik de woorden op me inwerken. Af en toe kon ik zelfs een bijna vergeten altpartij meezingen, opgediept uit het Cantorij-geheugen.

Onderwerp van deze viering was de wonderbaarlijke spijziging. In de overdenking besteedde de voorganger aandacht aan het veertigjarig jubileum van de wereldwinkel en maakte de vergelijking met het bijbelverhaal. De vrijwilligers die destijds begonnen met de wereldwinkel hebben niet gekeken naar wat er niet was, maar hebben zich met hart en ziel ingezet voor de goede zaak met de middelen die er wél waren. Ze hebben zich niet laten ontmoedigen, hebben steeds gedacht in mogelijkheden en niet in moeilijkheden. Een voorbeeld van hoe het kan, ook als kerk. Niet bij de (uitgebluste) pakken neer blijven zitten, maar actief blijven met daden van liefde hoop en vertrouwen. God heeft beloofd: ik zal er zijn. 

Organist Gerhard speelde tijdens de collecte een mooie bewerking van een lied dat ik kende maar niet herkende. Er speelden flarden van zinnen door mijn hoofd, maar ik kon de melodie niet te pakken krijgen. Iets met geboortepijn? Kriegel word ik daar altijd van, het bleef maar in mijn hoofd zeuren; pom pom pom pom du du du du.. …
Na de viering vroeg ik Gerhard naar de herkomst, maar die gaf niet meteen uitsluitsel
“Het is iets van Vogel, achterin het oude liedboek ergens.”
Thuis aan de koffie zocht ik het op, bladerend achter in mijn oude liedboek.
Het bleek lied 489 te zijn van Huub Oosterhuis.

Een mens te zijn op aarde,
is eens voorgoed geboren zijn
is levenslang geboortepijn
een mens te zijn op aarde
is leven van de wind.

Even de melodie geneuried en de tekst bij de noten gezongen: toen waren de flarden tekst en het po-pom-du-du weg uit mijn hoofd.
Je kunt je het misschien niet voorstellen, maar op het moment dat ik het goede lied had gevonden, was de viering voor mij pas afgerond.
Na drie dagen reizen was deze kerkdienst een eindpunt en een nieuw begin: dankbaar zijn we dat de hele onderneming vanuit Engeland goed verlopen is en met de woorden van gistermorgen kunnen we vol goede moed de nieuwe week weer in.

Reageren

26 augustus: Een beetje verreisd.

Al maanden was bekend dat Frea en Jon vanuit Engeland naar Nederland zouden verhuizen. In 2011 vertrok ze in haar eentje naar Engeland; toen leenden we een kar van Gerard z’n werk en brachten haar en haar spulletjes  (met de P&O-Ferrys’) naar Nottingham.
Jon kwam in haar leven en in 2016 gingen ze samenwonen. Plannen maken voor een verhuizing is vrij eenvoudig, maar de uitvoering ervan is een stuk moeilijker.

Frea vond een baan aan de Vrije Universiteit in Amsterdam: zij begint per 3 september. Jon schreef zich in voor een studie aan de Universiteit in Groningen, zijn introductieweek begint a.s. donderdag. Wij stelden hen voor om eerst bij ons in huis te komen wonen, eenmaal hier zal één en ander zich vanzelf wel uitkristalliseren.

We huurden een grote bus en donderdagmorgen om 08.30 uur aanvaardden we onze reis.
14.00 uur vertrok de ferry van Hoek van Holland naar Harwich, even na 23.00 uur kwamen we aan bij ons hotel in Leicester. De volgende morgen, (vrijdag)  vertrokken we naar Nottingham, maar we maakten nog even een kleine omweg naar Elvaston Castle (Er ging een laatje open…>>>), hierover in een volgend blog meer.
Het stel had alles al ingepakt; er moest nog een berg naar ‘de stort’,  een andere berg moest naar de kringloop en de laatste berg moest mee naar Nederland. De eerste twee bergen brachten we weg met de bus en de laatste berg brachten we doos voor doos naar de bus. Keurig neergezet en opgestapeld paste alles er ruim in. Deuren dicht, fietsen op de fietsendrager: met z’n vieren op weg naar het hotel dat we hadden gereserveerd in Colchester waar we laat in de avond aankwamen. We namen nog een afzakkertje samen met een groep Engelsen die vierden dat het weekend was.

Zaterdagmorgen vertrokken we rond 06.45 uur richting Harwich, waar de boot om 09.00 uur vertrok. Toen daalde de rust op ons neer. Geen gejut meer om op tijd ergens te zijn: we deden ons tegoed aan een heerlijk ontbijtbuffet en gooiden de kaarten rond op een tafeltje voor vier in het restaurant, want met z’n vieren kun je immers klaverjassen!

Zaterdagavond om 20.30 uur reden we de Boskamp in. Aan de garage hing een groot spandoek: een welkomstgebaar voor Frea & Jon gemaakt door Harriët en Carlijn. Want de vrienden en familie in Engeland vonden hun vertrek natuurlijk stom, maar hier in Nederland werd reikhalzend naar hen uitgekeken.
Het is wennen voor ons allemaal. Frea zat op de boot vertellen dat ze de komende week ‘schoolspullen’ voor haar en Jon gingen kopen. “Dan gaan we naar de Schoolcampus in V&D!”
Zeven jaar in een ander land is best lang, dan heb je gewoon niet meegekregen dat de V&D al een aantal jaren failliet is.

Ms. Pickle Snitch McNibbles

Naast Frea en Jon krijgen we nog een extra gast in ons huis: mejuffrouw Pickle Snitch McNibbles.
Wij mogen Pickle zeggen, het is het hamstertje dat al twee jaar bij Frea en Jon in Nottingham woonde.
Ze stond de hele reis tussen hen in op de achterbank van de bus.
Ze heeft inmiddels een eigen plekje in onze woonkeuken tussen de computer en de eettafel in.
De eerste eetafspraken zijn ook al gemaakt: aanstaande donderdag komt de hele club bij ons eten, alleen Wim is er dan niet, die viert nog vakantie met vrienden in Frankrijk.

We zullen de komende tijd regelmatig weer een ‘full house’ hebben.
Daar zullen we op z’n minst aan moeten wennen, maar daar zullen we ook ongetwijfeld erg van genieten.

Reageren

25 augustus: Achter het orgel.

Dit jaar ben ik niet ingedeeld bij de vrijwilligers die gasten rondleiden tijdens de openstelling van de Catharinakerk.
Dit had alles te maken met de bypass-operatie die ik heb ondergaan in maart.
We hadden afgesproken af dat ik zou proberen aanwezig te zijn als Hidde ook dienst had, dan zou ik boventallig zijn; ‘van toegevoegde waarde’ merkte iemand daarover op.

In eerste instantie dacht ik dat ik mijn diensten wel weer gewoon had kunnen draaien, maar achteraf was het fijn dat het niet hoefde.
Soms was ik na een volle week zo moe op zaterdag dat ik blij was dat ik thuis kon blijven.

Maar een aantal keren lukte het ook wel om aanwezig te zijn en dan was het ook gelijk weer erg leuk.
Eén keer heb ik niet veel bezoekers gesproken. Toen was Dorien één van de gasten en Dorien heeft vroeger samen met haar zus Ineke heel veel bij ons opgepast.
Ineke&Dorien was bij onze dochters één woord.
Ze kwamen op de verjaardagen van de meisjes, paste vaak in de weekenden bij ons op (toen hadden we ook al zo’n drukke agenda) en we hadden het altijd erg gezellig met elkaar.
Maar kleine meisjes worden groot. Onze meisjes hadden op een gegeven moment geen oppas meer nodig en Dorien en Ineke trouwden en gingen ergens anders wonen.
Af en toe sprak ik de moeder van de dames nog en soms zag ik foto’s van hun kleinkinderschaar.
Dorien had op die bewuste middag haar dochter én haar moeder Tineke meegenomen; oma ging met haar kleindochter de kerk in, zodat ik met Dorien even uitgebreid kon bijpraten.
Bep-bep-klep-klep. Weinig toegevoegde waarde die middag……

Toen neef Cor (14) bij ons logeerde had ik ’s middags ook dienst.
Gerard bedacht dat het wel leuk zou zijn als hij met Cor als bezoeker in de kerk langs zou komen: verrassing!
We bekeken samen de ‘highlights’ in de kerk, we keken even onder de toren en daarna mochten we even kijken bij Frits die achter het monumentale Hinszorgel zat.
Frits vertelde ons van alles over het orgel, liet ons de gelige, ivoren toetsen zien, legde uit hoe de registers en de pedalen werkten en nam ons daarna mee naar de achterkant van het orgel.
Hij haalde een schot uit de achterkant en toen keken we in het binnenwerk van het orgel.
Niet te geloven wat je dan ziet. Allemaal lange dunne staafjes die verbonden zijn met pijpen, waar lucht doorheen wordt geblazen op het moment dat je een toets indrukt.
(Op de foto het klavier van het orgel. Meer weten? Klik hier voor een link >>>)

Die staafjes zijn ook weer verbonden met andere staafjes, die mee gaan doen op het moment dat je een register opentrekt.
Het deed mij denken aan het ingenieuze systeem van het planetarium dat Eise Eisinga bedacht en maakte op zijn zolder en in 1781 voltooide.
Orgelbouwer Hinsz voltooide dit orgel in de Catharinakerk in 1780.

En dat is nog maar één bezienswaardigheid in de eeuwenoude kerk op de Brink, er is zoveel meer dat het ‘bezien waardig is’!
Nieuwsgierig geworden? Op zaterdag 8 september is de Open Monumentendag, dan is de kerk open van 10.00 – 16.00 uur.
Kun je gelijk de dia-presentatie bekijken die sinds deze zomer op de beamerschermen te zien is.
Het duurt ongeveer 12 minuten en geeft in beeld en tekst een overzicht van de geschiedenis van de kerk, de interessante items en wat er in loop van de jaren zoal is veranderd.
Welkom!

Reageren

Pagina 170 van 264

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén