een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 182 van 265

4 april: Net als het viooltje.

Thuis.
Je eigen ritme, je eigen dingen.

Halverwege deze woensdag komt er een rust over me, die er al meer dan een maand niet meer was.
Tijd om alle gebeurtenissen de revue te laten passeren.
Een ballenspel doen op de computer.
Rustig wandelingetje in de lentezon met Gerard.

Genieten van de narcissen en krookjes in de tuin, van de uitlopende perenboom en de hortensia’s.
Geen controles en metingen.

Onder de waslijn ontwaar ik het dappere viooltje waar ik op 14 februari ook al over schreef.
Er zijn twee viooltjes bijgekomen.
Tegen de verdrukking in (denk even aan die strenge vorst begin maart) en ingeklemd tussen tegels en waslijnpaal staat het te stralen in de aprilzon.

Ik voel me een beetje als dat viooltje.
Ook ik wil weer stralen in de aprilzon en met hulp van mijn lieve thuisfront, vrienden, familie en ons warme ‘netwerk’ ga ik mijn best doen.
De afgelopen weken zijn we werkelijk bedolven onder steunbetuigingen in de vorm van kaarten, reacties op dit blog, app’jes, mails, bloemen en telefoontjes. Op deze website wil ik mijn ‘meelezers, meelevers én hemelbestormers’ ook namens Gerard heel erg bedanken voor de support die in zoveel verschillende vormen voorbij kwam.
DANK!

(foto genomen op Tweede Paasdag in het dagverblijf van het UMCG)

Reageren

3 april: Wacht u voor de ontslagfase.

Kon ik de afgelopen dagen nog wel door de tijd heen komen: vandaag was het een rijstebrijberg. Om 09.15 uur vertelde de zaalarts na een kort onderzoek dat ik naar huis mocht. Dat wilde ik graag horen. “Met de verpleegkundige moet ik nog even de medicatie voor thuis doornemen.”

Ok. Ik wachtte nog wel met het bellen van Gerard, ervaring leert dat de papieren rompslomp veel tijd in beslag neemt.
Tot 14.30 uur heb ik gezeten en gewacht. Uren gingen in ledigheid voorbij.
Vorsten uit.
Historia uit.
Buurvrouw zuchtte gezellig mee. “Ooooech”. “Ooooh”

Alle tassen stonden al vanaf 09.30 uur ingepakt. Ik maakte een Sudoku maar ik bakte er niks van; de getallen dansten voor mijn ogen. Wat duurt dan de tijd lang.
Zitten en wachten.  In bed liggen kon niet meer want dat was al afgehaald en schoongemaakt. Tegelijkertijd ben je bij de overige personeelsleden van het UMCG al sinds 9.15 uur van de radar af. Geen onderzoeken meer, geen controles en metingen: wachten. En zitten. Het breiwerk, toch vaak een rustpunt in mijn dagelijkse leven, had ik uit frustratie al weggelegd.

Er was steeds miscommunicatie over de medicatie die ik bij de apotheek moest halen. Tenslotte kreeg ik van de zaalarts een overzicht en vlak voordat ik haar een hand (afscheid!)  zou geven kwam de verpleegkundige nog weer met een uitdraai waar een medicijn op stond waarvan niemand wist of ik het al dan niet moest hebben. “Ik kijk het na in het systeem” en daar stiefelden de witte jassen weer van de afdeling af, met medeneming van alle uitdraaien en aantekeningen. Daar zat ik weer: wachten.
“Ooeff”.  Zo is het buurvrouw.
Het maakte de dag onnodig lang en heel vervelend. De kwartieren kropen voorbij; ineens was ik alles zo ontzettend zat.

Inmiddels was Gerard op eigen initiatief toch al in het UMCG gekomen. Hij had kennelijk een laxerende invloed op de stroperige papierwinkel waar geen einde aan leek te komen, want binnen een half uur duwde hij mij in een rolstoel de afdeling af. Naar huis.

Dit blog schrijf ik thuis, achter het grote toetsenbord van mijn eigen computer.
Frea en Jon zijn er nu nog, morgenvroeg vertrekken ze op tijd naar Schiphol. Zij hebben vanavond voor ons gekookt; vanavond zullen we met z’n vieren een boom klaverjassen.
Count your blessings.

Reageren

2 april: Door drie verdiepingen heen….

De afgelopen dagen kwam ik vanuit een volslagen hulpeloze situatie weer langzaamaan op krachten en kon ik steeds meer doen.  Gisteren mocht ik mezelf al wassen,  vandaag was ik al weer in staat om mezelf te douchen. Een mijlpaal op de weg van de Echternachse processie. Vanmorgen stond ik voor het eerst alleen voor de spiegel en kon ik met eigen ogen zien wat er allemaal met mijn lichaam is gebeurd. Veel. Nu alle slangen, draden, infusen en snoeren weg zijn zie je pas hoe zo’n slagveld het is geweest.  Als ik zo stabiel blijf als nu mag ik morgen (dinsdag 3 april) al naar huis.

Voor mij sneller dan verwacht; binnen een week na de operatie al, een meevaller!  Op vrijdag 16 maart ben ik opgenomen in het Martini ziekenhuis, we zijn nu twee en een halve week verder. Wat je op den duur opbreekt is het gebrek aan privacy.  Deze laatste  week in het UMCG deelde ik mijn kamer met een mevrouw van niet-Nederlandse afkomst waarmee communiceren moeizaam ging.  Nou red ik mij daar in het dagelijks leven vaak prima mee,  maar in deze omstandigheden niet.  Met haar man en kinderen sprak ze een voor mij onverstaanbare taal en ze was vooral heel erg druk met ‘stennen en zuchten’. Aaah. Oef. Oeh. ..oohh. Bert Visscher zou zeggen: “Mijn vriendin kan door drie verdiepingen  heen zuchten.. .” Dat was niet erg bevorderlijk voor mijn herstel en het droeg ook niet bij aan de gezelligheid, die was er namelijk niet.  Jammer, want je kunt juist zoveel aan elkaar hebben als lotgenoten.

Nu zit ik mij de hele dag al te verheugen op morgen.  Naar huis.

 

Reageren

1 april: Eerste Paasdag.

Vanmorgen werd ik wakker met het gebeier van kerkklokken.  Feestelijk klonk het;  per slot van rekening was het Eerste Paasdag. Het was de bedoeling dat ik de ochtend zou doorbrengen met het luisteren naar de kerkdienst uit Roden, maar in een ziekenhuis zijn “wat ik wil”  en “wat er gebeurt” twee op zichzelf staande eenheden die zo op het oog niet veel met elkaar te maken hebben.

Rond kwart voor tien zat ik in een stoel bij te komen van ontbijt, wassen en aankleden. De verpleegkundige kwam met een uitgebreid verhaal over de revalidatie periode na de operatie. Daarna was er koffie met gebak, paasschuimgebak. Heerlijk was het! Vervolgens kwam Edwin langs voor een gesprekje. Hij is fysiotherapeut en wilde naast praten ook even over de gang wandelen. Wandelen is een fors woord voor geschuifel over de gang: met je linkerhand aan je drain-drietand en je rechterhand aan de vasthoud-plank aan de wand is het meer ‘balanceren en een beetje vooruit komen’.

Het gebak was nog niet op toen de verpleegkundige vrolijk kwam meedelen dat ik nog gewogen moest worden. Dat is op zich niet een aardig moment om dat te doen… …..maar ik hoefde me geen zorgen te maken: alle vocht-kilo’s van na de operatie zijn alweer weg.  Nou is dat gewicht ook het laatste waar ik me hier zorgen over maak. Vanavond krijgen we paasdiner: met kip, gevuld ei en een advocaat-toetje.

Reageren

31 maart: Een hele Piet; in bed…..!

Gisteren in de loop van de dag werd ik losgekoppeld van steeds meer apparaten: katheter, infuus,  bloeddruk meter.  Optimistisch vroeg ik aan de verpleegkundige of ik al zelf naar het toilet mocht lopen. Dat kon nog niet.  O? Ik mocht even met de benen bungelen en een paar minuten op een stoel zitten.  Eenmaal naast het bed begreep ik waarom; trillend zat ik op de stoel en vier minuten later lag ik alweer in bed.

De uren daarna zat ik regelmatig op de rand van het bed,  kreeg ik kleren aan en gisteravond kon ik zelfstandig naar het toilet. Grote meid. Nog even weer een kwartier in de stoel en toen mocht ik weer lekker liggen. De nacht van vrijdag op zaterdag viel tegen.  De morfine pomp was ook afgekoppeld, daardoor nam de pijn toch wel toe. Ook vanmorgen viel het me niet mee. Slecht geslapen, suf van de medicatie die ik later in de nacht toch nog kreeg en hondsmoe.  Na het wassen en aankleden was ik tot niets meer in staat. Dat een mens zo moe kan zijn.

“Drie stappen vooruit,  twee achteruit.” De verpleegkundige draaide er niet om heen. Op die manier wordt het lange weg: je hebt dan vijf stappen nodig om één vooruit te komen. Een Echternachse processie. Maar je komt vooruit en dat is de bedoeling.

Reageren

30 maart: Martien. En vele anderen…..

Het is nu vrijdagmorgen 30 maart. Woensdagmiddag om 13.00 u werd ik naar de operatiekamer gereden en onderging ik een bypass operatie.  Vond ik in het Martini ziekenhuis al dat ik onderworpen was aan een totalitair regime, hier in het UMCG had ik alleen maar lege briefjes in te brengen. De belangrijkste reden daarvan was dat ik totaal afhankelijk in bed lag.  Gerard hield mijn hand vast toen ik uit de narcose kwam.

De avond daarna bracht ik versuft en dommelend door. Toen de nachtdienst de zorg overnam werd ik voorgesteld aan Martien; hij zou de hele nacht voor mij zorgen. In het begin kreeg ik daar nog niet zoveel van mee, maar halverwege de nacht werden Martiens contouren wat duidelijker. Er was gedoe met mijn bloeddruk, hij haalde water voor de medicijnen en vaseline voor mijn droge lippen. Hij zette mijn bed in de goede stand en vroeg hoe het ging met de pijn.

Aan het eind van de nacht knapte ik al wat op; er ontstond wat ruimte voor een gesprekje. Wij kregen het over elkaars namen en de betekenis daarvan. Over het draaien  van nachtdiensten en over mijn werk. Over stoppen met werken en wanneer. Aan het begin van de ochtend kreeg ik een kop thee: zelden zulke heerlijke thee gehad.

Martien is de verpersoonlijking van alle handen aan mijn bed. Van alle Laura’s , Erik’s en Jurgens. Iedereen doet ontzettend zijn best en probeert je te stimuleren en te helpen bij de eerste zware periode. Er gebeuren ook grappige  dingen. De eerste dag had ik al weer een paar toeren gebreid,  maar de bol wol was daarbij op de grond gevallen. Midden in de nacht kwamen twee verpleegkundigen aan mijn bed om me wat omhoog te trekken  (was naar beneden gezakt), waarbij ze er achter kwamen dat het bolletje wol  verstrikt was geraakt in de snoeren naast het bed. “Was u  aan het breien?””Ja,  vanmiddag. Wordt ik rustig van.” Hij niet.  Hij vond het ‘Mens erger je niet’ om de draad te ontwarren . Dit had hij nog nooit hoeven doen in zijn carrière.

En ze moeten wat doen in hun carrière. Respect en bewondering voor de verpleegkundigen artsen en verzorgers. Als ik dan toch de regie van mijn leven uit handen moet geven,  dan graag in de handen van de Martien’s van deze wereld.

Reageren

29 maart: Alles is goed gegaan.

Lieve meelezers en meelevers: goede berichten vanuit het UMCG. De operatie is geslaagd, er is een mooie omleiding aangelegd. Vandaag lig ik nog met slangen en apparatuur in bed,  morgen mag ik uit bed en met revalideren beginnen. Groet’n uit Grunn’n: Ada.

Reageren

27 maart: Gien schoenen an in berre.

Op 19 meert >>> schreef ik over de vierpersoons kamer waor ik lag met Guus, Willem en Piet. Sinds dinsdag heb ik een kamer veur mij allent, maor het contact met de mannen is bleem. Wij drinkt samen koffie, wisselt lectuur uut en deelt de dagelijkse probleempies met mekaar. Guus (80 jaor) en ik hebt een klik. In het begun was hij hiel formeel. Hij kun oons Grunn’ns en Drents goed verstaon, maar hij preut het zelf niet. Hij formuleerde mooie volzinnen met een licht Twents accent; toen ik hum daornaor vreug vertelde hij dat hij vrogger wel Twents praot haar,  maor dat was e verleerd. (Hij is twee jaor leden vanuut Enschede naor het Noorden verhuusd umdat zien einige zeun hier woont.) Maor hij vun het prima as wij in oonze eigen streektaal praotten.

Miestal gung ik op bezuuk bij de heren, maar af en toe zöcht Guus mij op. Ik heurde hum altied al ankommen, want de infuusstang waor hij aan vast zat piepte of en toe. Hij schoefelde dan mien kamer binnen en begunde oons gesprek met algemienigheden, maar al gauw weur het persoonlijker. “De dominee is langs geweest. Was fijn hoor, maar ik ken hem nog niet zo goed. In Enschede …..”

“Ik wou wel graag naar huis, maar mijn vrouw dementeert en weet amper wie ik ben. De buren ken ik nog niet zo goed. In Enschede….”  Hij vertelde verhalen over de vuurwerkramp, over fietsen in Duutsland, over uitstappies met zijn vrouw, over de oorlog en over Enschede.

Vrijdagaovond  lag hij al veur de koffie in berre. “Niemand mist mij hier. Mijn vrouw in ieder geval niet. Mijn zoon is heel druk en in de buurt en bij de kerk word ik ook niet gemist: ik heb nog niet zoveel gelegenheid gehad om mensen te leren kennen.” We drunken samen koffie en ik probeerde hum wat op te beuren. “A’j straks de operatie had hebt, dan knap ie helderweg op; dan krie’j weer energie um op pad te gaon. Het helpt nie a’j hier de hiele dag in berre blieft liggen. In beweging blieven, dat is het beste. Dan ko’j aandere meinsen tegen en dan he’j minder tied um te sikkeneuren. Ik trek ’s mörgens nao het douchen mien schoenen aan, dan gao ik in ieder geval nie in berre  liggen.”

Zaoterdagmorgen gung ik weer met mien koffie naor de mannen van de vierpersoons kamer. Even later kwam Eddy van een kamer verderop ok eem buurten. Eddy prat Bedums. Midden in de conversatie ontdekte ik tot mien stomme verbaozing dat Guus Twents preut. Gieniene die het opveul, maor mij wel. Later die dag vreug ik hum d’r naor.  “Ik dach da’k het verleerd was, mar ik heur jullie allent maor dialect praoten en nou komp het weer naor boven. En jullie verstaot mij goed…..” Verder wol hij die dag nog eem over de gang lopen. Of ik met hum met wol lopen: hij haar zien schoenen al an.

Vandaag heb ik ofscheid nummen van Guus en Willem. Guus zee in zien prachtige Twents: “Misschien kom ik zo achter oe an en ziet wij mekaar nog dizze wѐk in het UMCG.” Wie zal ’t zeggen. Het bint spannende tieden veur oons allemaol. Wij bint hier, zoas wij in ’t Noorden zegt, op het ‘hoogste adres’; ik vertrouw op het Allerhoogste adres.

Reageren

26 maart: Wat schaft de pot?

Eten. Zelf een Vrieswijk, getrouwd met een Waninge; families waarvan bekend is dat ze erg kunnen genieten van een goede maaltijd. Het liefst genuttigd in groepsverband (gezin, familie, feestjes) en in behoorlijke hoeveelheden. Ook in het ziekenhuis krijg je dagelijks drie maaltijden: ontbijt, lunch en warm eten. Je bepaalt zelf wat je eet: voor de lichte maaltijden komt een kar langs met een enorme keuze aan brood en toebehoren. Het avondeten stel je zelf samen met een keuze menu op internet.

Neem van mij aan: het is eten is lekker hier. Dat het de ene keer beter smaakt dan de andere komt vooral door de omstandigheden. Op de kamer naast mij ligt een oudere meneer die vanuit z’n tenen lijkt te hoesten; daarbij hoor je duidelijk wat er zoal aan ongerechtigheden wordt opgehoest en naast dit gerochel maakt meneer er ook nog heel veel lawaai bij. In de familie Waninge staat dit schreeuwerige blaffen bekend als ‘hoesten als Opa Boer’. Je eet je kom mosterdsoep met zulke bijgeluiden toch anders op dan thuis of aan de lunch met collega’s tussen de middag.

Ook als we zitten te eten gaan de rondes van de verpleegkundigen gewoon door. Als ik achter mijn bord met nasi goreng met kip en saté saus zit wordt Willem op de vierpersoons kamer naast mij ondervraagd. “Heeft u al ontlasting gehad meneer De Vries?” Dan is het even stil (Willem denkt na) en dan zegt hij “Jao, drei maol een beetje.” Maar de zuster is daar nog niet tevreden mee. “Dun, dik of gewoon?” Dat vindt Willem een moeilijke vraag. “Eehhh……gewoon dunkt mie.”

Need I say more? Ik was blij dat de verpleegkundige genoegen nam met het antwoord; meer details kon ik niet meer aan.

Maar het ziet er naar uit dat ik niet lang meer in gezelschap van opa Boer en Willem zal verkeren: morgen (dinsdag 27 maart) word ik naar het UMCG gebracht, waarna ik woensdag de 28e zal worden geopereerd. Spannend.

Reageren

25 maart: Even in Roden.

Heel vaak verwijs ik op dit blog naar de website Kerkomroep om een kerkdienst terug te kunnen luisteren. Maar je kunt de vieringen ook ‘life’ meebeleven en zo zat ik vanmorgen om 10.00 u in mijn ziekenhuiskamer in Groningen als luisteraar in de kerkzaal van Op de Helte.

Palmzondag. De viering die ik met Bart Elbert had besproken en waarvoor we samen liederen hadden uitgezocht. De viering  met medewerking van het Af&Toe-koor, waarvan ik de eerste repetitie op donderdag 15 maart nog meemaakte. O, wat was ik er graag bij geweest vanmorgen; we zongen mooie liederen, o.a. uit Jesus Christ Superstar, Sanna Sannanina en Jerushalaim. En wat deden ze het goed! Ik hoorde verschillende muziekinstrumenten, een prachtige solo van Nienke en alle liederen die we hadden voorbereid klonken prima.

Aan het begin van de viering kreeg ik de groeten van alle mensen die in de kerk waren vanmorgen. Dominee Elbert wist dat ik zat te luisteren en vroeg iedereen tegelijk te zeggen: “We denken aan je en sterkte de komende week!” Hou het dan maar eens droog……

Maar wat een mooie viering was het vanmorgen. Een viering waarin het Af&Toe-koor volledig tot zijn recht kwam. Zonder lange preek, maar met verhalen van Bartimeus, Maria Magdalena en van onszelf als toeschouwer. We waren even in Jeruzalem en stonden langs de kant Jezus op zijn ezel toe te zingen.

Gelijk na afloop van de viering kreeg ik van Netty foto’s toegestuurd van het koor en de kinderen met de Palmpasenstokken; het was een feest geweest. Wat is het toch een zegen van deze tijd dat je met oortjes op bij de dienst aanwezig kunt zijn! Ook benieuwd naar deze bijzondere kerkdienst? Hierbij een link naar .Kerkomroep( Roden, 25 maart, Op de Helte, 10.00 uur).

Vandaag is het onze trouwdag. Net als de verjaardag van Carlijn gisteren vierden we die in het ziekenhuis met een feestelijke lunch in het Martinipaviljoen en een spelletje Kolonisten van Catan. Heerlijk om even in een andere omgeving dan verpleegafdeling B1 te zijn: vanmorgen in Roden, vanmiddag tussen de bossen, het graan en de schapen van Catan!

Andere blogs over deze dag:
‘Ja!” 25 maart 2015
Hier wordt gewacht 25 maart 2017

Reageren

Pagina 182 van 265

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén