een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 188 van 265

18 januari: Goede wensen.

Zo halverwege de januarimaand lijkt kerst alweer heel lang achter ons te liggen,  maar eigenlijk is het nog maar 4 weken geleden dat er iedere dag een aantal kerst- en nieuwjaarsgroeten op de mat lagen.
Goede dingen werden ons toegewenst; een gezond en gelukkig 2018 was de strekking.

De kaarten zette ik allemaal in de kast. Af en toe vielen ze als domino-steentjes om en begin januari was ik er alweer helemaal klaar mee. De kaarten heb ik verzameld en allemaal in twee grote glazen vazen gedaan: kleurige accessoires in de vensterbank, een goede vervanging voor de ballen, slingers en kaarsen van de kerstvakantie.

Maar niet iedereen stuurt een papieren kaart; we kregen ook nogal wat digitale wensen.
Op één daarvan, van een website-collega, stond een mooie quote die me erg aansprak en die inmiddels ook in mijn ‘deze-moet-ik-bewaren’-schrift staat.

Geluk is de kunst een boeket te maken met de bloemen waar je bij kunt.

We wensen elkaar rondom de jaarwisseling allemaal een gelukkig nieuw jaar.
Maar waar wordt je gelukkig van?
Bovenstaand tekstje noemt geluk een kunst.

Al eerder schreef ik op deze website over geluk.
Benieuwd? Lees dan Wat is nou geluk? (december 2017)  en Sommige mensen. (maart 2017).

Reageren

17 januari: Nu weet ik het weer.

De dag begon anders dan anders vandaag.
Voor het werk aan moest ik bloedprikken bij Certe en dat kan pas om 07.30 uur.
Zit ik normaal gesproken al om 07.00 uur in de auto, nu zat ik eerst in de wachtkamer met een blauw nummertje 76.
Doodse stilte.
Alleen als er iemand binnenkomt of weg gaat ‘Moi.’

Er waren maar vijf mensen voor mij, dus ruim voor achten stond ik al weer buiten.
Dan mag je ontbijten; heerlijk! Dan geniet ik extra van mijn beschuitje en kopjes thee. Kwart over acht stapte ik de deur uit: moest ik nog krabben; de autoruit was besneeuwd en aangevroren.
Dankzij Sinterklaas ben ik nu in het bezit van een ijskrabber met een handschoen erom heen en kunstbont er in.
De sneeuw krulde net als anders over de krabber heen, met dit verschil dat ik nu geen koude, natte hand meer had.
Dat je op de vroege morgen zo blij kunt worden van kleine dingen!

Eenmaal op weg naar Groningen kwam ik in een wereld die ik niet echt ken: filerijden, langzaamrijdend en stilstaand verkeer.
Vanaf Roden zag ik één lange sliert van rode lichtjes voor mij.
Remmen, optrekken, kolonnerijden.
De snelweg ging ik maar niet eens op…. halverwege Peizermade stonden we al stil.
Op de rotonde bij het nieuwe busstation bij Hoogkerk kun je nu rechtsaf naar de nieuwe woonwijk Ter Borgh.
Dan kom je van de andere kant achter het Martiniziekenhuis terecht.
Wel een ommelandse reis vergeleken met de snelweg, maar nu kon ik in ieder geval doorrijden. De foto links is denk ik alleen interessant voor mensen in Roden en omgeving: de groene lijn is de route over de snelweg en en rode lijn is over de Ter Borchsingel.

Om 09.00 uur begroette ik mijn verbaasde collega’s: “We dachten al dat je ziek was!”
Nu weet ik weer waarom ik op werkdagen mijn wekker om 06.00 uur heb staan.

Reageren

16 januari: Het komp met de jaoren…..

Nou bin ik toch al ruum boven de vieftig, maor of en toe zo’j dat niet zeggen.
Soms stao ik van mien eigen stommigheid te kieken.

Maondagmorgen.
Bosschuppen doen.
Briefie maken, lege flessen in een grote, gele Jumbo-tasse.
Een lege wienflesse en een lege portflesse; wij waren het weekend thuus.
Twee puuten met olle kleren veur ’t Leger in de fietstassen, tasse met lege flessen, bosschuppenbriefie en portemonnee an ’t stuur.
Eem bij de dokter langes, ik mus een Certe-formulier ophalen.

De twee puuten met olle kleren gooide ik in de daorveur bestemde containers; toen kun die bungelende tasse an ’t stuur mooi eem in de fietstasse.
Op het moment dat ik de Jumbotasse op de zied in de fietstasse prop denk ik: “As d’r nou nog een ressie wien of port  in die flessen zit löp het mij in de tasse…’
Toen ik de flessen in glasbak gooide zag ik het al: een klein rood plassie under in de tasse.
Het bosschuppenbriefie was de klos, mien portemonnee een klein beetie en het Certeformulier bleef net dreug.

Kopschuddend over zoveul stommiteit op de maondagmörgen poets ik mien portemonnee schoon met een old zaddoekie dat nog in de jasbuze zit en ik dep de tasse dreug.
Dan loop met een rose/vlekkerig briefie de winkel in. As ik bij de kassa de tasse lös doe um ’t spul d’r in te doen slag mij de wien-walm tegemoet.
Gelukkig stiet d’r gieniene echt dichtbij mij.

Van de weke moet ik met dat formulier hen Certe.
Gelukkig zit daor gien vlekken op; wat een indruk maak ie dan a’j joen cholesterol moet laoten controleren.

Nou: spanning en sensatie op de maondagmörgen.
En het argste is: het was niet iens de eerste keer dat mij dit overkwam; leeftied hef niks met verstaand te maken.
Ok al zegt ze dat dat met de jaoren komp.

Reageren

15 januari: Niet helemaal bij de les. Helemaal niet eigenlijk.

Vorig jaar gingen we op zondag 15 januari even naar mijn moeder voor een kop koffie.  Op 15 januari 1960 waren ze getrouwd (zie 2015 >>>),  maar sinds mijn vader was overleden was er weinig feestelijks meer aan de datum. Maar het werd nog altijd wel even benoemd; soms  haalden we wat herinneringen op, maar soms was ook alleen er zijn al voldoende. Nu staat hun mooie trouwfoto in onze kast en hoeven we niet meer naar Hoogersmilde.

Daar dacht ik aan toen we gistermorgen in de Catharinakerk zaten. Het verhaal van de  bruiloft te Kana stond centraal. We zagen een mooie foto van Willem Alexander en Maxima op hun trouwdag en we hoorden het verhaal uit het boek van Winnie de Poeh over Teigetje die gaat trouwen met het bos. Verder werd natuurlijk het verhaal voorgelezen over de bruiloft waar de wijn op was.

Het overkomt me niet vaak,  maar gisteren kon ik mijn aandacht niet goed bij de viering houden.

Eerst werd ik al bepaald bij de bovengenoemde trouwdag van mijn ouders waarbij mijn gedachten met me op de loop gingen.  En toen de voorganger aan zijn overdenking begon,  veronderstelde hij dat Maria al wist wat Jezus in zijn mars had. Net zoals moeders van nu soms al in hun kinderen zien waar hun sterke punten liggen en wat ze daarmee in het leven kunnen doen. Toen dwaalden mijn gedachten naar onze dochters en popten er daarna weer allerlei zijstraatjes op  in mijn hoofd. Flarden van het verhaal van de predikant kreeg ik mee, maar ik kwam er niet goed in.  Zelfs het zingen ging minder als anders, het leek wel of ik er niet helemaal bij was.  Dat is jammer maar niet onoverkomelijk; van anderen hoor ik dat iedereen daar wel eens last van heeft.

Wat ik mee zal nemen uit deze viering is de opmerking van de dominee over onze eigen rol. Net als bij Maria en Jezus verwachten mensen soms iets van ons. Er zijn genoeg situaties in mensenlevens waarbij de wijn even op is. Kun jij niet….? Kunnen wij niet?

De preek niet gehoord en er toch iets van meenemen. Dat was al eens eerder gebeurd, heel toevallig ook met het verhaal van de bruiloft te Kana als thema. En met bijna dezelfde conclusie:  omzien naar elkaar,  luisterende oren bieden en je handen laten wapperen. Benieuwd naar dat verhaal?  Zie 18 januari 2015 >>>. Toen zongen we nog met de Catharinacantorij!

Reageren

11 januari: Weer een stukje.

Vanmiddag ging ik op bezoek bij mij schoonzusje in Hoogersmilde.
Kwam ik vorig jaar minstens eens per week in het dorp van mijn jeugd (voornamelijk bij mijn moeder), de afgelopen weken ben ik welgeteld één keer over ‘de Smilde’ gereden.
Voordat ik aan de thee zat bij mij schoonzus ging ik langs bij het appartementencomplex waar mijn moeder heeft gewoond.
Bij de bel stond inmiddels een andere naam en je kon aan de gaten in het kozijn zien waar mijn moeders sleutelkluisje had gezeten.
In Roden had ik een voorjaarsbloemstukje gekocht en dat bracht ik naar de nieuwe bewoonster van mijn moeders huisje; ze waren met de hele club aan het koersballen en de nieuwe mevrouw deed al dapper mee.

Ze nam me even mee naar haar nieuwe huis; ‘kom maor eem binnen’.
Met een dubbel gevoel stapte ik over de drempel. De vloerbedekking was vervangen door laminaat, de meubels waren van blank hout en het was lichter en ruimer dan toen mijn moeder er woonde.
Het was vervreemdend om daar te zitten en tegelijkertijd was het ook goed.
De nieuwe bewoonster was erg content met haar nieuwe plekje; op het kaartje bij het bloemstuk had ik gezet dat we hoopten dat ze met net zoveel plezier in het huis zou wonen als mijn moeder. Ik liep nog even mee naar de koersballers en wenste iedereen ‘nog de beste wensen’.

Na de thee ging ik nog naar de begraafplaats in Hoogersmilde.
De enige krans die nog op het graf lag was bijna vergaan; bruin en stokkerig zag het er uit. De krans heb ik weggegooid, daarna zag het er maar kaal uit. De cementen balk waar de steen straks op komt lag tegen de kant; op het zwarte zand zal straks weer gras groeien.
In mijn eentje op het kerkhof overvalt mij altijd een wat verloren gevoel. Het is er stil en je wordt overspoeld met herinneringen aan die vele keren dat we hier al bij diverse begrafenissen zijn geweest.
Toen ik me omdraaide trof me het prachtige uitzicht. Dat zal niet iedereen met me eens zijn, maar als je in Hoogersmilde bent opgegroeid is de aanblik van de televisietoren en het oude Joodse kerkhof ‘een mooi gezicht.’ (klik op de foto voor een vergroting).

Vandaag sloot ik weer een stukje van het rouwproces af. De volgende keer als ik het graf bezoek zal de steen er op staan.
Maar voor mij zijn mijn ouders daar niet.
We houden de herinnering aan hen levend met verhalen, foto’s en dierbare spulletjes.
Mijn moeder zit in het verhaal van onze dochter die het fornuis van haar heeft gekregen.
“Ik maak het steeds heel goed schoon; het is immers van oma geweest!’
Op m’n werk drink ik uit haar koffiekopjes.
En als we een chocolaatje nemen, pakken we dat van haar schaaltje.
We koesteren de herinneringen; sweet memories.

Reageren

10 januari: Lohues, de……..

Op Oudejaarsdag kreeg ik een app van vriendin Jeannette met een foto van een krantenartikel. Ze had daarbij aan mij moeten denken.
Het was een column uit de Leeuwarder Courant van Wim Beekman en het ging over het lied ‘As de liefde maor blef winnen’ van Daniël Lohues.

Vandaag deel ik op dit blog met mijn lezers die column, want ik kon mij er volledig in vinden. Klik hier Wim Beekman – Nieuw jaar voor de tekst.
En voor wie het lied waar Beekman over schrijft van Lohues niet kent hierbij een link >>> naar een YouTube filmpje gemaakt door Rob Buitenkamp. Je hoort het lied en ziet bijpassende beelden én een vertaling (voor de niet-Drenten onder ons).

Nu we het toch over Lohues hebben: voor gemeenteleden uit Roden (en omstreken) heb ik nog een leuke tip. Op woensdag 14 februari verzorg ik voor onze PKN-gemeente in Roden een activiteit in het kader “Samen – ver – binden”.
De avond heeft als titel ‘Verbinding met teksten en muziek van Daniël Lohues’.
De troubadour.
De muzikant.
De filosoof.
De Drent.
De verteller.
De zanger.
De ex-katholiek.
De columnist.
Er is heel veel te vertellen over Daniël Lohues en zijn muziek.
Zijn teksten, bijna allemaal in de streektaal, zijn minder oppervlakkig dan je op het eerste gezicht zou denken.
Graag neem ik je mee op een verkenningstocht naar de duizendpoot Daniël Lohues.
Dat gaan we doen door te luisteren naar zijn muziek en het lezen en bespreken van zijn teksten.

Wat zegt hij door zijn muziek en zijn woorden?
Wat ontroert en wat zet aan het denken?
Misschien zingen we zelfs nog wel een lied van hem!

Meer informatie is te vinden in het Activiteitenoverzicht op de website van de PKN Roden-Roderwolde >>>.

Reageren

8 januari: Veul heil en zegen

De viering van onze PKN-gemeente stond gistermorgen in het teken van Drie Koningen. Ze stonden met z’n drietjes op de tafel en de dominee noemde hun namen: Caspar, Melchior en Bart, oh nee…..  Balthasar.
Hij vertelde daarbij dat de voorletters van hun namen C, M, B staan voor de Latijnse woorden  Christus, Mansionem (huis)  en Benedicat (zegen). In sommige landen is het gebruik om die letters met krijt op de deurpost te zetten.

Wist ik niet.  Thuis zocht ik het op en vond heel veel informatie over Drie Koningen, hun geschiedenis, tradities en gebruiken. Ook lezen?  Zie Driekoningen >>>.

De voorganger verbond de oudejaarsviering van vorige week (zie Janus >>>)  met deze eerste viering van het nieuwe jaar door het nogmaals afspelen van het lied ‘Mens, durf te leven!’ en drukte ons op het hart om het leven in al z’n aspecten vooral te omarmen. Maak je levensreis, net zoals de drie koningen op reis gingen naar het onbekende. Beleef van alles, doorleef van alles, zie om naar elkaar, vergeet niet te genieten en zie de reis als je levensdoel.

Als ik voor mezelf spreek vond ik het samen zingen in deze viering erg fijn.  Mooie melodieën en Erwin Wiersinga als begeleider op het orgel; we zijn een bevoorrechte gemeente met zo’n organist.  Na de viering was er koffiedrinken in de hal.  We wensten elkaar ‘veul heil en zegen’ in 2018.
Ds. Elbert was daar de viering ook al mee begonnen, weliswaar met de kleine, maar zeer belangrijke  toevoeging  ‘dat wij elkaar tot heil en zegen mogen zijn’.
Zo’n klein zinnetje, het zette mij gelijk aan het begin van de viering al aan het denken.
We wensen een ander ‘veul heil en zegen’, maar elkaar tot heil en zegen zijn maakt het actief. Je moet zelf iets doen. Proberen om elkaar tot heil en zegen te zijn.
Niet alleen de waarde van de dag, maar voor een heel jaar!

Reageren

7 januari: Het raadsel van de kerstkaart.

Met onze oudste vriendengroep uit Hoogersmilde hebben wij de vaste traditie dat we de eerste zaterdag van het jaar bij elkaar komen. Gisteravond kwam de hele club bij ons, enerzijds nog voor mijn verjaardag, anderzijds voor de nieuwjaarsborrel.

Tot voor kort kon ik op zo’n avond altijd even bijpraten over ‘onze moeders’ met vriendin Nelly, want haar moeder woont in hetzelfde appartementencomplex als mijn moeder destijds en de dames konden het samen goed vinden. Nu had ze twee enveloppen meegenomen die nog in mijn moeders oude brievenbus waren bezorgd. Het waren een rekening van de apotheek en een kerstkaartje van iemand die niet wist dat mijn moeder overleden is.
Er stonden zes namen in en begeleiding Molenkamp 8.  Tenminste, we denken dat dat er staat. Het is grappig om te zien wat er dan in de vriendengroep gebeurt. Ik wist niet van welke instantie de kerstkaart kwam en iedereen ging zich er onmiddellijk mee bemoeien. Er werd gezocht op de mobiele telefoons met de beschikbare gegevens, onder het roepen van wat het zou kunnen zijn. “Ik kom uut op een adres in Hieken.” riep de een. “Waor is de envelop afstempeld?”
’s Hertogenbosch, daar schoten we ook niet veel mee op.
“Fysiotherapie? Iets van de Boshof? Koersbal? Schilderclubje?”
We kwamen er niet uit. Ken je toevallig een Ronald, Ricks, Dick, Dirk, Jos, Cees of Joep die deze kaart zou kunnen hebben gestuurd?
Het zou voor onze vriendenclub een grote opluchting zijn als we de herkomst van deze geheimzinnige kaart kunnen achterhalen.
08 januari: aanvulling op dit blog. Door de reactie van Maria heb ik het raadsel opgelost.  De kaart is van de woongroep van mijn neef Rieks (en niet Ricks), die in ’s Heeren Loo, een beschermde woonvorm in Ermelo, woont. Inmiddels heb ik contact gehad met de verzorging. Bedankt voor het meedenken!

We gingen over op andere onderwerpen. Gerard kwam er achter dat hij al veertig jaar aan het werk is. Als 16-jarige  ging hij aan de slag bij aannemer Bijlsma in Smilde en hij haalde wat herinneringen op aan die tijd.
Gelijk is er dan iemand die vraagt: O, die aannemer, is dat een broer van die bakker?
Waarop iemand anders over een slager begint; dit soort gesprekken zijn vast onderdeel van een avond met vrienden (lees voor meer details het blog ‘meinse meinse, gebruuk joen verstaand toch ies >>>)  En nee, het was geen familie.

We klonken op het nieuwe jaar, op het goede, bespraken Youp, vertelden elkaar over de kinderen, hoorden over de gezondheidstoestand van ouders en legden de data van onze volgende bijeenkomsten vast; tot Hemelvaartsdag staat er maandelijks een ontmoeting in onze agenda’s. De volgende keer, in februari,  is er geen verjaardag (een jaar heeft 12 maanden en er zijn maar 8 verjaardagen); dan komen we op een zondagmiddag bij elkaar en nemen we allemaal een soort stamppot mee. Dan hebben we een buffet met vier soorten stamppot.

Zo begonnen we het jaar met de vriendengroep die voelt als familie.
Goed om af en toe te beseffen hoe waardevol zulke op het oog ‘gewone avonden’ zijn.

Reageren

5 januari: Sinter-Oud&Nieuw

Omdat Frea en Jon begin december niet in Nederland waren en omdat we toch graag met elkaar het Sinterklaasfeest wilden vieren hebben we de Goedheiligman gevraagd of hij de pakjes wat later wilde brengen. De Sint stemde in en liet een hulp-Piet op 30 december  twee zakken cadeautjes bezorgen bij ons aan de Boskamp.
Op 3 december had ik nog een behoorlijke voorraad lekkers gekocht; dat strooide ik niet in één of andere hoek, maar dat zette ik in een grote schaal op tafel.

Het duurde even, maar halverwege de zaterdagmiddag kwam iedereen in de stemming.
“Heb je een schaar voor mij?””
“Heb je nog Sinterklaas-papier?”
Tuurlijk. Met voorbedachte rade had ik 8 rollen in huis gehaald.
“Is er ergens een klein doosje?”
“Heb je een nietapparaat?”
“Waar is de plakband!”
“Kan ik nog wat printen?”
We zochten wat Sinterklaasliedjes op, zongen een paar regels mee en toen was het weer gewoon 5 december.

TIRAN van Catan

Jaren heb ik iedereen geplaagd met gedichten over blunders, slechte gewoontes en rare hobby’s.  Maar wie kaatst kan de bal verwachten en dit jaar kreeg ik nogal wat ballen.

Er was bijvoorbeeld een ‘Mindfullness kookboekje’ omdat ik had staan stressen om twee verschillende ovenschotels (waarvan één vegetarisch) op tijd klaar te krijgen.
Verder was er een pakje met een plastic kroon; het bijbehorende gedicht bombardeerde mij tot ‘Tiran van Catan ‘. Omdat ik Kolonisten van Catan had gewonnen door van alles van iedereen af te pakken.

Vanwege mijn vermeende betweterigheid op het gebied van geschiedenis (o.a. als nieuwbakken gids in de Catharinakerk) kreeg ik een hoed, heel toepasselijk in de vorm van een mijter en een bijbehorend gidsen-vlaggetje.
En omdat ik kennelijk vaak zit te drammen over de kaas die niet goed wordt gesneden (zie Keze snieden >>>) kreeg ik voorgesneden plakken kaas.

Vier uren duurde de pret.  Surprises, cadeautjes, gedichten: iedereen kreeg wel een veeg uit de pan. We hebben ons er in ondergedompeld.

Het lekkers ging overigens niet allemaal op; op 2 januari hadden we nog pepernoten bij de koffie…..

Reageren

4 januari: Murder on the Oriënt Express

Op tweede Kerstdag gingen Gerard en ik ’s avonds naar de bioscoop.
Op mijn verzoek bezochten we de film “Murder in the Oriënt Express’.
Die was in november al uitgekomen: in Elst/Arnhem zag ik destijds een grote filmposter in een bushokje.
Als je van actie, science fiction en spectaculaire stunts houdt moet je niet naar deze film gaan.
Het boek van Agatha Christie had ik al gelezen en de film-versie van 1974 had ik ook al gezien, dus voor het onverwachte plot hoefde ik ook niet te gaan.

Maar ik ging voor de nostalgie.
Ik heb er van genoten.
Prachtige beelden van de luxe Oriënt Express, verzorgde kostuums, alles uitgevoerd in de sfeer van 1932.
Goede acteurs, goede grime.
(klik op de foto: alle acteurs komen mooi in beeld).
Vooral wat schmink doet viel me op in deze film.
In het begin ziet iedereen er keurig gepolijst uit; geen rimpeltje, alles even keurig en netjes.
Maar in de loop van het verhaal zie je de karakters veranderen: iedereen draagt een geheim met zich mee en heel langzaam gaat het laagje chroom eraf.
Mooi.

Hercule Poirot is al heel vaak gespeeld door veel verschillende acteurs.
De Hercule die Kenneth Branagh speelt is geloofwaardig, hij wordt niet geridiculiseerd.
De film doet recht aan het verhaal van Agatha Christie, al vind ik wel dat in het boek de karakters veel meer worden uitgediept, je weet veel meer van de mensen.

Aan het eind van het verhaal wordt Poirot opgewacht door een functionaris die hem vraagt direct met hem mee te gaan; er is een gevaarlijke situatie op de Nijl.
“Death on the Nile” is ook een heel bekend boek van Agatha Christie.
Zou het…!? Dan ben ik weer van de partij!

Reageren

Pagina 188 van 265

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén