een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 2 van 248

6 april: Dat giet ok over oonze femilie!

Het eerste blog van dit jaor gung over het sjoelen wat wij op ollejaorsdag weer daon hadden met oons gezin.
Bij dat verhaol stun een foto van Jon die de sjoeler anwees waor het vakkie van de drie zat.
Toen ik in meert het verzuuk kreeg um weer een stukkie in te leveren veur de rubriek ”Moi Noordenveld’ in ‘de Krant’ ‘ vun ik dat wel een mooi underwarp.
Zu’n blog möt dan altied nog wel een beetie anpast worden, een kop en een steert der an, zodat het ok veur lezers die mien blog niet kent te volgen is.

Ofgelopen dinsdag weur het publiceerd.
Het is altied fijn um te horen dat meinsen het stukkie waardeerd hebt.
Van Jannie kreeg ik dizze app: Wat een prachtig sjoelverhaal. Ook bij ons was het sjoelen: met de kinderen toen ze nog klein waren en ook nu is het steeds weer sjoelen met kinderen en kleinkinderen.  1e Paasdagavond met de kleinzonen erbij: geweldig! En natuurlijk een echte HOMAS sjoelbak! Het is gewoon ons verhaal in de krant.
O ja, en ook bij ons won papa altijd…..

En dat heurde ik dus vaker.
“Ik las joen stukkie. Herkenbaor heur!”
“Zo giet het bij oons ok!”
“Die psychologische oorlogsvoering komt mij bekend veur….”

He’j het blog van neijaorsdag mist en valt ‘de Krant’ niet bij joe op de deurmatte?
Hierbij een link naor een PDF met de column: 2024.02.29 Spellegies

Reageren

5 april: Magische drug.

Dinsdagavond zat ik voor het eerst sinds ruim twee maanden op de achterste rij bij de cantorij.
Die middag had ik de derde sessie bij Betty gehad.
Deze keer ging het over het loslaten/vrij laten klinken van de stem.
Als je op je borst klopt en tegelijk je stem laat klinken, dan komt er een wiebel in je stem. Op het moment dat die wiebel ontstaat laat je je stem even los.
Dat is ook gelijk één van de opdrachten die ik deze week van haar kreeg: probeer eens uit wat er met je stem gebeurt tijdens die borstklopperij.  Andere opdrachten: hoge tonen en glijtonen zingen met ademsteun en probeer vrijuit te zingen: ontspan je schouders, open je mond en gebruik je armen door ze te spreiden.
Betty had ook een opdracht voor de eerste keer cantorij: ga daar ontspannen staan en zing alleen voor jezelf.
Neem je plek in het koor in, maar werk niet te hard; het hangt niet van jou af.

Mijn koor-collega’s waren blij dat ik er weer was en ik natuurlijk ook.
“Hoe ging het?” werd er bij de koffie gevraagd.
“Beroerd.”
Buurvrouw Ilse verwoordde het als volgt: “Je zingt de helft van de helft mee en soms daar weer de helft van….”
Vermoeide keel, adem in de war (over ademen moet je niet zo hoeven nadenken), pijn bij de hoge noten, het ging niet goed.
Maar daar had Betty ook al voor gewaarschuwd: als het niet gaat, niet meezingen.
Is het te hoog als je eenstemmig zingt? Zing dan ontspannen met de mannen mee.
Wordt je keel/strottenhoofd moe? Doet het pijn? Niet meezingen.
Het gaat nu even om jou en je stem en niet om het koor.

Betty zal gelijk hebben, maar ik vond het moeilijk.
Vond ik het niks? Nee hoor, ik heb bij sommige stukken behoorlijk mee kunnen zingen en daar komt bij: ook al zing ik niet alles mee, ik kijk wel mee op de bladmuziek, dus ik leer de noten en ik maak ook aantekeningen van de opmerkingen van Karel.
De zaterdagse column van René Diekstra in het Dagblad van het Noorden heb ik met grote instemming gelezen.
De eerste zin was: ‘Koorzang is de meest magische drug.’
Als je op de afbeelding hiernaast klikt, komt hij groter in beeld, dan kun je de column lezen.

Je snapt het al: sinds dinsdagavond ben ik weer aan de drugs.

Reageren

4 april: Op naar het 5e seizoen.

De laatste ‘Holy Stitch’-bijeenkomst van het seizoen al weer en ‘volle bak’: een hele tafel vol met bijna 20 ‘steeksters’.
Toen Geke als één van de laatsten binnenkwam en iedereen een goedemiddag wenste zei hoorde niemand haar: het was al weer een gebep&geklep van belang.
Pas bij de derde, zeer luide ‘goedemiddag’ kwam er reactie van de anderen….

Op tafel stond een grote mand: daar kon onze inbreng in voor het Rad van Fortuin dat het komende weekend zal draaien bij de talenten/activiteitenmarkt voor Moldavië.
Een pop met échte pijpenkrullen, een beertje, twee knikkerzakjes en een setje onderzetters zaten er al in. Benieuwd? Kom naar Op de Helte op 7 april: wie weet win je iets!

Zwanny had iets bijzonders mee: zij maakte fotolijstjes van plastic randjes van supermarktbakjes. Waar olijven in zitten. Of oude-kaas-salade.
Van zo’n bakje knipt ze ongeveer een halve centimeter af; vervolgens haakt ze dat helemaal vol met vasten. De volgende toer zijn gehaakte schulpjes: een groepje van 5 of 6 stokjes in dezelfde vaste en dan twee vasten op de ring overslaan.
Daarachter kun je dan een foto of een leuke afbeelding prikken/plakken.
Op de afbeelding zie je een rond exemplaar, maar je kunt het ook met een rechthoekige vorm doen.
Met gemêleerd garen krijg je dit effect.

Alie was met een project voor kerst bezig.
Het was een pakket, gekocht in de Wereldwinkel, dat ze vorig jaar al had gekregen.
Het is een ‘Windlicht-engel’; in het pakket zat vilt, een patroon , borduurgaren, knopen, kraaltjes, een glas en een snoertje led-lichtjes.
Op afbeelding zie je hoe ver Alie was.

Hierbij een link naar de website van Atelier Lindelicht daar kun je het pakket bestellen. Daar vind je ook een mooie foto van hoe de engel er uit komt te zien.

Het Holy Stitch seizoen 2023/2024 is met deze laatste middag afgesloten: de vierde jaargang al weer.
Op 6 oktober 2020 gingen we van start, maar met hindernissen: we zaten toen midden in het eerste corona-jaar.
Anderhalve meter van elkaar af aan 3 aparte tafels.
Schuchter kennismaken, want we kenden elkaar lang niet allemaal.
Als je dat afzet tegen de eerste alinea van dit blog mogen we constateren dat ons steekclubje goed loopt en voldoet aan de verwachtingen die we destijds koesterden.

We komen in september weer bij elkaar voor de eerste middag in het seizoen 2024/2025, maar in de zomer worden er misschien nog wel wat gezamenlijke activiteiten opgepakt. De eerste staat al gepland op 16 april: dan gaat er een groepje naar Veenhuizen om de expositie van Geke te bekijken in ‘Zunneschien’. De kunstenares gaat dan zelf ook mee om uitleg te geven bij haar schilderijen.
Meer weten?
Lees dan nog eens het vorige blog dat ik schreef over de bijeenkomst in maart: Verstopt.
Daarin lees je meer over die tentoonstelling die de titel ‘Doodgewoon’ meekreeg.

En wat staat er op dit moment op mijn pennen?
Babyslofjes in plaats van een kaartje; die breide ik in 2014 ook al met dezelfde reden.
Voor een afbeelding en een patroonbeschrijving hierbij een link naar het blog dat ik er toen over schreef.
Ook op het Instagram-account van deze website vind je een foto van wat ik aan het breien ben.

Reageren

3 april: Chagrijn – verdwijn!

Dinsdagmorgen.
Gerard vertrekt al rond 07.00 uur richting Groningen, mijn wekker staat op 07.25 uur.
Vrije dag, maar toch aardig gevuld.
Om 12.00 uur moet ik bij Betty zijn voor de volgende stemsessie, om 14.00 uur begint Holy Stitch en vanavond ga ik weer voor het eerst naar de cantorij.
Op zo’n dag na een fantastisch weekend moet ik altijd even op gang komen; dan ben ik niet het zonnetje in huis, maar als je alleen bent heeft niemand daar last van.
Al voor negenen loop ik in een heerlijk zonnetje naar de Jumbo.
Zaterdagmorgen waren er haast geen boodschappenwagentjes meer te krijgen, nu zijn er haast geen mensen.
Wat een rust.

Bij de koelvitrine ‘halve-prijs-want-bijna-over-de-datum’ ontwaar ik een pakketje met saucijzen.
Als ik het scan komt niet de halve prijs in beeld, maar het bedrag dat de worstjes zaterdag nog kostten.
Dan heb ik geen zin in het gedoe: medewerker vragen, hoe zit het, dus ik leg het pakket weer terug.
“U moet die sticker aan de voorkant scannen” zegt een vriendelijke stem achter mij.
Geen Jumbo-medewerker, maar een winkelende mevrouw, die kennelijk mijn actie inclusief misprijzende blik had gezien.
Wat fijn dat iemand de moeite neemt om me er op attent te maken.
Dat is in onze ‘ieder-voor-zich’-maatschappij beslist niet meer vanzelfsprekend.

Bij de zelfscankassa komt een moeder naast mij staan met een peutertje dat in het zitje op het karretje zit.
Het meisje zit stralend een liedje te zingen en roept ondertussen van alles tegen mama, waar ik niets van versta.
Ze stralen zoveel plezier uit dat ik daar bijna fysiek van opknap.
Met een boodschappentas in elke hand wandel ik weer terug naar huis; een achterbuurvrouw staat te rommelen met haar tuindeur, rollator en haar hondje, dus ik help haar even de deur open te houden.
“Lekker weer, hé?”
“Ja, maor dat blift nait zo. Kiek maor naor de lucht, dat liekt onrustig.”
Zij is nog van de generatie die naar de lucht kijkt; ik kijk op Buienradar.nl en daar hebben we het samen nog even over.

Eenmaal thuis is er van het ochtendhumeur van het begin van de dag al niets meer over.
Ik ruim de boodschappen op, schrijf dit blog en maak een witlofschotel voor na de Holy Stitch.
Aan de koffie zie ik de paaskuikens en -eieren nog overal in huis: tijd om het huis te ‘ont-Pasen’.
Het enige decoratieve dat nog aan Pasen herinnert zijn de chocoladepaaseitjes, maar ook die zullen als sneeuw voor de zon verdwijnen in dit huis, net als het chagrijn.

Reageren

2 april: “Waar is dit voor?”

Gisteren waren we weer even compleet met ons gezin.  Tweede Paasdag combineerden we met het vieren van onze  41e trouwdag. Een gezamenlijke lunch, een boom klaverjassen, thee/koffie met ‘de slacht’ van de grote chocolade paashaas en paaseitjes die heel hard gingen.  Rond 18.00 uur hadden we een grote, ronde tafel besproken bij Jasmijn Garden in Assen; een ‘Wok-Live cooking-Buffet-restaurant waar wij graag met een groep neerstrijken.
We toasten met elkaar ‘op weer een jaar én op elkaar’ en genoten van al het lekkers dat we konden wokken, bakken en opscheppen.

Midden op die ronde tafel bevond zich een groot glazen draaiplateau (zie de afbeelding hiernaast).
“Waar zou dit voor zijn?”
Verschillende mogelijkheden passeerden de revue: dat je je favoriete gerecht naar je toe kunt draaien als je een rijsttafel hebt besteld?
Dat je elkaar gerechten kunt laten proeven door ze ‘door te draaien’? Om de vuile vaat op te zetten?
Dat laatste leek ons de meest plausibele verklaring, dus na de eerste ronde zetten we de soepkommen en lege flesjes op die schijf en zowaar: ze werden na een tijdje opgehaald.
Ondertussen moet iedereen er natuurlijk aan zitten en even aan draaien.
Halverwege de maaltijd ontdekten de Waninges nog een handig aspect van het draaiplateau.
Niet iedereen ging namelijk na het halen van eten weer op dezelfde plek aan tafel zitten, maar schoof gezellig naast iemand anders.
“Kun je mijn Rivella even doordraaien? Die staat nog aan de overkant.”
“Wie wil mijn bestek even deze kant op draaien? Ligt dáár nog ….”

We kregen het over de datum: het was namelijk gisteren 1 april.
Ik vertelde dat Gerard mij ’s morgens al voor de gek hield.
Wij willen achter ons huis een nieuwe grasmat; hij had zaterdag graszaad gezaaid op het inmiddels kale, zwarte stuk grond bij ons achter het huis. Hij stond voor de schuifpui naar buiten te kijken en zei: “Ik geloof dat het gras er al doorkomt!”
Ik schudde mijn hoofd over zijn grenzeloze optimisme en antwoordde: “Dat kan niet, Gerard” maar keek toch speurend naar buiten.
Lachend constateerde hij: “Nee hè? Het is ook nog maar 1 april….”
O ja. Ingestonken.

De kinderen kwamen met het verhaal van de 1-aprilgrap van de HEMA; die hadden een ‘Rookworst-Drive-through’ bedacht.
De dames vonden het eigenlijk jammer dat het grap was, die zagen zich zelf nog wel eens zo’n rookworst snaaien langs de snelweg.
Gerard en ik hadden gehoord dat bij RTV Drenthe een nieuw themakanaal van start ging: Dreuge Worst TV.
Daarop kun je 24 uur per dag live het betoverende droogproces van worsten aan de wiemel volgen.
Dat kan toch haast niet waar zijn?

Maandag is altijd een werkdag voor mij, maar gisteren vierde ik echt mijn vrije dag.
Gistermorgen zaten Gerard ik lekker uitgeslapen met z’n tweeën aan de koffie en we bedachten dat ons leven er zo uit ziet als we ooit met pensioen gaan.
Later.
Als we groot zijn 😉

Reageren

1 april: Anders dan verwacht.

Gerard en ik hadden 1e Paasdag niets.
De kinderen komen allemaal tegelijk op Paasmaandag, dus de zondag waren we vrij.
We kunnen dan samen nog even zo heerlijk mijmeren en terugkijken op vroeger.
Toen de Paasdagen altijd propvol zaten.
Meestal moesten we op 1e Paasdag wel ergens zingen en de rest van de twee Paasdagen werd doorgebracht bij ouders/schoonouders of bij ons; samen eten & drinken, eieren zoeken en spelletjes doen.
Gezellig!
Maar ook wel vermoeiend; na twee dagen waren we blij als de kinderen ’s avonds in bed lagen en wij met z’n tweeën nog een spelletje Triviant konden doen. Of de krant & weekendbijlage lezen…..

Sinds onze moeders er niet meer zijn hebben we altijd één van de Paasdagen niets.
En we koesteren natuurlijk de goede herinneringen aan wat was, maar we vinden het in deze levensfase ook wel prima.
We dachten dat we niks gingen doen. Borduren? Lezen? Zoiets.

Na de kerkdienst werden we uitgenodigd door nicht Lianne voor een borrel.
Gezellig! Gaan we nog een spelletje doen? Han had de kaarten al in de handen, dus we gingen klaverjassen.
En ondertussen bijpraten.
Om 14.00 uur waren we thuis.
Het was prachtig weer, dus na het eten gingen we een uurtje fietsen.
Nieuw Roden, Poolswijk, Oost-Indië, Leek.
Bij Landgoed Nienoord was het al weer een drukte van belang!
Toen we aan de thee zaten kwam de buurman even langs. Hij is al een tijdje weduwnaar en kwam zijn nieuwe vriendin voorstellen.
Daar zat hij, bij ons op de bank, de man die wij vijf jaar geleden leerden kennen; toen was hij verdrietig, lamgeslagen en ook nog ziek.
Gistermiddag was dat beeld helemaal gekanteld: vrolijk teutend schetste hij zijn huidige leven.
“We halen er uit wat er in zit!”
Ook met hen was het gezellig.

En zo was de 1e Paasdag al weer bijna om.
Gisteravond was het zondagavond en dan doen we altijd een spelletje.
Gezellig!

Niet geborduurd, niet gelezen.
Anders dan verwacht, maar toch: wat een waardevolle dag!

Reageren

31 maart: Rabboeni.

Als je bent opgevoed met kerk en bijbel, dan weet je onmiddellijk bij welk verhaal het woord ‘Rabboeni’ hoort: het opstandingsverhaal dat op paasmorgen gelezen wordt.
Het woord wordt uitgesproken door Maria Magdalena, die zich van het lege graf heeft omgekeerd en ‘Rabboeni’ zegt als ze Jezus herkent.
Vanmorgen in de PKN-viering op deze 1e paasdag werd de betekenis van het woord ons uitgelegd door voorganger Walter Meijles.
Het is een soort eretitel waarmee in Israël leerlingen hun meester aanspraken in de tijd van Jezus. Het is een Aramees woord, een soort overtreffende vorm van Rabbi.

In de preek kwamen voor mij twee dingen bij elkaar: de krant en de kerkdienst.
In de weekendbijlage van het Dagblad van het Noorden stond een interview met pater Hugo, de kluizenaar van Warfhuizen.
Dat had ik zaterdagavond gelezen. Een klein citaat uit dat artikel:

De sleuteltekst om Pasen te begrijpen is een lijdensvoorspelling van Christus zelf. Hij noemt zich daar een graankorrel die in de aarde valt. Als die heel blijft, dan blijft hij alleen. Maar als hij sterft brengt de korrel veel vrucht voort.

Daar is eigenlijk niks mysterieus aan. Het hart van het christendom is dat je jezelf moet geven om te worden wie je ten diepste bent. Je moet je geslotenheid opgeven, ook als dat ten koste gaat van je eigenbelang,  je eigen eer en zelfs je eigen leven.

Dat is best een dingetje in deze wereld waarin eigenbelang, streven naar macht, lijfsbehoud en persoonlijk succes vaak de maat der dingen zijn. Als je op jezelf gericht bent, is de stuwende kracht naar binnen gericht. Dan ontkiemt de graankorrel niet. Wij zijn daartoe geneigd omdat wij bange mensen zijn. Daar gaat Pasen ook over, over het overwinnen en loslaten van de angst. Jezelf durven geven omwille van de ander/de anderen.

Aan het einde van de preek zei Walter Meijles woorden van gelijke strekking.
Jezus verdient door de manier waarop hij zijn leven heeft geleefd en waarop hij is gestorven die eretitel waar Maria Magdalena hem mee aanspreekt: Rabboeni.
Wij kunnen ook in onze tijd nog veel van deze rabbi leren.

Heb je in deze dagen wel heel vaak het Passieverhaal gehoord, maar weet je eigenlijk niet precies hoe het daarna verder ging?
Hierbij een link naar de website Online-Bijbel waar Johannes het verhaal vertelt.

Reageren

30 maart: Geen traan.

Donderdagmiddag tijdens het bereiden van een spruitjes-spekjes-ovenschotel hoorde ik het laatste deel van de podcast ‘Een lijdensweg’ van het Concertgebouworkest.
69 afleveringen en 13 uur verder weet ik alle bijzonderheden, details, achtergronden en wat verder nog nuttig is om te weten van dit majestueuze stuk. Gistermiddag heb ik de hele Matthäuspassion gezien op NPO 2; het was een uitvoering van Ars Musica uit 2016, opgenomen in de Pieterskerk in Leiden. Maar dat was nog niet het laatste wat ik hoorde van dit stuk van Bach.

Gerard en ik hadden kaarten voor Musica Extrema & Noraly Beijer in theater ‘de Winsinghhof ‘ in Roden gisteravond: een uitvoering van de Matthäus Passion in een modern jasje . Minder zwaar en sneller.
En…… in het Nederlands! Er wordt gebruik gemaakt van de vertaling van Jan Rot.
Geen podium met koren en solisten, maar twee zangers.
Geen dubbel orkest maar een combo: viool, saxofoon, accordeon, cello en piano.
Als het verhaal begint horen we niet “Da Jesu diese rede volendet hatte….” van de evangelist/tenor maar verteller Noraly Beyer.
Het klassieke meesterstuk in een eigentijdse uitvoering, voor iedereen begrijpelijk, religieus of niet.

Het was de eerste keer dat Gerard met mij meeging naar een uitvoering van dit stuk; hij houdt niet zo van klassieke muziek en dit leek hem nog wel om door te komen.
Was ook zo.
Aan het begin werd uitgelegd dat er geen koor was: de koralen werden, net als Bachs tijd, gezongen door het publiek, dus wij zongen mee met de overbekende melodieën, maar in het Nederlands klonk het toch heel anders.
Alle melodieën die we gisteravond hoorden klonken bekend, maar dat was ook het enige herkenbare.
De instrumentale begeleiding was met name heel anders: Latijns-Amerikaanse bewerkingen van de bekende stukken kregen we te horen, arrangementen met een jazz-achtige ondertoon, soms heel snel en opzwepend, soms met salsa-invloeden  maar soms ook heel traag en meeslepend.
De twee zangers namen bijna alle partijen voor hun rekening, maar twee van de mooiste aria’s werden instrumentaal gedaan.

Bij de uitgang waren de meningen verdeeld.
Het is niet eerlijk om een vergelijking te maken met de klassieke uitvoering van de Matthäus, dat is appels met peren vergelijken.
Door de teksten van Jan Rot kwam het lijdensverhaal van Jezus wel goed over, maar wat mij betreft sloeg die vertaling ook wel eens helemaal de plank mis.
Bijvoorbeeld bij een passage over Abraham die zijn zoon zou moeten offeren (dat komt in het origineel helemaal niet voor) en ook bij het koraal dat wordt gezongen nadat Jezus is overleden. ‘Wenn ich einmal sol scheiden’ was vertaald met ‘Ver achter gindse heuvel, daar hing een tweede lijk. Ook Judas was gesneuveld voor Jezus’ koninkrijk….. ‘.

Het was spectaculair, het was korter, het was herkenbaar want de muziek van Bach blijft natuurlijk prachtig, maar het zorgde ook geen moment voor ontroering.
De gewijde sfeer die altijd in een concertzaal hangt bij een uitvoering van een klassieke Mattheüs was er nu niet.
Ondanks dat hebben we genoten van deze bijzondere en aangename avond.
Maar volgend jaar weer een ‘gewone’.
Vanmorgen las ik in de krant de column van Daniël Lohues over de Matthäuspassion.
Hierbij een link.
Amen.

Reageren

29 maart: De achterste rij.

Waar ik zat kon ik de achterste rij niet eens zien.
De cantorij stond gisteravond in de Witte Donderdag-dienst in de Catharinakerk naast de preekstoel (waar we met het Carols-koor ook stonden). Voordeel: er is veel minder afstand met de gemeente; anders staan we namelijk altijd in het koor, veel verder weg. Nadeel: het koor is minder zichtbaar. Maar het gaat tenslotte bij de cantorij vooral om het hoorbaar zijn, dus wat mij betreft volgende keer weer.

Gistermiddag had ik in de mail al gezien dat er die avond een groot probleem was: cantor Karel was ziek!
Hij is niet alleen dirigent voor het koor, maar heeft ook een dragende rol in de liturgie, dus hij kon eigenlijk niet gemist worden.
Daar kwam bij dat voorganger Sybrand van Dijk ook nog niet helemaal fit was na een ziekte (beetje zweterig en wiebelig zoals hij zelf zei), dus de omstandigheden waren beslist niet optimaal. De koorleden die ik op hun weg naar de wc na het inzingen even vluchtig sprak waren er dan ook niet gerust op. Voor de dienst begon nam Sybrand het woord en stak de cantorijleden én zichzelf een hart onder de riem.
Hij memoreerde een optreden van de beroemde Maria Jaoa Pires die overgevlogen was om een zieke pianist te vervangen bij een pianoconcert van Mozart. Zij had zich voorbereid op het verkeerde stuk.* “Maar ze speelde het toch omdat ze het zó goed kende! Dat geldt ook voor ons vanavond: je hebt zo hard geoefend, de stukken zitten in je hoofd, maar vooral in je lijf. Het gaat lukken!”

Het ging goed.
Vast anders dan bij Karel, maar nu gaf tenor Jelle aan wanneer er gezongen moest worden en door wie.
Het eerste stuk was prachtig, met een zowaar een paar solo’s!

Witte donderdag.

Voorts ben ik van mening dat koorzang niet altijd perfect hoeft te zijn: de cantorij fungeert als ondersteuning bij de gemeentezang en dat was gisteravond beslist het geval, want de liederen en responsies waren veelal onbekend.
We vierden het Heilig Avondmaal. Dat vind ik in de Witte Donderdag-viering altijd indringender dan op een zondagmorgen.
Jammer dat het Ubi Caritas dat er bij gezongen werd veel te snel werd begeleid op de piano, zodat het meer op een meezing-schlager leek.
Daar had ik eigenlijk veel meer moeite mee dan met de af en toe onzekere cantorij.

Na afloop ontmoette ik een paar cantorijleden bij de kapstokken.
“Complimenten: goed gedaan ondanks het gemis van Karel.”
Het was heerlijk om elkaar even weer te zien.
Sinds half januari (toen ik ziek werd) heb ik al niet meer meegezongen en ik heb het koor en de repetities erg gemist.
Het heeft nu wel lang genoeg geduurd; aanstaande dinsdag sta ik weer op de achterste rij tussen Ilse en Klaas in.

* hierbij een link naar een YouTube-video van dat voor de pianiste verschrikkelijke moment en hoe ze het toch oppakt.

Reageren

28 maart: Naar Betty.

In januari schreef ik over de problemen die ik heb met mijn stem in het blog ‘Ik was de bas’.
Daarin schreef ik dat ik naar de huisarts zou gaan en die heeft me verwezen naar Betty.
Zij is stemcoach, logopedist en stemtherapeut; twee sessies heb ik inmiddels bij haar gehad.

Ik moet eerlijk bekennen: met enige schroom ging ik naar haar toe.
In mijn jeugd heb ik gestotterd; op de kleuterschool kreeg ik spraakles, maar dat heeft mij toen niet geholpen; het maakte mij alleen maar een uitzondering.
Meer weten? Lees dan het blog ‘Zwaar van tong‘ uit 2018.

De eerste afspraak was vorige week en dat was een intake: problemen in kaart brengen, hoe klinkt je stem dan, hoe adem je dan en wat is je doel. Het doel staat mij helder voor ogen: ik wil graag weer vrijuit zingen en het liefst ook weer een beetje hoger.
Waar het bij mij mis gaat was na dat eerste gesprek ook al wel duidelijk: ik heb niet genoeg ademsteun bij het zingen.
De opdracht die ik van Betty kreeg was: let de komende dagen bij het spreken eens op de verdeling van je adem.
Haal je op tijd adem of praat je te lang door? Want dan ‘pers’ je nog geluid uit je stem, terwijl je al geen adem meer over hebt.
O? Doe ik dat?

Ja dus.
Toen ik er op ging letten kwam ik er achter dat ik dat regelmatig doe.
Alleen al het feit dat ik het nu zelf opmerk is al een stapje in de goede richting; dat heeft alles te maken met bewustwording.
Zingen ging eigenlijk altijd vanzelf.
Als 3-jarige zong ik in de zandbak al luidkeels mee met Anneke Grönloh “Soejabajaaaaa, met je hemo so bauw…!”
Kinderkoor, jeugdkoor, gemengd koor, Af&Toe-koor, cantorij, duo-zang met Gerard: zingen in wat voor verband dan ook stond altijd op mijn agenda.
Dirigenten die mij vertelden over ademsteun en ademhalen vanuit je buik begreep ik nooit zo goed.
Nu mijn stem ouder wordt begint het apparaat te haperen. Er is niet genoeg ondersteuning, want (zei Betty afgelopen dinsdag) “Goede ademsteun is het fundament onder je stem” en bij mij is geen fundament, mijn ouder wordende stembanden kunnen het niet langer alleen.

Er moet dus iets gebeuren.
Aaltje moet aan het werk met de ademsteun.
Betty gaat me daar bij helpen en gaf me deze week huiswerk mee: iedere dag 5 minuten oefeningen doen.
Die ga ik doen in de ochtend na de dagelijkse yoga/pilates.

Afgelopen zondag stond ik na de kerkdienst aan de koffie te praten met Erwin Wiersinga, onze organist en beroemd musicus.
Hij hoorde van mijn problemen en zei streng: “Iedereen die muziek maakt moet les nemen!”
Ja Erwin.
Ik ga mijn leven beteren.
Betty heeft gezegd dat leren zingen met ademsteun zelfs op je 63e nog kan; ik ga het avontuur gewoon aan!

Hierbij een link naar Betty’s website.

Reageren

Pagina 2 van 248

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén