een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 3 van 257

29 juni: Bankschroef.

Deze maand staat ‘de borstenbus’ bij zwembad ‘de Hullen’.
Toen Ans en ik drie weken geleden gingen zwemmen op maandagavond riepen we allebei toen we hem zagen staan: “Oja! Moet ik nog een afspraak voor maken.”
Het heet natuurlijk niet borstenbus. Het is een mobiel onderzoekscentrum voor het bevolkingsonderzoek naar borstkanker.
Iedere vrouw van boven de veertig wordt tweejaarlijks uitgenodigd om mee te werken aan dit onderzoek.
Ik prijs me gelukkig dat ik in een land woon waar mij dit soort onderzoeken worden aangeboden, zodat áls je een vorm van borstkanker hebt, dit in een vroeg stadium kan worden opgespoord.

Gistermorgen om 09.40 uur moest ik er zijn.
“Zie je er tegen op?” vroeg Gerard.
Niet echt. Als je drie bevallingen en een open hartoperatie hebt gehad weet je dat het motto ‘koezen op mekaar, kop der veur’ het beste werkt.
Toen ik de bus binnenkwam zat er al iemand in de wachtkamer.
Een man.
In mijn beleving kon dat niet, maar na de eerste verwarring bedacht ik dat die man op zijn vrouw zat te wachten.
De vorige keer werd ik geholpen door een wat pinnige medewerkster, die mij de indruk gaf dat ik steeds net verkeerd stond en foute bewegingen maakte.
Dan breekt het zweet me uit van ongemakkelijkheid.
Maar nu had ik een lieverd.
“Ziet u er tegen op, mevrouw?”
Ik herhaalde bovengenoemde redenen, maar liet de koezen en de kop weg.
“Ik ga vier foto’s maken”
Ach, ik weet het allemaal wel.
Twee horizontaal, twee verticaal en alle vier keer wordt je borst geplet tussen twee plastic platen en dat doet pijn.
Mannen: denk aan een bankschroef.
Vooral rustig doorademen.
“Houdt u de adem even in?”
Piep-bliep-tuuuut.
Klaar.

Daarna mag je je weer aankleden en moet je in de wachtkamer wachten of de foto’s zijn gelukt.
In de wachtkamer zat een mevrouw die ik ken van de kerk.
Klep klep, bep bep.
Toen hoorde ik niet dat het meisje achter de balie mijn naam noemde; ze zei het trouwens ook niet goed.
“Mevrouw Wanningen?”
“Waninge”.
“De foto’s zijn gelukt, u mag naar huis.”
Op de trap kwam ik de man van het vrouwelijke gemeentelid tegen die zijn vrouw kwam ophalen.
Zit er straks weer alleen een man in de wachtkamer.

Ik durf wel alleen.
Maar het is wel spannend.
De vorige keer belde na twee weken de huisarts, daar schrok ik toen enorm van.
Je hebt de gegevens van je huisarts immers uitgebreid ingevuld op het bevolkingsonderzoekformulier; als er iets niet goed is wordt je huisarts ingelicht.  Bleek te gaan om een soort medicatie waarin iets veranderd was, maar het hart klopte me in de keel.

Het liefst wil ik gewoon een brief.
Dan duurt het weer twee jaar, dan is pas het volgende onderzoek.
Gedoe? Ja. Maar ik ga wel.

Reageren

28 juni: Nederland in beweging.

Twee keer in de week doe ik mee aan Nederland in Beweging: op dinsdag en donderdag.
Je kunt tegenwoordig alles terugkijken, dus afgelopen dinsdagmorgen stond ik om 07.30 uur voor de televisie in de maat te stappen met Duco tijdens de uitzending van die maandagmorgen daarvoor. Dribbeltje. Vliegtuigstand voor de balans. Zij hebben fancy gewichtjes, ik heb 2 plastic flesjes vol water; ook 500 gram.

Het gaat eigenlijk al een stuk beter dan toen ik hiermee begon.
Daarover schreef ik destijds het blog ‘Nederland (en Ada) in beweging‘; ik hoef eigenlijk nooit meer terug te spoelen bij de ‘zij-stap-tik-hak-bil’ omdat ik die oefeningen nu wekelijks meedoe. Nog steeds heb ik een beetje moeite met ‘iets doen met de benen’ bijvoorbeeld voor-tap-achter-tap en dan tegelijkertijd iets met de armen. Omhoog of opzij, het maakt niet uit: als ik me concentreer op hoe mijn benen bewegen, dan krijg ik de armen niet goed onder controle en sta ik wezenloos te schutteren met links en rechts. Schrale troost: niemand ziet het.

Het is alweer even geleden dat Olga ons instructies gaf; zij is inmiddels opgevolgd door Barbara de Loor.
Misschien verbeeld ik het mij, maar sinds Barbara naast Duco staat te bewegen zijn de oefeningen in mijn beleving zwaarder geworden en ze duren ook langer. Veel oefening ook die op schaatsen lijken.
“Als het goed is voel je nu hoe je benen verzuren”; die term ken ik inderdaad uit de commentaren in de schaatssport: “Ja. Nu wordt het zwaar, nu komt natuurlijk de verzuring om de hoek kijken!”
Vriendelijk lachend roept Barbara instructies voor oefeningen die zij zelf met twee vingers in de neus kan doen, maar waarbij ik denk: ‘Zo! Best pittig’. Komt bij dat ik niet van schaatsen houd. Op het moment dat ze roept ‘nog even volhouden’ hoop ik eigenlijk al dat we iets anders moeten doen en ik ben blij als ze gaat aftellen: 8….7…..6 dan is het einde tenminste in zicht.
Vind ik het leuk? Matig. Vind ik het belangrijk? Heel.

Het programma bestaat uit een aantal vaste onderdelen: de warming up, de hartslagoefening, de beenspieren, de romp en schouders en de ontspanning. Het laatste stukje is altijd een gezondheidstip; soms over eten, soms over gewoontes en soms praktische beweegtips.
Dinsdag was de afsluitende boodschap dat je naar je buik toe moet inademen.
Onderaan je longen zit een soort parachute aan spieren en als je naar je buik inademt gaat die parachute helemaal open en vullen je longen zich tot onderaan met lucht. Als je oppervlakkig ademhaalt gebeurt dat niet.
En laat ik dat nou net ook geleerd hebben van Betty, de logopediste die mij helpt met het zingen.

Op de andere dagen van de week begin ik ’s morgens met een combinatie van pilates en yoga en op zaterdag doe ik een half uurtje zumba: bewegen op muziek. Sinds ik getroffen ben door een aantal hartinfarcten ben ik bewust veel meer gaan bewegen en dat doet me beslist goed. Meer weten? Hierbij een link naar een pagina met informatie van de Nederlandse Hartstichting.

Reageren

27 juni: Nederlands maar dan anders (39)

Er valt nog steeds genoeg te lachen als het gaat om taal.

Een collega tijdens een gesprek over nieuwe, jonge managers bij haar vorige werkgever.
“Die hadden allemaal nieuwe ideeën wilden het roer andersom doen...”

Op Radio 1 hoorde ik een D66’er praten over de Europese Unie.
Hij wilde vertellen hoe het ooit allemaal begon met de E.E.G. “Laten we even riewaaind naar die tijd..”. Ik zat in de auto en dacht: “Riewaaind? Wat is dat?”
Toen bedacht ik dat hij ‘rewind’ bedoelde. Dat was wat je vroeger met je cassetterecorder deed met de knop ‘REW’.
Het bandje terugspoelen.
Vroeger dacht ik ook dat REW ’terug’ betekende….. maar het was een afkorting van rewind’.

Zwemvriendin over een verandering op haar werk: ‘Als ze dit zouden doen, dat zou de makkelijkste klap zijn!’

Gehoord van Carlijn: iemand had lang iets getolereerd, maar nu was de pap gaar!

In de podcast Royal Tea komt de bekakt pratende Odilia de Ranitz regelmatig aan het woord: Mette Marit had toch een bedoezeld imago en dan denk je ‘een verspreking’, maar in een volgende zin zei ze “Diana, dié had een  onbedoezeld imago”
Een gastvrouw bij een koninklijk bezoek legt haar arm om de schouders van Maxima bij een groepsfoto.
Dat was niet de bedoeling, dus iemand uit het gevolg van de koningin sommeerde de gastvrouw die arm weg te halen.
Odilia: “Ja, met de koningin is het natuurlijk geen ‘ouwe jongens, krentenbollen….

Een mail van Wim: “Vandaag gelezen in Trouw. Het artikel ging over mensen met een verstandelijke handicap die toch een mbo diploma gehaald hadden. Het artikel sloot af met een uitdrukking van één van de geslaagden: Ik ben het afgelopen jaar flink vooruit gegroeid!”

Radio 1. Het gesprek gaat over het gezamenlijke gebed voor de wedstrijd van de gelovige voetballers in het Nederlands elftal.
“Ik denk dat Dumfries hierin wel het voortouw heeft getrokken…

Iets wat me steeds meer opvalt in het weerbericht bij het 8-uur journaal.
Dit is wat ik zou zeggen: Er trekt een buienzone over ons land. ( 7 woorden)
Dit is wat de weerman zegt: De buienzone die over ons land heen aan het trekken is. (11 woorden).
Waarom gebruikt de man zoveel extra woorden?
Dochter Harriët denkt dat het te maken heeft met de ver-Engelsing van onze taal.

Radio 1: het gesprek gaat over het misbruik van de mogelijkheden van fotobewerking, waardoor bekende Nederlanders in diskrediet worden gebracht.  Deskundige: daar is geen kruid tegen op te wassen. 

Gezien op Instagram.
Jongedame in een sportwagen wordt aangehouden door de verkeerspolitie.
Trajectcontrole heeft uitgewezen dat ze 170 kilometer per uur reed.
“Maar agent, dat kan immers helemaal niet, ik zit nog maar drie kwartier in de auto….”

Hierbij een link naar Nederlands maar dan anders (38)  van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

In de winkel zoiets als ‘kroepoep’ in de aanbieding gezien?
Of iets soortgelijks als ‘ultra-observerend’ keukenpapier?
Denk aan mij, dan verschijn jij in de volgende NMDA!

Reageren

26 juni: Elp & de koekoek.

Op onze fietstocht door de bossen rondom Westerbork kwamen we na de Ieberenplas aan in Elp, waar we neerstreken op een bankje voor het tweede blikje drinken.
Dat bankje stond bij een schoolgebouw, waar een grote boom met een informatiebordje bij stond.
En je weet: ik moet altijd weten wat er op zo’n bordje staat.

Het was de Vrijheidsboom, geplant na de Tweede Wereldoorlog als herinnering aan de Canadezen die Drenthe bevrijdden.
De boom was heel toepasselijk een esdoorn, waarvan de beeltenis van het blad onlosmakelijk is verbonden met Canada, het land dat het Maple Leaf als nationaal symbool hanteert.

“Wat was dat ook maar weer met Elp en die koekoek?” vroeg ik aan Gerard toen we op een bankje onder bovengenoemde boom zaten.
Hij vertelde dat zijn vader en moeder het vroeger altijd hadden over Elp, dat daar een koekoek in een kist zat.
Dat schijnt een oud volksverhaal te zijn, waarvan er zelfs een kaart zit in het Drentse Kwartetspel dat ik bij kringloopwinkel ‘de Zandhoek’ in Westerbork kocht.
Dit vond ik er over op internet:

Elp staat in een bijzondere relatie tot de koekoek.
Daar immers – zo vertelt de volksmond over deze vogel – wordt de koekoek na de langste dag, als z’n roep weer uit de velden verdwijnt, in een kist opgesloten om hem er de winter in te laten doorbrengen. Tegen het volgende voorjaar mag de koekoek dan weer uitvliegen. Dàt is de reden waarom hij ’s winters in Drenthe niet gehoord kan worden. Dan hebben de Elpers hem weer opgeborgen.

Ze sluut daor, nao de laangste daogen,
oez koekoek in de kist. 

Maor komt wer blad an tak en twiegen,
dan zegt z’in ’t land van
hei en stroek:
‘Heur, d’Elper hebt hom laoten vliegen!’

Wij kennen Elp inmiddels ook van iets anders: op 2e Pinksterdag gingen we met ons gezin een pannenkoek eten in pannenkoekenrestaurant ‘de Strohoed’.
Grote jum.

Reageren

25 juni: Het ouderlijke erf & herinneringen.

Afgelopen zaterdag vierden we de familiedag van Gerards familie op de ouderlijke stee.
De plek waar Gerard vandaag 63 jaar geleden werd geboren.
Het oude huis staat er niet meer, want dat brandde in 1977 tot de grond toe af.
De familie bouwde een nieuw huis en vader en moeder woonden daar tot Roelof en Ali het bedrijf overnamen er er gingen wonen in 1989.
Dat is al weer 35 jaar geleden!
Gerard is getrouwd vanuit dat huis, we vierden er de verjaardagen van de ouders en tegenwoordig komen we er af toe voor de verjaardagen van Roelof en Ali of een andere familiebijeenkomst.
Vader overleed in 1998, moeder in 2016.
Dat tijdperk is al lang afgesloten, maar als je weer een dag in die omgeving doorbrengt komt het allemaal even weer terug: zo’n dag op het erf van het ouderlijk huis brengt altijd veel herinneringen mee.

Tijdens de groepswandeling liepen we het rondje dat we vroeger wel eens liepen toen Gerard en ik verkering hadden.
De televisietoren links van ons, de hoge bergen geel zand van de kalkzandsteenfabriek aan de horizon.
Waar de familie Uitdeflesch vroeger woonde stond nu een nieuw huis, bewoond door vroegere buurjongen Joling.
In zo’n omgeving haal je al gauw wat herinneringen op aan vroeger ’toen va en moe hier nog woonden’.
Over Ceasar, de eerste herdershond die het erf kwam bewaken.
Moeder was er op voorhand helemaal niet voor, maar de hond had maar één echte baas en dat was moeder.
Als moeder in de tuin aan het werk was lag Ceasar voor het hek.
En natuurlijk kwamen ‘de stroopbussen’ ook nog even weer voorbij in de verhalen van de neef en nicht bij wie ik in het wandelgroepje zat.
Moeder bewaarde de overbekende bussen waar de ‘Friesche stroop’ in had gezeten.
Daar konden de kleinkinderen (32 in totaal) mooi mee spelen.
Torens bouwen, lange bussen-slingers maken, doolhoven leggen, dingen er in doen: van alles deden ze er mee.

Moeder Waninge vertelde ieder jaar op Gerards verjaardag het verhaal van zijn geboorte.
Wij konden dat op het laatst wel dromen.
Heb jij dat verhaal nog nooit gehoord? Ik schreef er over in het blog Geboortedag in 2015.

Reageren

24 juni: Roze zaterdag.

Eergisteren was het roze zaterdag.
In de weekend-krant was een hele bijlage gewijd aan dit fenomeen.
Het ging over een vrouwencafé in de jaren ’60, over drag-queens en over acceptatie van lhbtiq+personen.
Op de laatste pagina van die bijlage stond een verhaal van een man wiens broer van 19 was verongelukt toen hij zelf 15 was.
Hij zag het verdriet van zijn ouders en nam zich voor om het zijn ouders zoveel mogelijk naar de zin te maken.
Hij werd verliefd op een jongen uit zijn klas, maar dat kon hij zijn ouders niet vertellen.
Hij trouwde met een meisje waar hij het goed mee kon vinden, kreeg twee dochters en leefde zijn leven waar zijn ouders erg blij mee waren.

Maar.
Rond zijn 40e ging het knagen en vertelde hij zijn gezin dat hij liever met een man wilde samenwonen.
In het artikel werd niet eens zo uitgebreid beschreven wat de gevolgen daarvan waren, maar dat laat zich raden.
Dat zijn ouders toen al overleden waren hielp wel bij het uit de kast komen.

Gistermorgen in de PKN-viering in de Catharinakerk vertelde dominee Sybrand van Dijk een soortgelijk verhaal over een man die al meer dan 40 jaar getrouwd was, kleinkinderen gehad en op training op zijn werk de vraag had gekregen: “Wat houd jij voor iedereen verborgen?”
Toen hij daarover na was gaan denken had hij de knoop doorgehakt en zijn vrouw opgebiecht dat hij verliefd was geworden op een mannelijke collega.

Over de kerkdienst had de voorganger van te voren geschreven dat het in de viering zou gaan over de stelling ‘Wie rechtvaardig wil zijn zal storm over zich afroepen.’
Als je iets helemaal anders wilt gaan doen, zal iedereen daar wat van vinden en dat zal niet gemakkelijk zijn.
Alles bij het oude houden is dan eenvoudiger.

Hoe reageren wij als we horen dat iemand een geslachtsverandering wil ondergaan?
Als iemand besluit om het roer om te gooien, zijn baan op te zeggen en in een derde-wereldland ontwikkelingswerk gaat doen?
Wat doe je zelf?
Wat doe je of zeg je niet omdat het anders zo’n gedoe is? Ben je bang voor de storm of volg je je hart.

Soms brengt een kerkdienst me niet wat ik er van verwachtte.
Vanmorgen zat mijn hoofd nog te vol met de drukte van de vrijdag en de zaterdag.
Het zingen was bijvoorbeeld geen onverdeeld genoegen: onbekende liederen en niet zo mijn smaak.
Kan gebeuren.

Liefde geven, liefde ontvangen….

Verder zat er een spelfout in een couplet van een lied dat we zongen:
God verhoede dat er iemand in de liefde wordt gekrengt, 
ware liefde oordeelt niemand, maar aanvaardt haar als geschenk. 
Van zo’n foutje schiet ik in de lach; het moet toch echt ‘gekrenkt’ zijn….
Maar dit gemuggezift valt natuurlijk onder het hoofdstuk ‘beroepsdeformatie’, want de woorden die we zongen zijn prachtig.

Reageren

23 juni: MPIZAJEDKERN.

Voor ons staat een jongetje van een jaar of zes.
“Zo!  Wat heb jij een mooie schoenen aan!” zegt Gerard terwijl hij wijst naar twee stevige beentjes waar klompen aan zitten.
“Ja. Want ik ben boer.”
Natuurlijk.
Het is Familiedag Waninge en dan kijk je echt niet op van dit soort opmerkingen: het springkussen voor de kinderen is dit jaar dan ook ‘een dikke trekker’.

Er waren wel wat afmeldingen,  maar al met al waren we toch met meer dan 80 man.  We waren te gast bij Roelof en Ali. Zij wonen op de plek waar vader en moeder Waninge altijd hebben gewoond.  “Eigenlijk zouden we ieder jaar hier familiedag moeten hebben”  merkte Ali bij de koffie al op “dan worden het erf en de schuren tenminste ook een keer flink schoongemaakt. ”

Maar als alles eenmaal schoongemaakt en dag is goed voorbereid is hoef je verder niet zo veel meer te doen.
Ieder gezin neemt zijn eigen stoelen, brood, koffie en drinken mee en vanaf 10.30 uur druppelen de familieleden binnen.
Je loopt even bij de groepjes langs, begroet de aanwezigen of je roept één keer heel hard ‘MOI ALLEMAOL!’ en dan is het ook goed.
Zitten, praten, volleyballen, spelen: uren gaan op die manier voorbij.
Midden in een potje klaverjassen met vier schoonzussen wordt Ali door Roelof opgehaald: er moet iets georganiseerd worden.
“O ja. De plicht roept, dames” en weg was ze. Maar dan is er altijd wel weer een andere schoonzus die de kaarten van Ali overneemt.
Een van de schone zussen dronk trouwens Bar le Duc – rood.
Bestaat dat dan? Nee. En in dat koffiebekertje zat ook geen koffie.

Van Roelof kregen we allemaal een papiertje met een nummer en dat was gelijk het nummer van de groep waarmee je pad ging.
Zo krijg je een mooie mengeling van broers, zussen, neven, nichten en achterneven en achternichten, want de familie dijt nog steeds uit: er zijn al kinderen van neven die gaan samenwonen en de naam van die verkering moet je dan eigenlijk ook weten….maar niemand schaamt zich er voor dat je niet ieders naam weet; nu was er weer een neef met een Zweedse vriendin!
De familie maakte in groepjes een mooie wandeling, zocht ondertussen letters bij elkaar voor ‘het woord’, (MPIZAJEDKERN, weet jij het woord?*) ging boogschieten, doelschieten en moeilijke vragen beantwoorden. “Hai jong. Moe’k ok nog naodenken; ’t is mien vrije dag…”
Van te voren maakten sommige mannen zich wat zorgen of er onderweg wel genoeg te drinken zou zijn; gelukkig zitten er zakken in een spijkerbroek.
Natuurlijk werd er ook een groepsfoto gemaakt: Lianne stond op een picknicktafel en maakte een selfie met de groep achter zich.
Toen was men even vergeten dat er nog 15 mensen op het volleybalveld stonden.
Maken we dan een nieuwe foto? Welnee. Wat een gedoe….

Rond vijf uur werd er een Chinees buffet gebracht en toen daalde er even een weldadige rust neer op het erf van de familie Waninge. Al etend brachten we met z’n allen het Drentse spreekwoord ‘As katten moest dan mouwt ze niet‘ in de praktijk.

Dit was de 35e familiedag Waninge, een traditie waar we mee begonnen in 1988.
Benieuwd naar alle edities van onze familiedagen tot nu toe?
Klik dan hier voor het verslag uit 2014, daar onder vind je een overzicht van alle jaren.

* perzikmandje

Reageren

22 juni: Géén broodje kaas?

In februari schreef ik er al eens over in het blog ‘Kladiladi’: het gat tussen ‘mij’ en ‘hip & happening’ wordt steeds groter.
Toen vertelde ik over de lunch tussen de middag op het werk.

Dat merk ik ook op het werk als we met elkaar zitten te lunchen.
Er komen allemaal bakjes op tafel met salades, kwarkjes en wrapjes.

Daar pas ik met mijn dagelijkse boterham met kaas en een beker karnemelk niet meer echt bij.
Maakt me niet zoveel uit; ik bemoei me niet met hun eten, zij zich niet met het mijne.
Maar er wordt wel op gelet, want heel soms heb ik een gebakken ei op mijn broodje.
“Hé! Géén kaas?”

Donderdagmiddag lunchte ik bij dochter Harriët in Almelo.
We wisten niet precies wat we zouden gaan doen.
Ergens lunchen?
Ergens terrasje?
In ieder geval zouden we even Almelo in.
De lunch deden we gewoon thuis had ze bedacht, ‘dan nemen we in Almelo wat lekkers op het terras’.
Prima, ik pas me aan.

“Voor de lunch heb ik een pastasalade voorbereid.”
Even schoot het broodje kaas door mijn hoofd, maar ik zei: “Lekker!”
Eenmaal aan tafel was het heerlijk wat ik kreeg.
Verse sla, kleine staafjes pasta, stukjes geitenkaas, avocado, walnoten, sla en een dressing van courgette en koriander.

Géén broodje kaas dus.
Maar …… kaas zat wel weer op de schaal met nacho’s die we ’s middags bestelden!

Reageren

21 juni: Stienen wordt Stätten.

Vereerd vuul ik mij, want het verhaol dat ik schreef bij het thema ‘Stienen’ is selecteerd veur de Zinnig van juni.
Veurige weke veul het blad bij oons op de deurmatte.

Stienen.
Waor denk ie dan an?
In mien heufd combineerde mien brein de grote stienen van hunebedden met de grafstien van mien va en moe, de stienfebriek Roelfsema waor mien va altied warkt hef en de fossiele stienen die ik van hum kreeg.
Ik schreef het verhaol ‘Olle stienen’ en a’j een vaste lezer bint  van mien blog dan komp het je vast bekend veur, want het giet over mien liefde veur geschiedenis en de rol die mien va daorin speuld hef.

Toen ik bericht kreeg dat het publiceerd zol worden in de Zinnig kreeg ik de vraog of ik aandere titel kön verzinnen.
Bij het thema waren meer gedichten en proza instuurd met een titel waor het woord ‘Stienen’ in zat en dat wollen ze liever niet bij de redactie.
Daorum stiet het verhaol nou under de titel ‘Heilige Stätten’ in het Drentse tiedschrift.
Een persoonlijk verhaol; hierbij een link naor een PDF Heilige Statten

Opschrieven is wat aans as veurlezen.
Toen ik eind mei tiedens ‘het Uurtie Drents’ dit verhaol veur het eerst veurlas overveul mij an ’t einde de emotie.
2008 liekt al hiel lange leden en het verlies van mien olders heb ik al lang verwarkt.
De gevulige snaor zit em in de heimwee.
Kun ik nog maor ien keer……….

Reageren

19 juni: Over geluk (3) – Gevoelens uiten.

Begin januari schreef ik over onze nieuwe scheurkalender voor 2024.
Het jaarthema  is ‘Geluk’. De tips die we iedere dag krijgen zijn gebaseerd ‘de negen pijlers van geluk’ die uit wetenschappelijk onderzoek naar voren zijn gekomen. In dat blog (hierbij een link) schreef ik dat ik mijn lezers af en toe zal meenemen in onze belevenissen met deze scheurkalender. Daarbij had ik bedacht dat ik er 9 blogs over ga schrijven, met steeds één pijler van geluk als onderwerp; vandaag gaat het over gevoelens uiten.

De kernwoorden die bij dit onderwerp horen zijn ‘een taal vinden voor verschillende emoties’.
Op de kalenderblaadjes stonden in de afgelopen maanden in deze rubriek een aantal teksten die me wel aanspraken:

Als je niet uitkijkt, wordt je masker op den duur je gezicht ( M. Yourcenar, Frans schrijfster) 
Niets laten merken als je je gekwetst voelt, een glimlach opzetten terwijl je verdrietig bent, je tranen wegslikken, kaken op elkaar als je boos bent: we doen het allemaal. Achter ons masker verdwijnen als er een emotie naar boven komt.
Hoe erg is het als een ander ziet of van je hoort wat een situatie met je doet?

– Men verlicht dikwijls zijn ongeluk door het te vertellen (P. Corneille, Frans schrijver)
Praten over je emoties, of dat nou verdriet, angst of boosheid is, helpt enorm.
Ten eerste omdat je letterlijk ‘je hart lucht’ en ten tweede omdat de luisteraar je kan helpen om je ongeluk te relativeren.

– Sommige mensen voelen de regen, anderen worden gewoon nat (B. Dylan, Amerikaans muzikant) 
Emoties zijn persoonsgebonden. Waar de één helemaal van van het padje raakt, daar haalt een ander zijn schouders over op.
Daarom kunnen mensen zich soms niet voorstellen dat ze iemand gekwetst hebben met hun woorden of daden.
“Dat je dáár nou zo van van streek bent……”
Door te zeggen wat het voor jou zo moeilijk maakt, laat je de ander merken wat je voelt aan emotie.

– Rouw is de prijs de we betalen voor de liefde (Elizabeth II, koningin Verenigd Koninkrijk) 
Hoe groter de liefde, hoe intenser de rouw.
Die niet na een jaar over is en dat mag je best zeggen.
Het is fijn om met anderen te kunnen praten over wat het verlies (nog steeds) met je doet.

– We zijn niet langer gelukkig vanaf het moment dat we nóg gelukkiger willen zijn. (W. Savage Landor, Engels schrijver)  
Het gras bij de buren is altijd groener.
Er zullen altijd mensen zijn die het beter hebben dan jij, al valt dat ‘beter’ best vaak tegen als je het goed bekijkt.
Jaloezie maakt heel veel kapot; altijd kijken naar anderen ondermijnt je eigen geluk.

Wat ik uit deze pijler haal is dat het belangrijk is om te praten over emoties.
Dat is soms lastig, want je wilt niet wilt zeuren of je bent bang dat anderen je een watje vinden.
Maar als je niets zegt, vinden anderen ook wel wat van je.

Hierbij een link naar het vorige blog in deze serie: Waarderen.

Reageren

Pagina 3 van 257

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén