Mijn anders toch redelijk serieuze en stabiele Gerard wordt als het om voetbal gaat een andere man.
Bij gewoon voetbal valt het nog wel mee.
Hij is ‘voor’ Ajax, leeft mee met FC Groningen en zondagavond om 19.00 uur kan hij genieten van een uurtje Studio Sport.
Maar bij EK’s en WK’s, als het Nederlands elftal/Oranje speelt wordt hij enthousiast.
Bij de eerste drie wedstrijden in het EK van dit jaar viel het voetbal tegen.
Hij zat te mopperen in zijn stoel en tijdens Nederland-Oostenrijk en ik zei: “Ik wou dat je er wat meer van genoot….”
“Ja! Dat wou ik ook” was het antwoord en toen liet ik hem maar weer alleen.
Voor de wedstrijd tegen Roemenië kwamen Hans en Bea bij ons en toen werd het leuk.
De mannen genoten van het voetbal en ineens was het oranje vuur weer aanwezig.
Gisteren speelde Nederland tegen Turkije en dochter Harriët zou langs komen om bij ons te kijken.
Gezellig!
“Ik kijk nog even naar iets oranjes bij de koffie, tompoezen of zo” zei ik voordat ik boodschappen ging doen, maar bij de Jumbo was niks te koop op dat gebied. Was het allemaal al uitverkocht om 13.30 uur? Of geloofden ze er niet in?
Toen ik thuis kwam hing de oranje voetbalvlag al te wapperen, de vlaggetjes hingen voor de ramen en twee leeuwen en een koe stonden al voor Oranje te supporteren in onze vensterbank.
En de de oranje voetbalstropdas lag klaar.
Maar er moest wel iets speciaals bij de koffie komen, dus Gerard wandelde nog weer het dorp in en kwam een half uur later thuis met een doosje “Ik heb de laatste oranje tompoezen van Roden gekocht!”
Ze waren rose.
“Ja, maar ze hebben een oranje gloed. Meer oranje dan blauw.”
Rose of oranje: ze waren lekker.
En waar ik anders nooit voetbal kijk, bleef ik nu op de bank meekijken.
Van 21.00 – 22.50 uur had Gerard een oranje sjaaltje om zijn zijn hals geknoopt, zat Harriët hoopvol met de voetbalstropdas om en hadden ze allebei een verhoogde hartslag.
Twintig minuten in de tweede helft, toen Oranje met 0-1 achterstond, zonk Gerard de moed al in de schoenen.
“Nou, dat wordt niks meer. Ik geef het op.”
Toen het 10 minuten later 2-1 was riep hij: “Zie je wel! Had ik al wel gezegd!”
(….)
Spanning en sensatie.
De laatste minuten waren zenuwslopend; we konden de Turken wel bij het Nederlandse doel wegkijken.
“Weg daar met die bal!!”
“NIET!!”
“NNEEE!”
De oranje prullaria blijft nog even onze ramen sieren.
In ieder geval tot en met woensdag, en misschien wel tot zondag.
Gerard gaat voetbal kijken.
Ik ga naar Gerard kijken.
En moet daarbij altijd denken aan wat hij nog vaak vertelt: dat het jongetje van 13 dat hij was in 1974 ontroostbaar was toen Nederland destijds van Duitsland verloor. Trauma is een groot woord, maar het zit diep.
In dat licht hoop ik dat ‘we’ winnen.
Thea
Ik zie nog mijn jongste broer, toen 9 jaar, huilend op straat lopen omdat we verloren hadden.
Willem
Gelukkig heb ik er geen enkel probleem mee als er gevoetbald wordt zonder het te weten. Het zal wel in de naam zitten; ik ben genoemd naar mijn opa en als er een was die helemaal niks had met voetbal, was hij het wel. Hij vond het een volstrekt zinloze bezigheid getuige zijn analyse van het spel; “Ie loopt je eerst te barsten um de bal te kriegen en aj hum hebt dat geef ie hum een schup”. Zijn voetbalervaringen waren ‘van de mobilisatie rondom WO I (1914 -1918), waarvoor hij opgeroepen was. Duidelijk tegen zijn zin, want hij miste dan zijn vrouw en kind, zijn paarden en het boerenwerk. Hij was een paardenboer in hart en nieren. Iets wat ik niet van hem geërfd heb.
Er is een redelijke kans dat vrouw Helena wel kijkt woensdag, maar dat ik haar daarmee vergezel? Minieme kans, want ik heb het nog maar tweemaal in mijn leven voor elkaar gekregen om een hele wedstrijd uit te kijken. Meestal was ik na een half uur al dusdanig geërgerd, gek genoeg meestal door de commentator en de analisten na afloop kunnen ook niet rekenen op mijn sympathie. Komt er bijna altijd op neer dat je de halve wedstrijd nog eens ziet en wat er in het onderhavige geval wel had moeten gebeuren. Om mijn vader (wel een voetballiefhebber) te citeren “Achterof kiek ie een koe in de kont”
Als het mooi weer is ga ik denk ik een fietstochtje maken en anders kruip ik woensdagavond achter de computer. Ook zonder mij als kijker gaat het echt wel door.