een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 66 van 263

13 juli: Drentse lol in Aerdenhout.

Vrijdag 8 juli. Een fietstocht om Haarlem en een stadswandeling hadden we bedacht.
Rond 10.45 uur zaten we op de fiets en vergaapten ons aan de weelderige huizen in Aerdenhout, Bloemendaal en Santpoort Zuid.
We zaten letterlijk achterstevoren op de fiets af en toe.
En waar we in 2020 in plaatsen als Huizen en Blaricum alleen maar hoge heggen en bewakingscamera s zagen (waardoor we ons niet welkom voelden)  zagen we hier parkachtige tuinen en mooie villa’s, met toegangshekken weliswaar,  maar niet gebarricadeerd.
Wel een deftige omgeving.
De deftigheid ontlokte Gerard de opmerking: “Die peerdestront hier op het fietspad zult ze wel paerdenpoep numen… “.
Samen hadden we even Drentse lol.

Ruïne van Brederode

Er  wordt onderweg niet gegroet.
Een grote tegenstelling als je het afzet tegen onze fietstocht op Hemelvaartsdag in Twente waar werkelijk iedereen wel iets riep.
Na Bloemendaal fietsten we door het mooie duinengebied Nationaal Park Zuid Kennemerland en over het landgoed Duin & Kruidberg.
Het originele landhuis is inmiddels een chique hotel met 1 Michelin-ster, maar daar zoeken wij nooit naar; wij vonden aan de rand van het bos een oude pachtboerderij die vroeger bij het landgoed hoorde, maar waar nu brasserie ‘Hoeve Duin en Kruidberg’ in is gevestigd
We genoten daar van een terrasje en een lekker broodje zalm c.q. gebakken ei.
Onderweg kwamen we zowaar nog een ruïne tegen: de restanten van Kasteel Brederode.
We konden er niet omheen lopen, want dan moest je gelijk € 6.= betalen.
Dan maar niet, scheelt ook weer tijd. We hadden immers nog een fijne stadswandeling in het verschiet!

Amsterdamse poort.

Toen we aan de oostkant Haarlem binnenkwamen wilde ik eerst nog even langs bij de Amsterdamse poort,  de oudste en enig overgebleven stadspoort van de middeleeuwse stadsmuur: ik had al gezien dat die niet was opgenomen in de stadswandeling. Het duurde even voordat we die hadden gevonden; Google maps moet je als je op de fiets zit niet op ‘auto’ laten staan….
Het was de zoektocht meer dan waard!

Nadat we de poort hadden gevonden wilde ik nog even naar een ouderwetse kleinvakwinkel voor knoopjes, Gerard wilde graag een sudokupuzzelboek kopen bij de boekenvoordeel en ik wilde nog naar de handwerkwinkel ”Breien en zo’ voor sokkenwol en haakkatoen.
Och mensen. Het was ontzettend druk in de stad, we moesten nogal zoeken naar alles wat we wilden en het was prachtig weer,  dus warm.
Zelfs het parkeren van de fietsen was door de drukte steeds een hele toer.
Toen we uiteindelijk het garen hadden was het 16.00 uur.
Ik zei tegen Gerard: “Zal ik je eens wat vertellen? Die stadswandeling gaat Aaltje vandaag  niet meer doen.”
Hebben we over de te volgen route nog wel eens discussie, hierover was hij het roerend met me eens.
In de van Monopoly bekende Zijlstraat vonden we terrasje waar men Radler 0.0 in de koelkast had staan.
En daar verkochten ze ook yoghurt frambozen ijs.
We beloofden elkaar dat we zondag de stadswandeling gingen doen.
Wordt vervolgd dus.

Benieuwd naar al onze belevenissen in en rondom Haarlem?
Klik dan hier naar deel 1, daar vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen: Kick off van een minivakantie.

Reageren

12 juli: Els vertelt over de naderende dood.

In april schreef ik onder de titel ‘Gooise vrouwen‘ een blog over de podcast bij het tijdschrift Saar.
Pratende, roddelende, giebelende 50+ vrouwen waar ik graag naar luister, maar waar mijn verstand soms ook bij stil staat vanwege de andere wereld waarin zij leven.
Iedere zaterdagmorgen om 08.00 uur komt de nieuwe podcast on line en ik heb er nog niet één gemist.

Els Rozenbroek, één van de vrouwen, heeft kanker en heeft niet lang meer te leven.
In het begin van haar ziekte vertelde ze in de rubriek ‘het kankerminuutje’ even hoe het met haar was en hoe het ziekteproces verliep.
Ze was toen nog in de veronderstelling dat ze misschien nog een jaar had.
Inmiddels is gebleken dat dat veel te optimistisch was.
Het gaat beslist niet goed; de aflevering van zaterdag 2 juli was opgenomen in het hospice waarin ze inmiddels is opgenomen.
Els is 62.
Toen ze ziek werd stond ze midden in het leven: druk met het tijdschrift Saar, de podcast en wat ze er allemaal naast deed.
In de afgelopen maanden hebben we gehoord hoe je leven verschuift naar de marges van de samenleving als je zo ernstig ziek wordt.

Els stelt dingen aan de orde waar je nooit iets over leest.
Over dat ze geld had vastgezet voor later, als ze met pensioen ging, want ze was ZZP’er en bouwde geen pensioen op.
Toen ze wist dat ze niet lang meer te leven had, wilde ze eerder bij dat geld kunnen om het nu alvast te kunnen gebruiken, voor terrasjes met vriendinnen, kort vakanties, kortom: om er nog van te kunnen genieten.
Ze kon er niet bij.
Het was een lijfrente of zo, ik weet niet meer de details, maar het zat vast aan veel regels.
Ze heeft hemel en aarde moeten bewegen om het geld toch ‘los’ te krijgen, maar het trieste is dat ze bijna geen tijd meer heeft om er van te genieten.
De ziekte verloopt grillig. Ze heeft goede, maar ook hele slechte dagen.

Ze vertelt over het regelen van haar eigen begrafenis.
Zoekt alvast alle adressen op van mensen die een kaart moeten hebben, roept ook wie er beslist niet mogen komen en schatert het vervolgens weer uit samen met Barbara en Femke.
Vertelt over moeilijke, emotionele gesprekken met haar broers.
Vindt dat ze daarna (midden in de nacht) wel een borrel heeft verdiend en laat vervolgens een fles whisky op de grond vallen, waarop ze samen met een medewerkster van het hospice de rotzooi weer opruimt. Als alles dan weer rustig is schenkt ze zich alsnog een borrel in, want er stond nog een fles in de kast. “Ja. Gekregen. Ik heb zulke lieve vriendinnen die goed voor me zorgen….”

Dat was afgelopen zaterdag.
Je hoort ze gieren van het lachen met z’n drieën, terwijl je luistert naar iets wat eigenlijk heel triest is.
Het is goed om het over de dood te hebben en ik heb respect en bewondering voor de openhartigheid van Els, maar de opgeklopte hilariteit van de laatste aflevering van de podcast voelde voor mij ongemakkelijk. Dat ligt ongetwijfeld aan mijn ouderwetse opvoeding; misschien dat anderen het juist als bevrijdend ervaren.
De laatste jaren is er veel veranderd aan de manier waarop we omgaan met de dood: deze podcast draagt zeker bij aan het bespreekbaar maken er van.

De afbeelding links kreeg ik van Carlijn bij haar gastblog Love life, talk death. 

Reageren

11 juli: Kick off van een mini-vakantie.

Donderdagmorgen 7 juli begon onze vierdaagse trip naar de Randstad.
We hadden een studio/appartementje gehuurd op de grens van Heemstede en Haarlem.
Tegenwoordig hoef je niemand meer te spreken als je wilt inchecken: de contacten, met Victor in dit geval, worden via internet gelegd, je betaalt van te voren en op de dag van aankomst krijg je een mail met een code voor het sleutelkluisje in de schuur waar de sleutel van het huisje ligt.

We logeerden in een ’tiny house’. Alles wat je nodig hebt voor een vakantieverblijf was er, maar het was niet groot.
De slaapkamer bevond zich op een soort zoldertje. In en uit bed stappen beschreef Gerard in een filmpje voor ons gezin als ‘een uitdaging’.
Maar we konden televisiekijken in gemakkelijke stoelen, we konden een spelletje doen aan een grote tafel en er was een keuken met alles er op en er aan.
Victor had het allemaal goed geregeld! Er lagen handdoeken, koffiecupjes & theezakjes,  het bed was opgemaakt en op de tafel lag een papier voor ‘Gerard’ of we onze gegevens wilden invullen voor de toeristenbelasting.

Toen we ons kleine huisje binnenstapten hadden we er trouwens al drie uur in Haarlem opzitten.
We waren namelijk veel te vroeg, om 13.00 uur al, toen hadden we die code-mail nog niet.
We zetten de auto in de buurt op een parkeerplaats, pakten de fietsen er af en lieten ons door GoogleMaps naar de VVV in Haarlem leiden.
Eerst maar eens een stadsplattegrond scoren. En een fietskaart van de omgeving.  O,  en ook nog een folder met een stadswandeling.
De meneer aan de balie adviseerde ons om voorafgaand aan de stadswandeling even binnen te lopen bij Anno Haarlem,  een mini stadsmuseum in de kelders van het oude stadhuis.
We bekeken de animatiefilm ‘Haarlem in vogelvlucht’ die een heel mooi chronologisch overzicht gaf van de ontwikkeling van de stad.
Daarna kregen we een mondelinge toelichting op de geschiedenis van de stad van een enthousiaste vrijwilliger.

En inderdaad: in Haarlem werden we te woord gestaan in accentloos Nederlands.
Mooi om te horen.
Maar….. er wonen kennelijk ook Drenten daar.
Tijdens onze fietstocht misten we een afslag, dus ik riep tegen Gerard: “O! Hier hadd’n wij dr of moeten!  en stapte van de fiets af.
Een middelbare meneer keek verrast op, glimlachte breeduit en zei: “Wo’j de stad in? Veul plezier!”

Eenmaal in ons appartement maakten we plannen voor de volgende dagen.
Naast de informatie van de VVV hadden we de beschikking over een kratje van Victor vol boeken en brochures over Haarlem (o.a. De geschiedenis van Haarlem voor dummy’s) waar ik me die avond prima mee heb vermaakt.

Vanuit ons logeeradres wandelden we ’s avonds naar een pizzera, waar we nou eens geen pizza bestelden, maar pasta.
Mmmmm.
Met roomsaus, spek en spinazie.
Een fijne kick-off van een minivakantie: dag 1 al helemaal goed benut.

Benieuwd naar wat we de andere dagen hebben gedaan?

vrijdag 8 juli: Drentse lol in Aerdenhout.
zaterdag 9 juli: We gaan naar Zandvoort
zondag 10 juli: Toch nog een stadswandeling.
Twee bijzondere winkels- Kleinvak & Huishoudelijk gemak
Een ‘Twaalf uurtje’ op Een verstopt terras in de binnenstad.

Wat in het vat zit: – Wachthuisje bij brand.

Reageren

10 juli: Ik heb ja nog geen blog!

Zondagavond 18.55 uur.
We zijn terug van een weekendje Haarlem.
Donderdagmorgen vertrokken we en rond 15.00 uur konden we terecht in ons gehuurde vakantiehuisje.
Het was zomaar om……

Drie blogs had ik klaargezet: voor donderdag, vrijdag en zaterdag.
‘Die van zondag kan ik dan aan het einde van de middag wel even voorbereiden’  had ik op voorhand bedacht.
Om 17.30 uur waren we thuis en om 18.00 uur zaten we op Waninge Plaza bij te komen ; tassen uitgepakt, even uitblazen en afkicken.
Carlijn belde nog om te vragen hoe het was geweest; toen we ophingen was het al bijna zeven uur.

De komende dagen lees je over ons ’tiny house’ in Heemstede, over gebakken visjes, fietstochten, harde wind op het strand van Zandvoort, een verstopt restaurantje in Haarlem, over de zoektocht naar de Amsterdamse poort en géén pizza bij een pizzeria.
Als voorproefje alvast een foto van het Spaarne.
Morgen begin ik met het eerste Haarlem-verhaal.
Nu nog even nagenieten.

Reageren

8 juli: Nederlands maar dan anders (24)

Het is al weer twee maanden geleden dat deel 23 in deze blogserie verscheen.
In die tussentijd kreeg ik mooie zinnen/woorden toegestuurd, dus kan deel 24 worden gepubliceerd.

Carlijn had ergens een leuke verspreking gehoord.
“Wij kunnen samen wel door een beugel.”
Haar vriendin Irene doet ook een duit in het zakje.
Zij hoorde in een TV-programma “Nu vallen heel wat dubbeltjes op zijn plek.”
Verder had een collega een nieuwe variant bedacht op het spreekwoord ‘de kat op het spek binden’.
Een cliënt, die de groepspinpas wel eens voor privé-uitgaves gebruikt had ‘m toch meegekregen voor boodschappen.
“Nou, dat is de kippen op stok jagen!”

Nog een verhaal uit de koker van Irene.
Collega trof een boze cliënt aan, omdat ze vooraf had gebeld om te checken of die cliënt wel bezoek verwachtte.
In de overdracht had ze gezet: “Nou, ze kwam meteen met de deur naar binnen vallen!
Dit en dat, dus ik zei dat ik juist had gebeld omdat we geen draadjes los willen laten.”

Bij Gerard op kantoor worden soms ook mooie dingen gezegd.
Er was een offerte ingediend voor een aanbesteding.
Moet je dan alleen maar voor de laagste prijs gaan?
“Soms moet je ook gewoon durven. Als je te bescheiden bent pis je naast de boot.”
Wat bedoelt de spreker.
Dan vis je achter het net?
Dan val je buiten de boot?
Dan pis je naast de pot?

Op de werkvloer hoor ik zelf nog wel eens wat leuks voorbij komen.
Janine had een operatie ondergaan en hoorde vlak daarna dat er nog een andere ziekte bij haar was geconstateerd.
Toen dat een andere collega ter ore kwam zei ze: “O, dan zit die wel lelijk in de lappenmolen!”
Een andere collega wilde ons er op wijzen dat we niet alles hoefden te pikken.
“En als je nou denkt: “Dat laat ik niet over mijn rug gaan….”
Paula vertelde over een groep collega’s die naar een ander gebouw moesten verhuizen.
Voor hun gevoel werden ze verbannen, ze waren het er niet mee eens.
Paula maakte van de kont, de krib, ergens tegenin gaan en het Nedersaksische ‘de kop d’r tegen zetten’ een geheel nieuw spreekwoord: “Ze gooiden de kop erin …..”

Vaste lezer Dick stuurde ook een leuke: de Vlaamse minister van milieu was vorige week op TV in Nederland.
Ze vertelde dat in het kader van CO2 drastische maatregelen nodig waren.
‘Je kunt niet blijven natten en pap houden”, zei ze.

Toen ik over het verhaal van Joop had geblogd (zie Laat je niet wegzetten) liet ik het voor publicatie nog even aan hem lezen met de vraag: geef ik het zo goed weer?
Het was verder goed, “maar” vulde hij aan “we stonden niet met ons geweer in de aanslag, maar in presentatie”.
Met het geweer in de aanslag op prins Bernhard wachten…..foutje van Aaltje.

Op de Waninge-familiedag verzorgden we als gezinsleden workshops; Jon had ‘kleding maken van afvalmateriaal’ bedacht.
Toen ik vroeg wat ik voor zijn onderdeel moest inkopen was het antwoord: “Tie-rips, touw, plakband en lijmstokjes.”
Eeeeh… lijmstokjes?
“Ja. Plakstokjes.”
Frea vulde aan. “Hij bedoelt Pritt-stiften. In Engeland noemen ze die ‘glue-sticks’.
Tuurlijk. Ging ik kopen.

Ook iets mals gehoord of gelezen?
Of gelachen om een rare combinatie van spreekwoorden?
Doe als Irene: geef het even door.
Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 23, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

Reageren

7 juli: Blogbouwstenen (8) – De macht van het kleine.

Toen ik van Joop en Essina de doos met oude muziekboeken kreeg, kreeg ik in de week daarna nog een bijzonder boekje dat ze hadden gevonden.
Het heet ‘Christelijke kinderliederen voor school en huis’.
Op internet kan ik er geen informatie over vinden; Essina dacht dat het misschien wel van voor de oorlog was, maar een jaartal kan ik er ook niet in vinden.
Er staan liederen in die anno 2022 geen kind meer zingt. Op school niet en in huis niet.

Rechts zie je een afbeelding van de pagina’s 20 en 21. (klik op de afbeeldingen voor een vergroting)
Mijn oog viel op de titel van lied nr. 20 ‘De macht van het kleine’.

Kleine waterdropp’len, kleine korr’len zand,
vormen saam de trotsche zee en het breede strand!

Kleine liefdedaden, woordjes teer en zacht,
hebben vaak in ’t kleinste huis, ’t grootst geluk gebracht.

Een bekend gedichtje, dat mijn schoonmoeder nog wel eens voordroeg.

‘Het zijn de kleine dingen die het doen’ zongen Saskia en Serge in 1971.
Ook dat lied hoor je tegenwoordig niet meer, hooguit nog in de Arbeidsvitaminen.
Maar de essentie van de tekst is nog steeds actueel.
Dit zingt het echtpaar in het laatste couplet:

We leven in het groot, we maken veel te veel misbaar
We praten wel, maar luisteren zelden naar elkaar
We kijken naar een punt en veel te weinig om ons heen
We zien geen kleine dingen en dus blijven we alleen.

Eén glimlach kan het begin zijn van een vriendschap.
Eén woord kan een ruzie beslechten.
Eén blik kan een relatie redden.
Eén persoon kan je leven veranderen.

Onderschat de macht van het kleine niet.

Benieuwd naar de andere ‘blogbouwstenen’?
Die hebben een eigen knop in het menu onder ‘Lezen’.

Reageren

5 juli: Want het is zomer!

Dinsdagmorgen.
Mijn vrije dag.
Tijdens de yoga-pilatesoefeningen zingt André van Duin op Radio 5 ‘Want het is zomer’.
Als ik naar beneden loop schijnt de zon al in onze tuin waar de hortensia’s uitbundig staan te bloeien.
John Denver zingt ‘Sunshine on my shoulder’.

Heerlijk.
Zomer.
En de hele week ‘mijn weer’: 20/21 graden, af en toe wat wolkenvelden, hier en daar een bui.
Natuurlijk hoop ik dat die buien daar vallen en niet hier, maar regen moet ook af en toe.
Uit de tuin haal ik wat aardbeien voor op een beschuitje.
De foto hiernaast van het aardbeienbed maakte ik vanmorgen op mijn knieën op het tegelpaadje.
Om 10.00 uur zat ik met een kop koffie in de zon op mijn tablet dit blog te schrijven.

Vandaag rook ik de zomer, hoorde en zag ik de zomer, voelde ik de zomer en proefde ik de zomer.
Daar hoef je geen vakantie voor te hebben.

Reageren

4 juli: Je oren naar elkaar richten.

Eigenlijk hadden wij al lang vakantie van de cantorij moeten hebben; na Pinksteren stopt normaal gesproken het seizoen en zien we elkaar eind augustus weer.
Maar dit jaar zongen we een maand langer door, want pastor Astrid Mekes nam afscheid van onze gemeente op zondag 3 juli en de cantorij werd uitgenodigd om in die viering mee te doen.
Astrid had de inhoud van de viering zelf bepaald en had veel bekende liederen uitgezocht, die we als cantorij al vaak gezongen hadden.
Mochten we al denken: “MAKKIE!” dan hadden we buiten waard Karel gerekend. Die had Astrid het idee aan de hand gedaan dat wij een Franse versie van het Onze Vader konden zingen én een bewerking van Psalm 8 van Gaudimel.
Hierbij een link naar de uitvoering van dat stuk die tenor Jelle ons stuurde ‘om mee te oefenen’: Psalm 8
Daar hadden we onze handen vol aan, dus een makkie was het niet gistermorgen.

Na de energievretende familiedag (verslag zie gisteren) was 08.30 uur repeteren wel vroeg.
Het was bij het inzingen ook niet allemaal even zuiver; Karel adviseerde ons om onze oren naar elkaar te richten.
Een omfloerste manier om te zeggen: zelf niet zo hard zingen, naar het orgel en de andere stemmen luisteren.
De uitvoering van Psalm 8 van Goudimel ging in de viering gelukkig goed.
Daarna zongen we al die mooie, bekende liederen die Astrid had uitgezocht: ‘Licht dat ons aanstoot in morgen’, ‘De vreugde voert ons naar dit huis’ en ‘Zo vriendelijk en veilig als het licht’ om maar eens een paar te noemen.

We hoorden in deze viering verhalen over Jacob en over psalm 84, maar op mij maakte het kinderverhaal de meeste indruk.
Op internet vond ik een website waar het hele verhaal op staat, zie ‘Over de grote rivier‘, een troostend verhaal over afscheid nemen.
Het slotlied was ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’, in wisselzang gezongen met de gemeente en de cantorij.
Dat sloot naadloos aan bij de zegen die Astrid meekreeg toen ze uit het ambt werd ontheven:

God zal met je meegaan
als licht in je ogen
een lamp voor je voet
als hand op je hoofd
een arm om je schouder.
Als baken bij ontij
een verte die wenkt
als groet op je lippen
en hoop in je hart
als stem die je uitdaagt
een woord dat je de weg wijst.
Zo zegene u God, de vader, de zoon en de Heilige Geest.

Er was een mooi gedicht van Bea, er waren toespraken met mooie woorden, een fotopresentatie ’12 jaar Astrid’, koffie met gebak, fijne gesprekken met oude bekenden en een lekkere lunch.
Een volle zondagmorgen die tot na tweeën duurde.
’s Middags deden we even helemaal niks.

Reageren

3 juli: Over….??

Dit jaar was ons gezin aan de beurt om de Waninge familiedag te organiseren. Alle broers en zussen van Gerard,  hun kinderen en kleinkinderen.
We waren met bijna honderd man te gast op camping ‘Aan de Bosrand’ in Zevenhuizen.
Gastheer Jacob had een groot terrein voor ons vrijgehouden; er stonden al een aantal grote picknicktafels klaar.
Om 10.15 uur kwamen Lucas (5) en Jarik (4) als eersten het veld lopen, (met papa in hun kielzog) allebei een tas met spulletjes bij zich.
Ze zetten de tassen voor mij neer, haalden er allebei een bootje uit en vroegen: “Wanneer ga we semmon?”
Nou, eerst nog niet……

Rond 12.3o uur had iedereen koffie en brood gehad, waren de eerste gesprekken gevoerd en waren er jonge kinderen die al twee uur op het speel-luchtkussen hadden doorgebracht.
De groep is inmiddels zo groot dat het niet meevalt om iedereen te ‘beroepen’, maar je moet even iedereen welkom heten, uitleggen wat je gaat doen en gastheer Jacob van de camping wilde ook nog iets zeggen over hoe we met het terrein en de door ons geproduceerde rotzooi dienden om te gaan.
Met ons gezin hadden we bedacht dat we workshops gingen aanbieden: men kon kiezen uit Ceilidh-dansen, schilderen, canons zingen,  darten,  kleding maken van afvalmateriaal en spelletjes doen.
Het zal de lezer niet verbazen: spelletjes doen en darten waren de populairste onderdelen.
Ook voor schilderen gaven zich veel meer mensen op dan de 10 die geplaatst konden worden en voor dansen waren er net genoeg.
Zingen en kleding maken vielen op voorhand al af vanwege te weinig deelnemers.
De schilders werden begeleid door Henk van Donk, die in zijn rolstoel behendig rond de tafels manoeuvreerde en de deelnemers van goede adviezen voorzag. Ilona maakte een kleurig schilderij en vroeg alle familieleden om hun naam er op te zetten: een kleurrijk geheel, net als onze familie!
Klaverjassen was het meest favoriete spelletje en de darters vermaakten zich opperbest in de kapschuur.
Ook het instuderen van de Schotse dans ging goed: neef Erik had zijn jongste zoon mee (1) en deed de danspassen gewoon met het kind onder de arm.

Rond 16.30 uur werd het loket van de foodtruck van Jack, ‘Oma’s friet‘,  geopend. Die had patat, kroketten, frikandellen en broodjes hamburger voor ons.
Die had tot 19.00 uur een rij voor zijn wagen staan; de familie Waninge staat met liefde nog een half uur in de rij voor een tweede kroketje.
Ondertussen kwam er een ouderwetse ijswagen met een bel, Anja’s IJscokar,  die voor iedereen steekijs had: zo’n schijf van een rol vanille-ijs met twee koekjes aan weerkanten.

Ik kan de sfeer op deze familiedag het beste omschrijven door een kleine anekdote: aangetrouwde nicht had een filmpje gestuurd naar haar eigen familie.
Die hadden gereageerd: Waar ben je? Het lijkt wel een festival!”

Campingbaas Jacob had aan het begin gezegd dat als er etenswaren over bleven, dat we die dan aan de kippen mochten geven.
Toen dacht ik al: “Over? Bij de familie Waninge?’
Aan het eind van de dag maakte ik een foto van wat over was: een bakje tomaten/rauwkost.
Alle broodjes, snoep, kaas, droge worst en chips waren, zoals altijd, allemaal op.

En dat ‘semmon’ van Lucas en Jarik?
Dat kon de hele dag door en daar werd ook veel gebruik van gemaakt.
We hadden het mooiste weer van de wereld.

Gisteravond kreeg ik een app van schoonzus Ali.
“Het bleef nog lang onrustig in Zevenhuizen. Ik zag net een filmpje van een zinkende surfplank voorbij komen….”
Tja. Dwars doormidden.
Oorzaak: twee volwassen Waninge-zwaargewichten.
Nooit iets over, hé?

Benieuwd naar alle edities van onze familiedagen tot nu toe?
Klik dan hier voor het verslag uit 2014, daar onder vind je een overzicht van alle jaren.

Reageren

2 juli: Groningen in de 16e eeuw.

In het bakje onder ons computerscherm ligt altijd een notitieboekje, een pen en dingen ‘waar ik nog wat mee moet’.
Als ik het druk heb leg ik daar van alles in en in rustige tijden zoek ik het eens uit.
Vanmorgen haalde ik het bakje leeg en vond een krantenartikel uit 2021.
Ooit gekregen van Frea met de woorden: “Dit vind jij denk ik wel interessant.”

Onder de kop ‘Unieke kaart centrum in Duits archief’ las je een verhaal over een bijzondere, oude kaart van de binnenstad van Groningen uit  de 16e eeuw.
De kaart was gevonden door historicus Frans Westra uit Haren. Die deed in het staatsarchief van Marburg onderzoek naar de betrekkingen tussen Groningen en Hessen in de 17e eeuw en vond een plattegrond van de stad Groningen die gemaakt was aan het einde van de 16e eeuw.

Het bijzondere van de kaart is dat de straatnamen erop zijn aangegeven.
Stadsplattegronden werden in die tijd vooral gemaakt omdat de opdrachtgever wilde weten hoe de vestingwerken waren opgebouwd; het ging dus om de ‘verdedigbaarheid’ van de steden.
Als je bekend bent in Groningen, zie je dat de kaart op de kop getekend is.
Het noorden is beneden en het zuiden boven.
In het kader van de stadsverdediging valt dan vooral de dwangburcht op aan de zuidkant van de stand, die daar destijds in opdracht van Alva is neergezet.

Inmiddels heb ik het kaartje al met een loep bestudeerd.
De binnenstad is eigenlijk niet eens heel veel veranderd ten opzichte van 5 eeuwen geleden.
Inderdaad Frea: bere-interessant.
Naar aanleiding van het artikel zocht ik op internet naar meer informatie, daarbij kwam ik uit bij een artikel op de website van ‘Studiekring Historische Cartografie’.
Hierbij een link naar die pagina. 
Daar vind je onderaan een rechtstreekse link naar het artikel in het Dagblad van het Noorden (uit 2021) van de hand van Bram Hulzebos.

Het krantenartikeltje gaat in mijn eigen archief.
Dat bestaat uit artikelen die ik de moeite waard vond om te bewaren.
Van Sinterklaas kreeg ik eind 2021 al een mooie doos.
Die had ik gevraagd ‘voor het rubriceren van mijn archief’.
De doos zit nog in de verpakking en ‘het archief’ puilt uit een la.
Maar één zo’n dun artikeltje past er nog wel bij in.

Dat opruimen en rubriceren komt er vast van deze zomer.
Wordt vervolgd dus.

Reageren

Pagina 66 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén