een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Handwerken Pagina 1 van 22

19 december: Pannenlap Brunella.

Ons tweede agritourismo-onderkomen in Italië werd bestierd door Antonio en Brunella en ook in hun keuken hing een gehaakte onderzetter.
Maar waar ik bij de pannenlap Virgilio nieuwsgierig was naar welke steek was gebruikt, vroeg ik me bij het handwerkje van Brunella af hoe ze het überhaupt had gemaakt.
Welke steek was gebruikt was niet zo moeilijk; een beetje haakster haalt de stokjes, de lossen en de vasten er wel uit.
Maar Brunella had twee delen op elkaar gezet die niet gelijk waren, kijk maar eens naar de afbeeldingen links en rechts van deze tekst. De ene kant (met geel erbij) heeft 6 punten en de andere kant (licht en donker rose) heeft er 5.
Je ziet onder de gele rand de rose rand daaronder uitsteken.

Dat kon ik natuurlijk niet aanzien.
Gelukkig had ik een voorraadje haakgaren in verschillende kleuren mee (ik wilde setjes onderzetters haken om weg te geven), dus ik begon met de ‘pannenlap Brunella’.
Een korte beschrijving van hoe ik het deed:

– 5 lossen sluiten tot een ring
– In de ring 18 vasten haken.
– Op de 18 vasten van de vorige toer 6 groepjes van 3 stokjes haken met een losse er tussen.
Haak die stokjes in de bovenste lus van de vaste, dan krijg je een mooi randje in het midden.
– In de volgende toer het groepje van 3 stokjes uitbreiden naar 5, door in de buitenste stokjes 2 stokjes te haken
– In de volgende toeren op die manier doorgaan met meerderen tot je 6 groepjes van 19 stokjes hebt. Voordat je laatste toer sluit haak je 16 lossen voor het ophanghaakje, daarna sluit je de toer. Vervolgens haak je nog precies zo’n exemplaar, maar dan zonder lus.
De twee delen leg je met de gaatjes op elkaar en dan haak je ze aan elkaar met vasten in de buitenste lussen van de laatste toer. Daarbij haak je ook gewoon om de lus heen, zodat die mooi integreert met de twee delen.  Let op dat je de ‘verkeerde’ kanten tegen elkaar aan legt.
Iemand die niet haakt snapt niet wat ik hiermee bedoel, maar een ervaren haakster ziet zo of ze naar de voor- of de achterkant van een haakwerkje kijkt.

Twee exemplaren in contrasterende kleuren haakte ik voor Brunella en voordat we weggingen gaf ik ze als cadeautje aan haar. Ze vond het prachtig, reageerde erg enthousiast.
Ze riep een waterval van Italiaanse zinnen, maar dat verstond ik helaas niet.
Maar ik begreep wel wat ze bedoelde, want ze riep o.a. “E bello!”
Die boodschap komt wel over, daar hoef je geen Italiaans voor te spreken.

Reageren

24 oktober: Pannenlap Virgilio.

In ons eerste agritourismo- adres Cignan Bianco van Virgilio hing in de keuken een witte pannenlap.
Het was een wit-met-geel gehaakte pannenlap met een steek die ik zo niet thuis kon brengen.
Het was gehaakt met ribbels en ze waren goed uitrekbaar.
Het leek wel of de ribbels een beetje versprongen, maar dat was niet zo.
En net zoals met de pannenlappen twee jaar geleden in Duitsland (zie ‘Hoe dan?!?‘): ik heb net zolang zitten uitproberen hoe het moest tot ik de goede steek te pakken had.
En eigenlijk was het helemaal niet zo moeilijk!
Het trucje is dat je gewoon met vasten haakt, maar dat je met het insteken in de vorige toer alléén in de áchterste lus van de vorige vaste insteekt. Dan krijg je dus dat leuke reliëfpatroon!

Na de vakantie maakte twee pannenlappen voor mezelf, die ik later toch weer weggaf.
Maar ik had wel foto’s gemaakt, dus hoe het is geworden kan ik delen op dit blog.
Ik koos voor twee kleuren die mooi bij elkaar passen en wisselde die af.

Hieronder vind je de haakpatroonbeschrijving van de ‘pannenlap Virgilio’.

De ophanglus haak je er gelijk aan vast.

Begin met 12 lossen haken
en met 1 halve vaste de ring sluiten.
1 losse, vervolgens 18 vasten om de ring haken, de toer met 1 halve vaste in de 1e vaste sluiten, 1 losse om te keren.
Nu heb je de lus van de pannenlap.
Je haakt dus van boven naar beneden.

Langs de zijkant afwerken met één toer vasten.

1e Toer ( heengaande): 4 vasten, voor de hoek 3 vasten in 1 steek, 4 vasten, 1 losse om te keren
2e Toer (teruggaande): 5 vasten, in de middelste vaste haak je 3 vasten,5 vasten, 1 losse om te keren
3e Toer:  6 vasten, 3 vasten in de hoeksteek, 6 vasten, 1 losse om te keren.
Toer 4 en verder…. toer 3 steeds herhalen, waarbij je in elke toer aan elke kant 1 vast meer haakt.
Dus toer 4 begin je met 7 vasten, toer 5 haak je 8 vasten etc.
Je kunt deze pannenlappen zo lang maken als je zelf wil, maar als de zijkant 20 centimeter lang is heb je een mooie lengte.
Voor de finishing touch: haak één toer vasten om de hele pannenlap heen.

Reageren

3 oktober: Weet ik niet….!

“Kijk, ik brei een soort handdoekje.”
Het breiwerk wordt bekeken door de buurvrouwen links en rechts.
“Wat voor steek is dat dan?”
“Weet ik niet. Ik doe gewoon twee recht, twee averecht en dat afwisselen.”
“O, dat is de dubbele gerstekorrel” wist een van de dames te vertellen.
Zat iemand zomaar dubbele gerstekorrel te breien zonder dat ze het wist!

Dit gesprekje werd gevoerd aan de grote tafel op de eerste dinsdag van de maand: Holy Stitch.
De eerste bijeenkomst in september had ik gemist, maar nu zat ik er weer bij!
Razend benieuwd was ik naar het verhaal over de breiende oma op de wagen van de Hoeksteen: daar hadden meerdere Holy-steeksters aan meegebreid.
In geuren en kleuren vertelde Corrie Poot hoe het allemaal was gegaan.
Dat kleinzoon Jasper aan oma Corrie had gevraagd om mee te helpen en dat Corrie vervolgens werd meegezogen in de energievretende ziekte die veroorzaakt wordt door het Rodermarkt-virus.
Ze had een aantal dames van onze groep gevraagd om mee te breien aan de grote deken achterop de wagen.
We hoorden over bezemstelen die breinaalden werden.
Waar plastic omheen werd gedaan omdat de steken dan beter over de ‘naalden’ gleden.
Ze vertelde over meerdere vrouwen die uren lossen hadden gehaakt om de bol garen te maken die op de wagen aan oma’s breiwerk vastzat.
En over heel veel verschillende lichtblauwe en witte lapjes, gebreid met verschillende steken, die een soort ijsberg vormden in een winters decor.

Wat een heerlijk verhaal!
Ze stuurde mij een foto die gemaakt is op de ochtend van de Rodermarktparade: Corry als een soort koningin op de troon achterop de wagen.
“En ik had mijn SLOFFEN nog aan!”
Klik op de foto voor een vergroting: dan zie je de lapjes, de bezemstelen, de bol én de sloffen.

En verder was het vooral fijn om elkaar weer te zien en om te bespreken waar iedereen mee bezig was.
We willen eigenlijk wel aanhaken bij de actie waar Sijcolien en Jannie de vorige keer over vertelden.
Er was wol meegenomen, er werden vierkantjes gebreid, maar niemand wist precies waar bij deze klok de klepel hing, want zowel Sijcolien als Jannie waren er niet.
Wordt vervolgd.
Hennie legde uit dat ze heel veel vierkantjes breit voor een deken, die haar dochter voor haar aan elkaar zet. Maar als ze alle vierkantjes die al af zijn naast elkaar legt zitten er soms exemplaren tussen die ze zelf niet mooi vindt, dus die gooit ze dan alvast maar weg voordat haar dochter is geweest.
“Ja. Dat heet achteruit breien….” merkte mijn buurvrouw Ilse op.

En zo vloog de middag voorbij.
De middag werd afgesloten met het voorlezen van wat ik had gelezen op de website ‘Wolplein‘ over de acht voordelen van handwerken.
Het laatste voordeel was: niemand begrijpt jou zo goed als andere creatievelingen die ook handwerken. Het is dan ook fijn als je iemand ontmoet die net zo blij wordt van garen, naalden en patronen als jij.
Dus: blij met Holy Stitch!

Reageren

15 augustus: Gehaakte lampionnetjes á la Ina.

In 2021 schreef ik een blog over de gehaakte lampionnetjes van Ina.
Wij waren toen te gast geweest in het B&B De Beddestee in Ruinen en gastvrouw Ina had overal in haar tuin van die lampionnetjes opgehangen.
“Heb je daar ook een patroon van?” vroeg ik aan haar.
“Nee. Ik doe eigenlijk maar wat. Eerst een cirkeltje haken en als dat zo groot is als de bodem van het glazen potje dan stop je met meerderen. Je haakt zo hoog als het potje moet worden.
Dan hecht je af, rijgt er een koordje door en trekt het strak. Vervolgens haak je er nog een ‘ophanglus’ aan.”
Leuk. Maar ‘ik doe eigenlijk maar wat’ is wel wat vaag, dus ik zocht op internet naar beschrijvingen voor het haken van zo’n lampionnetje.
Daarbij kwam ik op een soort verzamelpagina met links naar werkbeschrijvingen van het omhaken van potjes voor waxinelichtjes, lantaarntjes en windlichtjes.
Hierbij een link naar die pagina: Freppi.

Welgeteld één lampionnetje haakte ik in 2021; daarover schreef ik toen dit blog.
Daarna volgden er vele andere haakprojecten, maar eind juni had ik ineens geen haak-inspiratie meer en nog wel veel lege potjes en nog veel meer restjes garen. Van al die bovenstaande projecten natuurlijk.
Bovendien was het ‘lange-avonden-buitenzit-weer’, dus ik ging aan de haak met lampionnetjes.
Inmiddels haak ik net als Ina: ik doe maar wat.
Verschillende kleurtjes, verschillende diktes garen, verschillende potjes en vooral veel verschillende steken en patroontjes; ik probeer van alles uit.
Inmiddels is het een ratjetoe geworden en heb ik veel te veel, daarom geef ik zo hier en daar ook maar weer een lampionnetje weg.
Ondertussen werk ik mooi wat restjes haakgaren weg!

Reageren

14 juni: Stoffen tassen

Van collega Rien kreeg ik ooit een stevige, stoffen tas die ze bij Dignis weggaven als ‘goodybag’ op studiedagen.
Er zaten folders in van Lentis, een pen en een notitieboekje.
De tas legde ik in mijn handwerkspullenkast met het idee: daar ga ik nog eens iets mee doen.
Vorig jaar kreeg ik nog zo’n soort tas, wel iets anders, met reclame voor het openluchtmuseum er op.

Begin dit jaar gaf mijn ‘cantorij-rugtas’ de geest.
Eén ritsje was al kapot en nu brak er ook nog een hengsel af: ik moest op zoek naar een nieuwe cantorijtas en ik dacht meteen aan die stevige, stoffen tassen.
Nou draag ik mijn werkgever een warm hart toe, maar ik hoef niet met het logo van Lentis over straat, dus ik bedacht om er een soort hoesje omheen te haken. Ik koos voor granny squares, maar dan met heel weinig gaatjes, zodat het logo niet alsnog een beetje zichtbaar bleef.
Wil je ook ‘dichte granny’s’ haken? Op deze pagina op de website ‘Een mooi gebaar’ vind je een uitgebreide beschrijving.

Het zijn allebei tassen met een bodem, zodat er ook zijkanten en een onderkant zijn.
Het is dus altijd even puzzelen om een hoesje te krijgen dat precies om de tas past.
Je kunt het best een paar losse granny’s haken om te kijken hoe groot ze moeten zijn, om met z’n drieën, vieren of vijven één kant van zo’n tas te vullen.
Eén toer op 1 granny scheelt op de hele breedte van de tas zomaar 8 centimeter.

Bij het aan elkaar zetten van de vierkantjes heb ik er voor gekozen om de vierkantjes niet in een patroon aan elkaar te zetten, maar willekeurig te verspreiden over het geheel; ook zorgde ik er voor dat er niet twee dezelfde kleuren naast elkaar kwamen.
Dat aan elkaar zetten deed ik niet door te haken, maar dat deed ik met een stopnaald; ik legde twee granny’s met de goede kant naar elkaar toe op elkaar en met de creme kleur haalde ik de naald door de achterste lussen van de stokjes van de laatste toer.

Toen het hoesje van granny’s om de tas helemaal klaar was zette ik het tenslotte  met kleine stiksteekjes vast aan de bovenrand van de tas.

Reageren

19 april: Inktvisjes en alpaca’s.

Vorige week donderdagmorgen had ik een aantal appjes van dochter Frea op mijn telefoon.
Die had ze de vorige avond gestuurd om 00.10 uur.
“Ik ging dat octopusje afmaken vanavond en aangezien het na twaalven is kun je nagaan hoe goed dat ging…..”
Even voor de goede orde: ze heeft die avond daarvoor geen inktvis geslacht; ze had er één gehaakt.
Een collega van haar ging met zwangerschapsverlof en Frea had bedacht dat ze een ‘octopus’ ging haken.

Leuk om te weten: die zwangere collega heeft een alpaca en had de wol daarvan aan Frea gegeven.
“Kunnen jullie hier iets mee?”
Altijd.
In 2022 schreef ik al eens dat ik sokken/sloffen had gebreid van alpaca-garen, gesponnen door Jon.
Inmiddels zijn we twee jaar verder en heeft Frea haar eigen spinnewiel.
Een paar weken geleden kreeg ik al appjes van haar: ze had alpacagaren gesponnen en met rode kleurstof gekleurd.
Ik vraag me dan gelijk af of dat wel kleurvast is.
“”Yes. Met azijn ingekookt, dan blijft het zitten.”
Zo leer je nog eens wat.

Frea ging voor die collega een octopus-knuffel haken van zelfgesponnen, zelfgekleurde alpacawol en stuurde mij een serie foto’s.
Die bekeek ik natuurlijk met ‘blog-‘ogen en ik vroeg haar of ik er over mocht schrijven.
Tuurlijk!
En of ze ook een beschrijving had van hoe ze het gemaakt had?
Ook nog.

Het komt allemaal op z’n Frea’s tot u.
Kijk en geniet.

 
“Ik wilde hem oogjes geven”
“Maar ja…”
“Dat beest heeft enge dingen meegemaakt als je hem zo ziet kijken”
“Wel leuke extra’s”
“Maar er toch maar weer afgehaald.”
“Dit is hem geworden!”
“Met een sleutelhangerversie voor collega G. ”

Frea heeft dit inktvisje zelf bedacht, dus ze heeft het niet van een patroon nagehaakt.
Haar haakbeschrijving is dus niet zoals je gewend bent uit de haakboekjes.

Magic cirkel beginnen met zes vasten daar in, dan heb je een klein rondje.
Steeds elke rij er zes  vasten bij meerderen (alles dubbel, 1 gewoon 1 dubbel, 2 gewoon 1 dubbel, etc. tot je 9 of 10 gewone hebt en dan een dubbele) Dan een paar keer in het rond tot je denkt nou kan ie wel dicht?
Dan steeds 6 minderen per rij (9 gewone 1 minderen, volgende rij 8 gewone 1 minderen) totdat je denkt nou moeten er pootjes op.
Die haak je dan als lossen in een sliertje, en dan weer terug, een of twee vasten(?) in het rondje en dan de tweede tentakel.
Als het er dan na 8 tentakels nog wat ielig uitziet kun je er nog een hele ronde bijlangs aan beide kanten van de tentakels. 

Het dichtmaken onderin is even kijken of je het rondje weer op kunt pakken onder de tentakels.
Dan ga je gewoon verder met minderen van zes per ronde (dus het rondje een meervoud van zes laten zijn, waarschijnlijk 30 o.i.d.) en dan dichtmaken.

HAHAHAHA!
Succes voor wie daar wat mee kan! 😉

Je moet een ervaren haakster zijn wil je deze beschrijving begrijpen, maar ik kom er zo wel uit.
Jij ook?
Ben benieuwd!

Reageren

4 april: Op naar het 5e seizoen.

De laatste ‘Holy Stitch’-bijeenkomst van het seizoen al weer en ‘volle bak’: een hele tafel vol met bijna 20 ‘steeksters’.
Toen Geke als één van de laatsten binnenkwam en iedereen een goedemiddag wenste zei hoorde niemand haar: het was al weer een gebep&geklep van belang.
Pas bij de derde, zeer luide ‘goedemiddag’ kwam er reactie van de anderen….

Op tafel stond een grote mand: daar kon onze inbreng in voor het Rad van Fortuin dat het komende weekend zal draaien bij de talenten/activiteitenmarkt voor Moldavië.
Een pop met échte pijpenkrullen, een beertje, twee knikkerzakjes en een setje onderzetters zaten er al in. Benieuwd? Kom naar Op de Helte op 7 april: wie weet win je iets!

Zwanny had iets bijzonders mee: zij maakte fotolijstjes van plastic randjes van supermarktbakjes. Waar olijven in zitten. Of oude-kaas-salade.
Van zo’n bakje knipt ze ongeveer een halve centimeter af; vervolgens haakt ze dat helemaal vol met vasten. De volgende toer zijn gehaakte schulpjes: een groepje van 5 of 6 stokjes in dezelfde vaste en dan twee vasten op de ring overslaan.
Daarachter kun je dan een foto of een leuke afbeelding prikken/plakken.
Op de afbeelding zie je een rond exemplaar, maar je kunt het ook met een rechthoekige vorm doen.
Met gemêleerd garen krijg je dit effect.

Alie was met een project voor kerst bezig.
Het was een pakket, gekocht in de Wereldwinkel, dat ze vorig jaar al had gekregen.
Het is een ‘Windlicht-engel’; in het pakket zat vilt, een patroon , borduurgaren, knopen, kraaltjes, een glas en een snoertje led-lichtjes.
Op afbeelding zie je hoe ver Alie was.

Hierbij een link naar de website van Atelier Lindelicht daar kun je het pakket bestellen. Daar vind je ook een mooie foto van hoe de engel er uit komt te zien.

Het Holy Stitch seizoen 2023/2024 is met deze laatste middag afgesloten: de vierde jaargang al weer.
Op 6 oktober 2020 gingen we van start, maar met hindernissen: we zaten toen midden in het eerste corona-jaar.
Anderhalve meter van elkaar af aan 3 aparte tafels.
Schuchter kennismaken, want we kenden elkaar lang niet allemaal.
Als je dat afzet tegen de eerste alinea van dit blog mogen we constateren dat ons steekclubje goed loopt en voldoet aan de verwachtingen die we destijds koesterden.

We komen in september weer bij elkaar voor de eerste middag in het seizoen 2024/2025, maar in de zomer worden er misschien nog wel wat gezamenlijke activiteiten opgepakt. De eerste staat al gepland op 16 april: dan gaat er een groepje naar Veenhuizen om de expositie van Geke te bekijken in ‘Zunneschien’. De kunstenares gaat dan zelf ook mee om uitleg te geven bij haar schilderijen.
Meer weten?
Lees dan nog eens het vorige blog dat ik schreef over de bijeenkomst in maart: Verstopt.
Daarin lees je meer over die tentoonstelling die de titel ‘Doodgewoon’ meekreeg.

En wat staat er op dit moment op mijn pennen?
Babyslofjes in plaats van een kaartje; die breide ik in 2014 ook al met dezelfde reden.
Voor een afbeelding en een patroonbeschrijving hierbij een link naar het blog dat ik er toen over schreef.
Ook op het Instagram-account van deze website vind je een foto van wat ik aan het breien ben.

Reageren

24 februari: Bij de oerwoudbroek.

Bij een groene ‘oerwoudbroek’ wilde ik een gilet breien. 
In het najaar nam ik de broek mee naar ‘Atelier 6a’ in Leek en zocht er een mooie kleur groen bij uit. 
Eigenlijk wilde ik iets breien met kabels, maar ik vind het altijd zo’n gedoe met die kabelnaald: daar kan ik niet rustig bij televisiekijken.
Een alternatief vond ik in ‘de valse kabelsteek’: geen hulpnaaldje, alleen verspringen met recht en averecht.
Hierbij een link naar een eenvoudige beschrijving op de website van Jessica Tromp. 
Ik kocht er een paar enorme houten knopen bij met bloemen er op. 

Eerst breide ik een proeflapje om te kijken hoeveel steken ik nodig had voor het achterpand en ik breide het gilet als een vest, maar dan zonder mouwen. Er is op dat gebied genoeg te vinden op internet. Op de plaats van mouwen breide ik met boordsteek een mooi kantje en langs de voorpanden, nek en schouders breide ik een boordje met aan één kant 5 knopen. 

Hij is al even klaar en ik heb hem ook al aangehad: links zie je het gilet gecombineerd met een ecru blouse met pofmouwen én de oerwoudbroek. 
Rechts een detailfoto van het boordje met de knopen.  

Reageren

11 januari: Handwerkdoos van Aafke.

Deze website zorgt er voor dat mensen aan mij denken als ze gaan opruimen.
Zo kreeg ik bijvoorbeeld een tijdje geleden een verhuisdoos met handwerkspullen van een echtpaar dat een nieuwe vloer kreeg daarom alle kasten moest uitpakken.

De man had gezegd: “Gooi maor vot die olle rommel.”
Nou ja zeg!
Ik was er blij mee.
Toen ik de doos kreeg was ik er even vluchtig doorheen gegaan, maar het was van alles wat (borduren, breien, haken en smyrna) dus ik moest het echt even uitzoeken allemaal.
Gistermiddag pakte ik de hele doos uit; die klus had ik bewaard voor deze nieuwjaarsvakantie.
Ik kwam echt van alles tegen; zo verrassend allemaal!

Een bloemlezing:

… geen bijbelse voorstellingen….

Er zat een grote kartonnen map in waar ‘De Bijbel’ op stond.
Wat zou daar dan in zitten? Bijbelse voorstellingen?
Het bleek een bewaarmap te zijn waar allerlei patronen in zaten van allerlei handwerkvormen, verzameld in de loop van de jaren: (zie afbeelding hiernaast) o.a. een Ariadne uit 1978. Zou dat blad nog bestaan vroeg ik me af? Even opzoeken; het heet nu Ariadne at Home (!) en het ziet er inmiddels heel anders uit. Hierbij een link naar hun hippe website.

In een plastic zak zat een half afgemaakt lopertje dat gemaakt was met de smyrna knooptechniek. De kleuren van hoe je het moet knopen zijn aangebracht op het stramien en er zit garen bij, op maat geknipt. Er zitten ook van die priknaalden bij, dus je kunt er in principe zo mee verder.
Maar ik ga dat niet doen, dus ik neem het mee naar de eerste bijeenkomst van Holy Stitch: misschien kan ik er iemand anders blij mee maken. 

Verder vond ik een A4-schrift dat heel dik aanvoelde.
Het bevatte haaksteken: uitgetypt én als voorbeeld gehaakt.
Fantastisch toch? Nu kun je alles opzoeken op internet, maar vroeger was dit een hele slimme manier om te onthouden wat je had gehaakt en hoe je het moest doen.

Ouderwets smokwerk

Ook leuk: een voorbeeldje van ouderwets smokwerk.
Smokken wordt gebruikt bij het maken van kleding: het is een techniek waarbij kleding geplooid/gerimpeld wordt en vervolgens met borduursteekjes wordt vastgezet.
De stof wordt hierdoor elastisch. Vroeger werd dit met de hand gedaan; tegenwoordig heb je van die supersonische naaimachines die dat allemaal voor je doen. Dan gaat het ook een stuk sneller…..

De hele doos heb ik uitgezocht, zelf wat gehouden, naaipatronen achteruitgelegd voor de dochters en de rest gaat mee naar de volgende bijeenkomst van Holy Stitch.
Als er dan nog wat overblijft breng ik het naar Het Goed.
Gooi maor vot die olle rommel? Tssss……

Reageren

4 januari: Chenile.

“Ja maar…. hier kan ik toch geen sokken van breien!?” zei ik

“Oh nee?” Bij mijn bureau op het werk stond een casemanager met een hele grote bol Chenile Fine.
Zij had een paar weken daarvoor gevraagd of ik voor haar een paar sokken wilde breien.
“Ja hoor” had ik gezegd “koop maar een bol garen en vertel me wat je schoenmaat is.”

Maar sokken breien van dit blauwe ’touw’ leek me een onmogelijke opgave.
Collega had daar een heel ander idee bij.
“Oh! Het leek me zo lekker zacht en warm…”

“Nou,  ik wil het wel proberen hoor. Maar je kunt ze dan niet dragen met schoenen aan,  daarvoor zijn ze veel te dik.”
We spraken af dat ik wat zou experimenteren en zou proberen om warme huissokken van de chenile te breien.

Je moest breien met pen 8, waarvan je er dan vier zonder knop moet hebben, maar die had ik niet.
Voor 4x 15 cent kocht ik die bij Het Goed en ik begon met een proeflapje. Het kwam er op uit dat ik 24 steken moest opzetten. 8 minder dan voor het kleinste kindersokje uit de matentabel. Die 24 steken verdeelde ik over 3 naalden en zo begon mijn ‘huissokken-avontuur’.
Het kwam goed, maar het breide niet echt fijn. Het breide voor geen meter eigenlijk.
Ik had het gevoel dat ik met stalpalen aan het breien was.
Zo klonk het ook als er ééntje per ongeluk op de grond viel: zo’n pen kletterde echt op onze plavuizen.

Met 24 steken brei je een grote hiel met 12 steken en minder je naar de kleine hiel tot 8 en zet je er daarna aan weerskanten weer 6 bij op.
Het ging wel lekker snel trouwens, ik had maar zo een paar klaar.
Toen had ik nog best veel chenile over, daar breide ik in overleg met de collega een warme col van.
Nu heeft ze zachte, warme, huissokken met een bijpassend dingetje om de hals.
En weet ze dat chenile geen sokkenwol is en dat het niet geschikt is om sokken van te breien.
Goed idee.
Doen we niet.

Reageren

Pagina 1 van 22

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén