een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Handwerken Pagina 1 van 23

17 november: Uiltjes-wanten (2)

“Wil jij nog wel een paar uiltjes-wanten voor mij breien?” vroeg dochter Carlijn vorige maand.
Die wanten, polswarmers eigenlijk, had ik in 2014 voor haar gebreid.
“En dan wil ik ze graag met een extra lange boord en ook in een andere kleur. Paars of zo?”
Die boord moest driekwart van de onderarm bedekken “want de wind waait altijd zo bij de mouwen van mijn jas in…”

Eerst zocht ik maar eens het blog op dat ik dat ik toen had geschreven in 2014.
Maar de link naar het patroon werkte niet meer, dus ik moest ik mijn breiboeken er even weer bij hebben.
Voor het originele patroon moest je 24 steken opzetten, maar het garen dat daarvoor gebruikt was was veel dikker; ik herinnerde me dat ik de vorige keer ook al veel meer steken had opgezet.
Hierbij alvast een link naar het originele patroon van Molly Makes: polswarmer uiltjes breien

Het patroon moest drastisch worden aangepast.
60 steken zette ik op en breide het eerste stuk van de boord met de verschoven boordsteek: daarmee krijg je een rul en rekbaar breiwerk.
Daarna minderde ik geleidelijk 15 steken, zodat ik 45 steken overhield.
Met die 45 steken breide ik de boord verder met de boordsteek zoals die in het patroon beschreven staat en die is best bijzonder.
1 toer brei je 2 recht 1 averecht en in de volgende toer haal je de tweede rechte steek eerst over de eerste heen en dan brei je hem.
Het geeft een heel apart effect en de boord wordt zo heel elastisch.
Op het patroon heb je naast het uiltje aan weerskanten maar één steek averecht, maar ik koos er voor om aan weerszijden 3 averecht steken te breien.
Het uiltje neemt 8 steken in beslag + 2 x 3 averecht = 14 steken: die zette ik op één naald en verder volgde ik de beschrijving van Molly Makes.

Toen moest er nog een aanpassing komen: ze wilde de wanten wat langer over de hand, dus ik breide er na het uiltje nog 4 centimeter boordsteek bij aan.
Ze zijn goed gelukt; Carlijn was er blij mee!
Ben je geen ervaren breister? Niet aan beginnen, het is best een gedoe.
Wel veel ervaring? Dan maak je met het PDF van Molly Makes en mijn beschreven aanpassingen vast je eigen versie!

Reageren

22 oktober: Wacht….. even tellen!

Toen ik gistermiddag rond 13.55 uur de hal van Op de Helte binnenliep voor de oktober-editie van Holy Stitch zaten er er al zo’n twintig dames aan een lange tafel in de hal.
“Jeetje, ben ik zo laat?!” dacht ik.
Toen ik iets dichterbij kwam kende ik niet één van die dames.
Even flitste het door mijn heen “zoveel nieuwe leden…”, maar toen zei Saakje: “Jullie zitten vanmiddag in zaal 2.”
En daar zaten de mij bekende dames al gezellig in de kring; die andere dames waren van het volksdansclubje.

Er waren op voorhand nogal wat afzeggingen.
Het is immers herfstvakantie deze week en er waren nogal wat oma’s die hun kleinkinderen op bezoek hadden.
Maar ondanks dat hadden we een mooi gevulde kring.
We kregen weer van alles te zien en te horen: iemand haakte een hele kerststal, er werden Aaltjes gehaakt voor de ZWO-kraam op de Weihnachtsmarkt, een spencer voor een kleindochter kwam voorbij,  een trui voor een dochter van wol die je niet weer kon uithalen (een soort mohair) en zelfgemaakte knoopjes met o.a. de tekst ‘Gemaakt door oma’.
Toen Trijnie het woord zou krijgen over wat zij aan het doen was op handwerkgebied riep ze: “Even wachten hoor, moet nog even tellen!” en ach, wat komt ons dat dan allemaal bekend voor.
Natuurlijk wachten we dan even op het verhaal van Trijnie; we weten allemaal hoe vervelend het is als jouw tellen wordt onderbroken.
Ik kreeg ooit zelfs een koffiebeker met een plaatje over het tellen van handwerksters….

Gistermiddag waren er zowaar weer twee nieuwe leden; eentje zat al tussen twee andere dames in te teuten en de ander kwam er bij het kennismaken achter dat ze al best veel vrouwen kende.
Het was zo gezellig dat ik vergat foto’s te maken.
Geke had namelijk een gehaakt popje mee met slingers eraan dat vroeger in de kamer van haar zoon had gehangen.
Zo’n leuk dingetje: ik zal vragen of ze dat nog een keer meeneemt.
Kathy had een tas met wol mee; had ze gekocht op Ameland, daar wilde ze iets mee vilten.
Ze waren daar in het Landbouw- en Juttersmuseum Swartwoude geweest. Daarin was sinds 3 jaar een ‘wolverwerking-zaal’.
Meer weten? Hierbij een link naar de website van het museum en ook een link naar een artikel met meer informatie over de Amelander Wol.
“Misschien kunnen we daar eens een keer met de Holy Stitch-groep naar toe bij wijze van uitje!” opperde Kathy.
Maar nu zat ze met die wol en ze wist eigenlijk niet zo goed hoe dat nou moest met vilten; of die wol daar wel geschikt voor was.
Nieuweling Alie kon haar gelijk al helpen!

Verder kregen we nog een mooi compliment van Gea; zij was tot  de zomer van 2023 lid van onze groep, maar ze ging verhuizen naar Zwolle en nam afscheid.
Tijdens de Rodermarkt van dit jaar was ze in Roden geweest, Alie had haar ontmoet bij het pannenkoeken-eten bij de Doopsgezinde kerk.
Het ging goed met Gea in Zwolle, maar ze had daar nog niet weer zo’n leuk handwerkgroepje gevonden.
Mooi compliment voor onze Holy Stitch!

Reageren

16 oktober: Een knoopje!!!!!

In een handwerkwinkel in Klazienaveen kocht ik vorig jaar een aantal bolletjes haakkatoen voor een stapeltje Aaltjes.
Er stond ook een mand met aanbiedingen, o.a. bollen sokkenwol.
Daar ben je eigenlijk nooit aan bekocht, dus ik kocht twee bollen verlopend garen in kleuren die mij wel aanspraken.
Na de zomer, toen ik wel een beetje klaar was met Aaltjes en lampionnetjes haken zette ik 60 steken op van de wol uit Klazienaveen voor een paar sokken voor mezelf.

Toen ik er één af had was wel duidelijk dat ik van het restant van dat eerste bolletje niet nóg een sok kon breien, dus ik pakte de tweede bol.
Het leek mij wel leuk om de twee sokken ‘gelijk’ van kleurverloop te krijgen, dus ik zocht in de tweede bol het punt op waarmee ik met de eerste sok was begonnen.
Na een centimeter of 6 boord kwam er opeens een knoopje voorbij en werd het gemeleerd groen ineens rood.
Nou ja zeg!
Als je dan doorbreit weet je zeker dat de sokken niet gelijk worden.
“Kijk nou!” riep ik tegen Frea en Jon, die bij ons waren te koffiedrinken die ochtend.
Die snapten precies wat ik bedoelde. “Wat een armoede….”
Precies.

Maar ik ben niet voor één gat te vangen.
Ik rolde de bol garen precies zover af tot ik weer op hetzelfde punt was in het gemeleerde groen, draaide de uiteinden om elkaar heen en breide weer verder.
De sokken zijn prima gelukt: ik heb ze ’s avonds al aan en heb warme voeten.

Armoede is precies de goede term voor zo’n knoopje in een bol garen.
En dan had ik nu nog goedkoop garen uit een aanbiedingenmand, maar soms heb je écht duur garen en dan ontdek je ook wel eens een knoopje.
Nog geen man overboord als het egaal garen is, maar bij verloopgaren is het echt vervelend omdat dan het patroon onderbroken wordt.
“Wat is dat dan voor garen?” vroeg ik me af “Waar komt het vandaan?”
Carlijn dacht uit Scandinavië.
“Strømpegarn. Dat doet me aan Pippi Langkous denken. Pippi Langstrump is het in het Zweeds…”
We keerden het etiketje om.
LAMMY Yarns.
Holland.
Zit in Hilvarenbeek.
Maar er staat verder geen woord Nederlands meer op het wikkeltje, alleen dan het woord ‘sokkengaren’.
Verder is het virgin wool/laine vierge/schurwolle….

Eigenlijk zou er nog bij op moeten staan: with knots in the yarn/avec des nœuds dans le fil/mit Knoten im Garn.
In duidelijk Drents: met knuppen in ’t gaoren!
Om met de vader van Bartje te spreken: “Een schaande is’t.”

Reageren

31 augustus: Lampionnetjes in de pergola.

In 2021 schreef ik een blog over de gehaakte lampionnetjes van Ina.
Wij waren toen te gast geweest in het B&B De Beddestee in Ruinen en gastvrouw Ina had overal in haar tuin van die lampionnetjes opgehangen.
Naderhand heb ik met het idee van Ina al verscheidene glazen potjes omgehaakt en tot ‘avondkaarsje’ omgetoverd (zie september 2021, augustus 2024 en januari 2025 ), maar hangende lampionnetjes waren dat niet.
Tijdens de eerste hittegolf van dit jaar bedacht ik dat het leuk zou zijn om bij Casa Grada wat van die lampionnetjes in de boom te hangen en toen dat goed gelukt was wilde ik onder pergola op Waninge Plaza ook een aantal van die lampionnetjes hangen.

Dit wordt dus een blog met weinig tekst en veel foto’s: voor een beschrijving van het omhaken van een glazen potje verwijs ik naar deze website: Haken is hip!

De eerste foto is gemaakt in week 32: overdag boven de 30 graden, ’s avonds lekker buiten zitten.
Het zijn 5 verschillende lampionnetjes; andere haakmotieven en verschillende potjes qua grootte en vorm.

Je ziet achtereenvolgens een mosterdpotje, een jampotje, een potje waar spaghettisaus in zat, een augurkenpot én een pindakaaspotje.
De ophanglussen zijn gehaakt met 150 lossen; de ketting maak je aan de overkant vast.
Dan haak je met halve vasten naar het punt precies tussen de vorige ophanglussen en dan haak je nog eens 150 lossen.
Op de helft haal je de ketting mét het bolletje katoen even om de vorige ophanglus heen en vervolgens haak je de lus met een hele vaste precies tegenover waar je deze lus begon.
Klinkt ingewikkeld, is het niet: gewoon doen, dan zie je het vanzelf.

Wat mij betreft krijgen we nog een aantal zwoele dagen: kunnen wij nog even genieten van de lampionnetjes!

Reageren

23 april: Gastblog Carlijn – Fiepen.

Vandaag een gastblog van dochter Carlijn:

Als een echte ADHD’er heb ik elke maand een nieuwe hobby. Sommige mensen noemen dat hobbyhoppen, wij noemen het hier thuis Fiepen.
Vilten, naaien, haken, breien, kaarsen maken, macramé, borduren, kaarten maken, sieraden maken, kleien, hout bewerken, papier maken, schilderen, etsen, ik ben er allemaal wel eens ingedoken. Ik kan me dan helemaal verliezen in zo’n hobby, maar na een tijdje is het ook klaar. Tijd voor een nieuwe Fiep.
Vroeger vond ik dat vervelend, ik dacht “ik kan ook nooit wat afmaken” en “ik heb niet het geduld om ergens écht goed in te worden”. Ook vond ik het zonde als ik materiaal had gekocht wat na een tijdje niet meer werd gebruikt.

Inmiddels omarm ik mijn Fiep-drang. Ik geniet ontzettend van het ontdekken van een nieuw materiaal en om er alles over op te zoeken online en ik weet inmiddels ook dat ik het moet loslaten als ik interesse verlies. Het moet leuk blijven, en als ik me ergens doorheen worstel omdat ik het persé af moet maken, weet ik dat de kans steeds kleiner wordt dat ik het weer met plezier oppak. Het omarmen van mijn gefiep heeft geleid tot een berg meer creativiteit en een hoop lol in wat ik kan en wat ik doe.

Sommige hobby’s blijven hangen, zoals het naaien bijvoorbeeld, en een paar hobby’s komen in vlagen weer terug. Ook vind ik het ontzettend leuk om te merken dat de vaardigheden die ik de afgelopen jaren heb geleerd prima te combineren zijn. Zo viltte ik laatst een bij, borduurde ik de vleugels en pootjes, en naaide ik van die stof een hoesje voor een opschrijfboekje. Ook vind ik het leuk om materiaal uit te kunnen lenen of weg te geven aan mede-Fiepers, of om te merken dat materiaal voor de ene hobby prima werkt voor de volgende hobby. Met breiwol kan ik prima vilten en die ets-mesjes werken geweldig voor fimoklei.

Mijn huidige Fiep is borduren, dat is zo één die eerder voorbij is gekomen en weer naar boven kwam drijven. Dat kwam door de website van DMC, dat borduurgarenmerk. Die hebben op hun site een goudmijn aan borduurpatronen die gratis te downloaden zijn. Klik hier voor een link naar die website.
Natuurlijk kan je het pakketje garen er dan ook bij kopen, maar van de vorige borduurfiep had ik nog genoeg garen. Een uitvinding waar ik nog niet van op de hoogte was: wateroplosbaar borduurpapier. Hierbij een link naar de website Iris borduurt, daar vind je meer informatie. Heel handig, vooral als je geen kruissteek doet en/of borduurt op niet witte stof waar je niet op kan tekenen. Je print het borduurpatroon op dat papier en plak je dan op je stof (beetje vastnaaien helpt), daar kan je dan overheen borduren. Als je op de afbeeldingen klikt krijg je een vergroting.
Als je klaar bent, leg je je borduurwerk in water en lost het patroonpapier op. Wát een fantastisch spul.

Next up: een hangende fruitmand macrameeën voor in de keuken. Want waarom een mandje kopen als ik het voor veel meer geld zelf kan maken?

Reageren

26 maart: Jij bedenkt vast iets leuks

Een collega had bedacht dat ze een truitje ging breien voor ‘de-baby-op-komst’ van een andere collega.
Dat was een goed idee, maar het kwam er niet van.
Het baby’tje (een zoon) is al lang geboren, maar het garen zat nog in de plastic verpakking voor tien bollen.
Op een morgen lag het op mijn bureau.
“Voor jou. Ik weet niet wat ik er nu mee moet doen, jij bedenkt vast iets leuks.”

10 bollen Scheepjes-garen van 50 gram.
56% katoen, 44% acryl.
Grijs gemeleerd.
Op de werkvloer was het even onderwerp van gesprek.
Andere secretaresses vonden grijs niet echt een kleur voor een babyvestje, maar ik dacht: “Bij zo’n mini-spijkerbroekje en een wit shirtje? Best leuk.”

Maar ik had andere plannen.
Ooit had ik van restjes sokkenwol een soort omslagdoek gebreid, waarbij je begint met het opzetten van drie steken en het breiwerk iedere heengaande toer met twee steken uitbreidt door te meerderen. Daarbij verschijnen dan in het midden twee gaatjes (zie afbeelding links) en krijgt je breiwerk de vorm van een vlieger. Hoe je dan moet breien lees je hier.
Toen had ik bedacht dat dat ook een mooie basis zou zijn voor een grotere omslagdoek, maar ik moest nog bedenken hoe ik van de vlieger-vorm een driehoek-vorm kon maken.
Het experiment is geslaagd: het resultaat zie je op de afbeelding hiernaast.

Voor het patroon gebruikte ik verschillende ajoursteken.
Als je op de afbeelding klikt komt hij groter in beeld, dat zie je de details.
Na 4 banen met steeds die meerdersteek in het midden hield ik op met meerderen.
Op de afbeelding links zie je een deel dat  met rode lijnen is afgebakend; bij dat deel breide ik de pen aan de voorkant uit, aan de achterkant stopte ik twee steken voor het midden. Toen keerde ik het werk en ging ik aan de voorkant weer verder.
Die pen breide ik weer uit, aan de achterkant stopte ik weer twee steken eerder en keerde het breiwerk weer. Als je dit maar blijft doen brei je steeds minder steken aan die kant. Als je bijna geen steken meer over hebt (alleen de zes ribbelsteken aan de zijkant brei je helemaal terug naar het midden. Dan heb je aan één kant die driehoek tussen de rode lijnen gebreid, de andere kant is nog de bovenkant van de vlieger. Dan brei je helemaal naar het einde van je werk en pas je de ’twee steken minder breien per toer’ ook aan de andere kant toe.
Toen andere kant ook helemaal klaar was, had ik dus een driehoek, maar de omslagdoek was nog iets te klein.
Ik breide er nog 15 centimeter bij aan, maar nu meerderde ik steeds aan de uiteinden aan weerzijden een steek.
Er komt van deze omslagdoek geen uitgebreide breibeschrijving; als je een ervaren breister bent kom je er met mijn beknopte beschrijving wel uit.

4½ bol gebruikte ik voor deze omslagdoek; hij is nu in het bezit van de collega die mij het garen gaf.
Toen hoorde ik dat er weer een collega zwanger was en breide ik een baby-vestje.
Met de valse kabelsteek en houten beertjes-knoopjes.

Reageren

20 maart: Van waarde.

De derde dinsdag van de maand in de derde maand van het jaar: de derde bijeenkomst van Holy Stitch in 2025.
Je denkt dat je als ervaren handwerkster nu alle textieltechnieken wel zo’n beetje hebt gezien, maar dinsdagmiddag liet Rika ons kennismaken met iets nieuws: kumihimo.
Dat is een Japanse vlechtkunst waarmee je gevlochten koordjes maakt.
“Het is heel simpel, leuk om te doen en niet duur: ik kocht dit pakketje bij de Action voor € 1,99” vertelde Rika.
Meer weten? Hierbij een link naar een artikel over kumihimo op de website Wolplein.nl.

Geke had een leuk ideetje met kiezelsteentjes meegenomen: daar kon je schaapjes van maken.
Om het steentje brei je dan een klein jasje van schapenkleur-garen en met een klein schapenkopje van vilt heb je zo een kleine kudde op een schoteltje staan.
Zwanny verraste ons in deze veertig-dagen-tijd met een combinatie van een pocket-kruisje en een gebedsquilt: voor iedereen had ze een zelfgemaakt exemplaar meegenomen.

Na vier jaar Holy Stitch weten anderen ons ook te vinden.
Akke, PKN-gemeentelid, was haar huis aan het opruimen en vond haar verzameling Ariadne’s vanaf 1964 terug: wie dat wil mag bij haar thuis langs komen om te kijken of er iets van haar gading tussen zit. Als tip-voor-Pasen had Akke een gebreide eierwarmer: een kuikentje uit een Ariadne van 1972.
Voor de liefhebbers: een foto van de breibeschrijving.
Back to the seventies: leef je uit!

Ook Enny, geen lid van onze club, kwam langs met iets.
Zij had een groot borduurwerk gekocht.
“Het stond al even bij Het Goed,  maar niemand kocht het. Vond ik zó jammer. Welke familie doet zoiets nou weg?!”
Als handwerkster kun je je dat niet voorstellen, maar ik wil ook niet weten hoe onze dochters na mijn overlijden met mijn zelfgemaakte spullen omgaan.
Wat voor de één van grote waarde is kan voor iemand anders waardeloos zijn: als je er niks mee hebt, waarom zou je het dan bewaren?
Er kwamen verschillende ideeën voorbij wat je er mee kunt doen, maar Enny gaat eerst contact zoeken met iemand van het borduurmuseum.
Is dat er dan?!
Jah: in Barneveld.
Hierbij een link naar hun website. 

Twee uur zitten we zo’n middag bij elkaar; na een half uur ligt de grote tafel waar we om heen geschaard zitten al vol met van alles en nog wat.
Iemand had een tas vol spullen gebracht die je kunt gebruiken voor kaarten maken, er lagen patronen en breibeschrijvingen van poppenkleertjes, dingen die zijn meegenomen om te laten zien, kortom: zooi. “Wat een chaos is het al weer op tafel” merkte iemand op. Inderdaad. En dan liggen de Ariadnes van Akke er nog niet eens bij…..

Maar wat was het meest waardevolle deze middag?
Iemand vertelde dat ze na het overlijden van haar man in een enorme dip zat.
Dat ze het zo moeilijk vond, het gemis en het alleen zijn.
Geen energie, geen zin in wat dan ook.
Maar ze was er en het was goed.

Reageren

19 februari: Steek? Of draadje?

Voor de Holy Stitch-bijeenkomst van gistermiddag waren er op voorhand al zeven afmeldingen. Het was immers voorjaarsvakantie, sommigen hadden kleinkinderen te logeren of hadden andere verplichtingen, maar desondanks zaten we met z’n vijftienen om de tafel.
De ‘popjes van Sjoukje kwamen vanmiddag even terug; Stieneke had twee exemplaren gebreid, ‘popjes van Stieneke’ dus.
Niet naar het voorbeeld van het blog van vorige maand, maar ze had op internet gezocht en een patroon gevonden via ‘Pocket Buddies‘.
Ze had er twee gemaakt, ook ééntje met zo’n leuk kabeltje op de buik.
En een colletje op de truitjes. Zo goed gelukt!

Zwanny was bezig met iets wat velen ons nog nooit gezien hadden.
Ze maakte een placemat.
“Het is een soort patchwork” vertelde ze er zelf over.
“Ik heb van die witte ruitjes van papier en daar plak ik dunne stof overheen. Daarna naai ik ze met heel kleine stiksteekjes aan elkaar en als alle stof vast zit frunnik ik die papiertjes allemaal weer uit.
Voor de achterkant gebruik ik een stuk stof in een contrasterende kleur en voor de stevigheid aan de binnenkant gebruik ik een stuk oude molton. En daarna komt er nog een rand omheen.”
Wij staarden naar de priegelsteekjes, de vele papiertjes en de ruiten en zagen de binnenkant en de rand (laat staan het eindresultaat) eigenlijk nog niet voor ons.
“Volgende keer in maart heb ik er wel eentje klaar, die neem ik dan mee.”
Wordt vervolgd dus!

Cathy vertelde een verhaal over een workshop die ze had gedaan met haar (schoon)(klein)dochters.
Het heette ’tuften’. Dat is met een soort pistool een tapijt of wandkleed creëren; je trekt lusjes garen/wol/acryl door een doek.
Ze had dat gedaan bij een mevrouw in Assen; die had met een kunstwerk (gemaakt met die techniek) meegedaan aan het programma ‘De Gezonken Meesters’.
Je lees er alles over op haar website, hierbij een link naar Art Studio Vinea.

Hennie had haar borduurwerk mee.
“Ach het schiet niet erg op; ik doe eigenlijk maar wat…..”
Corry merkte op: “Geeft toch niet. Mijn oma zei vroeger altijd ‘Elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar’.”
Iemand anders dacht dat het niet een draadje, maar een steekje iedere dag was.
Op internet vonden we het antwoord: het was toch echt een draadje.
De betekenis stond er ook bij: gestaag elke dag een klein beetje voortgang boeken levert uiteindelijk toch een significant resultaat op.
Naderhand ontdekte ik dat ik over ‘handwerkspreekwoorden’ al eens had geblogd.
Over de hemdsmouw, maar ook over de luie naaister en haar lange draden.
Hierbij een link naar dat verhaal uit 2020.

Reageren

12 februari: Opdracht.

Af en toe krijg ik een ‘handwerk-opdracht’; meestal is dan de vraag of ik een paar sokken wil breien.
Begin januari kreeg ik een appje van Carlijn.
“Ik maakte een kabouterstelletje van klei en ik heb een vraag. Hij heeft een pijp vast en ik heb haar zo gemaakt dat ze piepkleine breinaaldjes vast kan houden. Hoe klein kan jij breien?”
Wist ik niet. “Dat zou ik moeten proberen” reageerde ik terug. “Met borduurgaren en spelden?”

Zo bedacht, zo gedaan.
Carlijn kwam een morgen bij ons koffiedrinken en nam de kleine kaboutertjes mee.
Uit mijn voorraad borduurgaren zocht ik een restje rood en begon met naainaalden van 5 cm te breien.
Wát een gepriegel!
Toen ik een steek liet vallen kon ik die niet meer terughalen….. het gaatje dat daardoor ontstond heb ik met het afhechten van het onderste draadje weer dichtgenaaid.
Na 1½ centimeter vond ik het wel klaar.
We vervingen de naai-naalden door knopspelden en tadaaaaah: een kabouterbreiwerkje.

Nu is het klaar!
Vorige week kreeg ik bijgaande foto.
Voor geïnteresseerden: de kabouters zijn gemaakt van luchtdrogende hobbyklei en veel geduld.
Daarna zijn ze met acrylverf geschilderd.

Op internet vond ik nog een leuke quote:
Tieners geloven niet meer in Sinterklaas, maar wel in kaboutertjes die de troep achter hun kont opruimen.
En niet alleen tieners…..

Reageren

22 januari: De dérde dinsdag….

Rond een uur of twee zaten we gistermiddag met 16 steeksters in de hal van Op de Helte, voor het eerst niet op de eerste maar op de dérde dinsdag van de maand.
Met mijn stem is het nog steeds niet in orde, dus om stilte te genereren trok even aan de bel die naast de bar hangt.
De dames hadden weer van alles onderhanden, een paar dingen haal ik even naar voren.

Corry was aan het borduren.
Ze borduurde op op maat geknipt goud- en zilverkleurig stramien en vervolgens plakte ze dat op een kartonnen kaart om te versturen.
Dat stramien had ik nog nooit gezien: ze had het gekocht bij de Handwerkboetiek in Roden.
Ze had zelf ooit zo’n kaart gekregen van Ilse en was er nu zelf druk mee aan het experimenteren.
Ik zou op internet even een website met informatie opzoeken, maar dat is me nog niet gelukt. Iemand een idee waar ik moet zoeken?

Alice was ‘even op straat gaan liggen’ en had daarbij haar pols bezeerd. Daar zat nu een brace om en ze constateerde ‘dat je zonder één hand gewoon NIKS KUNT’.
Maar ze kon nog wel een eenvoudig breiwerkje doen.
Ze had bedsokken die niet zo mooi meer waren, daar ging ze voor zichzelf een nieuw paar van breien.
“Het is heel simpel: een groot vierkant en twee kleine vierkantjes, die moet je tegen elkaar aan leggen.”
De foto’s van de oude bedsok gaan als voorbeeld bij deze mail…… de volgende maand gaan we zien/horen hoe het is geworden.

Halverwege de middag kwam organist Arjan Schippers langs. Hij moest even bij het orgel zijn: wat boeken halen en iets oefenen.
Hij wilde eigenlijk wel even aanschuiven en dat mocht. Maar hij deed het vervolgens niet. Zo’n dappere man. Nergens bang voor maar toch niet in een kring met handwerkende vrouwen durven te zitten…..
Toen hij terugkwam riep hij bij het naar buiten lopen dat hij maat 42 had.
Ja hoor, ja.

Ilse was aan het foefelen.
Dat woord kende ik niet, heb ik even opgezocht.
1. stiekem verbergen, iets ergens instoppen, moffelen
2. niet netjes werken, knoeien
3. bedriegen, foppen, wroeten.
Die Ilse.
Het bleek achteraf erg onschuldig. Ze had vierkantjes gebreid voor een troostdekentje, maar die waren niet allemaal gelijk van afmeting. Bij de kleinere vierkantjes haakte ze er een randje omheen, zodat ze allemaal even groot werden.

Op verzoek van Sijcolien scande ik een beschrijving die iemand mee had genomen voor het maken van een pannenlap in de vorm van een kip. Het komt uit het tijdschrift Landleven, nr. 1 van 2011.
Leuk voor Pasen straks.
Toen het patroon van hand tot hand ging waren er gelijk ook al weer op- en aanmerkingen.
“Zo’n pannenlap kun je beter dubbel haken, als een soort handschoen.”
Goed idee. Maar het hoeft natuurlijk niet. Kiek zölf maor eem.
Voor alle ‘heilige steeksters’ én alle lezers van deze website als PDF bij dit blog: de werkbeschrijving van de Kip-pannenlap.
Veel plezier!

Reageren

Pagina 1 van 23

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén