een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Handwerken Pagina 2 van 21

22 juni: Afkicken van mijn verslaving.

De titel van dit blog suggereert dat ik worstel met een ernstig probleem, maar het is minder erg dan je op voorhand denkt.
In de afgelopen week ben ik erachter gekomen dat ik verslaafd ben aan ‘een handwerkje in mijn hand’.
Wat is er gebeurd?
Op 7 juni schreef ik in het blog ‘Eén bijverschijnsel‘ over mijn schouderblessure.
Na 6 behandelingen werd het door de rust na de staaroperatie wel iets beter, maar knapte nog niet erg snel op en vorige week zei Jarco: “Doe die oefeningen maar even niet, doe maar even helemaal niks extra’s met die arm”. Zelf bedacht ik dat ik dan ook even moest stoppen met haken en breien. Je denkt dat je de spieren in je linkerschouder niet gebruikt bij die vormen van handwerken, maar neem van mij aan: je gebruikt dan spieren in je hele bovenlichaam.
En het werd beter; de pijn nam wat af.

Dinsdagmiddag had ik weer een fysio-afspraak en ik vertelde dat ik zijn advies had opgevolgd en dat ik daarnaast ook even gestopt was met haken en breien. “Deed je dat veel dan?” Ik vertelde hoeveel. Zodra ik een stoel aan mijn kont heb ben ik aan het prikken.
“Nou, dan hebben we nu misschien het lek boven water. De komende twee weken nog geen oefeningen en ook niet handwerken. Zien wat het oplevert”. Ik vroeg hem of hij wel eens vaker mensen met overbelaste lichaamsdelen door het handwerken had behandeld.
“Ik ken helemaal geen mensen die dat doen” was zijn antwoord.
😉

dromen van vasten en stokjes….

Eén week niet handwerken was onthutsend moeilijk voor mij.
Ik word er ongedurig van, kan mijn rust niet vinden.
Zit op mijn werk in de pauze onwennig met niks in mijn handen mijn broodje te eten.
Kijk televisie met lege handen.
Zit naast Gerard in de auto met de handen in de schoot.
Drink koffie en thee zonder steken.
Verder droom ik van stokjes en vasten; ik was met een leuk haakprojectje bezig met donkerrode katoen.
Inmiddels ligt het niet meer op de bank maar in een koffertje, dan word ik er niet steeds mee geconfronteerd.
Het breiwerkje waar ik mee bezig was (een kindervestje) zit in een tas.

Nóg twee weken.
Voordeel: ik schiet nu heel erg op met het laatste deel van de Zeven Zussen-reeks over Pa Salt.

Reageren

10 juni: Klaverjas-omslag,

In augustus 2020, tijdens onze vakantie in Baarn, begon ik met het borduurwerk waar ik in mei van dit jaar de laatste hand aan legde: een omslag voor klaverjasbenodigdheden.
In het blog ‘Waardevol‘ ‘beschreef ik hoe ik het bijna was kwijtgeraakt, dus dat ik het nu af heb kunnen maken voelt extra bijzonder.

In 2019 had ik ergens een stukje stof op de kop getikt; dat zou de voering van mijn borduurwerk worden.
De kleuren daarvan gebruikte ik als basis voor het borduurwerk. Daarna vond ik nog een mooi grijs stofje dat ik zou gebruiken voor de afzonderlijke vakken.  “Hoe ga je dat dan doen met die voering en zo?” vroeg dochter Carlijn.
Daar had ik eigenlijk nog niet over nagedacht.
Op elkaar naaien en schuifvakjes waar de spullen in kunnen? Zoiets? Ik doe eigenlijk altijd maar wat.
Carlijn kwam een avond langs met haar naaimachine, want die had een veel beter idee: de grijze stof gebruiken als voering en de gekleurde voor de aparte vakjes.
“Ik heb nog ergens een klein ritsje liggen, dat gebruik ik voor het vakje met de kaarten en de troefstenen*. Verder maak ik de vakjes groter, zodat ze als het ware op de voering liggen.”

Moeilijk.
Zulk ingewikkeld naaiwerk gaat mij boven de pet, maar ik mocht wel dingen doen: stukjes stof op maat knippen en afspelden.
Carlijn maakte de ‘voering met vakjes er op’ helemaal klaar, zodat ik het borduurwerk aan de voering vast kon naaien. Dat deed ik met de hand.

Het is echt prachtig geworden!
Toen het helemaal klaar was liet ik trots aan Gerard zien hoe mooi het was gelukt.
“Hef gieniene” was zijn nuchtere commentaar.

Veel foto’s dus vandaag op mijn blog: je ziet de drie verschillende kanten, van de omslag, de binnenkant met de spulletjes er in én er uit.
En dan nog twee details: het vakje met de klaverjastermen die ik niet meer kwijt kon en dus allemaal maar in één vakje heb gepropt én het prachtige, kleine, paarse ritsje.
Als je op de afbeeldingen klikt krijg je een vergroting.

Het boekje dat achter het scoreblok zit is een familieoverzicht waarin we alle uitslagen bijhouden.
Alle.
Bomen. 9 bomers. 9×9 bomers……

* Houten dobbelstenen die nog door mijn vader zijn gemaakt. In onze klaverjasvariant mag je zelf bepalen wat troef wordt, die steen leg je met de goede kant naar boven op tafel.

Carlijn: BEDANKT!♥

Reageren

9 juni: Wandelclubje van pensionado’s?

In oktober schreef ik een blog over mijn obsessie voor een pannen-onderzetter in een Duits vakantiehuisje.
Over het geworstel om te ontdekken hoe die was gehaakt schreef destijds ik dat ik mezelf vergeleek met een stier en het haakwerk met een rode lap.
Inmiddels liggen bij ons bij het warm eten nieuwe pannenonderzetters op tafel in de kleuren grijs en rood.
Begin juni trouwde collega Marchiena; ze ging op huwelijksreis naar Venetië. Als secretariaat vroegen we onze collega’s om allemaal een cadeautje in een feestmand te doen met het thema Italië: dat werd een mooi gevulde Italië-mand! Van mij kreeg ze natuurlijk, naast een hapje en een drankje, iets zelfgemaakts: de obsessiepannenlappen in de kleuren van de Italiaanse vlag en 6 onderzetters.

Woensdagavond hadden we een etentje met ons secretaresseteam. De reden was minder leuk: Margreet heeft ons team verlaten.
Zij was ook een  handwerkster, dus daar hadden we het ook regelmatig over.
Stom dat ze weg is trouwens; het was een leuke collega die ik nog steeds een beetje mis.
Voor haar haakte ik de twee blauwe exemplaren op de afbeelding onder aan dit blog; toen ik er mee begon zaten we tegenover elkaar in de lunchpauze in Winschoten….. maar ze wist natuurlijk niet dat het voor haar was.
Wat was het leuk om elkaar weer even met z’n zessen te spreken!
Ik schreef er vaker over: er was veel ziekte en uitval in ons team. Van het clubje waarmee ik woensdagavond aan een lekkere pizza zat blijft alleen Renny over. Margreet is al een tijdje weg, Marja en Corry gaan met vervroegd pensioen en Petronet gaat naar een andere afdeling.

Maar zoals Corry al zei: ‘Als er ergens een deur dicht gaat, gaat er ergens anders vaak ook weer één open’: Udona en Marchiena zijn onze nieuwe collega’s en er staat een alweer een nieuwe vacature uit.
De pizza aten we bij Dolce Vita in Stadskanaal. Ik zou rijden en had de auto vol snaterende collega’s. Op de terugweg naar Groningen zat de stemming er goed in: de dames hadden het er over dat ze als pensionado’s wel een wandelclubje op konden richten.
“Ja! Dan noemen we ons ‘Jo met de banjo’!” en vervolgens zongen drie van hen luidkeels het wandellied van Jasperina de Jong.
Oh man, wat ga ik die meiden missen.

Nog even een kleine toelichting op de foto’s hiernaast.
Uit de afbeelding van de 8 obsessie-onderzetters maakte ik een uitsnede van de rode exemplaren.
Ze lijken identiek, maar zijn dat niet.
Bij de ene ben ik met lichtrood begonnen en ook geëindigd, bij de andere met donkerrood.
Verder heb ik de lus op het ene exemplaar de linkerkant opgeslagen en op de andere valt hij naar rechts. (klik op de afbeelding voor een vergroting)

Ook zo’n pannenlap haken?
Kijk dan even op het blog ‘Hoe dan?!?’
Daar vind je een link naar een PDF met een uitgebreide haakbeschrijving met foto’s.
Of die 6 kleine onderzetters die ik voor Marchiena maakte? Ga dan naar dit blog uit 2015.

Reageren

27 april: Troostdekentje.

“Wat ben jij op dit moment aan het haken?” vroeg ik in februari aan mijn collega.
“Een troostdekentje” vertelde ze “daarmee werk ik de restjes weg die ik van vorige projecten heb overgehouden.”

Troostdekentje?
Daar had ik nog nooit van gehoord.
Het eerste wat ik dan doe: opzoeken op internet.
Er is gewoon een pagina ’troostdekentje.nl’ waarop je alle informatie kunt vinden.
Wat leuk.
Dat ging ik ook doen, want ik had nog wat garen over van het gordijn/sprei-project voor het opklapbed.

Ik haakte 12 lichtgroene vierkantjes, allemaal met andere haaksteek en vervolgens haakte ik 12 witte vierkantjes met diezelfde steken.
Met donkergroen naaide ik ze aan elkaar en haakte er vervolgens 2 toeren vasten omheen, ook met donkergroen.
Zo ontstond een klein dekentje van 100 bij 80 centimeter.
Toen ik het in elkaar zette werd het dekentje steeds een beetje groter en lag het op een gegeven moment over mijn benen terwijl ik er aan werkte.
Hmmmmm….. lekker warm ja.
Vooral als ik een rokje met maillots aanhad.
Het dekentje paste eigenlijk ook wel goed bij de bank.
En toen het klaar was, was het precies groot genoeg om mijn benen te bedekken tot de voeten, al dan niet met sloffen.

Lang verhaal kort: ik hou hem zelf.
Hij ligt in opgevouwen toestand op de bank en ’s avonds ligt het over mijn benen.
Dat duurt vast niet lang meer, want het is al april en voor je het weet zitten we weer buiten, maar het wordt vast ook wel weer winter!
Troostdekentje wordt bankdekentje; het volgende ‘restjesproject’ wordt een troostdekentje.

Ook een troostdekentje of een ‘zorgenvriendje’ maken? Hierbij een link naar de website Troostdekentje.nl.

Reageren

22 april: Het haasje.

Pasen ligt al weer even achter ons, maar misschien kun je iets met dit blog voor een volgend jaar.
Een andere voorwaarde is dat je kunt haken.

In coronatijd blogde ik over gehaakte paasonderzetters in het blog ‘Loensende kippen haken’
8 had ik er destijds gehaakt, maar als je met z’n achten bent is dat te krap, want als 1 persoon een pilsje neemt heb je al twee onderzetters nodig.
Voor Pasen 2023 haakte ik er een paar bij: 3 eieren en 3 haasjes.
Voor eieren gebruikte ik de beschrijving op deze website , maar een patroon voor een paashaasje kon ik niet vinden, dat bedacht ik daarom zelf.
Hieronder vind je de beschrijving.

Haak 5 lossen, sluit tot een ring met een halve vaste in de 1e losse.

toer 1: 3 lossen (dit is eerste stokje) + 14 stokjes,  = een ring van 15 stokjes, sluiten met een halve vaste in het 1e stokje.
Volgende steeds sluiten met een halve vaste in de 1e vaste van de vorige toer. 
toer 2: 2 vasten, 2 vasten in het derde stokje, dit nu nog 4 keer doen. (ring van 20 vasten)
toer 3: 3 vasten, 2 vasten in de vierde vaste, dit nu nog 4 keer doen, (ring van 25 vasten)
toer 4: 4 vasten, 2 vasten in de vijfde vaste, dit nu nog 4 keer doen, (ring van 30 vasten)
toer 5: 5 vasten, 2 vasten in de zesde vaste, dit nu nog 4 keer doen, (ring van 35 vasten)
toer 6: 6 vasten, 2 vasten in de zevende vaste, dit nu nog 4 keer doen, (ring van 40 vasten)
toer 7: 7 vasten, 2 vasten in de achtste vaste, dit nu nog 4 keer doen, (ring van 45 vasten)

Het basisrondje van het haasje is nu klaar.
Voor de oren haak je het volgende:

* 9 lossen en 8 vasten ’terughaken’.
2 vasten in de basisring en nu ga je langs de linkerkant weer naar boven: haak een stokje op elke vaste, 7 stokjes in totaal.
Haak in de 8e vaste 6 stokjes.
Nu ga je langs de rechterkant naar beneden haken: weer op iedere vaste 1 stokje.
Zet het oortje met een halve vaste vast aan het basisrondje.
Rechts zie je een patroontekening van één oortje.

Voor het volgende oortje haak je 2 vasten op de basisring en maak je nog zo’n oortje, begin hiervoor opnieuw bij *

Zorg dat je bij het terughaken van het tweede oortje aan de buitenkant terughaakt.

Haak nu nog 1 toer vasten om het basisrondje heen tot je weer bij de oren bent, toer sluiten met een halve vaste in de ring.

Je kunt er natuurlijk nog oogjes op borduren en snorharen enzo, maar ik vond het zo wel goed.
Het zag er in ieder geval feestelijk uit op 2e Paasdag.

Reageren

21 april: Grabbelton.

Bij ‘Het mes op tafel’ heb je af en toe een vraag in de categorie ‘Grabbelton’; dat kan van alles zijn.
Vandaag een grabbelton-blog met wat kleine dingetjes.

Op 2e paasdag hadden we nogal wat patat over.
“Daar kun je zelf rösti van maken” zei iemand, dus dat heb ik geprobeerd. Dit heb ik gedaan:
Patat in kleine stukjes hakken met een ouderwetse ‘Zilitz Blitzhacker’. Uitje snipperen en bakken, plakjes ham in reepjes knippen  en even meebakken, daarna de aardappelbrij er bij in doen.
Even aanbakken tot er een soort pannenkoek met een lichtbruin korstje ontstaat, dan even goed roeren, wat geraspte kaas toevoegen en het geheel nog even goed doorbakken.
Ik gebruikte het voor ovenschotel met shoarma en bonen; klik hier voor het recept.

In mijn ‘restjes haakkatoen-mandje’ lagen al weer heel wat kleine bolletjes die ik van een aantal haakprojectjes had overgehouden en in de kelder hing een uiennet dat bijna uit elkaar viel: ik haakte een nieuwe van restjes. Het ziet er eigenlijk niet uit, maar dat maakt niet zoveel uit, want in die kelder is het bijna altijd donker en wie kan het nou wat schelen hoe zo’n net eruit ziet. Als het maar praktisch is en dat is het.
Ook zo’n uiennet haken? Hierbij een link naar het blog ‘Een uiennet. Een wát….?’

Voor de brunch van 2e Paasdag had ik een plukbrood gebakken.
Voor het deeg gebruikte ik de helft van de ingrediënten die je nodig hebt voor een breekbrood (klik hier voor een link naar dat recept).
Ik liet het deeg rijzen en daarna rolde ik het uit tot een vierkante lap.
Beetje ketchup er op, stukjes ui, kleine stukjes tomaat en ontbijtspek, geraspte kaas en Italiaanse kruiden.
Daarna vouwde ik de lap dubbel, rolde hem weer een beetje uit en belegde de bovenkant weer met bovenstaande ingrediënten.
Dat deed ik nog twee keer, zodat er een vierkante lap deeg ontstond met kleine laagjes vulling.
Oven op 220 graden
Daarna sneed ik de lap ik kleine vierkantjes, die ik naast elkaar legde in een ovenschaal. Toen liet ik het geheel nog even weer een half uur rijzen en bestrooide het daarna met wat kruiden en geraspte kaas.
25 minuten in de oven: Italiaans plukbrood.

 

Reageren

11 april: Gran Canaria 5 – Waardevol.

Wat bepaalt de waarde van een voorwerp?
Tijdens onze vakantie raakte ik mijn rugtas kwijt. Voor de lunch had ik hem onder de tafel gezet en daarna vergeten mee te nemen.
Toen ik daar achter kwam rende ik terug naar de eetzaal, maar hij stond niet meer onder de tafel.
Bij de leiding van het restaurant gevraagd, bij de balie gevraagd, maar de tas was niet gevonden.

Shit man!
Wat zat er eigenlijk in?
Handdoek.
Boek.
Telefoon.
Oortjes.
Handtasje uit Canada met lippenstift en doosje zoetjes.
Zonnebril.
En mijn borduurwerk: een omslag voor een klaverjas-scorebloc.

Eén van mijn gezinsleden dacht wel te weten hoe het was gegaan: “Iemand heeft die tas meegenomen en die telefoon hebben ze er vast uit gehaald, dat is het enige van waarde.  Zo’n tas drukken ze vervolgens in een prullenbak,  die vind je nooit weer.”
Was die telefoon het enige van waarde?
Het tasje was een souvenir uit Canada dat ik dagelijks gebruik.
Die zonnebril was zo’n voorzetzonnebril die ik net voor de vakantie voor € 40,- in Roden had gekocht.
Maar dat is allemaal vervangbaar; waar ik echt beroerd van werd was het idee dat mijn borduurwerk weg was.
Vanaf september 2020 was ik daar al mee bezig (zie Oude motieven bij het klaverjassen) en ik was bezig met het laatste stukje.
Het huilen stond me nader dan het lachen “En ik heb er niet eens een foto van…. ”

Qua geld is het niks waard. Het was een restje Aida borduurstof en DMC borduurgaren kost maar 1.60 per strengetje,  daar kan ik tijden mee vooruit.
Borduren is voor mij de ultieme ontspanning: mooie muziek of een podcast op de oortjes en me even verliezen in kruissteekjes, patronen en kleuren.
Kleuren voor volwassenen met stof en garen. Bij alle onderdelen van dit project weet ik waar ik was toen ik er aan werkte: Baarn,  Limburg, Dordrecht, Westerbork….
Weg. In een vuilnisbak?
Voor het diner maakte ik nog een rondje ‘vragen-bij-de-balies’, maar de tas was niet gevonden.

Na het diner kwamen we weer op onze hotelkamer.
Gerard liep nog even naar het balkon en daar stond mijn tas op een stoel.
Daar had ik hem die middag zelf neergezet!

………

Intens tevreden en gelukkig borduurde ik de volgende dag verder aan het blokje ‘ROEM’ en maakte een foto.
Mocht ik het dan toch nog eens verliezen, dan kan ik het in ieder geval namaken.
Door dit voorval werd ik even weer bepaald bij het begrip ‘waardevol’: dat heeft soms niks met geld te maken.


Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1; onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

23 februari: Sokken versus droge worst.

Mijn collega’s hebben ontdekt dat ik niet alleen babyvestjes kan breien.
Vorige maand vroeg Renny of ik ook wel eens sokken breide; haar moeder* breide die altijd voor haar, maar ze is overleden.
Dat wou ik wel doen.
Drie weken geleden gaf ze mij een bol sokkengaren die ze had gekocht, zo’n hele mooie bol van Opal, 150 gram, 6-draads met de mededeling: “Ik heb maat 37”.

Als je veel breit dat weet je dit: zo’n luxe, kleurige bol, dat is gewoon heel fijn breien.
Het duurde dan ook geen twee weken, toen had ik de sokken klaar.
“Wat wil je er voor hebben?” vroeg ze.
“Niks natuurlijk. Je hebt zelf die wol gekocht! En ik heb het met liefde en plezier gedaan: een win-win-situatie.”

Vanmorgen gaf ik haar de sokken en ik kreeg…… een droge worst!
Voor de moeite.
Lekker bij de borrel dit weekend!

Wil je ook eens sokken breien? Hierbij een link naar een uitgebreide brei-beschrijving.
Er is ook een handige matentabel die ik ooit vond op de website van Wolhalla, waarop je kunt aflezen hoeveel steken je moet opzetten bij de verschillende garen-diktes en bij welke schoenmaat.
Zit standaard in mijn breitas, gaat als PDF bij dit blog: matentabel

* Renny’s moeder was Jantje, sopraan van de Cantorij Roden.

Reageren

24 januari: Onderzetters ‘Oons Susse’.

In mijn ‘allennige’-vakantie vorige week ging ik natuurlijk ook een dag naar tante Trijn.
Samen zochten we haar buren op die verhuisd waren naar een nieuw appartement.
Die buren ken ik ook: vanaf 1974 wonen ze in die straat. Toen was ik puber en paste af en toe op mijn (toen nog) kleine neefje Paul.
Bertus en Tini horen bij ome Wim en tante Trijn als Bassie bij Adriaan en als Van Kooten bij De Bie.
We bekeken hun nieuwe stulpje en dronken samen een kop koffie.
Onder mijn kopje lag een gehaakt, zwart, onderzettertje. (zie afbeelding rechts)
Ik vroeg Tini of ze die zelf had gehaakt, maar dat was niet het geval.
“Die bint nog maakt deur oons Susse”.
Door de oudste zus van Tini dus.
Daar is natuurlijk geen patroontje meer van, dus ik maakte een foto en bedacht dat ik het dan wel ging ‘na-haken’.

In eerste instantie werd dat geen succes; ik zal je de foto’s besparen, maar het zag er niet uit.
Mijn garen was waarschijnlijk te dun en het werd een rare, lubberende gaten-kaas-onderzetter.
Maar al hakend en uithalend kwam ik toch zomaar op een acceptabel onderzettertje, al leek het niet op het voorbeeld van oons Susse.

Als je zes onderzetters hebt kun je er een ketting van lossen bij haken en die er met een strikje omheen vouwen.
Leuk klein cadeautje om weg te geven.

Maar het zinde me toch niet helemaal.
Met de foto van de zwarte onderzetter als voorbeeld ging ik weer aan het prutsen.
Wat oons Susse kon moet ik toch ook kunnen? Wat deed ik nou niet goed?
Al hakend kwam ik er achter dat ik in plaats van stokjes halve stokjes moest haken; nu kwam ik op een onderzetter die er heel veel op lijkt. Het patroon is een beetje aangepast. Onderzetters ‘Oons Susse’ à la Ada.
Van deze beide onderzetters heb ik een haakbeschrijving gemaakt.
Je vindt het patroon op dit PDF-bestand: onderzetters Oons Susse

NB: ik heb de onderzettertjes niet meer nagehaakt. Mocht je een fout vinden in het patroon, dan hoor ik het graag, dan pas ik het aan.

Reageren

11 januari: 9 maanden – een hele bevalling…

Op 26 maart van het vorige jaar blogde ik dat ik begon met een nieuw handwerkproject.
In het huis-kantoor van Gerard  zit een nis, waar een tweepersoonsbed staat.
Als we geen slapers hebben staat dat bed rechtop tegen de muur aan.
Daarvoor zou ik een gordijn haken voor het bed in opgeklapte staat; als het bed naar beneden wordt gehaald en wordt gebruikt, dan kan het gordijn dienen als sprei.
Wil je het blog van het begin van het project nog eens lezen?
Hierbij een link: Weefsteek? Of Keltische steek?

Het project had een paar overeenkomsten met een zwangerschap.
– het duurde 9 maanden
– het was een samenwerkingsproject van Gerard en mij; Gerard had het kamertje behangen en maakte een ophang-stok.
– het sprei/gordijn werd in de loop van die 9 maanden zo groot dat ik het met goed fatsoen niet meer mee kon nemen.
– ik was er op het laatst behoorlijk flauw van
– het is een prachtig ding geworden;  net als onze dochters 😉
– het was alle moeite meer dan waard.

Inmiddels is het klaar en hangt het in de nis: het past precies.
Gerard bedacht het ophangsysteem: een houten stok, die in een soort eindsteun valt.
Een precieze beschrijving van hoe ik het gemaakt heb zou veel te uitgebreid worden; zoals zo vaak bij mij was het veel natte vingerwerk en ‘kiek maor eem’.
Daarom hieronder een beschrijving van hoe ik het ongeveer heb gedaan.

– Ik wist hoe breed de sprei moest worden, dus ik haakte een ketting van lossen. Zo lang, dat het sprei er aan weerskanten 20 cm overheen zou vallen.
– Steeds als ik 1 bol had opgehaakt, begon ik aan een nieuwe steek, als ik twee bollen had gebruikt, begon ik met een andere kleur.
De steken die ik gebruikt heb zijn:

  1. De wafelsteek 
  2. De zandsteek 
  3. De waaiersteek
  4. Hokjes haken: 3 stokjes, 1 losse, 3 stokjes en in de volgende toer afwisselen.
  5. Noppen haken
  6.  Clusters van 3 stokjes op 1 vaste, in de volgende toer cluster van drie stokjes tussen de vorige twee clusters in.

Klik op de afbeelding rechts voor een vergroting, dan zie je de steken beter.
Als je op de naam van steek klikt, kom je op een handwerksite waar de steek wordt beschreven.

– De lussen om het sprei op te kunnen hangen heb ik zelf bedacht.
Bovenaan begin je met 3 lossen (dit is het eerste stokje) en vervolgens nog 3 stokjes.
Werk keren. 3 lossen, 3 stokjes. Werk keren. Dit dit doen totdat je 8 rijtjes met 4 stokjes hebt.
Nu vouw je de lus naar voren en bevestigt de lus met halve vasten naast de vier opzetstokjes.
Nu haak je 8 vasten en haak je de volgende lus.
Je kunt de lussen ook verder van elkaar af haken of dichter bij elkaar, dan pas je het aantal vasten tussen de lussen aan.

Ben je ook een handwerkster, dan herken je dit vast: leuk om te doen, zo’n groot project, maar nu ben ik ook wel weer blij dat ik iets anders kan opzetten. Van Sinterklaas, die opvallend goed op de hoogte was van mijn wensen, kreeg ik twee bolletjes katoen…….

Reageren

Pagina 2 van 21

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén