een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Breien Pagina 2 van 7

1 mei: Sokken breien, altijd garen over. (3)

Onder deze titel, Sokken breien, altijd garen over, schreef ik al eerder twee blogs:
deel 1   over een been/voetenwarmer van restjes sokkenwol met een beschrijving van een ‘meerderen in het midden-steek’ en deel 2  over een kussenovertrek van kleine, gebreide vierkantjes van restjes sokkenwol. Vandaag het laatste deel in deze handwerkblogserie.

In deel 2 schreef ik dat ik met een tweede kussenovertrek was begonnen, maar na 7 vierkantjes bleken de kleuren in mijn optiek bij elkaar te vloeken.
Die 7 heb heb ik van de pennen afgehaald en weggegooid. Het waren immers maar restjes.
Toen ik weer met een nieuw vierkantje begon heb ik bolletjes beter op kleur bij elkaar gezocht en de tweede poging lukte wel goed.

Na het wegwerken van alle losse draadjes legde ik het werk tussen twee natte handdoeken even een dag of twee weg om te drogen en te ‘egaliseren’: de vierkantjes bolden namelijk nogal op.
Toen pakte ik twee oude, slappe kussen, legde die op elkaar en drapeerde de twee kussenovertrekjes er om heen: paste precies.
Inmiddels is het kussen klaar en gaat het deze zomer buiten gebruikt worden.
(klik op de afbeeldingen voor een vergroting)
Het is een echt retro jaren ’70 kussen geworden.
Ook nu kun je je afvragen of deze kleuren goed bij elkaar passen, maar in de jaren ’70 kon veel…..

Reageren

26 maart: Sokken breien-altijd garen over(2).

Eigenlijk zou ik al weer naar het handwerkwinkeltje in Leek moeten om nieuw garen te kopen, want ik heb alle projecten die ik onder handen had wel af, maar het winkeltje is dicht.
Niet afhalen, niet bestellen, geen afspraken maken
Eigenlijk zou ik ook via internet garen kunnen bestellen of een andere handwerkwinkel bezoeken.
Maar eigenlijk heb ik nog geen zin in ‘afspraakgedoe’ en eigenlijk wil ik garen dat ik ga kopen gewoon zien en voelen.
Eigenlijk heb ik ook nog resten genoeg; tijd voor een nieuw experiment.

Drie weken geleden plaatste ik een blog over een voeten/beenwarmer die ik had gemaakt van resten sokkenwol.
(zie: Sokkenbreien: altijd garen over.)
Toen schreef ik dat je er ook vierkantjes van kunt breien voor een kussenovertrek; op internet ging ik op zoek naar een voorbeeld.
Zo kwam ik terecht op de website van ‘De Breiclub – Haken & Breien’, waar ik een uitgebreide beschrijving vond van het breien van vierkantjes.
Dat ging ik ook uitproberen met sokkenwol.
Bij deze techniek brei je de vierkantjes gelijk aan elkaar vast, door steeds langs de zijkant weer nieuwe steken op te nemen voor het volgende vierkantje.
Daarbij moet je soms ook breiend steken opzetten. Hoe je dat doet zie je in deze video. 

De eerste uitvoering deed ik zoals beschreven door Babette van de Breiclub (klik op deze link voor de beschrijving) met alleen toeren recht breien.
Maar dat komt het effect van de sokkenwol beslist niet ten goede (vind ik), dus na drie vierkantjes alleen maar rechte steken breide ik de volgende serie met de tricotsteek: 1 toer recht en 1 toer averecht. Het nadeel daarvan is dat het aan de randen ontzettend omkrult, (vandaar de spelden), maar als je het als kussenovertrek gebruikt trekt dat wel bij.
Links vind je een foto van ‘alleen toeren recht’, rechts een foto van de tricotsteek. (klik op de foto’s voor een vergroting)
Nu heb ik niet genoeg resten wol met hetzelfde dessin voor een heel kussenovertrek, dus ik wisselde de banen vierkantjes af met kleuren die enigszins bij elkaar passen.
Hiernaast vind je een foto van hoe het is geworden.
Hiervoor gebruikte ik drie ‘restanten’: de bovenste en de onderste baan komen van hezelfde bolletje en baan 2 en 4 ook.
Voor de middelste gebruikte ik een derde restantje.

Net als bij de voeten/beenwarmer kun je twisten over de vraag of het mooi is; het doet me een beetje aan de jaren ’70 denken.
Maar het kussen waar dit overtrekje overheen gaat ziet er ook al niet meer uit; een soort lood om oud ijzer zeg maar.
Ook hier hoef ik niet mee over straat…..sterker nog: zo’n brei-experiment houdt me van de straat!
Inmiddels ben ik bezig met nog zo’n vierkant, maar dat gaat er hééél anders uitzien.
Zie foto links. (klik op de foto’s voor een vergroting.)
Wordt vervolgd dus……

Reageren

3 maart: Sokken breien – altijd garen over (1).

Als je wel eens sokken breit ken je het wel : bij het breien van sokken hou je altijd garen over.
Vooral van die mooie in elkaar overlopende garens; je hebt twee bollen nodig, maar je verbreit niet alles.
Nou brei ik niet zoveel sokken, dus mijn sokkenwolrestjes zijn op één hand te tellen, maar vorig jaar kreeg ik ineens een heeeeleboel van die restjes: de schoonmoeder van mijn boekenvriendin overleed en ik ‘erfde’ haar handwerkmand. Daarover schreef ik destijds al een blog onder de titel: ‘Van Griet’.

De helft van de handwerkspulletjes van Griet bestond uit bovenbeschreven sokkenwolresten.
“Daar hebben wij allemaal sokken van” vertelde mijn vriendin er bij.
Wat doe je er mee?
Op internet las ik ergens dat iemand er vierkantjes van breide voor een kussenovertrek.
Je kunt er ook een ‘sokkenwoldeken’ van breien, een voorbeeld daarvan vind je hier: sokkenwoldeken.
Begin dit jaar pakte ik een Griet-restje sokkenwol om een nieuwe steek uit te proberen: je begint met drie steken en in iedere heengaande toer brei je voor en na het midden een omslag.
Dan gaat je breiwerk als het ware ‘de hoek om’. *
Het proeflapje lukte prima; ik knoopte er nog een Griet-restje aan en bedacht tijdens het breien dat ik deze ‘lap met een punt’ wel kon gebruiken als voeten/benenwarmer als ik ’s avonds op de bank zit. De punt vouw ik dan om mijn voeten en de zijkanten vouw ik om mijn onderbenen.

Nu is het experiment klaar en zijn er een aantal restjes opgebreid.
De voeten/benenwarmer verdient geen schoonheidsprijs, maar ik hoef er ook niet mee de straat op.
Het leuke van het opbreien van die restjes is dat je steeds andere kleuren/andere patroontjes in je breiwerk krijgt.
Ander voordeel: ik kan die steek nu dromen.
Nog een voordeel: het breiwerk wordt steeds een beetje groter en met eindeloze pennen recht & averecht kun je ondertussen heerlijk naar een detective kijken. In deel 2 van dit blog schrijf ik over het maken van een kussenovertrek. ( zie kussenovertrek)

Benieuwd hoe je begint aan zo’n ‘lap met een punt’?
– Zet drie steken op.
– Brei drie steken recht.
– Brei 1 steek recht, omslag, 1 steek recht, omslag, 1 steek recht.
– Brei 2 steken recht, 1 steek averecht, 2 steken recht.
– Brei 2 steken recht, omslag, 1 steek recht, omslag, 2 steken recht,
– Brei 3 steken recht, 1 steek averecht, 3 steken recht.
– Brei 3 steken recht, 1 omslag, 1 steek recht, 1 omslag, 3 steken recht.

Vanaf hier begin en eindig je iedere toer met 3 steken recht.
Zo ontstaat er aan de zijkant een ribbelrandje van 3 steken.
Wil je dit randje wat breder, dan hou je 4 of 5 steken aan.

– Brei 3 steken recht, 3 steken averecht, 3 steken recht.
– Brei 4 steken recht, 1 omslag, 1 steek recht, 1 omslag, 4 steken recht.
– Brei 3 steken recht, 5 steken averecht, 3 steken recht.
– Brei 5 steken recht, 1 omslag, 1 steek recht, 1 omslag, 5 steken recht
– Brei 3 steken recht 7 steken averecht, 3 steken recht.
Zo brei je door tot alle restjes op zijn 😉

In het midden van je breiwerk heb je 1 steek met aan weerskanten steeds een gaatje; omdat je om de twee pennen twee steken meerdert, gaat je breiwerk als het ware ‘de hoek om’.

Reageren

17 februari: Twee! En uiteindelijk drie.

Een stel van onze oude vriendengroep vanuit Hoogersmilde werd grootouders van een tweeling; wat bijzonder, twee kleine baby-jongetjes tegelijk.
Dat het een tweeling werd was geen verrassing, dus ik breide twee vestjes bij het prentenboek dat we gaven als kraamcadeau.
Dat vestje heb ik al in heel veel verschillende uitvoeringen gebreid; deze keer breide ik twee lichtgrijze exemplaren van zachte wol met een beetje acryl.
Ze lijken precies hetzelfde, maar ze zijn een beetje verschillend.
Als je goed kijkt op de detailfoto’s van de vestjes zie je dat op de knoopjes op het ene vestje hertjes staan, op het andere vosjes.
Ook de steken die ik heb gebruikt zijn iets anders: het ene vestje is gebreid met hele kleine blokjes ( twee recht, twee averecht, na twee pennen omwisselen). het andere met schuine strepen (twee recht, twee averecht, steeds eentje opschuiven).
Klik op de foto’s voor een vergroting, dan zie je het verschil beter.
Het breipatroon heb ik in 2014  al eens gedeeld op deze website onder de titel ‘Babyvestje overdwars gebreid’.  Je breit het overdwars; de steekjes staan dus niet rechtop maar liggen horizontaal.

Een derde vestje breide ik voor het dochtertje van een nichtje in Assen.
Zelfde patroon, maar weer andere knoopjes, deze keer met pastelkleurige koalabeertjes. Die knoopjes (ook die vosjes en hertjes) heb ik gekocht bij Sikkes in Groningen. Bij dit laatste vestje heb ik nog een andere variatie op bovenstaande steken gebruikt: blokjes van 3 recht bij 3 averecht.
Ook leuk……..

Reageren

13 januari: Aanvullingen bij sokken en onderzetters.

Soms krijg ik op deze website reacties.
Meestal zijn dat reacties op recente blogs, maar soms reageert iemand op een blog dat al jaren op de site staat.
Vandaag combineer ik een reactie met een kleine aanvullingen op twee blogs.

In het blog ‘Even afbrillen’ van 9 maart 2018 schreef ik over het breien van sokken op een rondbreinaald.
Op 6 januari j.l. reageerde ‘MT’ daarop met de opmerking dat je ook twee sokken tegelijk kunt breien op twee rondbreinaalden.
O?
Hoe dan?
Ik zag het nog niet voor me; ik mailde haar terug dat ik het niet helemaal begreep, toen stuurde ze me een aantal foto’s.
Eén daarvan zie je hier links, deze en de andere foto’s heb ik in één PDF gezet, hierbij een link: twee sokken tegelijk rondbreinaald
Ze schreef erbij: als je er bij zet dat je het van MT hebt mag je het gebruiken.
Bij deze!

De tweede aanvulling is niet naar aanleiding van een reactie, maar een opmerking van mezelf.
Op het blog ‘Van onderzetters naar rommelmarkt’ uit 2015 link ik naar de website Handwerkles’; daarop staat een leuk haakpatroon van een onderzetter.
Die onderzetters wilde ik weer gaan haken, maar ik vond ze eigenlijk wel wat groot, het waren meer kleine kleedjes dan onderzetters.
Het patroon heb ik een toer ingekort en iets aangepast, zodat het kleedje een onderzetter wordt.
– Haak 5 lossen en sluit deze met een halve vaste tot een ring.
– Toer 1: 1 losse. Daarna in de ring 16 vasten haken en sluiten met een halve vaste. (Elke toer wordt trouwens gesloten met een halve vaste).
– Toer 2: Haak 3 lossen (dat is nu en in de volgende toeren steeds het eerste stokje), 1 stokje in de volgende steek (hierbij steeds alleen door de achterste lus haken), 1 losse. Dan steeds 2 keer 1 stokje door de achterste lus, 1 losse. Je hebt nu 8 groepjes van 2 stokjes met één losse er tussen.
– Toer 3: Vanaf nu weer door beide lussen haken. 2 stokjes op het eerste stokje, 2 stokjes op het tweede stokje, 1 losse. Dit steeds herhalen; je hebt nu 8 groepjes van 4 stokjes met 1 losse er tussen.
– Toer 4: Haak 1  stokje op het eerste stokje, 2 stokjes op het tweede stokje,  1 losse,  2 stokjes op het derde stokje en 1 stokje op het vierde stokje, 1 losse. Dit steeds herhalen. Je hebt nu 8 groepjes van 6 stokjes met tussen het 3e en 4e stokje 1 losse én tussen de afzonderlijke groepjes ook 1 losse.
– Toer 5: Om het boogje van 1 losse  7 stokjes met 1 losse er tussen haken. Om het boogje van 1 losse 1 vaste haken. Voor en na de vaste geen losse haken. Dit steeds herhalen. Je hebt nu 8 waaiertjes van 7 stokjes met tussen ieder stokje 1 losse.
– Toer 6: Tussen alle stokjes 1 vaste haken met daar tussen een boogje van 3 lossen. Sla de ruimte voor en na de vaste tussen de bloemblaadjes over.

Op foto 1 zie je de onderzetter van de website ‘Handwerkles’ met daarnaast mijn eigen, kleinere versie.
Op foto 2 en 3 zie je wat ik er mee doe: ik haak zes onderzetters in drie verschillende kleuren. Daarna haak ik een koordje dat ik om de onderzetters strik: een persoonlijk afscheidscadeautje als een collega weggaat of als bedankje voor iemand die iets voor me heeft gedaan.
Rondom Pasen geef ik ‘Loensende-kippen-onderzetters‘ en in de decembermaand ‘Engeltjes-onderzetters’. 

Reageren

7 april: Sokken breien en mannenhumor.

Sokken breien. Vroeger leerde ieder meisje op de lagere school hoe dat moest,  maar dit meisje heeft het niet meer van de handwerkjuf geleerd.  Ik had al ettelijke truien,  vesten etc.  gebreid toen ik vond dat ik dat toch ook moest kunnen.  Op de website Wolhalla vond ik een heel duidelijke beschrijving: een sok met voor ieder gebreid deel een andere kleur. Met deze brei-beschrijving kon ik het! Hierbij een link naar dat artikel op Wolhalla
Daar staat niet op hoeveel steken je moet opzetten, daarvoor moet je naar de matentabel.
Ook heel erg handig voor andere gebreide sokken.

Vorige week voltooide ik een paar regenboogsokken voor Frea.
Dikke sokken om over dunnere sokken aan te doen.
Voor lekker thuis op de bank.
De vorige sokken die ik maakte breide ik op een rondbreinaald.  Lees hierbij mijn blog “Even afbrillen…. Daarop vind je links naar instructievideo’s over rondbreien en het zogenaamde ‘continentaal breien’.
Op zich ook prima te doen,  maar met vier pennen handigt me toch beter.

Vandaag deel ik op dit blog (naast de wolhalla-pagina) de beschrijving die ik zelf hanteer voor bovenstaande dikke sokken.
Hierbij een link naar het PDF Sokken breien op 4 pennen

Als besluit van dit blog een grapje van twee mannen onder elkaar.
Wij hadden een video-groepsapp gesprek met mijn neef en nicht; ik was aan het breien.
Tot zover niks bijzonders.
“Wat ben je aan het breien, Ada?”
“Regenboogsokken voor Frea.”
“Leuk!”

Die middag kreeg Gerard een app van mijn neef.
“Weet je zeker dat Ada regenboogsokken aan het breien is?”
Daar zat dit plaatje bij:

Reageren

10 februari: Werkvestje voor in het huishouden.

Een blog van mijn hand over iets uit het huishouden?
Ja man; maar niet zozeer over het huishouden zelf, maar over wat ik aan heb áls ik aan het huishouden ben.
Vorig jaar bestelde ik bij ‘Blij dat ik brei’ het breipakket ‘Werkvestje Saartje’ en het is inmiddels af.

Het is een kort vestje met mouwen tot aan de elleboog.
Dergelijke vestjes werden in Zeeland gedragen door vrouwen die nog klederdracht droegen; ze droegen zo’n vestje tijdens ‘het werk’ – over het jak – als het wat frisser was.
Voordeel van zo’n vestje is natuurlijk dat je onderarmen onbedekt zijn, zodat je onbekommerd kunt soppen en boenen, zonder dat de mouwen van je kleren nat worden.
Het vestje zal door mij vooral in de zomer gedragen worden, dan is het lekker als je wat ‘over de schouders’ hebt.

De gebruikte steek is heel bijzonder: je breit een boordsteek (1 recht 1 averecht) en na vier pennen verspring je dan: recht wordt averecht en averecht wordt recht. Daardoor krijg je een haast elastisch effect, waardoor het vest heel soepel valt en heel erg uitrekbaar is.
Voor het eerst in mijn leven heb ik mouwen gebreid met een mouwkop. Dat was nog wel even een dingetje en dat zie je ook bij de mouw aan de rechtkant van het vest: daar is het een beetje bobbelig geworden. Ik had geen zin om het helemaal weer uit te halen en troost me met de gedachte dat het een ‘werk’-vestje is: ik hoef er niet mee naar een receptie en Gerard ziet het niet.
Denk ik.

Reageren

14 oktober: Wat brei je? Een bank-organizer.

“Wat ben je aan het breien?”
“Een bank-organizer.”
“Wat is dat, daar heb ik nog nooit van gehoord.”

Een gesprekje dat ik in de afgelopen twee weken een paar keer voerde.
Een bankorganizer is een soort fietstas met aan één kant opbergzakken die je over de leuning van je bank hangt. Daar kunnen dan dingen in als een afstandsbediening en een rol pepermunt.
In mijn geval een schaartje, een doosje met spelden/naalden, een centimeter-rolletje en een beschrijving van het patroon waar ik mee bezig ben.

Wij hebben deze zomer een nieuwe bank gekregen; een mooie lichtgrijze met een elektrische relax-functie voor mij.
Maar als ik altijd op dezelfde plek zit, wordt de armleuning aan mijn kant groezelig van het

Zo ziet het er van boven uit.

vele gebruik. Door een bank-organizer over die plek te hangen hoop ik dat stukje bank wat schoner te houden.

Op internet zocht ik naar wat voorbeelden en ik combineerde wat ideeën.
Zo maak je zelf deze uitwasbare ‘bank-organizer’.

Nodig:
– 4 bollen Katia Canada
– 2 breipennen dikte 5
Met dit garen zou je eigenlijk op pen 7 of 8 moeten breien, maar als je op pen 5 breit wordt het weefsel stevig en lubbert het minder snel uit.

Beschrijving:
– 44 steken opzetten
– 1e toer alle steken recht breien.
– 2e toer: 1 kantsteek, 2 recht, 38 steken gerstekorrelsteek* (wordt onderaan dit blog beschreven) laatste 3 steken: 2 recht en 1 kantsteek
– 3e toer: 1 kantsteek, 2 averecht, 38 steken gerstekorrelsteek, laatste 3 steken: 2 averecht, 1 kantsteek.
De tweede en de derde toer herhaal je totdat je 3 bollen hebt opgebreid.

– Bij het begin van de vierde bol moet je even goed opletten.

Even goed opletten.

Je gaat nu verder in de tricotsteek: één hele pen recht afwisselen met één hele pen averecht. 
Dit gedeelte wordt straks omgevouwen: zorg dat de ribbelkant van de tricotsteek naast het 2-recht-zijkantje komt en dat de v’tjes -kant naast het 2-averecht zijkantje komt.
Zo krijg je een duidelijke afbakening van de zijkanten.
– Na 21 cm tricotsteek nog 10 cm boordsteek breien (1 st. recht, 1 st. averecht, aan de achterkant hetzelfde, recht boven recht, averecht boven averecht).
– Nu alle steken afkanten.
Laatste tricotstuk omvouwen en zijkanten vastzetten.
Midden over het tricot-gedeelte met een grove stiksteek het deel in twee stukken verdelen.

* Beschrijving gerstekorrelsteek:

Het gerstekorrel patroon levert op een simpele manier een leuk relief op.
Eerste naald
De eerste naald brei je de hele pen 1 steek recht en 1 steek averecht.
Tweede naald
In de tweede naald begin je met een averechte steek en daarna brei je een rechte steek, dit herhaal je de hele pen.
Je laat je de steken dus verspringen en je breit een rechte steek boven een averechte steek en een averechte steek boven een rechte steek.
Deze twee naalden blijf je herhalen.

Reageren

7 oktober: Hé!? Wordt ie nou kleiner….?

Als er bij ons de familie- of vriendenkring een baby’tje wordt geboren, dan krijgt de nieuwe wereldburger van ons een groot prentenboek, het liefst Monkie of Het mooiste visje van de zee. Als bonus brei ik er dan een klein vestje bij; het breipatroon daarvan beschreef ik al eens in het blog ‘Babyvestje overdwars gebreid’>>>.

Meer dan twintig van die vestjes heb ik al gebreid.
Vroeger kocht ik die sokkenwol altijd bij het Spinnewiel in Roden, maar die is al een tijdje dicht en in Leek verkopen ze het niet.
Altijd als ik in een andere stad ben zoek ik in een handwerkwinkel naar die speciale bollen sokkenwol, Opal is het merk.
Begin dit jaar kocht ik opgetogen drie bollen van 100 gram in Groningen, daar zou ik twee vestjes van kunnen breien, maar al breiend kwam ik er achter dat deze wol dunner was.
Dan zet je wel 70 steken op, maar dan heb je minder centimeters breiwerk.
Het wordt dus wat smaller, dus je moet het ook wat korter breien.

Het nieuwe vestje valt dus wat kleiner uit
De knoopjes zitten iets dichter bij elkaar en de mouwtjes moeten wat korter. dat maakt eigenlijk niet zo veel uit, het vestje is gewoon één maatje kleiner.
In Assen kocht ik toepasselijke olifantenknoopjes en vervolgens zette ik het vestje in elkaar en naaide de knoopjes er aan.

Nu heb ik nóg twee bollen, want ik had aan één bol genoeg.
“Waarom koop je die wol niet via internet?” zou een logische vraag zijn.
Dat kan inderdaad en dat doe ik ook wel eens, met name bij Jeanet van het blog ‘Blij dat ik brei’; die heeft een handwerkwinkel in Arnemuiden.
Maar als iedereen voor zijn garen en handwerkspullen het internet opgaat, blijft er geen handwerkwinkel meer over in Nederland.
Daarom probeer ik zoveel mogelijk gebruik te maken van de winkeltjes die er nog zijn. Want je wilt toch even voelen wat voor garen je koopt? En de kleuren in het echt zien? En tegen een buitengewoon koopje aanlopen?

Reageren

2 mei: Breien met twee kleuren

In Breda tikte ik zes bolletjes garen op de kop voor 6 euro: 3 groene en drie grijze. Daar wilde ik een warme kol van haken voor in de winter van 2019/2020. Bij Atelier 6A in Leek had ik een bijzondere steek gezien. Interlocking haken heette het en het moest met twee kleuren door elkaar.  Meer weten?  Zie Interlocking haken>>>

Proeflapje: onnodig ingewikkeld…

Ik zal maar eerlijk zijn: ik vond het veel te moeilijk.  Na veel gepruts kreeg ik het wel voor elkaar,  maar het kostte me heel veel moeite. Van ‘ontspanning’ was geen sprake,  laat staan van het tegelijkertijd voeren van een gesprek of kijken naar een spannende detective. Dus dat ging ik niet doen;  handwerken doe ik voor m’n lol. Op internet zocht ik naar alternatieven en vond een breisteek met twee kleuren op deze website: Breien met twee kleuren >>>.

De beschrijving was onnodig ingewikkeld, dus het duurde even voor ik het had begrepen.  Het proeflapje spreekt boekdelen. Maar het eindresultaat van mijn kol is erg mooi geworden.

Halverwege draaide ik de kleuren om,  wat een heel leuk effect gaf. De achterkant ziet er niet uit (omdat je steeds de draden achter de steken langs slaat)  dus ik vouwde de kol dubbel en naaide hem aan elkaar. Zo kreeg ik een kol die aan twee kanten draagbaar is en die je dus om de kraag van je jas kun heenvouwen. (klik op de foto’s voor een vergroting.)

Wil je deze steek met twee kleuren ook eens proberen? Ik maakte een andere beschrijving van de steek,  waardoor het (volgens mij)  eenvoudiger wordt om deze steek te breien.  Klik voor die beschrijving op deze link: gebreide kol met twee kleuren

      

Reageren

Pagina 2 van 7

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén