een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Breien Pagina 4 van 7

16 december: De Capuchon-sjaal. Of de Sjaal-capuchon.

Ongeveer een maand geleden schreef ik over een sjaal/capuchon die ik aan het breien was voor Carlijn.
Daarin beschreef ik uitgebreid de ‘versprongen of verschoven boordsteek’.
Hoe was het ook maar weer? Zie 10 november >>>
Toen beloofde ik dat ik een vervolgblog zou schrijven
Inmiddels is hij af.

Het principe is heel eenvoudig.
Je breit een sjaal en in het midden daarvan minder je aan één kant en in elke naald één steek, in totaal iets meer dan de helft van het aantal steken.
Daarna meerder je aan dezelfde kant weer hetzelfde aantal steken.
Als de sjaal helemaal klaar is naai je de twee delen waar je hebt geminderd aan elkaar, waardoor een soort muts ontstaat.
De naad loopt dan van je kruin tot je nek.
De muts doe je op je hoofd en de sjaal-delen sla je om. Lekker warm!
Een uitgebreide brei- beschrijving van deze sjaal vind je hier capuchon sjaal  .

Omdat de sjaal niet mocht kriebelen kwam het Carlijn nogal krek.
Daarom nam ik haar mee naar het handwerkwinkeltje Atelier 6A in Leek, waar ze zelf heel zacht garen uitzocht.
100 % polyester, merk Scheepjes, soort Eliza.

Binnenkort maar eens weer naar Leek.
Voor wol voor nog zo’n sjaal-muts-capuchon.
Voor mezelf!

Reageren

10 november: Versprongen of verschoven boordsteek.

Voor Carlijn ben ik bezig met het breien van een sjaal en een capuchon/muts aan een stuk.
Ze had zo’n ding gekocht, maar het was gebreid van (haar woorden) prik-wol.
Helemaal kriebelig werd ze er van.
“Wil jij precies zo één voor mij breien? Maar dan van lekker zacht garen?”
Tuurlijk.

Het voorbeeld was gebreid in tricotsteek. V-tjes aan de voorkant, ribbels aan de achterkant. Nadeel daarvan is dat de zijkanten omkrullen en dat de voorkant veel mooier is dan de achterkant. Bij een sjaal moeten eigenlijk beide kanten gelijk zijn.
Ordnung muss sein.
Met Carlijn overlegde ik dat een andere steek ging proberen.
Van de veel te vroeg overleden Willy van ’t Spinnewiel leerde ik de ‘versprongen boordsteek’. Wordt ook wel ‘verschoven boordsteek’ genoemd.
Redelijk eenvoudig te breien en een verrassend resultaat.

boordsteek 2 recht 2 averecht (foto Wolenco.nl)

Versprongen boordsteek 2 r 2 a + 1

Je zet een veelvoud van 4 steken + 1 op de pennen, in het geval van de sjaal-muts 72 + 1 = 73.
Dan brei je in de eerste pen 2 steken recht, 2 steken averecht, dit steeds afwisselen.
Op het laatst hou je 1 steek over, die brei je recht.
De tweede pen is precies hetzelfde en alle volgende pennen ook; ik zei al: redelijk eenvoudig.
Het verschil met de gewone boordsteek (2 recht 2 averecht) en de versprongen boordsteek zie je op de foto’s. Het effect is dat je aan beide kanten maar één rij V-tjes krijgt op 4 steken. De structuur van het breisel is wordt lekker los en rul als je het op één pen groter breit dan op de wol staat aangegeven.
Probeer het maar eens!

Er komt nog een deel 2 van dit blog: dan is de capuchon-sjaal klaar en vertel ik welk ‘niet-prik-garen’ ik heb gebruikt en hoe je zelf zo’n combi kunt breien.
Zie hiervoor 16 december: Capuchon-sjaal >>>

Reageren

20 augustus: Mohair in een doos vol restjes.

Vorige week kreeg ik van iemand van onze PKN-gemeente een grote Pamper-doos vol restjes wol.
Ik kieperde de doos op de kop om de kleuren bij elkaar te zoeken. Blauw zat er niet meer in……gek he? Heeft denk ik alles met dat ‘RM-virus’ te maken!
Maar er bleef nog genoeg over.

Tot mijn grote verrassing vond ik een aantal bollen heel dunne mohair-wol; een paar ‘paars-blauw-groen-gemêleerde bollen en een aantal knotjes lila en paarse tinten. Ik legde het allemaal bij elkaar en vond het een mooie combi. Inmiddels ben ik begonnen aan een sjaal.

Eerst probeerde ik een aantal breipennen in verschillende diktes uit. Pen 5 gaf het mooiste resultaat. Daarna zocht ik naar een steek die aan beide kanten van de sjaal een mooi effect geeft en ik vond de honingraatsteek.
Aan de voorkant ontstaat een honingraat-relief en aan de achterkant  krijg je een mand-vlecht-motief. Bij deze steek brei je alle naalden aan de voorkant 2 recht en 1 averecht en aan de achterkant 1 recht en 2 averecht. Een soort boordsteek zeg maar.
Bij de 3e en de 4e naald brei je 3 steken niet en neem je draad mee naar de volgende steken.
Dan trek je als het ware de draad over de 3 niet gebreide steken heen.
Daardoor ontstaat het mand-vlechtwerkpatroon aan de achterkant.
Hierbij een link >>> naar een duidelijke brei-beschrijving op de website ‘Stricka’.

Reageren

17 augustus: Net zo als op het plaatje.

In mei begon ik te breien aan een lichtgroen ajourtruitje.
Het patroon had ik gevonden in het tijdschrift ‘Simply breien’ van april 2013.
Het was een boek met allemaal zomertruitjes en vestjes.

Het moest worden gebreid van katoen. Ik kocht katoen in dezelfde kleur als op het plaatje: pistache-groen.
Nog niet zo vaak had me gewaagd aan een ajourpatroon, dus ik begon met een behoorlijke proeflap.
Eerst maar eens zien hoe het ajour-werkje in elkaar zit.
Meestal moet je het een aantal keren achter elkaar breien om je het patroon eigen te maken.

Toen ik het goed onder de knie had ben ik in het net begonnen. Het voert te ver om het hele patroon op dit blog te zetten, dat zou niet netjes zijn tegenover Simply Breien, één onderdeel wil ik op dit blog graag delen. Een heel leuk effect bij dit truitje is de A-lijn, die ontstaat omdat je het bovenste deel, na het ajourgedeelte, in boordsteek, 2 recht, 2 averecht,  breit. Daardoor kruipt het weefsel een beetje in elkaar. In de eerste 12 toeren echter brei je aan de achterkant van die boordsteek niet 2 recht 2 averecht, maar brei je de hele toer averecht. Daardoor krijg je een soepele overgang van het ajourgedeelte naar het boordsteek gedeelte. (zie detailfoto hiernaast).

Vorige week kreeg ik het af.
Het is precies zo geworden als op het plaatje, zelfs de mouwtjes, ook gebreid in dat ajourpatroon, zijn goed gelukt.
Gisteren had ik het aan naar mijn werk.
Tijdens de middagpauze kreeg ik twee complimenten van ‘kenners’: twee dames van de huishoudelijke dienst die zelf ook veel handwerken vonden het erg mooi! “En die mouwtjes! Knap hoor….”

“Het is precies geworden zoals op het plaatje” schreef ik hier boven.
Als ik het aan heb ziet het er wel anders uit als op het plaatje; ik heb immers geen maatje 36…..

Reageren

16 juni: Het lijkt er op….

Vorig  jaar  in september schreef ik over kussens met een gehaakte voorkant en een gebreide achterkant. ( Zie: Kussen bi-stitchual>>>)
Van het Call-the-midwife-dekentje >>> en die kussens had ik nogal wat restjes over;
daar heb ik met wat kunst- en vliegwerk nog een vierde kussen van gemaakt.

harten grijs i.p.v. rood

Voor de haakkant gebruikte ik de donkergrijze katoen voor de harten van de granny squares. Dat gaf een ander effect dan de donkerrode kernen in de andere kussens. Ook de grijs- en rosetinten zijn iets anders dan de gemêleerde katoen van de andere kussens. Resultaat: het lijkt op elkaar, het is anders en toch passen ze bij elkaar.

….. randje stokjes aan het breiwerk…..

Bij de brei-blaadjes-kant stuitte ik op een ander probleem: de katoen van het dekentje was dunner dan die van de kussens.
Dus de vierkantjes vielen kleiner uit en vulden met elkaar niet het hele oppervlak van het kussen.
Ik bedacht dat er ik dan wel een rand stokjes omheen kon haken. (Zie foto).
Daarbij haakte ik om het hele gebreide vierkant eerst een toer met vasten en daarna haakte ik op iedere vaste een stokje. (De stokjes in de achterste lus van de vaste haken, dan krijg je een mooi randje op de plek waar het haakwerk aan het breiwerk vastgemaakt wordt.)
Op de hoeken haakte ik 5 stokjes in één vaste.

grijze i.p.v. roze knoop

Ook zo’n rose knoop die in het midden van de kussens zit kon ik er niet meer bij krijgen, daarvoor koos ik een grijze variant.
Klik op de foto’s voor een vergroting, dan zie je heel duidelijk de gehaakte rand aan het gebreide gedeelte.

Ook voor deze kant van de  kussens geldt nu: het lijkt op elkaar, het is anders en toch passen ze bij elkaar. 
Doet me denken aan onze dochters.
Hiernaast een afbeelding van de drie dames uit 2015, gemaakt in Schoorl.
(lees hier >>> het bijbehorende blog).

Het lijkt op elkaar, het is anders en toch passen ze bij elkaar…….

Reageren

4 mei: Breien in de wachtrij.

Gistermiddag was ik met mijn moeder ‘op tournee’. Ze moest verschillende onderzoeken ondergaan in het Wilhelminaziekenhuis in Assen en dat betekent: aanmelden bij diverse balie’s en wachten. Veel wachten.
Daar ben ik natuurlijk op voorbereid, dus ik heb altijd een brei- of haakwerkje bij me.
Ma en ik keuvelden gezellig, maakten af en toe even een praatje met deze of gene die ook zat te wachten en ondertussen prikte ik heel wat pennen weg.
Maar we moesten nu wel heel lang wachten en in de vierde wachtkamer was het breiwerkje klaar.

Dan ontstaat er een vreemde situatie. Ik zit met lege handen stil te zitten.
Het lijkt wel of de tijd dan nog langer duurt…….
De vijfde wachtkamer was die van de Apotheek in Smilde, waar we op de terugweg langs moesten om medicijnen te halen.
We trokken een nummertje en gingen weer zitten wachten.
Toen viel mijn oog op een mandje met een breiwerkje.
Er lag een briefje bij: Blij dat ik brei in de wachtrij. Ga gerust verder!

Er zat een keurige meneer op de stoel naast het breiwerkje, dus ik vroeg hem vriendelijk of hij van plan was om verder te gaan met het breiwerkje? Nee, dat was geenszins het geval, antwoordde hij glimlachend.
Dus daar zat ik, innig tevreden met het ‘blij-dat-ik-brei-breiwerk’.
Als Maxima in Tilburg.
Een klein stukje (drie toeren in dit geval) breien aan een vreemd soort sjaal waaraan tientallen mensen hebben gebreid.
Mijn moeder zegt dan niets, maar haar lichaamstaal zegt genoeg.
“Waarom zou je in ’s hemelsnaam…..”
Het is een virus.
Het handwerkvirus.
Mijn moeder is er niet mee besmet……….

Reageren

9 februari: Restverwerking.

Op 26 januari schreef ik over drie Zeeuwse visserstruien die ik inmiddels al heb gebreid.
Van de truien van Frea en Harriët  had ik van elk nog 4 bolletjes over, van die van Gerard nog wat restjes. Van het restant van Harriët’s  groene trui breide ik een peuter-vestje voor een nieuw Waninge neefje of nichtje.
Met houten eendjes-knoopjes.
Voor het patroon: de beschrijving staat op het blog van 12 november 2014 >>>.
Wat een andere kleur en een ander stekenpatroon al niet doen…….

Van de denim-blauwe  bolletjes haakte ik een sjaal met het patroon dat ik gebruikte voor een zomer- colsjaaltje.
Daar maakte ik een winterversie van.
Voor het randje eromheen gebruikte ik de grijze restjes van Gerards trui.
Voor het patroon van het zomersjaaltje zie het blog van 15 augustus 2015 >>>.

Opmerking: op de foto’s zit er een rare verkleuring in de blauwe kleur. Dat was ook al zo met de foto’s van Frea’s trui. Ik kom er niet goed achter waar dat van komt; heeft vast te maken met de kwaliteit van de foto’s van mijn telefoon. In het echt is de sjaal egaal denimblauw: als je op de foto’s klikt krijg je een vergroting en dan is verkleuring verdwenen.

Reageren

26 januari: Eén patroon. Drie verschillende truien.

De Zeeuwse visserstrui is populair in ons gezin.
Voor Gerard maakte ik een trui met het patroon ‘een kor vol vissen’ met grijze wol.
(zie 29 december 2015 >>>).

Vervolgens breide ik er één voor Harriët

met Arnemuidse slangen en blokjes van Yerseke; zij wilde graag een groen exemplaar. Daar schreef ik over op 16 juli 2016 >>>.
Eergisteren legde ik de laatste hand aan een denim-blauw exemplaar voor Frea. Zij koos voor Zeeuwse kabels. De kleur komt niet goed over op de foto, die heb ik gemaakt met een flitser. Zodra ik een betere foto heb zal ik die op dit blog plaatsen. Binnenkort gaan Gerard en ik lang weekend naar Frea om de trui persoonlijk te overhandigen.

Het zijn werk-truien. Harriët woont er zowat in, hij zit gewoon lekker en is fijn warm. Ook Carlijn krijgt ook nog zo’n trui. Ze weet alleen nog niet welke kleur en welk patroon. Ik ga eerst even weer wat haken; even weer een andere beweging maken, voor je het weet heb je een brei-arm!

Reageren

25 september: Kussen ‘bi-stitchual’.

grannysOp 16 juli schreef ik dat ik bi-stitchual ben. (Lees ‘Ik ben ‘bi’ >>>)
Dat bracht mij op het idee om een project op te zetten waarbij ik haken en breien kon combineren. Het werd een kussen, met aan de ene kant gehaakte granny squares en aan de andere kant gebreide blaadjes.

De granny squares >>> beschreef ik al in maart. Kussen Toscaan had ik als proeflapje gehaakt en toen wist ik wat ik niet wilde. Nu koos ik voor bordeaux-rode kernen en een gemêleerde glanskatoen met in elkaar overlopende kleuren: oud rose, ecru en grijs.   blaadje

Van de gebreide blaadjes >>> maakte ik mijn zomervakantie project.
Daarvoor kocht ik tijdens ons verblijf in Doesburg bij Staarink warenhuis (een belevenis op zich, zie >>>) 7 bollen ecru glanskatoen.
Twee kussens heb ik inmiddels klaar. Nog één kussen te gaan. 16 gebreide blaadjes en 16 gehaakte granny squares. Van veel achter beeldschermen zitten krijg je vierkante ogen. Dat heb ik wel eens. Maar hoeveel vierkantjes ik ook haak of brei: mijn ogen bankblijven rond. Ik voer gesprekken , kijk televisie, geniet van verjaardagen en daarbij brei en haak ik vierkantjes.

Kussen ‘Bi-stitchual’:  mijn two-seater ziet er nu zo uit!

Reageren

25 augustus: Blaadjes breien

In de zomervakantie hebben we wel wat korte tripjes gemaakt, maar er was ook voldoende tijd om thuis rond te lummelen. Op één van die dagen maakte ik tijd voor een handwerkklus. Een tijdje geleden zag ik ergens een babydekentje met kleine, gebreide blaadjes. Och, wat mooi. Ik had er al eens vluchtig naar gezocht op internet; ik vond wel foto’s van de gebreide blaadjes (zie foto hier links), maar de blaadjes vierkantbeschrijving van hoe je ze moest breien kon ik alleen in het Engels vinden. Op dat moment gunde ik me daar geen tijd voor, maar ik nam me voor dat ik dat in de vakantie ging uitzoeken.

Heb ik gedaan. Deze site vond ik:  Knitting Project: a Cosy Rug >>>, dus het blaadje had ik.
Vervolgens zocht ik naar een site met een vertaling van Engelse breitermen. Vond ik ook, zie een pagina op de website Alles over breien >>>

Beide pagina’s heb ik uitgeprint. Eerst heb ik letter voor letter het patroon vertaald.  Toer voor toer schreef ik helemaal uit. Daarna ben ik gaan zitten en gewoon begonnen. Patroon aan de ene kant, foto van het blaadje aan de andere kant.  Het eerste vierkantje mislukte. blaadjes 1Het tweede was ook nog niet helemaal jofel. Toen vond ik het gedeelte boven het blaadje met al die gaatjes niet mooi, (te druk) dus probeerde ik afwisselende strepen ribbels en tricotsteek. Na 4 proef vierkantjes  had ik het onder de knie en begon ik met mooi ecru-garen aan het eerste vierkantje ‘voor het echie’.
Eén vierkantje ziet er zo uit (rechts) en een aantal aan elkaar zien er zo uit (onder). Binnenkort laat ik op dit blog zien wat ik er van heb gemaakt.
Géén babydekentje in ieder geval.

Van het patroon heb ik een PDF gemaakt, klik hier patroon blaadje breien voor de beschrijving van het vierkantje met het gebreide blaadje. Zo hebben een aantal mensen nblaadjes 8og profijt van mijn ‘verlummelde breidag’.

Nog twee opmerkingen:
1. neem de tijd om het onder de knie te krijgen. Print het PDF uit en brei het toer voor toer uit. Lukt het niet in één keer: probeer dan een tweede vierkantje. Het wordt pas fijn breien als je het vierkantje uit je hoofd kunt breien, dat was bij mij pas na 6 vierkantjes het geval. Het patroon is helemaal uitgeschreven, dus niet met “hh van * tot *, maar iedere steek en iedere omslag omschreven.

2. Het patroon heb ik helemaal meegebreid en ik denk dat het helemaal goed is. Maar vanuit mijn werk weet ik dat je over je eigen fouten heenleest, omdat je weet wat er moet staan. Ontdek je een fout in de beschrijving, laat me dat dan weten, dan pas ik het aan.

Succes en veel plezier.  En als het wel is gelukt: laat me dat dan ook eens weten…….!

Reageren

Pagina 4 van 7

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén