een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Haken Pagina 2 van 10

21 april: Grabbelton.

Bij ‘Het mes op tafel’ heb je af en toe een vraag in de categorie ‘Grabbelton’; dat kan van alles zijn.
Vandaag een grabbelton-blog met wat kleine dingetjes.

Op 2e paasdag hadden we nogal wat patat over.
“Daar kun je zelf rösti van maken” zei iemand, dus dat heb ik geprobeerd. Dit heb ik gedaan:
Patat in kleine stukjes hakken met een ouderwetse ‘Zilitz Blitzhacker’. Uitje snipperen en bakken, plakjes ham in reepjes knippen  en even meebakken, daarna de aardappelbrij er bij in doen.
Even aanbakken tot er een soort pannenkoek met een lichtbruin korstje ontstaat, dan even goed roeren, wat geraspte kaas toevoegen en het geheel nog even goed doorbakken.
Ik gebruikte het voor ovenschotel met shoarma en bonen; klik hier voor het recept.

In mijn ‘restjes haakkatoen-mandje’ lagen al weer heel wat kleine bolletjes die ik van een aantal haakprojectjes had overgehouden en in de kelder hing een uiennet dat bijna uit elkaar viel: ik haakte een nieuwe van restjes. Het ziet er eigenlijk niet uit, maar dat maakt niet zoveel uit, want in die kelder is het bijna altijd donker en wie kan het nou wat schelen hoe zo’n net eruit ziet. Als het maar praktisch is en dat is het.
Ook zo’n uiennet haken? Hierbij een link naar het blog ‘Een uiennet. Een wát….?’

Voor de brunch van 2e Paasdag had ik een plukbrood gebakken.
Voor het deeg gebruikte ik de helft van de ingrediënten die je nodig hebt voor een breekbrood (klik hier voor een link naar dat recept).
Ik liet het deeg rijzen en daarna rolde ik het uit tot een vierkante lap.
Beetje ketchup er op, stukjes ui, kleine stukjes tomaat en ontbijtspek, geraspte kaas en Italiaanse kruiden.
Daarna vouwde ik de lap dubbel, rolde hem weer een beetje uit en belegde de bovenkant weer met bovenstaande ingrediënten.
Dat deed ik nog twee keer, zodat er een vierkante lap deeg ontstond met kleine laagjes vulling.
Oven op 220 graden
Daarna sneed ik de lap ik kleine vierkantjes, die ik naast elkaar legde in een ovenschaal. Toen liet ik het geheel nog even weer een half uur rijzen en bestrooide het daarna met wat kruiden en geraspte kaas.
25 minuten in de oven: Italiaans plukbrood.

 

Reageren

24 januari: Onderzetters ‘Oons Susse’.

In mijn ‘allennige’-vakantie vorige week ging ik natuurlijk ook een dag naar tante Trijn.
Samen zochten we haar buren op die verhuisd waren naar een nieuw appartement.
Die buren ken ik ook: vanaf 1974 wonen ze in die straat. Toen was ik puber en paste af en toe op mijn (toen nog) kleine neefje Paul.
Bertus en Tini horen bij ome Wim en tante Trijn als Bassie bij Adriaan en als Van Kooten bij De Bie.
We bekeken hun nieuwe stulpje en dronken samen een kop koffie.
Onder mijn kopje lag een gehaakt, zwart, onderzettertje. (zie afbeelding rechts)
Ik vroeg Tini of ze die zelf had gehaakt, maar dat was niet het geval.
“Die bint nog maakt deur oons Susse”.
Door de oudste zus van Tini dus.
Daar is natuurlijk geen patroontje meer van, dus ik maakte een foto en bedacht dat ik het dan wel ging ‘na-haken’.

In eerste instantie werd dat geen succes; ik zal je de foto’s besparen, maar het zag er niet uit.
Mijn garen was waarschijnlijk te dun en het werd een rare, lubberende gaten-kaas-onderzetter.
Maar al hakend en uithalend kwam ik toch zomaar op een acceptabel onderzettertje, al leek het niet op het voorbeeld van oons Susse.

Als je zes onderzetters hebt kun je er een ketting van lossen bij haken en die er met een strikje omheen vouwen.
Leuk klein cadeautje om weg te geven.

Maar het zinde me toch niet helemaal.
Met de foto van de zwarte onderzetter als voorbeeld ging ik weer aan het prutsen.
Wat oons Susse kon moet ik toch ook kunnen? Wat deed ik nou niet goed?
Al hakend kwam ik er achter dat ik in plaats van stokjes halve stokjes moest haken; nu kwam ik op een onderzetter die er heel veel op lijkt. Het patroon is een beetje aangepast. Onderzetters ‘Oons Susse’ à la Ada.
Van deze beide onderzetters heb ik een haakbeschrijving gemaakt.
Je vindt het patroon op dit PDF-bestand: onderzetters Oons Susse

NB: ik heb de onderzettertjes niet meer nagehaakt. Mocht je een fout vinden in het patroon, dan hoor ik het graag, dan pas ik het aan.

Reageren

11 januari: 9 maanden – een hele bevalling…

Op 26 maart van het vorige jaar blogde ik dat ik begon met een nieuw handwerkproject.
In het huis-kantoor van Gerard  zit een nis, waar een tweepersoonsbed staat.
Als we geen slapers hebben staat dat bed rechtop tegen de muur aan.
Daarvoor zou ik een gordijn haken voor het bed in opgeklapte staat; als het bed naar beneden wordt gehaald en wordt gebruikt, dan kan het gordijn dienen als sprei.
Wil je het blog van het begin van het project nog eens lezen?
Hierbij een link: Weefsteek? Of Keltische steek?

Het project had een paar overeenkomsten met een zwangerschap.
– het duurde 9 maanden
– het was een samenwerkingsproject van Gerard en mij; Gerard had het kamertje behangen en maakte een ophang-stok.
– het sprei/gordijn werd in de loop van die 9 maanden zo groot dat ik het met goed fatsoen niet meer mee kon nemen.
– ik was er op het laatst behoorlijk flauw van
– het is een prachtig ding geworden;  net als onze dochters 😉
– het was alle moeite meer dan waard.

Inmiddels is het klaar en hangt het in de nis: het past precies.
Gerard bedacht het ophangsysteem: een houten stok, die in een soort eindsteun valt.
Een precieze beschrijving van hoe ik het gemaakt heb zou veel te uitgebreid worden; zoals zo vaak bij mij was het veel natte vingerwerk en ‘kiek maor eem’.
Daarom hieronder een beschrijving van hoe ik het ongeveer heb gedaan.

– Ik wist hoe breed de sprei moest worden, dus ik haakte een ketting van lossen. Zo lang, dat het sprei er aan weerskanten 20 cm overheen zou vallen.
– Steeds als ik 1 bol had opgehaakt, begon ik aan een nieuwe steek, als ik twee bollen had gebruikt, begon ik met een andere kleur.
De steken die ik gebruikt heb zijn:

  1. De wafelsteek 
  2. De zandsteek 
  3. De waaiersteek
  4. Hokjes haken: 3 stokjes, 1 losse, 3 stokjes en in de volgende toer afwisselen.
  5. Noppen haken
  6.  Clusters van 3 stokjes op 1 vaste, in de volgende toer cluster van drie stokjes tussen de vorige twee clusters in.

Klik op de afbeelding rechts voor een vergroting, dan zie je de steken beter.
Als je op de naam van steek klikt, kom je op een handwerksite waar de steek wordt beschreven.

– De lussen om het sprei op te kunnen hangen heb ik zelf bedacht.
Bovenaan begin je met 3 lossen (dit is het eerste stokje) en vervolgens nog 3 stokjes.
Werk keren. 3 lossen, 3 stokjes. Werk keren. Dit dit doen totdat je 8 rijtjes met 4 stokjes hebt.
Nu vouw je de lus naar voren en bevestigt de lus met halve vasten naast de vier opzetstokjes.
Nu haak je 8 vasten en haak je de volgende lus.
Je kunt de lussen ook verder van elkaar af haken of dichter bij elkaar, dan pas je het aantal vasten tussen de lussen aan.

Ben je ook een handwerkster, dan herken je dit vast: leuk om te doen, zo’n groot project, maar nu ben ik ook wel weer blij dat ik iets anders kan opzetten. Van Sinterklaas, die opvallend goed op de hoogte was van mijn wensen, kreeg ik twee bolletjes katoen…….

Reageren

15 december: Een wàt…..?

Mijn PERSOON op het gezins-Sinterklaasfeest was Carlijn.
Op haar verlanglijstje stond een speldenkussen-armband, een mij onbekend fenomeen.
Er stond bij dat ‘home -made’ ook een mogelijkheid was.
Eerst maar eens op internet gezocht hoe zo’n ding er uitziet: zie afbeelding links (van Bol.com).

Hoe pak je zoiets aan?
Als basis nam ik de armband die Carlijn in 2015 zelf voor mij gemaakt had : een stuk breed,  zwart elastiek, helemaal vol met groene knopen.
Voor een afbeelding en een beschrijving van die armband kun je terecht op het blog: ‘Knopen in een andere rol‘ uit 2015.
Daar haalde ik twee dikke knopen vanaf om ruimte te maken.

Vervolgens zocht ik een rose, gehaakt hartje dat ik ooit eens van een buurvrouw kreeg.
Toen haakte ik twee iets grotere hartjes van blauw gemeleerd katoen.
Dat deed ik volgens de haakbeschrijving die je vindt op deze link van de website ‘Karin aan de haak’.
Het rose hartje gebruikte ik als vulling voor twee nieuwe hartjes (boven en onderkant)  die ik (met het buurvrouwhartje er tussen)  aan elkaar haakte met vasten.

Voor de bovenkant borduurde ik een rechthoekig lapje met de voorletters van haar namen (Cornelia Trijntje). Dat naaide ik bovenop het hartje. Daarna naaide ik het hart op twee plaatsen vast op de knopenarmband.

Ze was er blij mee.
“Zo handig!”
Ze vertelde beeldend hoe ze een jurk had genaaid die aan de onderkant moest worden afgespeld en hoe zo’n gedoe het dan was met die spelden in dat doosje en als je dan bukte dan prikten die spelden….. en nu doe ik dit zo om mijn arm en dan KIJK!
Kind,  hoe heb je het ooit gered zonder speldenkussenarmband.

Ze kreeg er een doosje glasknopspelden bij; dat was duurder dan de hele armband.
Maar daar gaat het immers niet om bij het Sinterklaasfeest.

Reageren

5 oktober: Hoe dan?!?

Op maandagmiddag 29 augustus namen we onze intrek in de vakantie woning ‘Am Barenberg’. Het was een heerlijk huis; kastruimte genoeg en werkelijk alles was aanwezig.
Maandagavond zat ik in verwarring aan de keukentafel.  Bij het aanrecht in het vakantie huis hing een gehaakte pannenlap met een soort omgedraaide ster waar ik maar naar bleef kijken.
En omdraaien.
Weer bekijken.
Hoe is dit in vredesnaam gedaan?
Hoe krijg je die binnenste rand zo omgedraaid?

Die avond zocht ik op internet en vond een gehaakte zeester.  Maar…. geen patroontje of beschrijving, je kon een haakpakket bestellen en daar zat het haakpatroon bij.
Hmmm. Daar had ik eigenlijk geen zin in.
Zou ik het niet zelf kunnen ‘nahaken’?
Dat had ik immers ook gedaan met oma’s pannenlappen uit de jaren 60.

De rood-witte  pannenlap lag op de keukentafel.
Even voor het beeld: denk aan een rode lap en een stier.
Ik bleef er maar naar kijken!
Heel dichtbij bekijken.
Tellen.
Nog maar eens omdraaien.
Wat wordt er dan omgedraaid?
Hoe dan?
En waar gaat het dan verder?

Dinsdagmorgen was ik er uit.  Tenminste,  ik had bedacht hoe het zou kunnen.  Voor het haakwerk waar ik mee bezig ben (een deken)  had ik extra bollen wol mee. Met de haaknaald van dat haakwerk en twee kleuren garen begon ik met 6 lossen.  En het lukte!

Twee boeken had ik die vakantie mee en ik heb er geen letter in gelezen.
Dat ik tijd heb om me te  verdiepen in zo’n ingewikkelde haakklus is voor mij puur genieten.
Door het gefrot, uitgezoek en het tellen van vasten, halve vasten, toeren, lussen en stokjes kwam ik na twee dagen even helemaal los van de bruiloft en de bijbehorende stress van het weekend daarvoor.

Inmiddels heb ik de pannenlap 2x gehaakt van katoen (zie de afbeeldingen links en rechts)  en heb ik het patroon helemaal uitgeschreven.
Hebben de afbeeldingen op jou ook het effect van een rode lap op een stier?
Hierbij een uitgewerkte beschrijving van hoe je het moet haken.
Gehaakte pannenlappen
Lukt het jou ook?
Laat het me even weten…. vinnikleuk.

Reageren

26 maart: Weefsteek? Of Keltische steek?

Nadat ik alle restjes  haakgaren had opgehaakt voor kussenhoezen was het tijd voor iets nieuws.
“Wat zal ik nu eens gaan haken?”
Het werd een sprei in combinatie met een gordijn.
Even uitleggen.

De oude slaapkamer van Harriët is opnieuw behangen.
Gerard gebruikte die kamer al een tijdje als kantoor; hij koos groen als basiskleur.
Op die kamer is een soort nis. Rond kerst kwamen we op het idee om in die nis een twee persoons-opklapbed neer te zetten.
Het werd geen opklapbed, maar een bed dat je rechtop tegen de muur kunt zetten.
Het is de bedoeling dat er een gordijn komt voor het bed in opgeklapte staat; als het bed naar beneden wordt gehaald en gebruikt, kan het gordijn dienen als sprei.
Gerard had ook een idee hoe dat moest: je brengt een stangetje aan tussen de twee muren dat fungeert als gordijnrail.
Dat stangetje kun je er ook af halen en dan kun je het gordijn als sprei gebruiken.

Leuk idee!
Hoe het er precies uit gaat zien weet ik nog niet, maar ik ga er mee aan de gang.
Zaterdagmiddag fietste ik naar Leek, bracht een bezoek aan Atelier 6a en vroeg eigenaresse Ria om advies.
Ik had twee stalen van het behang meegenomen.
“Als het als gordijn gaat hangen, moet je het in ieder geval niet van katoen haken, want dat gaat uitzakken. Je kunt het beste Stylecraft gebruiken.
Niet precies dezelfde kleur groen als het behang nemen; het leukste zijn vaak tinten die er bij in de buurt komen.
En niet te los haken! Het liefst met een haaknaald kleiner, dan worden de steken steviger.
Ga je het zelf ontwerpen? Het liefst niet te veel gaatjes of dubbele stokjes, daar wordt de structuur minder stevig van.
Wel eerst een proeflapje haken met verschillende soorten steken.”
Dit is de reden waarom ik liever geen garen via internet bestel; dank je wel Ria, voor dit uitgebreide advies.
Drie kleuren zocht ik uit en ik nam van iedere kleur 2 bollen mee.
Dan kan ik eerst vooruit.

Toen ik thuis kwam zocht ik mijn oude haakstekenboek op.
Waar zal ik mee beginnen?”
Eerst een ketting van lossen met haaknaald 4, verder haken met haaknaald 3.5.
En dan de weefsteek? Of een Keltische steek? Of alleen vasten? Of de granietsteek?
Ik hou je op de hoogte.

Op de afbeelding zie je de twee kleuren behang, de drie kleuren garen, haaknaalden en het oude haakstekenboek.

Reageren

14 maart: Als een oud dametje?!?

Er moet me even iets van het hart over handwerken.
Vorige week keken we naar ‘Met het mes op tafel’.
Herman vraagt ook altijd even naar de hobby’s van de kandidaten en één van de vrouwen hield van breien.
“Dan zit ik als een echt oud dametje te breien…!” riep ze quasi verontschuldigend.
“MUTS!” riep ik tegen het scherm.
Hoezo ‘als een oud dametje’? Hou toch op!
Je zit gewoon te breien, dat is leuk en daar heb je plezier in.
Dat heeft helemaal niks met oude dametjes te maken!
De beeldvorming over handwerken als iets oubolligs is zo hardnekkig, dat krijgen we maar moeilijk anders.
Het helpt niet als breisters over zichzelf praten als ‘échte oude dametjes’…….

Deze jonge blom* die heel graag breit en haakt schrijft vandaag een blog als vervolg op het verhaal over het auto-kussen dat ik haakte van restanten garen.
Dat besloot ik met:
De restanten zijn nog niet op.
Ik heb nóg twee blokken en kleinere restjes katoen: er komt nog zo’n soort kussen, maar dan anders.
Wordt vervolgd.

Inmiddels is dat kussen, ‘maar dan anders’, ook klaar.
De de restjes haakte ik helemaal op: op de afbeelding links  zie je dat ik soms maar één toer meer met een bepaalde kleur kon doen; dan vulde ik het vierkantje aan met de kleur waar ik nog wel genoeg van had.
Verder ging ik net zo te werk als bij het autokussen, alleen de ene kant van het kussen kreeg een donkerrode buitenrand en de andere kant kreeg een donkergrijze rand.

Bij het aan elkaar zetten gebruikte ik alleen de buitenste lussen van de stokjes.
Op de afbeelding rechts zie je hoe het grijze en het rode aan elkaar zijn gezet.
Hieronder vind je afbeeldingen van de twee kanten van het kussen.

* HAHA!

Reageren

26 februari: Auto-kussen.

Sinds 2010 ben ik in het bezit van een eigen auto.
Hoe dat zo kwam schreef ik al in 2014 in het blog onder de titel ‘Auto met een gehaakt kussentje’.
Sinds 2010 ligt er op de hoedenplank van mijn auto een gehaakt kussentje van vrolijk gekleurde granny squares;  over dat kussentje gaat dit blog.
Gedurende die bijna 12 jaar op de hoedenplank werd het kussentje uitbundig beschenen door de de zon; het was heel vaal geworden en van de vrolijke kleuren was niet veel meer te  zien.
Deze week haalde ik het uit de auto, want ik ging er een nieuw hoesje omheen haken.
Toen ik het hoesje er af knipte kwamen aan de achterkant de originele kleuren weer tevoorschijn: wát een verschil!

Er was nog wat grijs garen over van de stoelkussenhoes die ik maakte voor de buitenstoelen bij ons achter het huis (zie het blog Niet aan beginnen) dat ging ik gebruiken.
Verder waren er ook nog wat roze/rode/paarse tinten over van de sprei waarover ik schreef in ‘Een chique vierkantje deel 3‘).
In mijn enthousiasme had ik zelfs vier vierkanten te veel gehaakt, van al die restanten ging ik dus een kussenhoes haken.

Dan verzin ik maar wat.
Ik haakte kleine vierkantjes, waarvan er precies twee langs de kant van de grote Victorian Lattice Square pasten.
Met 12 kleine vierkantjes kwam er een hele rand om het grote blok heen.
Daarna haakte ik nog twee toeren stokjes: klaar.
Ik maakte een paarse en een oud-roze versie en naaide vervolgens de twee delen aan elkaar.
Het kussentje ligt nu weer in mijn auto.
Niet op de hoedenplank maar op de achterbank.
Zon is fijn, maar niet op een gehaakt kussentje.

De restanten zijn nog niet op.
Ik heb nóg twee blokken en kleinere restjes katoen: er komt nog zo’n soort kussen, maar dan anders.
Wordt vervolgd.

Reageren

4 februari: Een chique vierkantje, deel 3.

Eén van de populairste blogs op deze website is de haakbeschrijving van de Victorian Lattice Square, een chiquere uitvoering van een Granny Square.
Ik kon destijds geen Nederlandse haakbeschrijving vinden, dus ik heb het patroon zelf vertaald, uitgetekend en uitgeschreven.
Over dit onderwerp schreef ik in 2018 deel 1, daar vind je die patronen; in 2019 schreef ik deel 2 over de afwerking.
Toen ik de sprei die ik destijds maakte af had vond ik het haast jammer dat ik de vierkantjes niet meer hoefde te haken; het patroontje kon ik uit het hoofd en zo’n handwerkje neemt zo lekker mee, je stopt het gemakkelijk even in je tas.
Begin vorig jaar bedacht ik dat ik nog wel zo’n sprei kon haken, maar dan met heel andere kleuren.
Ik koos voor rood, oud-rose en paars; zo ontstaat een ’ton-sur-ton’-effect.  (zie foto links)

Deze keer deed ik twee dingen anders: ik haakte de blokken niet aan elkaar, maar met een stopnaald naaide ik ze aan elkaar.
Met de meest donkere kleur haakte ik om elk vierkantje een toer halve vasten in de buitenste steek van de vorige toer.  (zie foto rechts)
Vervolgens naaide ik de blokken met diezelfde kleur aan elkaar, zodat er tussen alle blokken een paarse ‘naad’ ontstaat. (zie foto links)
Als afwerking van de buitenste rand van het sprei haakte ik 1 toer vasten in donkerpaars, 1 toer vasten in oud-rose en vervolgens weer 1 toer donkerpaars.
Ook die steken haakte ik, net als om de afzonderlijke blokken, in de buitenste steek van de vorige vaste.
Zo krijgt het sprei een twee-kleuren randje van een halve centimeter breed, dat geeft weer een heel ander effect als 1 toer vasten.  
(zie foto rechts). Kun je de details niet goed zien? Klik op de foto voor een vergroting.

De sprei is bijna klaar, maar ik had net geen garen genoeg, dus ik moet nog één bolletje katoen ophalen.
Maar het blog kan ik alvast wel schrijven: die missende toer denk je er dan maar even bij!

Reageren

29 januari: Hang een vis voor je raam!

Het eerste weekend van februari staat in onze PKN-gemeente in het teken van het ‘Ik zie jou-weekend’.
In de week daaraan voorafgaand kunnen de kinderen in het dorp speuren naar vissen die de mensen voor hun raam hangen.
Je kunt natuurlijk een vis tekenen, kleuren en uitknippen, maar als je een handwerkster bent dan ga je een vis breien of haken, net als met de ‘engelen-speurtocht’
eind 2020.

Van Holy Stitch-deelneemster Jansje kregen wij als leden een leuke tip:

Hallo allemaal,

Ik heb gisteren nog een leuk patroon van gehaakte visjes gevonden voor de speurtocht komend weekend.
Zo klaar en ze zien er leuk uit. Je vindt ze op deze link naar de pagina met een beschrijving en een haakpatroon op de website ‘Hollandse Haaksels’

De foto links kreeg ik van Jansje: de vijf visjes zoals ze bij haar voor het raam hangen.
LEUK!
Dat ging ik ook doen.
Gisteravond tijdens Twee voor Twaalf haakte ik een lichtoranje visje met donkeroranje staart en vinnen.
Mijn visje ziet er wat frivoler uit dan die op het plaatje, toch heb ik de aanwijzingen exact opgevolgd.
Döt ok niks.
Morgen hang ik hem voor het raam.

Toen we gisteravond de boel opruimden voor het naar bed gaan hadden we allebei een liedje in ons hoofd.
Gerard neuriede een peuterspeelzaalversje:  ‘Visje, visje, in het water’ en ik ‘Zet een kaars voor je raam vannacht’
Hang een vis voor je raam vannacht…..

 

Reageren

Pagina 2 van 10

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén