een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Haken Pagina 3 van 10

10 augustus: Niet aan beginnen.

Als ik op deze website iets deel op het gebied van handwerken, dan is dat omdat ik dat zelf leuk vond om te maken.
Wat ik dan deel is een voorbeeldje, een beschrijving van de steken of een patroon, in ieder geval een uitnodiging aan andere handwerksters om ook zoiets te maken.
Vandaag een blog over een stoelkussenhoes die ik heb gehaakt voor één van onze buitenstoelen.
Dat moest een stevig stofje worden dus ik maakte dat met de techniek ‘Tunisch entre-lac haken‘.

Vier kleuren grijs koos ik uit, want de stoelen zijn bijna zwart en het andere kussen is lichtgrijs, dus dat is een mooie combi.
Het was een mooi idee, maar ik heb me er flink op  verkeken.
Het tunisch entre-lac haken komt precies en omdat het stoeldekje stevig moest worden haakte ik het met een iets kleinere haaknaald.
Daardoor was het haken niet echt ontspannen (goed kijken waar je insteekt, soms een beetje wurmen om de naald er in te krijgen) en het duurde lang.

Halverwege de voorkant (de bovenkant van het kussen)  bedacht ik dat ik niet de hele hoes met de ingewikkelde Tunische steek ging haken. Die andere kant ligt immers op de kop tegen de zitting van de stoel aan, daar kon ik wel gewoon stokjes haken.

Achterkant: kan wel met stokjes…..

Ook het opstaande randje aan de zijkant haakte ik met stokjes en 1 kleur: lichtgrijs.
Wat een gepruts.
Wat een gedoe.
Als je bedenkt hoeveel ik op mijn werk in één uur verdien, dan is dit kussen niet te betalen; materiaal nog niet eens meegerekend.
Ik had beter een nieuw kussen kunnen kopen.
Dat is natuurlijk wel vaker zo met handwerken, want garen is duur, maar dan beleef je tenminste plezier aan het proces van het maken/prikken.

Mijn advies: niet aan beginnen.
Aan de andere kant: het is wel heel mooi geworden……

Reageren

22 juli: Hoe een dekentje kussen werd.

In een vorig blog over mijn cadeau voor mijn ex-duobaan-collega Jacquelien (zie: Geen boek? Dan een deken.)  schreef ik in de laatste regel:
Misschien vraag je je af waarom er knoopjes aan het dekentje zitten? Daarover meer in een volgend blog onder de titel ‘Hoe een dekentje kussen werd’.

Als ik het laatste stadium van het haken van het dekentje het werk weglegde, vouwde ik het op in vieren.
Het leek net een kussen; mooi met die 9 vierkantjes aan de bovenkant.
Toen kwam ik op het idee om er een randje om heen te haken en daar knoopjes aan te zetten, zodat het dekentje in opgevouwen toestand op een kussen lijkt.
Dat was een leuk idee, maar toen werd het wel een plat kussentje.
“Er moet eigenlijk iets van ‘opvul’  in dat kussen….”
Het werd een omslagdoek.

Met nog een andere kleur blauw breide ik een omslagdoek met een ajourstekenpatroon dat ook golfjes veroorzaakt, maar anders dan bij de haaksteek.
Het breien van de omslagdoek ga ik niet helemaal beschrijven, er zijn genoeg breibeschrijvingen op internet te vinden: wees creatief en bedenk iets.
Hierbij een link naar de website Wol & Co, waar je een breibeschrijving en een telpatroon voor deze golf-ajoursteek vindt. (klik op de foto’s voor een vergroting).

De omslagdoek vouwde ik zo op dat het een vierkant wordt. Om het hele dekentje haakte ik een toer vasten en toen nog een toer vasten waar ik op bepaalde plaatsen een knoopsgaatje haakte.
Dit kan ik niet helemaal beschrijven. Vouw het dekentje op als een kussen en je ziet waar de knoopjes moeten komen. Aan elk van de twee zijkanten heb je vier knoopjes waar drie knoopgaatjes omheen komen. Aan de kant met de dubbele vouw haak je midden op het dekentje een paar lossen als knoopgaatjes en naai je aan de ‘overkant’ 4 knoopjes vast.. Om in de stijl van de Griekse zee te blijven hebben de knoopjes ook golfjes!

Dinsdagavond 13 juli gingen we samen uit eten in Zuidlaren; we aten een lekkere pizza.
Toen het cadeau was uitgepakt moest ik nog wel even uitleggen hoe de deken moest worden opgevouwen en waar de knoopsgaten zaten.
We maakten na het eten de tafel zelfs even leeg om te oefenen…..

Een multifunctioneel cadeau: een kussen voor op de buitenbank, een dekentje voor over je bovenbenen en een omslagdoek voor over je schouders in één.
Voor als je nog lekker buiten wilt zitten in de frisse avondlucht.
Zelf bedacht, zelf ontworpen en zelf gemaakt voor mijn multifunctionele collega, die ik nog steeds mis.
Zo denkt ze misschien nog eens aan me.

Reageren

17 juli: Geen boek? Dan een deken.

Jaren  trokken we als duo-baan collega’s  samen op (vanaf 2009) . Jacquelien en ik vormden een goed stel en samen ‘runden’ we het management van de afdeling  Ouderenpsychiatrie. Als het aan ons had gelegen was dat zo gebleven,  maar ons werd niets gevraagd en op een gegeven moment hoefden we het fort niet meer te verdedigen.

Zij ging met haar uren naar de Opnamekliniek in Zuidlaren en ik ging deel uitmaken van het secretariaat van Team290.
In het begin belden we elkaar nog minstens één keer in de week. In de laatste fase van onze samenwerking was dat nog werkoverleg: hoe doen we dit, wat gaat daarmee gebeuren, maar toen ik bij de kliniek in Groningen ging werken werd dat al minder en belden we om de twee weken. Sinds ik bij Team290 werk hebben we qua werk helemaal niets meer met elkaar te maken, dus bellen we op momenten dat we allebei vrij zijn.

Toen we vorig jaar juli ons officiële afscheidsetentje hadden met z’n tweeën kreeg ik van haar een prachtig boek, net iets voor mij!
(Weten welk boek? Lees dan het blog ‘Samenwerkschap’ van juli 2020.)
Destijds had ik haar een exemplaar van mijn boek beloofd dat uit zou komen rond mijn 60e verjaardag, maar dat kwam er niet….(zie TBONTB)
Dus ik bedacht iets anders.

Het werd een zelfgemaakt buitendekentje voor frisse momenten.
Zo’n dekentje dat tegenwoordig in de HoReCa op elk terras ligt om over je benen te gooien.
Stiekem overlegde ik met Jacquelien’s zus. “Wat vindt ze mooie kleuren?”
Van Jacqueliens bijdrage als Lezer van de maand weten we dat ze weg is van Griekenland, dus het werd een dekentje van twee kleuren blauw en wit.
Op internet vond ik ‘de dekensteek’; als je die haakt ontstaan er allemaal kleine golfjes, wat weer doet denken aan de Griekse zee.
Hierbij een link naar de website ‘de Breiclub’, waar de dekensteek duidelijk wordt beschreven met een teltekening én een instructiefilmpje.
9 bollen garen voor haaknaald 5 bestelde ik op internet en ik begon met de deken.
Ik begon met één vierkantje wit, en in ruitvorm haakte aan dat vierkantje twee donkerblauwe vierkantjes vast.
Aan die twee vierkantjes haakte ik drie lichtblauwe vierkantjes vast en vervolgens ging ik weer over op wit: 4 vierkantjes.
Toen ik 6 vierkantjes op een rij had minderde ik weer rij voor rij naar één vierkantje: toen was het dekentje klaar.
Misschien vraag je je af waarom er knoopjes aan het dekentje zitten? Daarover meer in een volgend blog onder de titel ‘Hoe een dekentje kussen werd’.

Reageren

4 mei: Ruinen 9 – De gehaakte lampionnetjes van Ina.

Gisteren begon ik met een nieuwe blogserie over Enkhuizen & omstreken, vandaag sluit ik de reeks blogs over Ruinen af met een verhaal over de lampionnetjes van Ina.

De eerste middag van ons verblijf in Bed&Breakfast ‘de Beddestee’ had ik op mijn telefoon al een haakvoorbeeld gekregen voor een lampionnetje.

Eigenares Ina had overal rondom het huis gehaakte lampionnetjes hangen waar waxinelichtjes in konden.
Daarvoor gebruikte ze jampotjes, pindakaaspotjes, appelmoespotjes: ze hingen er in allerlei soorten en maten
Die hangt Ina  er in het voorjaar in, doet er regelmatig nieuwe kaarsjes in en laat ze in weer en wind hangen.
Na één jaar zijn ze dan lelijk en uitgelubberd. Dan haalt ze ze uit de boom, knipt het gehaakte hoesje er vanaf, doet de potjes in de vaatwasser en haakt er vervolgens een nieuw hoesje omheen.
We waren daar in februari, dus we hebben niet gezien hoe het er uitziet als overal kaarsjes in branden, maar ik vond het een leuk idee.

“Heb je daar ook een patroon van?” vroeg ik.
“Nee. Ik doe eigenlijk maar wat. Eerst een cirkeltje haken en als dat zo groot is als de bodem van het glazen potje dan stop je met meerderen. Je haakt zo hoog als het potje moet worden.”
Op de afbeelding links zie je hoe ze te werk gaat.
“Dan hecht je af, rijgt er een koordje door en trekt het strak. Vervolgens haak je er nog een ‘ophanglus’ aan. Ik stuur je wel even een foto.”
Voordat we de tassen hadden uitgepakt had ik de foto al binnengekregen op mijn telefoon.

Leuk. Maar ‘ik doe eigenlijk maar wat’ is wel wat vaag, dus ik zocht op internet naar beschrijvingen voor het haken van zo’n lampionnetje.
Daarbij kwam ik op een soort verzamelpagina met links naar werkbeschrijvingen van het omhaken van potjes voor waxinelichtjes, lantaarntjes en windlichtjes.
Hierbij een link naar die pagina: Freppi.

Ina had thuis ook een aantal luxe windlichten staan die ze zelf omhaakt had, versierd met zijden lintjes en een ophanglus van touw.
Ook mooi.
Als ik klaar ben met de twee haakklussen die nog op het programma staan  (een zomer-buitendeken en een kussenovertrek voor onze buitenstoelen) ga ik ook zo’n glazen potje ‘omhaken’.
Waar ik dan natuurlijk ‘kond van doe’ in dit digitale magazine!

Benieuwd naar de andere delen uit de ‘Ruinen-blogreeks’?
1. Van schaatsijs naar softijs.  
2. B&B ‘de Beddestee’
3. Wel honderd lammetjes! 
4. Fietstocht Dwingelderveld
5. Allemaal familie
6. Ommetje met Bram de Ram
7. Coucangé 
8. Van landgoed naar plaggenhut. 
9. De gehaakte lampionnetjes van Ina.

Reageren

13 januari: Aanvullingen bij sokken en onderzetters.

Soms krijg ik op deze website reacties.
Meestal zijn dat reacties op recente blogs, maar soms reageert iemand op een blog dat al jaren op de site staat.
Vandaag combineer ik een reactie met een kleine aanvullingen op twee blogs.

In het blog ‘Even afbrillen’ van 9 maart 2018 schreef ik over het breien van sokken op een rondbreinaald.
Op 6 januari j.l. reageerde ‘MT’ daarop met de opmerking dat je ook twee sokken tegelijk kunt breien op twee rondbreinaalden.
O?
Hoe dan?
Ik zag het nog niet voor me; ik mailde haar terug dat ik het niet helemaal begreep, toen stuurde ze me een aantal foto’s.
Eén daarvan zie je hier links, deze en de andere foto’s heb ik in één PDF gezet, hierbij een link: twee sokken tegelijk rondbreinaald
Ze schreef erbij: als je er bij zet dat je het van MT hebt mag je het gebruiken.
Bij deze!

De tweede aanvulling is niet naar aanleiding van een reactie, maar een opmerking van mezelf.
Op het blog ‘Van onderzetters naar rommelmarkt’ uit 2015 link ik naar de website Handwerkles’; daarop staat een leuk haakpatroon van een onderzetter.
Die onderzetters wilde ik weer gaan haken, maar ik vond ze eigenlijk wel wat groot, het waren meer kleine kleedjes dan onderzetters.
Het patroon heb ik een toer ingekort en iets aangepast, zodat het kleedje een onderzetter wordt.
– Haak 5 lossen en sluit deze met een halve vaste tot een ring.
– Toer 1: 1 losse. Daarna in de ring 16 vasten haken en sluiten met een halve vaste. (Elke toer wordt trouwens gesloten met een halve vaste).
– Toer 2: Haak 3 lossen (dat is nu en in de volgende toeren steeds het eerste stokje), 1 stokje in de volgende steek (hierbij steeds alleen door de achterste lus haken), 1 losse. Dan steeds 2 keer 1 stokje door de achterste lus, 1 losse. Je hebt nu 8 groepjes van 2 stokjes met één losse er tussen.
– Toer 3: Vanaf nu weer door beide lussen haken. 2 stokjes op het eerste stokje, 2 stokjes op het tweede stokje, 1 losse. Dit steeds herhalen; je hebt nu 8 groepjes van 4 stokjes met 1 losse er tussen.
– Toer 4: Haak 1  stokje op het eerste stokje, 2 stokjes op het tweede stokje,  1 losse,  2 stokjes op het derde stokje en 1 stokje op het vierde stokje, 1 losse. Dit steeds herhalen. Je hebt nu 8 groepjes van 6 stokjes met tussen het 3e en 4e stokje 1 losse én tussen de afzonderlijke groepjes ook 1 losse.
– Toer 5: Om het boogje van 1 losse  7 stokjes met 1 losse er tussen haken. Om het boogje van 1 losse 1 vaste haken. Voor en na de vaste geen losse haken. Dit steeds herhalen. Je hebt nu 8 waaiertjes van 7 stokjes met tussen ieder stokje 1 losse.
– Toer 6: Tussen alle stokjes 1 vaste haken met daar tussen een boogje van 3 lossen. Sla de ruimte voor en na de vaste tussen de bloemblaadjes over.

Op foto 1 zie je de onderzetter van de website ‘Handwerkles’ met daarnaast mijn eigen, kleinere versie.
Op foto 2 en 3 zie je wat ik er mee doe: ik haak zes onderzetters in drie verschillende kleuren. Daarna haak ik een koordje dat ik om de onderzetters strik: een persoonlijk afscheidscadeautje als een collega weggaat of als bedankje voor iemand die iets voor me heeft gedaan.
Rondom Pasen geef ik ‘Loensende-kippen-onderzetters‘ en in de decembermaand ‘Engeltjes-onderzetters’. 

Reageren

16 december: Niet naar de kapper……

We zitten in een kerst-lockdown ten gevolge van het coronavirus.
We hadden al kerstkalkoen, kerstboom en honderdduizend andere kerstvariaties van dingen, de kerstlockdown beleeft zijn primeur in 2020.
Ik ben maandag niet meer naar de winkel gegaan om nog snel kerstinkopen te doen; we kunnen gewoon naar de supermarkt en we doen het met wat we hebben.
En we hebben zat.

Ten opzichte van de lockdown in maart ben ik er een stuk laconieker onder.
We zijn al gewend aan het dragen van mondkapjes, we ontsmetten handen en winkelwagentjes en we zoenen en/of knuffelen niemand.
We zien onze kinderen in tweetallen (zolang dat nog mag) en prijzen ons gelukkig dat we in Nederland wonen en met z’n tweeën zijn.
Op 9 januari heb ik een afspraak staan bij de kapper.
“Daar zie ik wel een aap van fietsen” placht mijn vader in dit soort gevallen te zeggen.
Wij begrepen dan precies wat hij bedoelde, maar het is geen bestaand spreekwoord.
Ik heb het opgezocht, maar het is niet te vinden.
Mijn vader bedoelde: ik denk dat het uit de hand loopt of dat het niet door gaat.
Ik zie die aap nu ook fietsen; geen kapper op 9 januari.

“We komen er uit te zien als wilden” schreef Herman Sandman destijds in april in zijn column over onze haardracht in het dagblad, maar dat viel uiteindelijk erg mee.
En wordt het echt te lang, dan kan het altijd nog in een staartje.
Van Alie Drenth kreeg ik een leuke tip: om een eenvoudig haarelastiekje kun je een mooie scrunchie haken.
Er zullen lezers zijn die niet weten wat dat is: een scrunchie is een met stof beklede elastische haarband die wordt gebruikt om middellange tot lange haartypes vast te maken. Grote, uitgebreide stijlen en kleine, bescheiden vormen zijn verkrijgbaar in veel verschillende kleuren, stoffen en dessins.
Van Alie kreeg ik er zelfs één die ze zelf gemaakt had, mét het haakpatroontje erbij.
Daar maakte ik voor dit blog een PDF van: klik hier scrunchie haken  om het te downloaden.
Op de afbeeldingen zie je links de scrunchie die Alie voor mij heeft gehaakt, rechts de scrunchie om een melkbeker heen gespannen; dan kun je iets beter zien hoe het qua haken in elkaar zit.

Reageren

21 oktober: Wasknijpermandje.

‘Knippers’ noemde mijn moeder vroeger de wasknijpers.
Ze had dus ook een ‘knipperbakkie’; een bakje met een hengsel waar de wasknijpers in zaten. Van mijn moeder mocht ik de wasknijpers niet aan de waslijn laten zitten, wat in mijn ogen veel praktischer was: dan hoefde je ze immers niet steeds weer uit dat bakje te halen. De reden daarvan was dat wij destijds houten wasknijpers hadden; als die worden blootgesteld aan weer en wind worden ze groen/zwart en gaan ze afgeven.
Vieze afdrukken op je schone was.
Een gruwel in mijn moeders ogen.

Waarom vertel ik dit?
Net als mijn moeder had ik ook een emmertje waar mijn wasknijpers inzaten, want ik gebruik nog steeds houten wasknijpers omdat er al genoeg plastic in de wereld is.
Dat emmertje was ter ziele gegaan, maar ik wilde niet weer zo’n plastic ding, omdat er al genoeg plastic in de wereld is.
Op internet vond ik een mandje dat je kon haken; dat leek mij wel wat.
Hierbij een link naar die website .
Eerst maakte ik een klein mandje van een restje katoen.
Even uitproberen: welke steken worden gebruikt? Hoe groot wordt het dan?
Het kleine mandje was al snel klaar.
Ik kocht een bol donkergroen Canada-garen; 60% acryl en 40% wol.
Sterk garen dat tegen een stootje kan.
Je moest er mee haken op naald 6 of 7, maar ik haakte het mandje op naald 5, zodat je een stug en stevig weefsel krijgt.

Inmiddels is het klaar en zitten mijn wasknijpers er in.
Ook ik laat ze namelijk niet op de waslijn zitten.
Overigens: op mijn binnenwaslijn op de overloop laat ik ze wel gewoon zitten.
“Krigst d’r wel aal stof op” kon mijn moeder dan onderwijzend opmerken.
Ja.
Dat blaas ik er dan wel af.

Wat was er dan gebeurd met dat plastic emmertje?
Zie instagram.

Reageren

14 mei: Sjaal van unicat ‘Tamara’

Toen we terugkwamen van de reis naar Marokko (14 februari…..het lijkt een eeuwigheid geleden!)  was er een pakketje bezorgd van ‘Blij-dat-ik-brei’ in Arnemuiden: de bijzondere bol unicat-garen waar ik over schreef in het blog Tunisch Entrelac-haken.
Daar had ik al een tijdje naar uitgekeken, dus die zondag begon ik gelijk aan de sjaal die ik van dat garen wilde gaan haken.

Klik op de foto voor een vergroting

Bij tunisch entrelac haken moet je steeds weer aan de rechterkant van het werk beginnen, naar links haken en aan het eind van de toer de draad afbreken en weer opnieuw aanhechten. Gevolg: veel draadjes afhechten.
Daar komt bij dat je dan een voor- en een achterkant hebt, waarbij de voorkant een stuk mooier is dan de achterkant. Bij een kussen is dat prima, dan zie je de achterkant immers niet, maar bij een sjaal vind ik dat eigenlijk niet mooi, dus ik bedacht een manier om door te kunnen haken.
Op het moment dat je anders de draad afbreekt draai je het werk om en haakt het eerste vierkantje op het halve vierkantje van de vorige toer.

Ik haakte deze sjaal met een erg grove haaknaald (nr. 5) ten opzichte van het garen; daarmee creëer je een heel los weefsel. Het unicat garen bestaat uit  50% katoen en 50% acryl en is samengesteld met vier dunne draadjes. Bij de bol Tamara die ik had besteld begint het met vier zwarte draadjes, daarna drie zwarte en 1 paarse,  daarna 2 zwarte en 2 paarse en zo wisselt het verder af. De ene zwarte draad die overblijft wordt op een gegeven moment vervangen door rose. Zo krijg je heel geleidelijk een kleurverloop van zwart naar rose, wat in mijn sjaal een mooi effect geeft.

Nog wat praktische tips:
Waar je aan moet wennen bij Unicat garen is dat je wel steeds alle 4 de dunne draadjes opneemt en doorhaalt, anders krijg je kleine lusjes.
Verder moet je de afhechtingen met halve vasten steeds heel los haken, anders kun je de steken in de volgende toer lastig opnemen.
Wil je deze sjaal ook haken met deze techniek?
Zorg dan dat je eerst het tunisch entrelac-haken onder de knie krijgt, zodat je goed weet hoeveel steken je moet opzetten, waar je moet insteken, hoe hoog de vierkantjes moeten worden en hoe los je steeds moet afhechten. Ik maakte daarbij gebruik van deze website >>>

Ik hoor je denken: zou ze nou al die tijd aan die sjaal gewerkt hebben? 3 maanden?
Nee hoor.
Die sjaal was met twee weken af.
Soms heb ik nog geen ‘blog van de dag’, dus deze komt uit de voorraad!

Reageren

21 april : Zelf de slingers haken…?

Vandaag deel ik op mijn website mijn ‘Corona-project’: een vlaggenlijn haken van restjes haakkatoen.
Toen Gerard en ik begonnen aan onze vrijwillige quarantaine was ik bezig met het breien van een truitje en het haken van de loensende- kippen-onderzetters.
Omdat ik ’s avond  helemaal niet meer weg ga en we wel naar Netflix kunnen kijken (Cees: dank!) heb ik heel veel tijd om te handwerken. Na 8 kippen vond ik het wel even genoeg.”Ik kan wel een project bedenken voor al die restjes katoen die ik heb” bedacht ik op dag 6 van ons sociale slot. We hadden toen nog geen idee hoelang het allemaal nog ging duren.

Op internet vond ik een gehaakte vlaggenlijn.
Allemaal gekleurde driehoekjes, afgezet met wit garen.
Daar ben ik mee begonnen en het wordt heel mooi.
Als onderliggend project-thema bedacht ik deze werktitel: ‘Het leven is een feestje, maar je moet wel zelf de slingers …haken!’
Zo’n vlaggetje is heel simpel.
Zo ga je te werk.

2 lossen haken
In de tweede losse van de haak twee vasten haken, 1 losse, werk omkeren.
In de eerste 1 vaste 1 vaste haken, in de tweede vasten twee vasten haken (je hebt nu 3 vasten) , 1 losse, werk omkeren.
In de eerste 2 vasten elk één vaste haken, in de laatste vaste twee vasten (je hebt nu 4 vasten) 1 losse, werk omkeren.
Zo haak je door: je haakt op iedere vaste 1 vaste, alleen in de laatste vaste van de toer haak je 2 vasten, zo wordt het vlaggetje langzaamaan breder.
Als je 30 vasten op1 toer hebt is je vlaggetje klaar.

Nu haak je om het driehoekje met wit garen  aan de zijkanten een randje vasten.
De bovenkanten laat je vrij.

Als je genoeg vlaggetjes hebt kun je ze aan elkaar haken.
Begin met een ketting van 100 lossen, dan heb je een behoorlijk stuk lijn om de slinger aan op te hangen.
Pak vervolgens één vlaggetje en haak op iedere steek aan de bovenkant van het driehoekje een vaste. Haak een aantal lossen als tussenruimte tussen deze het volgende vlaggetje.
Wil je de vlaggetjes dicht op elkaar dan volstaan 2 of 3 lossen, wil je er wat meer ruimte tussen, dan kun je meer lossen haken.
Haak zo alle vlaggetjes vast aan de lijn; eindig met een ketting van 100 lossen voor de andere ophanglijn.
Wil je de lijn wat steviger maken?
Haak dan met vasten nog een keer de hele vlaggenlijn bij langs.

Naschrift.
In de praktijk blijkt de katoen wat zwaar, de vlaggenlijn hangt wel erg door.
Dat heb ik ondervangen door hem op meerdere punten op het ‘slinger-traject’ vast te maken. Wil je dit voorkomen, dan moet je minder zwaar of dunner garen nemen en de vlaggetjes wat kleiner maken.

Reageren

23 maart: Loensende kippen haken.

Vanavond, maandag 23 maart zou ik met een aantal creatievelingen in Op de Helte kipjes en kuikentjes gaan haken in het kader van de activiteitenmarkt van de ZWO.
Iedereen had €5,- betaald en ik was al met de voorbereidingen begonnen.
Mevrouw of meneer Corona gooide roet in het eten; we hebben de haak-avond moeten afblazen.

We zouden een kuikenonderzetter gaan haken en kip-driehoekjes.
Dat klinkt als een nieuw frituurborrelhapje, maar de afbeelding onder aan deze pagina zegt genoeg.
Om het haken van die dingen goed onder de knie te hebben (anders kun je de deelnemers niet helpen) had ik al een aantal onderzetters gehaakt.
8 stuks in verschillende kleuren, zodat het een mooi vol kippenhok is geworden, zie afbeelding rechts.

Omdat de hakerij niet door gaat heb ik bedacht om de haakbeschrijvingen toch te delen met de deelnemers; dat doe ik met dit blog op mijn website, dan hebben meer handwerksters er iets aan.
Mijn onderzettertjes zijn op zich goed gelukt, maar het symetrisch opnaaien van de oogjes vond ik wat lastig, waardoor de kipjes nu allemaal wat loensend achterom kijken.
Als je goed kijkt op de groepsfoto van het kippenhok zie je dat één van de kipjes een waterhoofdje heeft….iets te veel dubbele stokjes gehaakt. Hierbij een link naar een PDF met de uitgebreide haakbeschrijving : Onderzetter loensende kip

Het haakpatroon van de kip-driehoekjes heb ik niet helemaal uitgeschreven, daarvoor verwijs ik naar  website ‘Hilde haakt’. 
Veel haakplezier!
Je hebt nog twee weken tot aan Pasen en door het Coronavirus waarschijnlijk tijd genoeg…….

Reageren

Pagina 3 van 10

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén