een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Koken & bakken Pagina 1 van 18

30 september: Vijf gangen!

Onze ‘vriendenclub Hoogersmilde’ zien we gemiddeld één keer in de maand: 8 verjaardagen in een jaar, Hemelvaartsweekend, spelletjesavond en een keer ‘iets met eten’.
Meestal is dat een barbecue, maar soms worden we verwend door Bert & Taaytje: zij houden van koken en stelden voor om zondagmiddag 28 september bij hen te komen voor een maaltijd.
Rond 15.30 uur reden we bij hen de oprit op.
We hadden elkaar voor het laatst gezien op de verjaardag van Sinet, dus er was al weer genoeg om over te hebben.

We kregen allemaal dingen die ik normaal gesproken niet op mijn bord krijg: Gerard en ik zijn nogal van ‘gewoon’ eten; niet te veel tierlantijnen en buitengewonigheden.
Wat we allemaal hebben gegeten had ik nog nooit eerder gehad…… ik neem je even mee op een reisje langs de gerechten.

We begonnen met een klein gerechtje dat in een mooie, ronde vorm op een bord werd geserveerd.
Het was een kleine salade van koolrabi, appel en stukjes garnaal.
“De kruimeltjes die erbij liggen zijn vergruisde kletskoppen” werd er bij verteld.
Wat een bijzondere combinatie van smaken!

Na dit voorgerechtje kregen we allemaal een kom soep.
Het was pompoensoep, gemaakt van een pompoen uit eigen tuin, met stukjes appel erin.
“Met een balletje”
Bij soep met een balletje denk ik aan gehakt, maar het was iets heel anders: een klein bolletje marscapone!

Het hoofdgerecht bestond zondagmiddag uit twee delen.
Eerst kregen we een bord met een aantal schijfjes worteltaart, wortel en courgette in een bedje van room en een paar stukjes gebakken roodbaars.
Zoiets bestel ik nou nooit in een restaurant….

Het tweede deel was iets heel anders.
We kregen weer een ander bord en deze keer lag er een bergje rijst op, met daarbovenop kleine stukjes rundvlees uit de slowcooker, gegarneerd met twee soorten kaas.
Daarnaast lag een soort pindasausje.
Het gerecht heette rendang.
Ook nog nooit gehad.

Het laatste deel van dit etentje bestond uit een toetje van meringue, ijs, zomervruchtjes in rode saus en slagroom.  En ik neem nooit een toetje, ik bestel in een restaurant altijd koffie!
Maar het hele bordje ging leeg en ik heb er geen kruimel van aan Gerard gegeven.  De door mij zo geliefde koffie na de maaltijd kwam toen ook nog.

Allemaal buitengewonigheden en alles was heerlijk; zo leer je nog eens wat als je buiten de deur gaat eten.
We koesteren onze vriendschapsbanden en hebben die dit weekend nog even weer onderstreept met deze heerlijke maaltijd: BEDANKT!
Je zal zulke vrienden hebben……

Reageren

3 augustus: ‘Vintage’ kip.

“Weet je nog wel dat wij vroeger van die kipjes hadden uit de Römertopf?” mijmerde Gerard vorige week toen we het hadden over het antwoord op de vraag “Wat eten we deze week?”
“Met rijst en kerriesaus met ananas. Aten we vaak op zondag.”
Ja, dat wist ik nog wel.
Maar kip is niet mijn lievelingsvlees en dat gepierk met die botjes…. en die velletjes….. en spiertjes…. het heeft niet mijn voorkeur.
Dus wij eten wel kip, maar dan altijd ergens doorheen. Kipfilet in stukjes. Zonder bovengenoemde bijlagen.

“Zullen we dat nog eens eten?” was de logische vervolgvraag.
Gaan we doen.
Waar heb ik eigenlijk die Römertopf?
In de kelder vond ik hem.
En hoe ging dat ook maar weer?
Zou ik daar ooit over geblogd hebben?
De zoekterm ‘Römertopf” leverde bij de zoekfunctie van deze website niks op; dat betekent dat wij al minstens 11 jaar bovenbeschreven gerecht niet hebben gegeten.

Voor wie nu denkt: wat is in ’s hemelsnaam een Römertopf?
Dat is een aardewerkenschaal met een deksel. “Römertopf” is de Duitse naam voor deze ovenschaal. De Romeinen hadden al ontdekt dat je de lekkerste en smaakvolste gerechten kreeg door te stoven en braden in aardewerken schalen. Zij vonden deze kooktechniek uit; je hebt haast geen olie of boter nodig.
Meer weten over deze schaal? Hierbij een link naar een artikel hierover op de website van ‘Oven Winkel’.

Je moet de schaal een kwartier in koud water zetten, zodat het aardewerk vocht opneemt.
Daarna een klontje boter op de bodem leggen en ik snipperde er een halve ui overheen voor ik de kipjes er in legde.
Daarna zet je de schaal voor een 1 uur in een niet voorverwarmde oven die je instelt op 200 graden.

Voor de drumsticks die ik had haal je na drie kwartier de deksel eraf en zet je de schaal het laatste kwartier zonder deksel in de oven, zodat er een knapperig korstje aan de kipkluifjes komt.
Die kerriesaus maakte ik vroeger met een pakje van Maggi, maar ik kook tegenwoordig bijna helemaal zonder pakjes & zakjes dankzij Karin Luiten
Op internet vond ik een eenvoudig recept: bechamelsaus maken van 200 cc melk, een beetje boter en 2 theelepels maizena.
Als de saus is gebonden 3 theelepels kerrie en een snufje zout & peper toevoegen. Als je het lekker vindt: ook nog een beetje peterselie en een halve héél fijn gesneden ui.
Bij de supermarkt had ik een bakje verse ananasblokjes gekocht, die sneed ik in nog kleinere stukjes en roerde die door de kerriesaus.
Pan witte rijst er bij: klaar!

Mijn ouders hadden ook een Römertopf; in de jaren ’70 was dit namelijk een heuse rage!
Toen wij trouwden kreeg ik er één ik gebruikte hem voornamelijk voor de kipjes.
Ergens las ik dat je er ook heerlijke hachee en stoofpotten in kunt maken.
“Werkt ongeveer net zo als een slow-coocker” vertelde een collega deze week.
Iemand nog een lekker recept voor mij voor mijn ‘vintage’ Römertopf?

Reageren

22 juli: Boze aardappeltjes.

In het tijdschrift ‘de Waarde van dag’ stond een rubriek ‘Koken met de zusjes’.
Onze dochters hadden alle drie een recept ingebracht en oudste Frea vertelde hoe je boze aardappeltjes kon maken.
Vorige week aten wij die met zalm en sla.

Boze aardappeltjes komen uit de oven.
Met rozemarijn, tijm, peterselie, zout en peper.
Knapperig.
Ietsie pittig.
Heerlijk.

Je vindt het recept voor deze aardappeltjes hier: Boze aardappeltjes van Frea

En wat hadden we er bij?
Sla uit eigen tuin met tomaatjes, komkommer en rauwe ui met de dressing ‘Italiaanse kruiden’ van Calvé.
En zalm á la Bea.
Geen idee?
Ovenschaal invetten en oven voorverwarmen op 180 graden.
Zalm kruiden met viskruiden (of zout en peper) en nog een beetje olie over de vis strijken.
Zalm in de ovenschaal leggen, schaal een kwartiertje in de oven.
Eventueel schijfje citroen er op; klaar.

Lekkerder wordt het niet.
Toen mijn moeder nog leefde kreeg ik van haar niet veel complimenten over mijn kookkunsten, maar deze zalm vond ze érg lekker.
Met dank aan Bea.

Maar waarom zijn het nou boze aardappeltjes?
Dat komt van een oud filmpje dat Frea ooit van internet haalde waarin het proces van het  maken van die aardappeltjes versneld werd afgespeeld, waardoor het leek alsof de aardappeltjes wat bozig en agressief waren. Helaas. We hebben het filmpje niet meer kunnen achterhalen. Zo neemt het in onze gedachten mythische vormen aan…..
Mocht je het ooit ergens tegenkomen: denk aan ons!

Reageren

24 april: Een vegetarische aanrader!

In ons 2-persoons huishoudentje ben ik al lang niet meer de enige die voor een maaltijd zorgt.
Op maandag en woensdag, mijn lange werkdagen, kookt Gerard.
Eén van die twee maaltijden is vaak vegetarisch en hij probeert ook regelmatig iets nieuws uit.
Vorige week verraste hij mij met een combinatie van die twee gegevens: het was én vegetarisch en iets wat we nog nooit gehad hadden.
Hij had het van de ‘Quick Dinners’ scheurkalender van Chickslovefood.
Meer weten? Lees dan nog eens het blog dat ik in januari schreef.

Gerard had gekozen voor een kaas-uien-rösti-schotel.
5 ingrediënten, bereidingstijd 20 minuten.

Dit heb je nodig voor 2 personen:|
– 500 gram kruimige aardappels
– 1 kleine prei
– 1 ui
– 1 flinke hand walnoten
– 50 gram geraspte oude kaas.

Dit moet je doen:

– schil en was de aardappels en rasp ze tot een grove rasp.
(Gerard deed dit met onze keukenmachine, maar het kan ook met een handrasp)
– Verwarm een scheutje olie in een koekenpan en bak hierin de aardappelrasp in 10 minuten goudbruin samen met een flinke snuf peper en zout.
– Was de prei grondig en snijd in dunne ringen.
– Schil de ui en snijd deze ook in dunnen ringen.
– Voeg de prei en ui toe aan de aardappels in de koekenpan en bak nog 5 minuten mee.
– Hak ondertussen de walnoten grof en voeg ze toe.
– Roer tenslotte de kaas door de schotel en verdeel het geheel over 2 borden.

Een aanrader!

Reageren

13 maart: Pappardelle met gorgonzola.

Op januari vertelde ik over onze nieuwe kalenders.
Van de Taalkalender heb je inmiddels al wat voorbij zien komen in de 43 editie van  Nederlands maar dan anders en ik had beloofd dat ik ook zou laten horen als we iets van ‘Quick Dinners’ gingen eten.
Tegenwoordig ben ik niet meer de enige die kookt: ook Gerard staat regelmatig achter het fornuis (lees: de inductie-kookplaat).
Hij ging het kalenderblaadje van 13 januari uitproberen met de woorden: “Wij kunnen best eens wat vaker vegetarisch eten.”

Het heette ‘Pappardelle met gorgonzola’: 5 ingrediënten – bereidingstijd 10 minuten.
Dit heb je nodig voor 2 personen.

– 250 gram verse pappardelle.
hadden wij niet, maar wel tagliatelle van de Jumbo, dat kon volgens Gerard ook wel.
Maar als pasta niet vers is weegt het veel minder, dus wij hadden aan 125 gram genoeg.
– 2 flinke handen walnoten
– 1 ui
– 400 gram verse spinazie
– 100 gram Gorgonzola.
Vonden wij achteraf te weinig, wij adviseren 200 gram.

Dit moet je doen:
– Kook de pasta volgens de aanwijzingen op de verpakking.
– Verwarm een koekenpan en rooster de walnoten 1 minuut.  Laat ze daarna afkoelen en hak ze grof.
– Schil en snipper een ui, verwarm een scheutje olie in een koekenpan en bak glazig.
– Voeg de spinazie toe en bak mee tot deze helemaal is geslonken.
– Snijd de Gorgonzola in stukjes.
– Giet de pasta af en voeg deze samen met de gorgonzola, walnoten, en een scheutje olijfolie toe aan de pan met spinazie.
Goed doorroeren en op smaak brengen met peper en zout.

Zo zag het er bij ons uit.
Het was heerlijk; dit gaan we zeker nog een keer weer koken!
De volgende keer doen we de gorgonzola er op het laatst bij in: die was nu helemaal gesmolten en vond je haast niet meer terug in het gerecht.

Reageren

20 februari: Wordt het dan wel gaar?

Gerard had een blaadje van de ‘Chickslovefood’ kalender gescheurd waar een vegetarische witlofschotel op stond beschreven.
“Deze ga ik denk ik morgen maken” zei hij dinsdagavond; woensdag is zijn ‘kookdag’.
Best spannend: iets geheel nieuws!
Voor ons dan hè?

Dit had je nodig:
– 400 gram aardappelschijfjes
– 4 stronken witlof
– 1 flinke hand walnoten
– 100 gram geraspte oude kaas
– 400 ml kookroom.

Dit moest je doen:
– Ovenschaal invetten, oven voorverwarmen op 180 graden
– Aardappelschijfjes verdelen over de bodem en bestrooien met peper en zout. Bak de schijfjes vervolgens 8 minuten in een voorverwarmde oven.
– Halveer de witlofstronken en verwijder de harde kern.
– Hak de walnoten grof. Meng de kaas met de kookroom en een snuf peper en zout.
– Haal de ovenschaal uit de oven, maar laat de oven aan staan.
– Leg de witlof met de platte kant naar boven op de aardappelschijfjes.
– Verdeel de gehakte walnoten over de witlof en schenk vervolgens het kaas/roommengsel erover.
– Ze de schotel weer in de oven en bak in 20 minuten goudbruin en gaar.

Van te voren hebben Gerard en ik over zo’n nieuw recept uitgebreid overleg, want het riep nogal wat vragen op.
Moeten die aardappels niet eerst worden gekookt?
We zijn er maar van uit gegaan dat de chicks aardappelschijfjes uit de supermarkt bedoelden, die zijn altijd al wat voorgegaard.
Wij gebruiken voor zoiets altijd gewone aardappels en die heeft Gerard inderdaad voorgekookt.
Heb je niet veel te veel room met 400 ml?
Meestal heb je aan één zo’n pakje wel genoeg……. Gerard gebruikte toch twee pakjes en dat was helemaal goed.
Moet die witlof er rauw in? Wordt die dan wel gaar?
De witlof ging er inderdaad rauw in en die wordt als het ware een beetje gekookt in die room.
Helemaal gaar was het niet, maar dat hoeft met witlof ook niet.

Het smaakte heel lekker; die combi van oude kaas met walnoten was verrassend!
Zelf had ik er nog een snufje nootmuskaat bij gedaan denk ik.
Dat doen we een volgende keer, want het was beslist voor herhaling vatbaar!

Reageren

9 januari: Babka.

“Wat zullen wij meenemen voor 2e kerstdag?” vroegen de dochters in de week voor kerst.
Wij zouden het handig vinden als zij stokbrood meenamen voor bij de gourmet en iets lekkers bij de koffie.
Van Frea kregen we al snel daarna een foto in de gezinsapp van iets wat ze had gebakken.
Daarna kwam deze app: “Ik ben alvast aan het voorproeven bij de koffie en OH MY….. ze gaan nu de diepvries in ter bescherming van mij!”
Wat was het dan? Het zag er lekker uit maar verder hadden we geen idee.

Op tweede kerstdag moest ‘het lekkers bij de koffie’ nog ontdooid worden; Gerard en ik moeten daarbij onmiddellijk denken aan moeder Waninge die bij feestelijke gelegenheden wel eens op een sneeuwster trakteerde, maar bijna altijd vergat om het ding een dag van te voren uit de diepvries te halen, zodat ’s morgens bij de koffie het middenstukje altijd nog bevroren was.
Maar dat was op 2e kerstdag gelukkig niet het geval: het was allemaal op tijd ontdooid.
“Wat is het?”
Het was een chocolade babka.
Dat is een gevlochten, zoet brood en het komt oorspronkelijk uit de Joodse gemeenschappen van Oekraïne en Polen.
Het wordt gemaakt met een gistdeeg dat wordt uitgerold en besmeerd met een vulling zoals chocolade (of fruit/jam, kaas of kaneel) dan opgerold en gevlochten voor het bakken.
Chocola werd oorspronkelijk niet gebruikt, om de eenvoudige reden dat het bijna niet verkrijgbaar was.
De chocolade babka ontwikkelde zich waarschijnlijk in Amerika halverwege de 20e eeuw.
De naam kan verband houden met een type paascake dat populair is in Polen en Oekraïne; daar staat het bekend als baba of het verkleinwoord babka, dat “grootmoeder” betekent.
Babka is dan weer verwant aan het Jiddische woord ‘bubbe’ (oma).

Het was heerlijk!
Toen ik Frea vroeg naar het recept kreeg ik drie linken: het recept van het deeg, het recept van de vulling en een link naar het boek waar ze het uit had gehaald: ‘Modern Jewish Baker – Challah Bagels van Shannon Sarna.
Ook een keer proberen?

Het deeg

De vulling.

Het kookboek van Shannon Sarna.

Reageren

19 juli: Gratin met krieltjes en gerookte zalm.

Vrijdag visdag.
Geen idee waarom eigenlijk. Op internet las ik dat het een katholieke traditie is. Het was een vorm van vasten en het heette ‘onthouding’. Onthouden betekende dat het eten van vlees van landdieren op die dag verboden was. Vis viel daar duidelijk niet onder en om toch voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen, at men dan vis. Vandaar.

Er is nog een reden waarom er op vrijdag veel vis wordt gekocht. De meeste – verse – vis wordt die dag aangevoerd. Vissers varen over het algemeen op maandagochtend uit en keren vrijdag vroeg in de haven terug. Daardoor kan de vis nog dezelfde dag bij de visboer liggen.
Vis dus op dit vrijdagse blog.

Vandaag een recept voor een gratin met vis en krieltjes: daarvoor gebruikte ik een recept van Albert Heijn
Er moest 100 gram gerookte zalmblokjes in en 500 gram verse pangasiusfilet.
Het was weliswaar voor 4 personen, maar zelfs als ik de hoeveelheid van alle ingrediënten halveerde vond ik het nog best wel veel vis, dus ik besloot om alleen gerookte zalm toe te voegen en dan 200 gram.
Het was heerlijk; hiernaast zie je schotel zoals hij bij ons op tafel stond.
Meneer Heijn stelde voor om er peultjes bij te serveren en sugarsnaps, maar daar ben ik niet zo dol op.
Ik koos voor ijsbergsla met een komkommerdressing.

Hierbij een link naar het recept van Appie.

Reageren

15 juli: Monchou taart á la Bea

In april waren we bij vrienden Hans en Bea voor een verjaardag.
Of we ook gebak bij de koffie willen?
Jazeker!
We kregen monchou-taart, die Bea zelf had gemaakt.
Nou vind ik monchou-taart altijd al erg lekker, maar deze was super-lekker!
“Mag ik het recept?”
Een week later had ik het in huis: een handgeschreven brief met ingrediënten en werkbeschrijving.

Dit weekend kregen wij de vriendenclub Hoogersmilde op bezoek en ik ging die monchoutaart maken.
Het begon niet goed.
Er stond ‘koekjes verkruimelen en mengen met 200 gram gesmolten boter. Ik gebruik altijd Bertoli.’
O, die had ik nog wel in de koelkast staan: Bertoli vloeibaar. Die is al gesmolten.
Dat dacht ik echt.
Toen ik de koekkruimels en de Bertoli had vermengd en in de koelkast zette om op te stijven dacht ik: deze smurrie gaat nooit van zijn leven opstijven.
Ik belde Bea.
‘Kloppen die ingrediënten wel?”
En toen viel het kwartje: Bea gebruikte altijd Bertoli boter.
O.
Is dat er dan? Wist ik niet.
Smurrie belandde in de vuilnisbak, Gerard haalde boter en nieuwe koekjes en ik begon opnieuw.

Dit heb je nodig:
– 200 – 250 gram koekjes (ik gebruikte Bastogne)
– 100 gram boter (roomboter of margarine)
– 1 vel bakpapier
– 125 gram witte basterdsuiker
– 2 zakjes Klop Klop
– 160 ml melk
– 2 pakjes Monchou
– blikje taartkersen

Dit moet je doen:
– koekjes verkruimelen. Dit kan met een keukenmachine of staafmixer. Maar dit is ook een leuke manier: koekjes in een diepvrieszakje doen, een theedoek dubbelvouwen, zakje daarop leggen en daar met een deegrol op slaan.
– Boter smelten en vermengen met de koekkruimels.
– Bodem van springvorm bedekken met bakpapier. Zijkanten invetten. Koekjesbrij op de bodem uitspreiden en in de koelkast laten opstijven. Sinet zei zaterdagavond dat ze die bodem in de diepvries zette om op te laten stijven, dat kan dus ook.
– Suiker en monchou met een mixer smeuïg roeren.
– Klop Klop: de twee zakjes met de melk stijf kloppen en dan vermengen met het monchou-mengsel.
– Dit mengsel op de koekjesbodem uitsmeren en weer in de koelkast laten opstijven.
– Inhoud van het blikje taartkersen verdelen over de taart.

Even voor de goede orde: Bea gebruikte Bertoli omdat er onder haar gasten iemand was die koemelkallergie heeft. Ik gebruikte ongezouten roomboter.

PS voor Bea.
Namens de vrienden: bedankt voor het recept, het was heerlijk!

Reageren

27 mei: Spinazie schiet door.

Toen we terugkwamen uit Westerbork moesten we gelijk spinazie eten, want wat er aan spinazie in onze moestuin stond was al behoorlijk doorgeschoten.
Heb je zelf geen tuin en heb je geen idee wat ik bedoel?
Spinazie is een plantje waarvan wij de eerste blaadjes eten, maar als je niks doet gaat het bloeien en krijgt het bloemetjes en uit die bloemetjes ontstaat uiteindelijk het zaad.
Als spinazie doorschiet, dan komen de bloemetjes al aan de steeltjes.
Op de afbeelding hiernaast zie je een foto die ik gistermorgen maakte in onze tuin.
Als je op de afbeelding klikt komt die groter in beeld: dan zie je het bloemetje beter. Dat is namelijk net zo groen als de spinazie!
Er zijn mensen die vinden dat je het dan niet meer kan eten, maar dat vinden wij onzin.
Het kost alleen wat meer moeite om het schoon te maken, want je moet van ieder groepje blaadjes de bloei afhalen.
Dat hebben wij er wel voor over.
Ik zeg ‘wij’, maar Gerard is degene die met engelengeduld de spinazie zit schoon te maken.

We aten het twee keer deze week: een keer ‘gewoon’ met ei en aardappels en een keer als quiche met ui, champignons en plakjes ontbijtspek.
Verder blancheerden we drie porties voor in de diepvries.

Die quiche vond ik op internet: met champignons, ui en plakjes ontbijtspek.
Hierbij een link naar het recept op de website Brenda kookt.
Even doorscrollen naar beneden: Brenda heeft veel reclame op haar site, zodat er soms lege plekken ontstaan, waardoor je denkt dat het artikel al is afgelopen.
We vonden het een bijzondere combi en tevens heerlijk.
Zo zag het er uit toen we al driekwart van de quiche verorberd hadden…..o ja, ik moet nog even een foto maken!

Reageren

Pagina 1 van 18

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén