een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Koken & bakken Pagina 7 van 18

24 mei: We moeten wel spinazie eten!

Spinazie: zie rechts achterin.

‘De tuin’ is regelmatig onderwerp van gesprek bij ons.
Dat de aardbeienplantjes het zo mooi doen.
Dat de aardappels er al boven staan.
Dat de bonen er al in zitten.
‘De tuin’ is over het algemeen Gerards ding, maar af en toe moet ik er wat mee.
Deze week kwam de mededeling: “We moeten spinazie eten”.

Dus aten we dinsdag braaf spinazie, maar toen was het nog lang niet op.
“Doe dan ook maar spinazie als de kinderen komen eten, er is nog genoeg.”
Dan wil ik niet weer spinazie met een gekookt ei, maar dan zoek ik naar iets anders.
Met de zoekterm ‘ovenschotel spinazie’ vond ik op internet op de website van A. Heijn een recept: ovenschotel met spinazie, aardappelpuree, kaas en eieren.
In het recept ging men uit van diepvriesspinazie, maar A. Heijn heeft geen Gerard op de achtergrond met dwingende adviezen, dus er kwam verse spinazie in.

Je moest beginnen met knoflook en ui bakken.
Huh? Vond ik een rare combinatie met spinazie, maar wat was het heerlijk.
De ovenschaal ging schoon leeg.

Hierbij een link >>> naar het recept voor de schotel.

Tip van Aaltje: laat de laag ‘spinazie-ei-kaas etc’ even goed uitlekken voordat je het op de aardappelpuree schept.

Reageren

16 mei: Vegetarische aardappeltortilla

Vorige week viel mijn map met verzamelde recepten uit mijn handen; toen er van alles uit waaierde en wapperde vond ik het tijd om die map eens op te schonen.
Bij de keukentafel liep ik de plastic hoesjes bij langs; er kon nogal wat uit en ik heb heel veel bij het oud papier gedaan. Het ruimde lekker op.
Er was één recept waarvan ik dacht: ‘Waarom heb ik dit nog nooit gemaakt?”
‘Spaanse spinazietortilla’ stond er boven en het voldeed aan mijn criteria: niet te moeilijk, geen rare ingrediënten en niet heel veel werk.

De volgende dag aten we deze ovenschotel en het was heerlijk.
Vandaag op mijn blog het recept voor een spinazatortilla voor 2 personen:

Wat heb je nodig?
400 – 500 gram krieltjes
400 gram (diepvries)spinazie, ontdooid en goed uitgelekt
100 gram geraspte belegen kaas
3 eieren
25o ml melk
ovenschaaltje.

Wat moet je doen?
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Verdeel de krieltjes over de bodem van de ovenschool, eventueel nog zout, peper of patatkruiden overheen strooien.
Spinazie er overheen verdelen.
Eieren loskloppen met de melk de helft van de kaas.
Eimengsel over de spinazie schenken en bestrooien met de rest van de kaas.
Tortilla in 15-20 minuten goudbruin en gaar bakken.

Eet smakelijk!

Reageren

31 maart: Tagliatelle met prei, ui en zelfgemaakte kaassaus.

Vaker geen vlees eten.
Man, wat vind ik dat soms lastig.
Want geen vlees = geen jus.
En vlees is gewoon heel erg lekker.

Vorige week bedacht ik zelf een vegetarische pasta-schotel, omdat ik een recept vond voor kaassaus.
Het is een heel eenvoudig gerecht geworden.
Dit heb je nodig voor 2 personen.
– 125 gram tagliatelle
– 1 forse prei
– 2 uien
Voor de saus:
– 50 gram boter
– 50 gram bloem
– 250 cc melk
– 75 gram geraspte kaas.
(Ik had Milner 30+, maar een volgende keer zal ik wat pittiger, oude kaas nemen.)

Tagliatelle koken volgens de aanwijzingen op het pak.
Uien snipperen en fruiten.
Prei in ringen snijden en met de uien meebakken.
Beetje zout en peper toevoegen en wat Italiaanse kruiden.
Qua kruiden kun je het net zo pittig maken als je zelf wilt.

Kaassaus maken:
– boter smelten
– bloem in kleine delen toevoegen: blijven roeren!
– als alle bloem is opgelost heel voorzichtig de melk toevoegen: blijven roeren!
– als je alle melk hebt toegevoegd ontstaat er een gladde saus, waar je nu de geraspte kaas aan kunt toevoegen.

Tagliatelle afgieten, en bij de uien/prei doen en daarna de kaassaus toevoegen.

We hebben er heerlijk van gegeten; geen vlees, toch lekker!

Reageren

16 maart: Hervormde mosterdsoep.

Op  het blog dat ik schreef over de mosterdsoep van Kor en mijn poging om die ook te maken kreeg ik een reactie van Gretha en Cees.
Zij houden ook van mosterdsoep en Gretha vertelde dat zij een bijzonder recept had.

Slagerij H. Postema, Schoolstraat 18 (bron: boek ‘Jan en Elsien’)

Ze wist nog dat vroeger in de Schoolstraat in Roden slagerij Postema zat, gerund door Harrie en Alje Postma.
Die verkochten natuurlijk allerlei soorten vlees, maar ook zelfgemaakte soepen.
Bonensoep, snert, maar ook  mosterdsoep.
Heerlijke mosterdsoep, volgens Gretha.
Maar Harrie en Alje stopten met de slagerij.
De (overwegend oudere) Rodense cliëntele had gehoopt dat de mensen die het bedrijf overnamen op dezelfde voet zouden doorgaan, maar dat was helaas niet het geval.
Ze sloten de deuren van de slagerij voor één maand, toverden met een verbouwing de slagerij om tot een moderne winkel en sloegen daarmee in hun ijver de plank volledig mis.
Want daar zat de (overwegend oudere) Rodense cliëntele niet op te wachten; die hadden inmiddels het pad naar andere slagerijen al gevonden.
Ze hebben het dan ook niet gered.

Maar de mosterdsoep is wel gered.
Gretha heeft het recept persoonlijk gekregen van de broers, die zij vroeger gekend heeft.
Zij wist zelfs waar ze altijd zaten in de Catharinakerk.
“O? Waren ze hervormd? En mochten jullie dan als gereformeerden wel naar hun slagerij?”
Daar had ik namelijk hele andere verhalen over gehoord; al speelden die verhalen zich wel af in andere dorpen, dat moet ik toegeven.
Maar dat was hier in Roden dus niet aan de orde.

Op vrijdagmiddag twee weken geleden kregen Gerard en ik een ‘proef’-pakketje van Gretha en Cees: een bakje  zelfgemaakte mosterdsoep met daarbij een boek over het leven van Jan Postema en Elsien Thie. Als wij de soep lekker vonden zouden we het originele recept krijgen.
Het boek “Jan en Elsien” gaat over de ouders van de slager.
Een boek met het familieverhaal van de familie Postema en prachtige foto’s van vroeger.
Wát een cadeautje om dat te mogen inzien.

De soep was heerlijk!
Maar wel anders dan andere mosterdsoepen: er zaten geen spekjes in maar gehakt.
We noemden het schertsend ‘Hervormde mosterdsoep’ naar aanleiding van Gretha’s verhaal.
Later kreeg ik het recept van Gretha: hieronder vind je het zoals ik het van haar kreeg:

Ada,

Bij dezen het recept zoals ik het ooit gekregen heb.

Nodig:
– 250 gram half om half gehakt
– 8 eetlepels mosterd: 4 Milde Franse en 4 grove Groninger
– 1 liter melk
– 1 eetlepel bloem
– 1 dl slagroom
– 2 kippenbouillontabletten
– 20 gram boter
– zout /peper

Doen:
– gehakt braden
– mosterd losroeren met wat melk, door het gehakt roeren
– dan rest van de melk en de bouillontabletten toevoegen
– laatste minuut slagroom en bloem erbij om te binden.

Zelf varieer ik wel eens stiekem:  geen boter voor het braden van het gehakt, heel bescheiden met zout en peper ( sowieso bij gekruid gehakt natuurlijk ) en ik vind maizena gemakkelijker bindmiddel dan bloem: even aangemengd met lepel afgekoelde soep kan het nagenoeg niet klonteren. Echt in mum van tijd klaar; smakelijk eten!
Gretha

Reageren

10 maart: Zondag, soepdag.

Vroeger bij ons thuis aten we op zondag altijd soep.
Groentesoep.
Iedere zondag.
Met gebakken aardappels en pudding toe.
Afgelopen week hoorde ik op de radio de stem van Meester G.B.J. Hilterman in het kader van ‘100 jaar radio’ en dan zie ik ons weer zitten aan de keukentafel bij mijn ouders en kan ik de groentesoep met ballen en maggiplant bijna proeven.

Ook wij eten op zondag vaak soep, maar ik beperk me niet alleen tot groentesoep, ik kook ook wel eens wat anders.
Tomatensoep maakte ik altijd met pakjes van Knorr.
Maar sinds ik weet hoe je ook soep kan maken zónder ‘pakjes en zakjes’ probeer ik wel eens wat uit.
Vorige week maakte ik een gebonden tomatensoep die, naast die van Gerard, ook de goedkeuring kon wegdragen van dochters en schonezonen.

Dit heb je nodig voor twee liter soep.
– pakje gezeefde tomaten
– pakje tomatenblokjes
(zie foto)
– anderhalve liter water
– 1 tablet tuinkruidenbouillon
– 1 tablet groentenbouillon
– 100 gram boter
– 100 gram bloem.
– 2 uitjes
– kleine prei

Dit moet je doen:
– boter smelten
– bloem in delen toevoegen en blijven roeren tot er een mooie homogene klont ontstaat, een zogenaamde roux.
– de beide bouillontabletten oplossen in de anderhalve liter water en aan de kook brengen.
– de bouillon heel voorzichtig al roerend toevoegen; steeds even laten oplossen in de massa en onophoudelijk blijven roeren tot de bouillon helemaal is toegevoegd aan de roux.
– de gezeefde tomaten en de tomatenblokjes toevoegen.
– de uitjes snipperen, de prei in kleine ringetjes snijden en ook toevoegen.
– Nog even tien minuutjes laten sudderen. Let op: wel af en toe roeren.

Natuurlijk kun je in plaats van de gezeefde tomaten en tomatenblokjes ook echte tomaten toevoegen, maar dan zit je weer met al die velletjes. En pitjes.
Gemak dient de mens.

Reageren

26 februari: Vegan.

“Zal ik anders koken donderdag?” vroeg Harriët in de voorjaarsvakantie.
Wat een goed idee.
En achteraf heel goed uitgekozen, want donderdag was ik niet helemaal lekker.
Helemaal niet lekker eigenlijk.
Griepverschijnselen maar niet echt ziek, maar wel moe en bluuuh.
Wat heerlijk dat er dan iemand langs komt voor een kopje thee die ook nog kookt!

Als één van de dochters kookt weten we zeker dat we vegetarisch eten.
Ze had thuis al boerenkoolsoep gemaakt.
Het recept daarvoor had ze van internet gehaald: boerenkoolsoep >>>  van het foodblog Foodsels.
Zij had er als finishing touch een handje kokos aan toegevoegd.
Wij hadden nog nooit boerenkoolsoep gehad maar het was verrassend lekker.
Op het bijbehorende blog las ik ook nog dat boerenkool ook een ‘superfood’ is. ‘Dat komt omdat het tjokvol vitamine B12 en vitamine C zit  en daarnaast ook nog een belangrijke bron van Kalium en Calcium is‘ aldus de hippe kok van Foodsels.
Wij eten nog regelmatig boerenkoolstamppot (uit eigen tuin) dus we zijn over de hele linie goed bezig.

Als hoofdgerecht kregen we pasta met spinazie-pesto.
Hadden we ook nog nooit gehad, maar ook dat was erg lekker.
Volgens Harriët was het helemaal niet moeilijk om te maken; ook dit recept had ze van een website gehaald. Die heet “Yup…. it’s vegan!” en wordt bijgehouden door Shannon.
Deze website is in het Engels, hierbij een link naar die pagina: Spinazie-pesto-pasta >>>
Schreef ik van de week al over hè?
Ons Nederlands ver-Engelst.
Onze dochters lezen Engels alsof het Nederlands is.
Wat ik dan wel een giller vind is dat wij een Engelse schoonzoon hebben die Nederlands spreekt met een Drents accent!
De omgekeerde wereld…….

Reageren

19 februari: Mosterdsoep.

Al jaren bezing ik de lof van kok Cor uit het Heijmanscentrum als het gaat om zijn mosterdsoep. Nergens zo lekker. Zelf had ik wel eens geprobeerd om mosterdsoep te maken, maar dat was toen zo scherp dat je bij het eten de tranen in de ogen sprongen.
En dat was niet van ontroering.
Op dat moment nam ik mij voor om dat niet nog een keer te koken.

Maar zondag trok ik de stoute schoenen aan en probeerde het nog eens.
Met een recept van internet kon er mijns inziens niet zoveel fout gaan.
Het was erg lekker. En er kwamen geen tranen; ik had er ook niet zoveel mosterd in gedaan als de vorige keer.

Zo maak je mosterdsoep:
– 50 gram boter 
– 50 gram bloem
De boter smelten (niet bruinen) en daarna de bloem in delen oplossen tot een roux ontstaat.
Roux 10 minuten op heel zacht vuur laten garen.
– 125 gram gerookte spekreepjes alvast knapperig bakken.
– 1 liter tuinkruiden- of groentenbouillon al roerend bij de roux gieten.
Tien minuten zachtjes laten koken, daarna eventuele klontjes fijnmaken met een staafmixer.
– kleine prei in kleine ringetjes snijden
– 1 klein uitje snipperen
Deze fijngesneden groenten toevoegen aan de soep.
– 200 cc kookroom, 2 eetlepels Groningse mosterd en de uitgebakken spekjes ook aan de soep toevoegen.
Nu de soep nog even laten sudderen.

Bijna net zo lekker als die van Cor.

Reageren

15 februari: Vliegende Jacob.

Toen ik nog op de Catharina-cantorij zat kreeg ik van Essina ooit het recept voor ‘Vliegende Jacob’, een gerecht met kip en banaan.
Begin deze maand vroeg ze: wat vond je daar eigenlijk van?
Wist ik niet.
Ik had Jacob nooit gemaakt en ik kon het recept ook niet meer vinden.
“In de vaagheid blijven hangen” zou mijn vorige manager gezegd hebben.

Ze stuurde mij het recept opnieuw en woensdagavond stond het op ons menu.
Op internet had ik ook nog verschillende variaties opgezocht en overal stond bij: het is een wonderlijke combinatie van ingrediënten, het ziet er eigenlijk niet uit, maar o wat is het lekker. En inderdaad: het was heerlijk.

Dit is de basis voor 2 personen:
– 200 gram kipfilet
– 1 theelepel Italiaanse kruiden.
– 2 bananen
– 200 cc kookroom, slagroom of een pakje roomsaus
– 50 cc chilisaus
– 100 gr, bacon of gerookte spekjes
– 2 ananasschijven
– beetje peterselie

Zo maak je het klaar:
– snij de kipfilet in stukjes en bak ze gaar.
– leg ze in een ingevette ovenschaal
– strooi de Italiaanse kruiden er overheen
– nu de banaan in helften of plakjes snijden en over de kip verdelen.
– Klop de chilisaus door de room (gebruik je slagroom, eerst een beetje lobbig kloppen)
– Schenk dit mengel over de banaan.
– Bacon of spekjes knapperig bakken en verdelen over de ovenschaal.
– Ongeveer 25 minuten in een voorverwarmde oven op 225 graden
– 10 min.voor einde ananas en peterselie erop.
– Dit kun je ook direct doen, maar dan de ovenschotel wel afdekken met aluminiumfolie, anders wordt de ananas te bruin.

Serveren met rijst en salade.

Eigenwijs als ik ben deed ik het net even anders; op internet had ik gelezen dat je de rijst ook als eerste laag in de ovenschaal kon doen, dat deed ik.
Verder moesten er volgens de ‘google-recepten’ ook pinda’s door, dus die zaten er bij ons ook in.
Wij aten dezen schotel met ijsbergsla met appel en ananas.
Verrukkelijk was het. Gerard zei: ‘Dit recept kan wat mij betreft ook in de map ‘.

Met ‘de map’ bedoelt hij de map met een verzameling van van alles en nog wat op kookgebied door de jaren heen.
Het is voor mij een belangrijk criterium dat Gerard vindt dat iets in ‘de map’ kan.
Het hoeft namelijk ook vaak niet…..

P.S. Waarom heet het eigenlijk ‘Vliegende Jacob’?
Kippen vliegen immers niet?
Het heet zo omdat het is samengesteld door Ove Jacobsson uit Zweden.
Hij werkte als bevrachter van vliegtuigen, vandaar.
Essina en Joop: bedankt!

Reageren

9 februari: Weekend-eten.

Pannekoeken.
Broodje vissticks.
Pizza.
Macaroni met smac en ui.
Soep met brood.
Zomaar een paar dingen die bij ons vallen in de categorie ‘weekend-eten’: gemakkelijk om klaar te maken en niet te zwaar.

Vorige week zaterdag maakte ik een éénpansgerecht uit de Jumbofolder “Koken op de camping” van een aantal jaren geleden: geroerbakte aardappelschijfjes met champignons, ui en ei.

Stiekem een twee-pansgerecht……

Nodig voor 2 personen:
– 2 grote uien
– bakje champignons
– 450 gram aardappels
– beetje peterselie
– 2 eieren

Aardappels niet helemaal gaar koken, af laten koelen en in schijfjes snijden.
Uien en champignons bakken, ongeveer 5 minuten.
Aardappelschijfjes toevoegen en in 15 minuten goudbruin en gaar bakken.
Zet nu de warmtebron heel laag.
Breek de eieren op de aardappelmassa, leg een grote deksel op de pan en laat de eieren in 6 minuten langzaam stollen. Tot slot over het geheel een beetje peterselie strooien.

NB: in het recept bak je de uien/champignons en aardappels in dezelfde pan, ik heb de aardappels in een aparte pan gebakken. Dan worden ze net even knapperiger.
Is het even een twee-pansgerecht. So what.
Na het apart bakken doe je dan alles weer in één pan en breek je de eieren er op.

Reageren

28 januari: Meringues.

Zondagavond: met z’n allen ‘Heel Holland bakt’ kijken aan de Boskamp.
Het hele stel was compleet gisteravond: we keken met z’n achten hoe Hanneke de tent moest verlaten.

Al tijden wilde ik eens proberen om meringues te maken, maar het was er nog nooit van gekomen. Gerard keek gistermiddag life naar Feyenoord-Ajax, dus ik had alle tijd om dat eens uit te proberen.
Het is niet moeilijk, maar het komt wel krek.
Wat heb ik nodig? Kok Google was behulpzaam.
‘4 eieren, snufje zout en suiker’.
Ik haalde vier eieren uit de koelkast.
De eieren moeten wel op kamertemperatuur zijn, anders komt het schuim niet tot volume’.
O. Dat duurt even.
Ik legde de eieren in een bord met warm water en ging wat anders doen.
Breien. Het was inmiddels al 3-2.

Na drie kwartier vond ik dat de eieren wel op kamertemperatuur waren.
‘De eiwitten splitsen. Er mag geen spoortje eigeel achterblijven.’
Vroeger had ik een eierscheider. Waar is die eigenlijk?
Kastjes en laden bijlangs, tot ik hem uiteindelijk vond in de servieskast in een melkkan waar eigenlijk een sticker op zou moeten: ‘Handige dingen die ik nooit gebruik’.
Toen was het 4-2.

‘De eiwitten afwegen en precies zoveel suiker afwegen.
150 gram eiwit, dus 150 gram suiker. Maar ik had maar 90 gram witte basterdsuiker, dus dat vulde ik aan met kristalsuiker.
‘De eiwitten opkloppen tot er pieken ontstaan. Dan de suiker in kleine delen toevoegen’
Het is heel leuk om te zien hoe de eiwitten veranderen van een doorzichtige, glibberige massa in een egaal wit glimmend schuim. Als je de suiker er door mengt verandert er niks, het wordt alleen erg zoet.

Ik maakte bergjes op de bakplaat met behulp van een klein vul-spuitje dat ik altijd gebruik voor gevulde eieren, maar dat was niet echt handig (lees: het was een grote smeerboel). Gelukkig zijn daar geen foto’s van.
De bergjes moesten op bakpapier op een bakplaat één uur in een voorverwarmde oven van 100 graden en daarna moesten ze nóg een uur in de afkoelende oven ‘drogen’.
Toen ze eindelijk in de oven stonden was de wedstrijd afgelopen en had Feyenoord gewonnen met 6-2. 

Een grote troost voor mijn Ajax-fan was, dat de meringues goed gelukt waren!
Gelukkig zijn daar wel foto’s van. Op de schaal liggen ook chocoladekoekjes van de winnaar van de ‘Heel Holland bakt aan de Boskamp-wedstrijd’ van vorige week zondag: die had zoveel plezier beleefd aan het bakken van de koekjes, dat ze gistermiddag nog maar een een voorraadje had gebakken!

Reageren

Pagina 7 van 18

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén