een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Lezer van de maand Pagina 4 van 5

20 april: Lezer van de maand – Henk van Donk

Hoe kennen wij elkaar?
Ik ben de partner van dominee Sybrand van Dijk en als zodanig dus meeverhuisd naar Roden/Roderwolde. Tijdens de kennismaking heb ik Ada en Gerard leren kennen en verder ken ik Ada van de cantorij.

Waar en wanneer ben je geboren?
Op 30 november 1956 ben ik geboren in Leiden.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
In 1999 heb ik Sybrand leren kennen; we zijn sinds 2002 getrouwd.
Ik heb drie kinderen en zes kleinkinderen en een kleinkind op komst.

In welke levensfase zit je nu? Hoe vul je je dagen?
Ik mis mijn beide benen en zit daarom vaak in de rolstoel.
Deze rolstoel bepaalt mijn mogelijkheden en dat zijn er vele.

Wat wil je graag met de lezers delen?
Wat ik graag met jullie wil delen zijn de mogelijkheden die het leven een mens biedt  als je ze maar pakt.

Ik heb als kind de MAVO doorlopen en kreeg als advies om naar de HAVO te gaan. Bij het afscheid van de MAVO vertelden de leraren dat het niet uitmaakt wat ik ging doen want ik kon eigenlijk alles en was breed geïnteresseerd.
Dat hadden zij goed gezien.
Mijn inschrijving bij de HAVO  werd om een of andere reden afgewezen en vond mijn moeder het een goed idee als ik ging werken.

Mijn eerste baan was op de administratie van een keukenbedrijf. Vervolgens kwam ik op eigen verzoek in het leger terecht waar ik sportleraar wilde worden maar ik bleek totaal ongeschikt voor het leger. Na deze mislukking ging ik op de bank werken. Daar verdiende ik het zout in de pap niet en heb toen gesolliciteerd als laborant bij Nutricia. Daar volgde ik ook de  opleiding voor laborant. Wij woonden in Alphen aan den Rijn en wilden graag een eigen woning. Dat was daar niet mogelijk dus verhuisden wij naar Oudheusden waar ik als computer operator bij Dupont kon gaan werken.

Wandelen in de herfst

In de avonduren ben ik computercursussen gaan volgen. Ik kon een baan krijgen als programmeur bij de Agfa in Rijswijk en verhuisden wij terug naar Alphen aan den Rijn. Uiteindelijk werkte ik mij op tot programmeur-analist.
Toen kwam de PC in beeld en daar was ik totaal niet in geïnteresseerd. Ook de computer business was ik zat. De laatste jaren als programmeur volgde ik in de avonduren de opleiding tot kunstenaar bij de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag.

Na mijn afstuderen wilde ik niet de eenzaamheid van een kunstenaar in zijn atelier en ben ik minder gaan werken en werd vrijwilliger bij een instelling voor gehandicaptenzorg. Daar ging mijn interesse naar toe en ben ik in een sneltreinvaart van hulp op de woning na diverse tussenstapjes vwb opleidingen uiteindelijk gaan studeren voor Orthopedagoog op de Universiteit in Leiden.  In 2010 studeerde ik daar af.
Als orthopedagoog ben ik bij de MEE gaan werken totdat mijn lichaam het liet afweten.

Mijn nieren werkten niet meer en moest ik drie dagen in de week gaan dialyseren.
Tot 2016 want toen kreeg ik een nier van Sybrand getransplanteerd. Inmiddels ben ik ook  geopereerd aan mijn schildklier, is mijn aorta vervangen, kreeg ik diverse bypasses en zijn mijn benen geamputeerd. In 2014 mijn eerste been en in 2016 mijn tweede been.
Werken als Orthopedagoog ging niet meer en omdat mijn energie weer terug kwam ben ik in 2016 weer gaan schilderen; ik was tenslotte kunstenaar. Met veel plezier werk ik nu aan mijn schilderijen en niet onverdienstelijk.
Toevoeging Ada: de twee afbeeldingen op dit blog zijn werken van Henks hand. Klik op een schilderij voor een vergroting).

Zomer

Wij wonen  in de pastorie in Roderwolde waar een gigantische tuin bij is: dat is van mij ook een grote passie. Samen met Sybrand kunnen wij daar onze energie en liefde voor de natuur in kwijt. Al het werk doet Sybrand en ik kan ervan genieten. Intussen heb ik mijn draai wel gevonden in Roden en Roderwode. Ik ben lid geworden van de kunstenaarsvereniging Verkuno  en de schilderclub TSR. Ook het zingen heb ik weer opgepakt en nu zing ik  samen met o.a. Ada in de cantorij van onze kerk.

Al met al heb ik in mijn leven veel hobbels moeten nemen maar vond het altijd weer een uitdaging om er positief uit te komen.
Als ik terugkijk heb ik veel ambachten gehad; eigenlijk zou ik nog tuinarchitect willen worden maar dat doe ik maar niet meer.
Ik ben een tevreden mens.

Reageren

20 maart: Lezer van de maand – Tieme Meints

Hoe kennen wij elkaar?
Ada is de zus van onze schoonzoon Henk. Henk is getrouwd met onze jongste dochter Annette. We komen elkaar daardoor regelmatig tegen op verjaardagen e.d.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben op 2 mei 1941 geboren in Assen en heb daar mijn hele leven gewoond. Aardig om te weten is dat mijn vader (die al 66 jaar(!) geleden is overleden) een vurig voorstander van de zgn ‘vroegdoop’  was. Ik werd op vrijdag 2 mei om half 10 ’s avonds geboren en zondagsmorgens (4 mei) lag ik om half 9 al in de kerk om gedoopt te worden!

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Ik ben al 56 jaar getrouwd met Coby en we hebben samen 4 kinderen of eigenlijk 5 want ons eerste kind (Nienke) is tot ons verdriet vlak na de geboorte overleden. Verder hebben we 6 kleinkinderen in de leeftijd van 9 tot 19 jaar.

In welke levensfase zit je nu? Hoe vul je je dagen?
Ik ben al ruim 20 jaar met pensioen. Ik heb gewerkt bij de Belastingdienst (12 jaar) en bij het onderwijs (bestuurskant)  (27 jaar). Op oudere leeftijd heb ik nog theologie (HBO) gestudeerd in Windesheim (Zwolle). Ik zat 20 jaar in de gemeentelijke politiek en nu doe ik vrijwilligerswerk (bezig met afbouwen), ik lees, schrijf en studeer. Als het weer goed is gaan we fietsen of wandelen of we vieren vakantie in eigen land. Gelukkig weet ik niet wat vervelen is.

Wat wil je graag met de lezers delen?
Als je wat ouder wordt (ik ben 78!) dan kan het haast niet anders of je denkt wel eens na over wat er na het leven komt. Eén ding in dit leven is zeker: we zullen allemaal met het sterven te maken krijgen. Van onszelf maar ook van onze geliefden, bekenden enz.  Logisch dat je je dan afvraagt: ’Wat staat ons te wachten?’

Vorig jaar stond in één van de kranten die ik lees een erg interessante (zomer)serie  interviews met ‘bekende en onbekende  Nederlanders’  over ‘allerhande levensvragen’.

‘Wat stelt u zich voor bij de hemel?’

Eén van de vaste vragen was: ’Wat stelt u zich voor bij de hemel?’
De antwoorden waren meestal boeiend maar uiteraard totaal  verschillend. Veel christenen denken dat hun toekomst in de hemel ligt. Dat is ook zo maar ik geloof in een hemel die hier op aarde is. Dat laatste wordt door velen vergeten. Zij stellen zich voor dat ze vanaf hun sterven meteen voor eeuwig rond Gods troon staan met palmtakken in de hand en Zijn lof zingen. De straten in die hemel zijn van goud. De vernieuwde aarde speelt  in hun voorstelling geen rol. Ik moet niet denken aan die palmtakken en die straten van goud.  In  het Bijbelse toekomstbeeld speelt echter de nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont wel degelijk een wezenlijke rol. Er zal dan,-  anders dan nu het geval is-  geen kloof meer bestaan tussen hemel en aarde. Ze zullen een eenheid vormen. Op deze nieuwe aarde, die één is geworden met de hemel zullen we niet rondom Gods troon staan te zingen. Jesaja 65 :21 en 22 zegt  dat er op de nieuwe aarde huizen gebouwd zullen worden  en wijngaarden geplant. Er zal gewoon gewerkt worden: maar wel ontspannend. We zullen zelfs wijn drinken met Christus (Mattheus 26:29) . Dat spreekt me wel aan!

Maar wanneer ‘begint’ die nieuwe hemel en nieuwe aarde? Meteen bij het sterven (‘van stonde aan’) zoals  de Catechismus (zondag 22) zegt of , zoals in de Bijbel staat   (1 Thessalonicenzen 4 : 13-16): als Jezus terugkomt:  ‘ Bij het geluid van de bazuin. Dan staan eerst de gestorvenen op uit de dood. En daarna mogen wij die nog leven, ook komen. Vanaf dan zullen we altijd bij Hem zijn’. In onze Geloofsbelijdenis staat : ‘Ik geloof in de opstanding van ons lichaam en in het eeuwige leven’.

Maar wat er tussen sterven en opstanding gebeurt is een mysterie. Niemand kan er een afdoend antwoord op geven. We weten het niet. Volgens deskundige theologen verblijven onze doden in de ‘sjeool’(= graf, dodenrijk). Waar God ook is! Psalm 16:10 zegt dat God mij in het dodenrijk niet zal verlaten. En Psalm 139: 8 zegt dat God zelfs in het dodenrijk is. Hij laat ons niet los!  De hemel ‘begint’ niet bij de dood maar ‘pas’ bij de wederkomst van Christus als Hij verschijnt in heerlijkheid en majesteit. Hij zal (weer onze Geloofsbelijdenis)  ‘weerkomen om te oordelen levenden en doden’

Het is  goed om aan de hand van de Bijbel eens te kijken of  hierover iets van licht te vinden is. Is Jezus bij zijn opstanding uit de hemel gekomen?  Ik denk het niet. De Geloofsbelijdenis zegt dat Hij na Zijn sterven is ‘nedergedaald ter helle’. Met ‘helle’ wordt bedoeld: ‘dodenrijk’ of ook wel ‘paradijs’. Jezus zegt  van Lazarus (Johannes 11) en het dochtertje van Jaïrus (Lucas 8) dat ze ‘slapen’ als ze gestorven zijn.

Ik denk dat we tussen sterven en opstanding in een soort slaaptoestand verkeren. Als we gaan slapen hebben we geen idee van tijd. Zo is het ook in de tijd tussen sterven en opstanding.. We mogen geloven dat onze doden veilig zijn, geborgen, gekend bij name.  Het spijt me te moeten zeggen dat er over onze overleden geliefden veel wordt gezegd wat kant nog wal raakt. Goedbedoeld, zeker! Maar bijvoorbeeld de gedachten dat de overledene ons doen en laten hier kan volgen of de overtuiging dat opa ons ziet vanaf zijn wolk  zijn-met permissie- onzin. Een bijzonder tekst is Prediker 9 : 5 :’De doden weten niets’. Ook Psalm 6: 6 spreekt over het dodenrijk waar God niet wordt gelooft.  Psalm 115 : 17 zegt hetzelfde. En Psalm 88 zegt dat het dodenrijk het ‘land der vergetelheid is.

De dood is niet uitzichtloos! Integendeel zelfs! Paulus zegt in 1 Korinthe 15 : ‘Als er geen opstanding der doden was dan zouden allen die in Christus ontslapen (= beginnen te slapen) zijn, verloren zijn. Ons leven nu en ons leven straks zijn  niet twee levens die niets met elkaar te maken hebben. Er is continuïteit tussen nu en dan. Het gaat om een en hetzelfde leven. Ik las ergens dat de dood alleen maar  een tijdelijke onderbreking is, als een pauzetoets op een cd-speler. Als die toets ontgrendeld wordt, speelt de cd weer verder.

Er staat ons nog heel veel te wachten! We mogen uitzien en verlangen naar een hemel op

Eens, als de bazuinen klinken!

aarde! Waar gerechtigheid woont! (2 Petrus 3:13). Dat lijkt me geweldig!! Dat we dan verlost zijn van een wereld die bol staat van de ongerechtigheid. Openbaringen 21:3 zegt dat God dan bij de mensen zal wonen. Hij zal alle tranen van hun ogen afwassen. Er zal geen verdriet en pijn meer zijn. Wanneer?
Eens als de bazuinen klinken en de graven openbreken.
Jezus Christus, gist’ren heden.
Komt voor eens en komt voorgoed.

Naschrift.
Half november 2020 is Tieme overleden.
Klik hier voor een blog over de dankdienst voor zijn leven.

Reageren

20 februari: Lezer van de maand – Theo van Beijeren

Hoe kennen wij elkaar?
We kennen elkaar van de kerk in Roden. Ik leerde Ada kennen via het wijkteam waar zij deel van uitmaakte en later hebben we elkaar uitvoeriger leren kennen, zowel in de websitegroep als persoonlijk.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik kwam in 1951 als oudste in een gezin met zeven kinderen ter wereld in Leeuwarden, waar ik ook mijn jeugd en schooltijd heb doorgebracht. Daarna verhuisde ik naar Kampen voor de studie theologie. Ik ben vervolgens in Wijhe, Wieringerwerf en Roden predikant geweest; in die laatste plaats wonen we nog steeds met veel plezier.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Alle drie, en wel in precies die volgorde. Aly en ik zijn getrouwd in 1973 en hebben vier kinderen gekregen en intussen ook al zes kleindochters.

In welke levensfase zit je nu, en hoe vul je je dagen?
Inmiddels ben ik met pensioen en geniet ik van de vrijheid. De dagen vullen zich vanzelf met wat bestuurlijke activiteiten en wat vrijwilligerswerk voor de kerk in Roden (het kerkblad opmaken) en in de regio (visitatie, wat zo ongeveer neerkomt op gevraagd worden om in problematische situaties in gemeenten te bemiddelen of een oplossing te adviseren). Verder lees ik graag, luister naar muziek, tuinier, we bezoeken concerten, fietsen veel en hebben eindelijk wat meer tijd voor contacten met familie, vrienden en bekenden.

Wat wil je graag met de lezers delen?
Naast de al genoemde tijdsbestedingen houd ik me bezig met het maken en onderhouden van websites. Mijn eigen website bevat veel familiegegevens en stamboomoverzichten van mijn vier grootouders die ver teruggaan. Ook schrijf ik zo nu en dan een blog over uiteenlopende onderwerpen, waarbij regelmatig het thema ‘Genealogie’ terugkomt met alle aardige zaken uit de geschiedenis die ik bij het stamboomonderzoek tegenkom. Daarover wil ik hier iets vertellen.

GENEALOGIE
Een bijzondere achternaam als de onze (van Beijeren Bergen en Henegouwen) nodigt als vanzelf uit tot een duik in het verleden. Waar komt die naam vandaan? Zijn we ook nog familie van Jacoba van Beieren? Het stamboomonderzoek leidt terug tot de eerste helft van de 16e eeuw. Een directe link met het Beierse Huis heb ik niet kunnen leggen, alhoewel anderen de twee ontbrekende generaties op een speculatieve manier hebben weten in te vullen. Ik vermoed dat we afstammen van een bastaardtak; buitenechtelijke relaties van adellijke personen waren toen heel gewoon.

Opmerkelijk is, dat in de stamboomgegevens je ruim dertig verschillende manieren tegenkomt waarop de naam geschreven wordt. De meest bizarre variant heb ik hier als illustratie bijgevoegd; die heeft overigens niets te maken met de geschiedenis, maar meer met een gedachtenkronkel van de afzender…

Tegenwoordig is internet voor de stamboomonderzoeker een geweldige bron. Steeds meer materiaal uit archieven van burgerlijke gemeenten komt beschikbaar, waardoor je via de aktes leuke details op het spoor kunt komen. Zo kwam ik bij een van de voorouders terecht in de Kolonie van Veenhuizen, vond ik bij een andere voorouder een onverwachte woonplaats die me meteen een heel eind verder terugbracht in de familiegeschiedenis en kwam ik bij nog een ander ver familielid een veroordeling tegen wegens een vechtpartij. Een leuke vondst was ook dat een verre voorouder boer is geweest op de Keukenhof, die in die tijd de groenten en kruiden leverde aan het Beierse hof.

Wat ook leuk is wanneer je de stamboomgegevens op een website plaatst, zijn de reacties en vragen die je uit allerlei delen van de wereld krijgt. Zo ontving ik berichten uit Nieuw Zeeland, Amerika, Zweden, Duitsland en uit allerlei plaatsen in Nederland. Die leveren soms interessante uitwisseling van gegevens op.

Een bijzonder onderdeel van mijn speurtocht naar het verleden is het levensverhaal van mijn grootvader, ook een Theo. Een tijdje geleden kreeg ik drie verhuisdozen vol materiaal dat uit zijn archief kwam. Mappen vol foto’s (soms meer dan 100 jaar oud), helaas lang niet allemaal met een beschrijving van de personen. Klassenfoto’s van de scholen waar hij onderwijzer was. Gedichten en verhalen die hij schreef. Een doos met spullen van een jong overleden kind. En nog heel veel meer. Ik ben bezig het te ordenen, en probeer er een levensverhaal van mijn grootvader van te maken.

‘Zoutkeet’ Leiden

Maar dat schiet nog niet zo hard op. Als ik een adres tegenkom waar hij gewoond heeft, probeer ik te achterhalen of dat huis nog bestaat en hoe het er nu uitziet. Als ik een foto uit 1920 met een motorfiets tegenkom, dan zou ik willen weten welk merk dat was. En als iemand in “De Zoutkeet” in Leiden heeft gewoond, maakt me dat benieuwd: waar was die buurt? En waarom heette die ‘Zoutkeet’? Zo zit je zomaar uren op het internet naspeuringen te doen. Dat is trouwens een heel leuke bezigheid, die je veel leert over de geschiedenis en de tijd waarin je voorgeslacht heeft geleefd. Die historische belangstelling heb ik dus met Ada gemeenschappelijk…

En intussen probeer ik zoveel mogelijk vast te leggen op mijn website >>> en via mijn blog door te vertellen. Want ook die passie voor een blog deel ik met Ada. Al moet ik er eerlijk bij vertellen dat ik lang niet zo regelmatig iets schrijf…

Reageren

20 januari: Lezer van de maand – Ilse van Huffelen

Hoe kennen wij elkaar?
Wij kennen elkaar via het zingen. Eerst bij het Rodens christelijk gemengd koor, daarna bij de Catharinacantorij en nu bij de cantorij Roden.
En af en toe bij het Af &Toe koor van Ada.
Eigenlijk al eerder, maar dat was zijdelings, want toen zat mijn dochter bij Ada op het kinderkoor.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben op 10 april 1954 geboren in Steenwijk. Daar woonden mijn ouders tijdelijk, omdat mijn vader daar in dienst zat.
Leuk detail: Twee jaar geleden woonde onze zoon in Steenwijk en hij is getrouwd in de kerk waarin ik gedoopt ben.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Ik ben 40 jaar getrouwd met Henk en we hebben samen 3 kinderen, 3 schoonkinderen en 3 kleinkinderen. Daar zijn we heel gelukkig mee en heel dankbaar voor.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen? 
Vanaf afgelopen september ben ik met pensioen na 40 jaar in het onderwijs te hebben gezeten.
Een hele tijd, waarin er veel veranderd is in het onderwijs, maar ook zo verrassend veel steeds weer terugkomt. Dat maakt dat het dan wel genoeg is. Bij mijn afscheid werd opgemerkt: 40 jaar! Wie haalt dat nog. We moeten nu wel van 4 of 5 mensen de diensttijd optellen om aan die van jou te komen.

Pensioen betekent trouwens niet stilzitten. Er is meer tijd voor alles. Het contact met de kinderen en kleinkinderen is intensiever en als Henk volgend jaar met pensioen gaat misschien nog wel meer.
Dan kunnen we voor het eerst buiten de schoolvakanties met vakantie gaan.

Het kerkenwerk is hetzelfde gebleven en als scriba is er genoeg te doen.

Foto van een kantkloswerkje van Ilse.

Nu heb ik veel meer tijd voor hobby: zingen natuurlijk zoals uit het begin van dit stukje wel blijkt en verder lezen, tuinieren  en handwerken. En bij dat laatste: hoe priegeliger hoe leuker, (maar wel met een patroon). Daarom vind ik kantklossen ook zo leuk.
(klik op de foto voor een vergroting)

Wat wil je graag met de lezers delen?
Ik ben graag in gezelschap van mensen waarmee je plezier kunt hebben, maar ook een goed gesprek.
Dan maakt het niet uit of dat nu in de kerkenraad is of op de cantorij of bij het koffiedrinken.
De zondagse eredienst is voor mij een ankerplaats en ik mis het als ik niet naar de kerk kan. De laatste tijd heb ik een aantal keer door ziekte verstek laten gaan.
Dan blijkt maar eens te meer dat ik blij ben met gezondheid.
Als een dag “gewoon goed” verloopt.
Als je kunt doen wat je wilt doen.
Ik hoop dat meer mensen zich dáár bewust van zijn en van kunnen genieten.

Reageren

20 december: Lezer van de maand – Henk Vrieswijk

Hoe kennen wij elkaar?
Ik ben de broer van Ada.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben op 28 augustus 1964 geboren in Hoogersmilde.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Ik ben getrouwd met Annette. We hebben twee kinderen, Coby van 18 en Cor van 15.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
Ik ben werkzaam bij een ICT-bedrijf in Hilversum en werk daar bij de afdeling Managed Services.
Mijn werkzaamheden bestaan uit het op afstand beheren van de ICT Infrastructuur van klanten. Deze ICT-infrastructuur draait voor het grootste deel in onze datacenters in Waalwijk en Groenekan.
Omdat ik in Assen woon en mijn werkgever in Hilversum zit, heb ik het voorrecht om twee dagen per week thuis te mogen werken.


Wat wil je graag met de lezers delen?
Naast dat computers mijn werk en mijn hobby zijn, heb ik nog een andere grote liefde.
Dat is Single Malt Scotch Whisky. In dit blog wil ik vertellen hoe ik het heb leren kennen, en hoe je er van kunt genieten.

Single Malt Scotch Whisky, The Water of Life.
Ik heb single malt Scotch whisky leren kennen op mijn vakanties met Annette naar Schotland. Toen wij elkaar leerden kennen bleek zij al een aantal keren met haar ouders naar Schotland te zijn geweest en het stond al jaren op mijn verlanglijstje. Onze eerste vakantie samen was dus naar Schotland, we hebben toen door Schotland getrokken en zijn op verschillende plaatsen geweest. In een Visitor Centre bij Urqheart Castle (Loch Ness) heb ik toen een boekje over whisky gekocht om er wat meer over te weten te komen (zie afbeelding 1). Dit vond ik zo interessant dat we die vakantie gelijk vijf distilleerderijen bezocht hebben.

Afbeelding 1
Een whisky mag alleen single malt genoemd worden wanneer de whisky van één distilleerderij komt en voor het proces van het maken van whisky alleen malt van gerst gebruikt is en geen andere graan alcohol is toegevoegd.
Een whisky mag pas Scotch genoemd worden wanneer deze minstens 3 jaar heeft liggen rijpen op eikenhouten vaten binnen de Schotse landsgrenzen.
Voor de lagering wordt gebruik gemaakt van vaten welke eerder gebruikt zijn om sherry of bourbon op te lageren. Sporen van deze eerdere lageringen proef je ook weer terug in de smaak van de single malt Scotch whisky.
De andere whisky vorm is blended whisky. Deze bestaat uit een groot percentage graan alcohol en vervolgens wordt daar een mix van single malt aan toegevoegd om een bepaalde smaak te maken.
Blended whisky is de whisky vorm welke het meest verkocht wordt. Voorbeelden hiervan zijn Johnny Walker, Ballantines etc.
Voor mij is het zo dat ik geen blends meer drink omdat een blend het naar mijn smaak niet haalt bij een goede single malt als Ardbeg, Talisker, Springbank of Oban.

Het mooie aan single malt Scotch whisky is dat smaken zo verschillen.
Per distilleerderij en regio (zie kaart) is er een groot verschil in smaken
Smaken als noten, citroen en chocolade kun je terug proeven en ook de smaak van turf. Dit laatste komt omdat voor het drogen van de malt, turfvuur wordt gebruikt.
Het gebruiken van turf wordt niet door alle distilleerderijen gedaan. Van de geturfde whisky’s zijn Ardbeg en Lagavullin (beide van Islay) wel het bekendst.

Naast Schotland wordt verder over de hele wereld wel single malt geproduceerd, waarvan Ierland, Japan en India wel de bekendste zijn.
In de Verenigde Staten wordt vooral bourbon en Tennessee whiskey gemaakt. In plaats van gerst wordt voor deze whiskey’s mais als basis ingerediënt gebruikt. Een voorbeeld van Tennessee whiskey is Jack Daniels.
Sinds ik single malt drink heb ik geen bourbon meer aangeraakt. Wanneer je aan de aan de smaak van single malt gewend smaakt bourbon wel heel raar.

Mijn favoriete distilleerderijen liggen op Islay en in Campbeltown. Op Islay heb ik vier van de negen distilleerderijen bezocht, waarvan ik Coal Ila wel het bijzonderst vond.
Hieronder zie je een foto van mij voor de Coal Ila distilleerderij.

Een deel van mijn huidige whiskey collectie:
(klik op de foto’s voor een vergroting)

Voor mensen die geïnteresseerd zijn in single malt whisky zou ik aanraden om eens naar een proeverij bij een slijter of naar een whiskyfestival te gaan. In de stad Groningen wordt eind maart altijd het Gronings Whisky festival georganiseerd (link zie>>>) waar ik zelf ook al meerde keren geweest ben.  Een echte aanrader.
Op het internet zijn ook diverse proeverijen te zien waar kenners een whisky proeven, beschrijven en met een cijfer waarderen.
Persoonlijk vindt ik Ralfy (link zie >>>)  wel het leukst.

Reageren

20 november: Lezer van de maand – Bea Ponne-Pit

Hoe kennen wij elkaar?
Onze mannen waren collega’s bij het werkvoorzieningsschap Noordenveld.
Na de geboorte van Harriët gingen wij namens het schap op kraamvisite en ontmoetten Ada en ik elkaar voor het eerst. Ze was heel zenuwachtig voor ons bezoek. Na een paar minuten had ze in de gaten, dat wij ook maar gewone mensen zijn!

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren in Frederiksoord in oktober 1951

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Getrouwd met Hans. 2 zonen, 2 schoondochters. 1 kleinzoon en 4 kleindochters.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen? 
We zijn, zoals dat zo mooi heet, pensionado’s.
Een paar keer per jaar trekken we er met de caravan op uit.
Ik ben vrijwilliger in de bibliotheek en De Hoprank (verzorgingstehuis).
Om fit te blijven doe ik aan Pilates, aquajoggen, wandelen en fietsen.

Wat wil je graag met de lezers delen?
Zoals eerder genoemd, ik ben geboren in het mooie dorp Frederiksoord, onderdeel van de Maatschappij van Weldadigheid; de kolonie, zoals het genoemd werd. Als  kinderen uit Vledder (een buurdorp) wisten, dat je uit Frederiksoord kwam, kreeg je het volgende versje te horen:
Waar woon ie?
In de kolonie
Wat is dat?
Een stinkgat.
Ik begreep niets van dit denigrerende rijmpje.
Natuurlijk wist je als jong kind helemaal weinig van de interessante geschiedenis van dit dorp; op school werd er ook geen aandacht aan besteed.
Tegenwoordig is dat gelukkig wel anders, helemaal omdat het vorig jaar 200 jaar geleden was, dat generaal Johannes van den Bosch met giften, o.a. van koning Willem 1, de Maatschappij van Weldadigheid oprichtte, om verpauperde landgenoten een beter bestaan te geven.

Gezinnen uit het westen werden uitgezocht om naar Frederiksoord te komen.
Ze kregen een koe, een schaap, een stukje grond en een huis.
De kinderen kregen onderwijs en er was gezondheidszorg. Als tegenprestatie moesten ze in hun eigen onderhoud voorzien, mondjesmaat hun schuld aflossen en zich onderwerpen aan tucht en kerk.

10 Jaar geleden werd de eerste kolonistendag gehouden.

…..inschriijven….

Mijn oudste zus en ik bezochten die dag met onze echtgenoten. De opening werd verricht door Jeltje van Nieuwenhoven; voormalig voorzitter van de 2e kamer. Zij is een nazaat van een paupergezin evenals mijn broer, mijn zussen en ik.

Het Drents archief was aanwezig en je kon laten uitzoeken hoe het met jouw afstamming zat. Voor meer informatie zie bijgevoegd pdf bestand: 2019.11.20 Stamboom Bea
We kregen een uitdraai met de namen van onze overgrootouders en grootmoeder van mijn vaders kant. Ook een kaart waarop nummers van de toenmalige huisjes. Het huis waarin mijn grootmoeder is geboren bestaat jammer genoeg niet meer.
In Huize Westerbeek kon je je laten inschrijven in het kolonistenregister. Mijn zus en ik hebben dat laten doen en dat geeft toch wel een speciaal gevoel.

Op de foto zie je het huis dat vroeger het kantoor was van Generaal van den Bosch en sinds enige jaren is het weer opnieuw het kantoor van de Maatschappij.

Met mijn vader op de motor.

Mijn ouders pachtten een boerderij met land van de Mij. In de jaren voor, tijdens en na de oorlog was het soms zwaar om de pacht te betalen. Uiteindelijk kocht mijn vader het huis begin 1960. De boerderij werd gesaneerd en hij verbouwde het achterhuis in kamers voor studenten van de tuinbouwschool.

Een paar weken terug was ik met mijn zussen 2 dagen in onze geboortestreek. We wandelden langs alle bekende en dierbare plekjes en haalden vele herinneringen op.

We bezochten het net geopende museum de Proefkolonie en dat was zeer de moeite waard. Echt een aanrader!
Hierbij een link naar de website van dat museum >>>

Op de foto: Koloniehuisjes aan het begin van het laantje waar mijn ouderlijk huis staat.

Reageren

20 oktober: Lezer van de maand – Joop Mozes

Hoe kennen wij elkaar?
Wij kennen elkaar door het samen zingen in de Catharinacantorij en het ‘Af&Toe-koor’.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren op 14 juni 1943 in Nijkerk op de Veluwe.

Verliefd, verloofd, getrouwd?
Ik ben al ruim 50 jaar getrouwd met Essina Alberts. We hebben twee kinderen, Sabine en Jorrit en twee kleinkinderen Marjolijn en Maurice.

Ik welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
Ik ben nu al een eindje in de 70 en de jaren doen zich gelden!
Hoorapparaten, versleten knieën en wat dies meer zij, maar we houden de moed er in.
Het kan altijd minder! Hoe ik mijn dagen vul: zie onder.

Wat wil je graag met de lezers delen?
Zoals ik al vermeldde ben ik in Nijkerk geboren. We woonden daar bij mijn grootouders in, die een kruideniersbedrijf hadden, wat in die oorlogstijd wel erg handig was. Mijn vader werkte bij een reisbioscoop en was veel van huis.

Zijn beroep was er ook de reden van, dat we zo vaak verhuisden. Van Nijkerk naar Zutphen, van Zutphen naar Utrecht en van Utrecht naar Groningen en uiteindelijk Roden. Ik heb op drie verschillende middelbare scholen gezeten en deed uiteindelijk in Groningen eindexamen. Mijn jeugd was dus redelijk hectisch en ik ben pas tot rust gekomen toen we in Roden gingen wonen, wat vooral voor de kinderen destijds een zegen was. We wonen hier nu al weer zo’n 45 jaar.

Het was in Roden, dat ik bij het Christelijk Mannenkoor Roden ben gaan zingen.
Mooie tijd! Rugklachten dwongen me op te houden en na een aantal ingrepen was ik weer in staat te gaan zingen bij de Catharinacantorij, waar Essina al lang lid van was.
Had ik veel eerder moeten doen. Er is op het ogenblik zo’n keur aan mooie liederen, als van bv. Oosterhuis, de Vries en Vogel om maar wat te noemen. Fijn om te zingen en goed voor je religieuze beleving. Maar de Catharinacantorij ging ter ziele en momenteel zing ik alweer een tijdje bij de Cantorij Roden en zit daar als secretaris in het bestuur. Ik doe dat met veel plezier en hoop het nog een poos te kunnen doen.

Verder hebben we een best grote tuin, die ’s zomers bewerkelijk is. We gaan graag met vakantie met de caravan en lezen veel. Ik ben mijn Hebreeuws weer aan het oppoetsen met internetcursussen (begonnen met een klein clubje bij Bart Elbert, die ik nog steeds mis). Essina heeft met veel plezier en inzet mijn stamboom voor een heel eind uitgeplozen.
Mijn druppel Joods bloed is onmiskenbaar en de geschiedenis van dat volk fascineert me nog steeds. Momenteel lees ik boeken van o.a. Chaim Potok en steek daar veel van op over het joodse leven en religie-beleving.

Verdere mag ik graag voor mijn PC zitten en ben waarschijnlijk verslaafd aan Mahjong (van die héle gróte!) Voor wat betreft mijn werken: ik ben na mijn diensttijd bij een installatiebedrijf gaan werken op de boekhouding en deed daar later ook de serviceafdeling bij. Het bedrijf ging failliet (niet mijn schuld) en ik werd hoofdadministrateur bij een aan TNO gelieerde stichting die wetenschappelijk onderzoek deed naar voornamelijk afvalwaterzuivering en de toepassing van koolhydraten.
Interessant en leerzaam.

Opmerking Ada: weet je (net als ik) niet wie Chaim Potok is?
Hierbij een link >>> naar een pagina met informatie over hem.

Reageren

20 september: Lezer van de maand – Wat als…?

Degene die ik gevraagd had om in de maand september  ‘Lezer van de maand’ te zijn kreeg het bij nader inzien toch niet voor elkaar om voor vandaag een bijdrage aan te leveren.

Dat bracht mij op het idee om te fantaseren over de vraag: “Wat zou er gebeurd zijn als ik mijn ouders had gevraagd om een bijdrage in deze rubriek?”
Mijn vader overleed in 2008 en heeft geen weet meer gehad van mijn website.
Hij was vast een trouwe lezer geworden en had er ook van alles van gevonden.
Daarvoor was hij ook mijn vader.
Mijn moeder heeft de eerste drie jaren van mijn blog nog meegekregen, maar had zelf geen computer. De stukjes die ik over haar schreef las ik aan haar voor of ik printte ze voor haar uit. Mijn moeder had vast geen blog geschreven. Ze had hooguit een onderwerp aangeleverd waarover ik haar dan geïnterviewd zou hebben. Of ze had samen met mijn vader een mooi reisverslag gemaakt van één van hun vakantiereizen die ze hebben gemaakt.

Mijn vader had denk ik aan één blog niet genoeg gehad, die was misschien wel gastblogger geworden.
Over zijn geboorteplaats Coevorden.
Over zijn jeugd als schipperskind.
Over zijn jaren van puber tot vader in Oldenzaal.
Over Roelfsema’s Kalkzandsteenfabriek waar hij meer dan dertig jaar gewerkt heeft.
Over de boeken die hij las en over de streektaal.
Over de kerk en misschien over de politiek.
Dan was ik het misschien wel weer niet eens geweest met wat hij schreef……..
Maar het meest had hij geschreven over hun vakanties.

Het blijft mijmeren over ‘wat als’ , want mijn ouders worden nooit lezer van de maand.
Het leven gaat door en we vinden onze weg in het leven, nu ook zonder hen.
Maar er gaat geen dag voorbij dat ik niet even denk aan mijn ouders. Herinneringen bij spullen die ik nog van ze heb, herinneringen bij muziek en media, uitspraken, recepten en niet te vergeten: foto’s. Vandaag twee vakantiefoto’s uit 1996 en 1999 uit de albums van mijn ouders.
Sweet memories.

 

Reageren

20 augustus: Lezer van de maand – Nettie Kramer

Hoe kennen wij elkaar?
Ik ken Ada en Gerard van de Haven waar onze kinderen naar school gingen. Dat was een leuke tijd: regelmatig kwamen wij als ouders op school voor hand- en spandiensten en ouderavonden maar ook meehelpen aan de Rodermarktwagen met natuurlijk de gezellige nazit. Wij leerden in die tijd veel ouders kennen en we hebben elk jaar nog een reünie van de Havenstappers. Daarover heeft Ada verschillende blogs geschreven. Ada en ik zijn bijna even oud en ik herken veel in Ada’s blog als het gaat over muziek en opvoeding. Het is altijd gezellig praten met Ada en Gerard en ik zie ze graag.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren op Urk, 30 juni 1960, en was tweede dochter in een gezin van zeven kinderen en een orgel.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Ik ben bijna 36 jaar getrouwd met Harm Holman, melkveehouder in Steenbergen.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen? 
Volgend jaar word ik 60 en ik denk nog altijd na over wat ik later wil worden. Ik ben docent  Nederlands in het vo geweest (vmbo en onderbouw havo/vwo) en heb nadat ik gestopt ben, nog regelmatig ingevallen. Ik heb nu al bijna twintig jaar mijn eigen bedrijf Scholare. Wat ik daar doe kun je lezen op mijn site: www.scholare.nl Ik zit in de redactie van een magazine voor begeleiders in het onderwijs, volg een cursus non-fictie schrijven op de SchrijversVakSchool in Groningen en hoop dit jaar af te studeren. Verder doe ik vrijwilligerswerk voor de kerk en Noordenveldleest.nl. Ik lees, fiets en wandel graag en tuinieren vind ik een ultieme bezigheid om mijn hoofd leeg te maken.

Wat wil je graag met de lezers delen?

Ada schrijft altijd zo mooi over haar geboortedorp, haar liefde voor het Drents en haar familie. Daar wil ik ook iets over vertellen.

Urk
Veel mensen reageren verbaasd als ik vertel dat ik van Urk kom. Urk is een bijzonder dorp en heeft ook een heel eigen dialect dat door iedereen wordt gesproken; makkelijk te verstaan maar moeilijk te leren door het specifieke accent. Een beetje zangerig. De zinsnede ‘Un kweeuwkien mit gerespelde keaze’ (een beschuitje met geraspte kaas) gebruik ik vaak om duidelijk te maken hoe het Urkers klinkt. Mensen hebben vaak geen idee wat dit betekent, laat staan dat ze het uit kunnen spreken. Deskundigen benoemen het Urkers zelfs als een unieke eigen taal en hebben veel onderzoek gedaan naar de oorsprong van dit dialect. Als je meer hierover wilt weten, lees je hier meer.

Urkers zingen graag, ik ook. Of dat nu komt omdat bijna iedereen op Urk naar de kerk gaat en makkelijk zingt of dat muzikaliteit in de genen zit? Geen idee. Jammer genoeg heb ik die muzikale genen niet. Mijn oudste broer wel, als enige uit ons gezin. Wij zingen graag samen op familiedagen en bij feesten. Wie nog eens ouderwets wil zingen kan op de woensdagavonden in de zomer in de Bethelkerk op Urk zijn lol op. Het is veel nostalgie, maar het heeft ook wel wat om met een volle kerk uit volle borst te zingen. Voor een impressie is dit een leuk filmpje, klik daarna op ‘Lichtstad met Uw paarlen poorten’; een tophit op Urk die bij elke begrafenis wordt gezongen. En als je dan toch op Urk bent, bezoek het leuke museum, maak een ‘gingkiestocht’ en een lekkere kuier langs de boulevard met vuurtoren en de haven.
Ze noemen Urk niet voor niets de parel van Flevoland.

Urk heeft natuurlijk ook een andere reputatie die steeds weer bevestigd wordt in de media: ze drinken veel, gebruiken drugs, zijn erg christelijk en brengen dat niet in de praktijk. Dat klopt, het zijn net mensen. Alle kerken zijn er aanwezig behalve de katholieke en als er niet één naar hun zin is, dan bedenken ze die zelf. Bijvoorbeeld de jongste kerk heet de Reformatorische Baptistenkerk…

Er is ook een andere kant: Urkers zijn over het algemeen enorm gastvrij, hebben veel humor en zijn erg gul. En ze praten veel en makkelijk over het geloof. Dat heeft twee kanten. Stelligheid en orthodoxie draagt meestal niet bij aan een goed gesprek. De SGP is de grootste partij op Urk en die bepaalt het gemeentelijk beleid. Daardoor is er ook veel frustratie bij mensen die wat ‘lichter’ zijn. Maar je hebt ook in de lichtste PKN-kerk nog steeds geen vrouwen in het ambt, laat staan op de preekstoel. En een dominee die homo is? Dat is reden voor een kerkscheuring! Hier geldt echt: zoveel hoofden, zoveel zinnen.

Als je nu vanaf Emmeloord Urk inrijdt, zie je dat Urk bijna aan Tollebeek vastzit. Veel nieuwbouw dicht op elkaar, veel auto’s, veel te veel mensen op een klein stukje grond. ‘Urk dat is een soetendal, wie is er is, die blijft er al’…zo luidt een zin uit het Urker volkslied. Ik bleef er niet en ging weg na de middelbare school. Mijn ouders en één broer bleven er wonen. Ik kom er nog graag, mijn vader is 92 en woont daar nu in een verzorgingshuis waar hij uitstekend en liefdevol verzorgd wordt. Ik ben ook altijd blij als ik weer naar huis ga. Voor mij was en is het te benauwd. Ik houd van ruimte!

Reageren

20 juli: Lezer van de maand – Jaap Ruitenbeek

Hoe kennen wij elkaar?
Wij kennen Ada en Gerard van de kerk, het kinderkoor, de cantorij en het kwartet waar in we samen zongen.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren in Delft in de Nieuwe Kerkstraat op 16 Januari 1940 als vierde kind van Pieter en Maaike Ruitenbeek.

Verliefd, verloofd, getrouwd?
Gladys en ik hebben ons verloofd in augustus 1965 en zijn getrouwd  op 21 december 1966 in Delft. Wij hebben 5 kinderen gekregen n.l. Dorien, Pieter Jaap, Jasper, Jos en Janneke  en later kregen we 6 kleinkinderen in de leeftijd van 2 t/m 18 jaar.

Levensfase
Ik ben in 2001 met de VUT gegaan en sinds 2005 gepensioneerd.
Momenteel doe ik werk voor het beamteam en zing ik in de Cantorij Roden. Ook zing ik  in een landelijk mannenkoor waarmee wij eens in de 3 weken een zaterdag repeteren in Harderwijk, met dit koor hebben we 4 concerten in het jaar in een willekeurige plaats in Nederland.  En niet te vergeten : ik ben hobby imker geworden!

Wat wil je graag met de lezer delen?

Ik krijg altijd veel vragen over de bijen en ik wil iets vertellen over het leven in de bijenkast. Dus hierbij mijn bijdrage: hoe werkt het in de bijenkast?

Een bijenvolk bestaat uit  één koningin, tienduizenden  werkbijen en enkele honderden darren. De koningin is duidelijk te herkennen, zij is veel groter  dan een werkbij.
In tegenstelling tot onze vroegere koningin is de bijen-koningin geen koningin omdat haar moeder het was, maar elk larfje in het bijenvolk maakt een evenredige kans om koningin te worden.

Dat gaat zo: een koningin, (de enige vruchtbare bij)  legt per dag zo’n 2000 eitjes, die na drie dagen allemaal uitkomen en dan larven worden en daar begint het proces.

De eitjes die uitgekomen zijn worden larfjes genoemd en worden allemaal gevoed door  vrouwtjesbijen(de werksters). Maar enkele larfjes krijgen extra voeding, de zogenaamde koninginnen gelei. Dat is een goedje dat ze zelf bij zich dragen in hun voedersap klieren. Deze larfjes groeien uit tot koninginnen en na 15 dagen komen ze uit hun cocon.

De oude koningin heeft dit aan zien komen en is met de helft van het volk vertrokken.
Na ongeveer 8 dagen is de jonge koningin geslachtsrijp en gaat zij opzoek naar de darren voor de bruidsvlucht. Deze darren hebben zich ergens op een plek verzameld en wachten daar of er een koningin langs komt vliegen. Als het zo ver is vliegen zij met z’n allen achter haar aan; dit kunnen wel honderden darren zijn!
Dan wordt de koningin in de vlucht bevrucht door enkele darren (tussen de tien  en de twintig). Voor die  darren  is het leven dan afgelopen; die hebben hun kunstje volbracht en gaan dood. De koningin kan voor de rest van haar leven (4 tot 5 jaar} eitjes leggen.

De rest van de larfjes die over blijven  worden na het uitkomen (22dagen) eerst werkbij en gaan  3 weken binnendienst doen.
Dit werk bestaat uit larfjes voeren, cellen bouwen en schoonmaken en op wacht staan.
Daarna gaan ze de buitendienst in en worden ‘haalbij’; dan gaan ze stuifmeel en nectar verzamelen en opslaan in de raten voor de larven en de wintervoorraad.
Na 3 weken in de buitendienst gewerkt te hebben sterven de haalbijen en worden ze weer opgevolgd door nieuwe werkbijen Eind augustus worden de darren die nu overbodig zijn geworden gedood of verjaagd, zij hebben geen nut meer (darrenslacht).

Jaap bij zijn bijenkasten.

En de koningin?
Die blijft eitjes leggen, zo’n 2000 per dag tot eind oktober/begin november; eind januari begint ze weer te leggen. 2000 lijkt veel,  maar de winterbijen (die ongeveer 6 maanden leven) sterven nu langzamerhand en dan begint het hele proces weer opnieuw.

In februari-maart, bij een temperatuur van ongeveer 12 graden, komen alle bijen naar buiten voor de zogenaamde reinigingsvlucht om zich te ontdoen van de opgeslagen fecalien.

Detail van de bijen.

Dit is een prachtig gezicht voor de imker: al die bijen voor zijn kast zien dansen is voor hem een teken dat hij voorzichtig een voorjaars inspectie kan houden.

Het is misschien wel goed om te vertellen dat de imker regelmatig de honing uit de raten slingert  en deze zodanig bewerkt dat ze te consumeren  is.

Het verlies van de honing wordt gecompenseerd door de bijen in september ongeveer 12 kilo suiker te voeren zo dat ze weer wintervoorraad hebben.
Ik heb geprobeerd om een zo goed mogelijke indruk te geven van het leven in de bijenkast. Als er dingen zijn die je nog wilt weten ben ik altijd bereid om uitleg te geven.

Reageren

Pagina 4 van 5

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén