een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Cantorij Roden Pagina 4 van 7

Cantorij van de PKN-Roden

10 maart: Unieke samenwerking van twee cantorijen.

Woensdagavond vertelde ik aan de deelnemers van de workshop hoe leuk het is om in een koor te zingen, gisteravond genoot ik weer van de wekelijkse cantorijrepetitie.
In deze periode hebben we het met de cantorij altijd druk. We moeten bezig met de liederen voor witte donderdag en de paaswake; twee mapjes met liederen. Dat is pas in april, dus ik had nog amper naar de muziek gekeken, maar bas naast mij had het allemaal keurig voor elkaar in zijn map. Alle liederen netjes gekopieerd en op volgorde. Dat is zeer ongewoon. Wij zijn gewend om te rommelen met drie grote koorboeken, een groen boek, een liedboek en losse blaadjes. Bas merkte zelf op ‘dat pensionado’s daar wel tijd voor hebben’, maar volgens mij geldt dat niet voor alle pensionado’s.
Tenminste niet die op ons koor zitten.
Voor de chaoten onder ons werd het nog wat ingewikkelder; gisteravond kwam er namelijk nog een mapje bij: voor de ‘liedmiddag’.

Deze liedmiddag wordt gehouden op zondag 19 maart. Het is een samenwerkingsproject van onze cantorij en de Op de Helte-cantorij. We gaan die zondagmiddag de hele middag samen zingen onder leiding van beide cantrixen.  We studeren een aantal liederen in, rond een uur of half 6 gaan we samen eten en dan is er om 19.00 uur een vesper waaraan we als één cantorij meewerken, Arjan Schippers is de organist/pianist. Ik zit me al een tijdje mateloos te verheugen op die zondag de 19e! Gisteravond kregen we dus de muziek; we liepen het mapje vluchtig door. Mooie muziek. Als cantrix een titel noemde, zoemde het hele koor het lied al. Het was rommelig en ruuzig en iedereen humde wat door elkaar heen. We hebben er zin in!

Aan het eind stopte een alt op de eerste rij alle drie de mapjes met de vele muziekstukken in de tas. “Nou, ik weet het al weer! Wij liggen straks in mei ruggelings met de voetjes omhoog op apegapen van al die muziek die we ingestudeerd  hebben.”
“In jouw geval met de wieltjes omhoog” merkte bas op de achterste rij op.
Alt loopt tijdelijk met een rollator……

Reageren

6 maart: De taal van mijn hart.

Met de Catharinacantorij werkten we zondagmorgen mee aan de viering in de Catharinakerk. We zaten weer op ons vertrouwde plekje onder de preekstoel.
Er waren problemen met de nieuwe vloerverwarming.
Die deed het niet…..we zongen ons wel warm.

Gisteren was de eerste zondag van de Veertig-dagen-tijd. Centraal stond het verhaal van de verzoeking in de woestijn. Jezus wordt door de duivel op de proef gesteld. (Lezen? Zie Basisbijbel, Mattheüs 4 >>>)
Ons werd op het hart gedrukt om ons op vragen van andere mensen te weer te stellen. “Weet wat je zegt. Sta stevig in je schoenen en spreek de taal van je hart”.
Daarbij hoorden we het lied van Stef Bos ‘ de taal van mijn hart’.
Hierbij een klein gedeelte uit de tekst:

Ik zing de taal van mijn hart 
Hoor de taal van mijn hart 
Ook al klink ik soms gebroken 
Gebroken en verward 
Het is de taal van mijn hart
(klik hier De taal van mijn hart voor een PDF met de hele tekst en hier >>> voor het lied op YouTube)

We vierden vanmorgen met elkaar het Heilig Avondmaal. Wat ik dan weer mooi vind is dat we in het moderne, lichte liturgisch centrum toch gebruik blijven maken van de historische avondmaalsbekers die bij de Catharinakerk horen. (info: zie >>>)

Een van de hoogtepunten in de viering was voor mij het orgelspel van Arjan Schippers. Hij speelde tijdens de collecte ‘Sicilienne’ van Bach (om een pianouitvoering daarvan te beluisteren zie blog 31.08.2015) en tijdens het avondmaal het ‘Pie Jesu’ uit het Requiem van Faure.

Gerard en ik namen allebei iets anders mee uit deze dienst.
“Sta stevig in je schoenen”  had Gerard onthouden; voor mij was dat “Spreek de taal van je hart.”
Na maanden ‘zwevend kiezersschap’ weet ik nu waar ik op moet stemmen.

Reageren

23 februari: Catharinakerk ‘revisited’.

Op 20 februari schreef ik al over de heropening van de Catharinakerk.
Inmiddels zijn er foto’s, hierbij een link naar de website van PKN-Roden >>>.
Op dat bewuste blog had ik al van alles gedeeld, maar er was nog meer te vertellen, vandaar dat ik vandaag nog een kleine aanvulling geef.

Eén regel in Psalm 84 is “De mus, de zwaluw vindt een woning”. Bij die regel had de werkgroep ‘Liturgische bloemschikking’ een werkelijk prachtig bloemstuk gemaakt.
Het verbeeldt een levensgroot nest, waaruit een veelkleurig boeket ontspringt. (foto Han Post). Het nest staat symbool voor het huis van God, waarin ‘de mus en de zwaluw een woning vinden’ en de bloemen staan voor onze veelkleurige gemeente die uit heel veel verschillende bloemen/leden bestaat.

De nieuwe doopschaal (foto Fokke de Jong) staat op een lichte, houten stander en is voorzien van de kleuren van de regenboog. Op deze manier zijn onze drie kerken door die kleuren met elkaar verbonden: in de Jacobskerk in Roderwolde door de veelkleurige raamdecoratie, in Op de Helte door het regenboog-ornament en in de Catharinakerk dus door de doopschaal.

Als laatste wil ik de aandacht nog vestigen op een lied dat wij met de Catharina-cantorij zongen:  ‘Een vrouw die naar de hemel heet’. Het is een lied over Catharina van Alexandrië en de tekst en de muziek zijn van Sytze de Vries. “Voor een Catharina-kerk” staat er boven dat lied. Het refrein werd steeds door de gemeente meegezongen en het paste heel erg goed bij deze viering:
Haar naam verleent ons onderdak. Haar leven dat van liefde sprak,
het torent hier in weer en wind: Catharina, koningskind.

Deze Catharina-kerk is een monument dat al meer dan 9 eeuwen onderdak verleent aan gelovigen uit Roden en omstreken; we kunnen vooreerst weer jaren vooruit!
A.s. zaterdag 25 februari is de kerk vanaf 14.00 uur open voor bezichtiging. Ben je in de buurt, kom dan vooral een kijkje nemen. Ter gelegenheid van de heropening biedt de Protestante Gemeente Roden-Roderwolde de bevolking van Roden een optreden van Ellen ten Damme aan. Dat begint om 16.00 uur en de entree is gratis: komt dat zien!

Reageren

23 januari: Zondag.

De kerstvakantie ligt al weer drie weken achter ons; de drukte van ‘alledag’ is weer over ons heen gevallen. De agenda vertoont niet zo heel veel lege plekken, de dagen vullen zich als vanzelf met werken, huishouden, leuke dingen, eten en slapen.
De zondag is voor mij nog heel ouderwets een rustdag. Op die dag laten we alles even voor wat het is. Zelfs met het eten doen we meestal iets makkelijks. Soepie, afbakbroodje met een visstick, restjes van de dagen daarvoor: niet te moeilijk.
Bij de zondag hoort bijna altijd een viering, gisteren was dat de vesper om 19.00 uur in Op de Helte. Zodoende zaten we gistermorgen rond half elf bij mijn moeder aan de koffie.

Gistermiddag maakte we een wandeling door het dorp, deden vervolgens even helemaal niks (muziek luisteren) en om 17.45 uur meldde ik me voor het klaarzetten van de stoelen van de cantorij. Het thema van de viering was ‘Mystiek’. Bij een vesper is geen voorganger, tenminste niet in functie. Zo’n viering wordt voorbereid door enkele mensen van de Vespercommissie en in dit geval in samenwerking met onze cantrix.
Het was een mooie, ingetogen viering. Erwin Wiersinga begeleidde ons op het orgel en op de piano. Het mooiste lied vond ik “Hier in de schaduw van de stilte”, de tekst en de muziek hiervan zijn van Chris Fictoor.
Hierbij de tekst van het 1e couplet:
Hier in de schaduw van de stilte, geborgen in gebed en zang
ver weg van haasten en de kilte van dag aan dag, van klein belang,
hier in het lezen en het schouwen, in wijsheid en in zwijgzaamheid,
kan menigeen zich toevertrouwen aan stilstaan tot in eeuwigheid.

In zo’n viering komt de cantorij het best tot zijn recht. We kenden de liederen goed en op mijn plekje middenin de groep geniet ik van de vierstemmigheid, van het begeleidende spel van Erwin en van het samen beleven van de onderdelen van zo’n viering.
Maar natuurlijk is er, met name tijdens het inzingen en de koffie, ook genoeg plezier en ontspanning.  Tenor achter mij riep: “Hebben we eigenlijk wel een dirigent?” Hij bedoelde: “Ik zie niks, want ‘groot, blond en veul ruumte neudig’ staat voor mij’.
Business as usual.

Gisteravond kwamen dochter Harriët en haar Cees langs voor een kop koffie; bij een glaasje port en een toastje met brie gingen we nog een boom klaverjassen.
Een passende afsluiting van een heerlijke zondag.
Rustdag.

Reageren

20 januari: Koersen op het onheil…?!?

Donderdagavond cantorijavond.
Precies om half acht glipte ik nog net voor het inzingen binnen; de klink van de deur zat los, daar stond ik zomaar mee in mijn handen. Daar vindt iedereen dan gelijk iets van: voor ik mijn stoel op de achterste rij bereikt had zat de stemming er al weer in.

Voor de pauze ging het prima. A.s. zondag werken we mee aan de vesper om 19.00 uur; de liederen zitten er goed in. Voor de koffie hadden we de hele orde van dienst al doorgezongen. Cantrix wilde nog iets zeggen over het slotlied.
“De Heer heeft mijn gezien en ….wacht even…”
Buurvrouw Alt en ik keken elkaar aan. “De Heer heeft mij gezien en wacht even?  Waarop?” Stille lol op de achterste rij.
Vlak voor de koffie kwam er nog een vraag: “Wie wil er zondag een kwartiertje eerder komen om te helpen met het klaarzetten van de stoelen?” Het echtpaar dat dat altijd doet is momenteel wat slecht ter been, maar stak uit de macht der gewoonte de hand op. Ze noemden zichzelf al spottend ‘de firma Krak & Mikkig’. Maar dat gaat natuurlijk niet gebeuren. Twee anderen zullen de corvee van hen overnemen, ‘Hink & Pink’ (ook opgetekend uit hun eigen mond) hoeven niet in actie te komen.

Na de pauze kwamen er andere potten bij het vuur. Op 5 februari zingen we een Lutherse geloofsbelijdenis, een moeilijk stuk. Vorige week waren de pogingen gestaakt, te moeilijk. “Misschien moeten we het één-stemmig proberen” opperde onze dirigente. Maar dat is onze eer te na; daarbij is het ook veel te hoog voor ons alten.
Ook nu was het weer zeer pittig. Regel voor regel werd het met de afzonderlijke stemgroepen ingestudeerd.
‘Onze ziel voor onheil behoeden’ was een cruciale zin. Op ‘onheil’ moest een g gezongen worden, in de regels daarna kwam die g nog twee keer terug. “Wij koersen op dat onheil, maar die pakken we niet goed” riep één van ons.

Het onheil zat voor de mannen in een andere regel: ‘Hij wil dagelijks ons voeden.’
“Mannen, dit is de belangrijkste afslag die jullie moeten nemen in dit lied!”
De mannen misten de afslag regelmatig.  “Jullie missen de boot” constateerde de cantrix. ‘Business as usual’ mompelde één van de alten daarover. Maar dat was wel erg kort door de bocht; mannen of vrouwen, we hebben allemaal heel hard gewerkt gisteravond. Als wij dit lied vierstemmig zingen op 5 februari dan is dat vooral te danken aan de kundigheid en het geduld van onze cantrix.
Chapeau.

Reageren

2 december: Het moreel van de voorzitter.

Donderdagavond. Wekelijkse cantorijavond. Ik schoof aan op mijn plekje op de achterste alten-rij naast de bassen en we begonnen met inzingen. We doen allemaal mee met de oefeningen, maar sommigen vinden er wel iets van. Bij het omhoog brengen van de armen onder hoge geluiden bromt een bas: “the living death….”
Ieder beleeft het op zijn eigen manier.

stopverfBij één lied mopperden de alten dat ze met een klein clubje waren. Dat komt omdat Essina en ik bij dat lied bij de tenoren zingen. Onze cantrix waarschuwde toen dat ze iets onaardigs ging zeggen. “De alten zijn bij dit lied helemaal niet belangrijk. De tenoren ook niet. Het gaat om de sopranen en de bassen. De rest is ‘opvul’…”
Dit soort uitspraken maakt een mens nederig.

Bij een ander lied zingen de vrouwen couplet 1 en de mannen couplet 3. Toen de mannen couplet 3 zongen zat één sopraan heel dapper met hen mee te zingen.
“Je bent geen man, hoor!” legde haar buurvrouw uit.
Onze cantrix heeft een geduldig karakter.
Dat helpt volgens mij wel bij het werken met amateurs zoals wij.
Een eenvoudig lied van twee regels werd door ons de eerste keer beroerd uitgevoerd. Bedaard zegt ze dan: “Het mag wel eenstemmig…”.
Verder probeert ze ons op alle mogelijke manieren enthousiast te laten zingen.
“Laat het eind van het eerste couplet klinken alsof je vreselijk zin hebt in het tweede couplet!”
Collega-tenor en ik hoeven elkaar dan alleen maar aan te kijken. “O….alsóf”.
Dat woord zegt iets over de zangbeleving tot dan toe.

Nu wek ik de indruk dat het niet zo goed ging gisteravond, maar dat is geenszins het geval. Het is gewoon een repetitie, dan mag het fout gaan. Het komt maar zelden voor dat er tijdens een viering iets de mist in gaat.
We hebben gewoon hard gewerkt!
Van één moeilijk lied zei de cantrix zelfs dat ze dat lied al eens eerder met andere cantorij had proberen in te studeren “en dat was een hopeloze bende!”
Onze voorzitter zei: “Volgens mij waren wij dat ook….”
Altijd fijn, zo’n bestuurslid dat het moreel hoog houdt.

Reageren

4 november: Cantorij met een beagle.

Sinds vorige week hebben wij een hondje bij de cantorij-repetitie. Een beagle; ze heet Lisa. De bezitters van deze hond zingen sopraan en tenor bij ons koor en kunnen de hond niet een hele avond alleen laten. Als wij er last van hadden dan moesten wij het maar zeggen, dan zouden ze om en om thuisblijven.
Dat is natuurlijk niet echt een optie; niemand kan gemist worden bij ons ‘kleine maar fijne’ koortje, de hond mag dus mee. Ze wordt ‘de waakhond’ genoemd. En Bello. En ‘lieffie’.

Het geeft een extra dimensie aan onze kooravond. De hond scharrelt gezellig rond, snuffelt beagleonder stoelen en aan tafels, onderzoekt de lessenaar van de cantrix en staat af en toe een beetje in de weg. Halverwege de eerste helft heeft ze alles in zich opgenomen en gaat liggen, maar ze blijft wel opletten. Je weet het met dit koor namelijk nooit. Vorige week was ze een beetje in slaap gesukkeld toen wij plotseling allemaal tegelijk gingen staan. Paniek bij Lisa. Ze schrok, sprong op en, wilde wegrennen, maar het zeil was glad en ze gleed al krabbelend alle kanten op.  Dat gaf wel wat reuring, maar daar bleef het ook bij. Onze cantrix (cool is the rule) doet alsof er helemaal geen hond is. Stoïcijns blijft ze dirigeren terwijl Lisa om haar heen snuffelt.
Gisteravond ging het trouwens al een stuk beter, zelfs aan ons en ons gezang kun je kennelijk als hond wennen.

We zijn nu de liederen aan het oefenen voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar, 20 november. Bij één lied hebben de tenoren een aantal heel hoge noten, daarom zingen twee lage alten met hen mee; ik dus ook. Een uitdaging vind ik het. Ook de andere partijen hebben lastige noten, dus we moesten hard werken om het onder elkaar te krijgen. Cantrix deed haar best om er iets positiefs over te zeggen: “Het gaat al beter dan vorige week…!” Naast mij fluisterde iemand: “Dat kan ook al gauw.”

Fijn gezongen gisteravond.
Genoten van de liederen en alle randverschijnselen, o.a. van vileine opmerkingen als “hoezo dromen, dit lijkt wel een nachtmerrie…”.
En van Lisa. Wat een lieffie!

Reageren

27 augustus: De sky-line van Groningen

borrelDit voorjaar kregen we een bon van familie voor bewezen diensten. De bon heette: Borrel Deluxe. We mochten ergens samen een aangeklede borrel gaan drinken, in casu een flesje wijn naar keuze met iets lekkers.
Gisteravond  hebben wij de bon ‘geconsumeerd’ op het terras van Cnossen >>> aan het Leekstermeer.

Het flesje wijn werd een zoete witte Duitse riesling en het lekkers werd een schaaltje bitterballen.
Toen wij aan kwamen fietsen voer er net een bootje tjokvol mensen weg. Gerard merkte op dat het wel bootvluchtelingen leken. Toen wij zaten te wachten op de  wijn kwam het bootje weer terug en eenmaal dichterbij bleken het de koorleden van de Op de Helte-cnossencantorij’. Die hadden een gezellig uitje als start van het seizoen. We groetten elkaar (ouwe jongens krentenbrood) . De groep streek binnen neer en liet ons alleen met de bitterballen.
By the way: volgende week vrijdag ga ik samen met de Op de Helte cantorij zingen! Voor de viering waarin onze nieuwe predikant wordt bevestigd worden gastzangers gevraagd. Op de PKN-website staat daarvoor de volgende oproep:
Om een steentje bij te dragen aan de feestvreugde nodigt de “Op de Helte” cantorij, in samenspraak met de Catharinacantorij, een ieder die van zingen houdt uit om die zondagmiddag een feestelijk koor te vormen. We beginnen te oefenen op vrijdag 2 september om 19.00 uur in Op de Helte. Wees van harte welkom!
Ook zin om mee te zingen? Kom dan ook a.s. vrijdag, hoe meer zielen, hoe meer vreugd.

Terug naar het Leekstermeer.
Heel langzaam werd het donker en heel langzaam lichtte de skyline van Groningen op. Op de voorgrond een steiger met bootjes, daarachter het Leekstermeer met op de achtergrond de lichtjes van de stad.
Toen het bijna helemaal donker was fietsten we in de laatste schemering weer naar Roden.
Donkerrode slierten vermengd met grijs- en zwarttinten aan de horizon, waar de zon net was ondergegaan, over de uitlopers van de Onlanden.
“And I think to myself, what a wonderfull world…..”

Reageren

6 juni: Worden als de kinderen.

Gistermorgen was de afscheidsviering van dominee Theo van Beijeren.
Daar kan ik wel drie blogs over volschrijven, maar dat doe ik niet.
De dienst is namelijk terug te luisteren via kerkomroep>>>.
Wat nam ik mee uit de viering?
Het fenomenale orgelspel van Erwin Wiersinga.
Als alt zingen in het koor gevormd door twee cantorijen onder leiding van de immer glimlachende cantrix Thysia Betting.
Het gegeven dat uit de toespraken naar voren kwam hoe veelzijdig Van Beijeren is.
De ontroering op het moment dat hij zijn vrouw Alie bedankte voor haar niet aflatende steun tijdens zijn carrière.

Maar wat er voor mij uitsprong deze zondagmorgen was de indrukwekkende preek.
“Worden als de kinderen” was het thema deze ochtend. Jezus plaatst een kind in het midden van de kring en leert dat we moeten worden als de kinderen: onbevangen en vol vertrouwen.

kinderenDe  boodschap was wel duidelijk: “Onmiddellijk ophouden met die belangrijk-doenerij. Wie kan het beste preken? Wie heeft gelijk in een theologische discussie? Wie is het belangrijkst? Daar gaat het niet om. Jezus zag om naar het zwakke en het kleine.”
Het laatste stukje van de preek was een tekst uit een conference van Fons Jansen.
Het was het laatste couplet van het lied: “Als hij terug kwam” en het beschrijft wat Jezus zou aantreffen als hij nu terugkwam op aarde.

Als hij nou eens terugkwam in Jeruzalem en dit liedje zou horen: 
Wat zou Hij dan zeggen?  
Je hebt in mijn land het verkeerde bezichtigd,
je hebt met ijver het onkruid opgezocht, 
maar de gelijkenis was je zeker vergeten….
Het graf en de grot heten heilige plaatsen,
maar ik heb die plaatsen nooit heilig genoemd.
Ik bad op de berg, ik voer op het meer, 
ik keek naar de bloemen van Jericho
en ik wees naar de kinderen, want hunner is het rijk.

Ds. van Beijeren vertelde dat zijn opa tegen hem had gezegd toen hij dominee werd: “Vertel de mensen maar dat God liefde is jongen, dat is het belangrijkst.”
Dat heeft hij gedaan, waarvan de laatste 28 jaar in Roden.
Het was ons een aangenaam genoegen.

Benieuwd naar het hele lied van Fons Jansen? Klik hier Als hij terugkwam voor een PDF met de complete tekst.

Reageren

16 mei: Huiswerk na de viering.

Gistermorgen zongen we met de Cantorij in de 1e Pinksterdag-viering in de Catharinakerk. Na het inzingen dronken we om 09.00 uur een kop koffie in De Deel, waar we even aandackuglht besteedden aan het afscheid van enkele leden die ons koor gaan verlaten. Wel jammer hoor….. we waren er even stil van. Maar dat kwam vooral omdat
één van het trakteerde op ‘Mozart Kugeln’.

Het kledingadvies ‘kom in de kleur van Pinksteren’ was door velen opgevolgd; de cantorij presenteerde zich feestelijk in veel schakeringen van de kleur rood en ook veel gemeenteleden hadden iets roods aangetrokken. Voor de viering zat de cantorij al in de kerk toen Gerard binnenkwam en voor ons langs liep. “Hé, wat een bos haar alweer!”  riep iemand op de tweede rij. “Er kunnen al weer vlechtjes in…..” De gemeente heeft heel erg met ons meegeleefd het laatste jaar, nu het weer goed gaat is iedereen ook blij voor ons.

Pinksteren is het Feest van de Geest. (meer weten? Zie mijn blog van vorig jaar  >>>)
Een feest van inspiratie en communicatie.
De voorganger zei hierover:

Pinksteren geeft ons nieuwe taal die ons bijeenbrengt. 
In onze tijd is er een grote taal-verloedering  gaande. Men denkt  rond het vrije woord alles maar te kunnen zeggen, twitteren en facebooken.
Denk aan Trump, Wilders: de taal van het populisme.
Ik schrok toen ik in de column  van een collega in Trouw las, dat Trump vooral steun krijgt van behoudende  christenen.  Daar snap ik niets van….
Geïmponeerd door harde taal van de machthebbers en geen oor voor de taal van Gods geest,  de poëzie van de liefde.

Het is aan ons om tegenover die ‘harde taal’ en andere taal te laten horen.
Daarover zei de predikant:

In plaats van de oordelen en vooroordelen moeten wij spreken in  taal van van waardering en openheid.
Vloeken en schelden is gemakkelijk genoeg.
Wij dienen te spreken met een taal die opbouwt, bemoedigt en heel maakt. 
Niet een taal van oorlog en ruzie, maar van vrede en liefde.
De taal gebruiken als een geschenk dat ons bijeenbrengt.

Taal. We praten en zeggen veel in deze tijd. Iedereen geeft over alles zijn ongezouten mening die iedereen ook moet horen.
De preek van gistermorgen leert ons om vanuit de geest te praten.
Niet de hele dag maar een ‘meningen-diarree uitbraken’, maar nadenken voor je wat zegt. Als je wat zegt je afvragen: geven mijn woorden moed en vertrouwen? Spreek ik taal van zin en inspiratie? Best een moeilijke opdracht. Want ik flap er ook vaak zomaar wat uit.
Wie niet? Huiswerk van de Geest dus.
En soms is het beter om niets te zeggen. Om met Stampertje uit de Disneyfilm ‘Bambi’ te spreken: als je niets aardigs weet te zeggen, zeg dan niets niemendal >>>

Reageren

Pagina 4 van 7

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén