een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Cantorij Roden Pagina 4 van 7

Cantorij van de PKN-Roden

23 januari: Zondag.

De kerstvakantie ligt al weer drie weken achter ons; de drukte van ‘alledag’ is weer over ons heen gevallen. De agenda vertoont niet zo heel veel lege plekken, de dagen vullen zich als vanzelf met werken, huishouden, leuke dingen, eten en slapen.
De zondag is voor mij nog heel ouderwets een rustdag. Op die dag laten we alles even voor wat het is. Zelfs met het eten doen we meestal iets makkelijks. Soepie, afbakbroodje met een visstick, restjes van de dagen daarvoor: niet te moeilijk.
Bij de zondag hoort bijna altijd een viering, gisteren was dat de vesper om 19.00 uur in Op de Helte. Zodoende zaten we gistermorgen rond half elf bij mijn moeder aan de koffie.

Gistermiddag maakte we een wandeling door het dorp, deden vervolgens even helemaal niks (muziek luisteren) en om 17.45 uur meldde ik me voor het klaarzetten van de stoelen van de cantorij. Het thema van de viering was ‘Mystiek’. Bij een vesper is geen voorganger, tenminste niet in functie. Zo’n viering wordt voorbereid door enkele mensen van de Vespercommissie en in dit geval in samenwerking met onze cantrix.
Het was een mooie, ingetogen viering. Erwin Wiersinga begeleidde ons op het orgel en op de piano. Het mooiste lied vond ik “Hier in de schaduw van de stilte”, de tekst en de muziek hiervan zijn van Chris Fictoor.
Hierbij de tekst van het 1e couplet:
Hier in de schaduw van de stilte, geborgen in gebed en zang
ver weg van haasten en de kilte van dag aan dag, van klein belang,
hier in het lezen en het schouwen, in wijsheid en in zwijgzaamheid,
kan menigeen zich toevertrouwen aan stilstaan tot in eeuwigheid.

In zo’n viering komt de cantorij het best tot zijn recht. We kenden de liederen goed en op mijn plekje middenin de groep geniet ik van de vierstemmigheid, van het begeleidende spel van Erwin en van het samen beleven van de onderdelen van zo’n viering.
Maar natuurlijk is er, met name tijdens het inzingen en de koffie, ook genoeg plezier en ontspanning.  Tenor achter mij riep: “Hebben we eigenlijk wel een dirigent?” Hij bedoelde: “Ik zie niks, want ‘groot, blond en veul ruumte neudig’ staat voor mij’.
Business as usual.

Gisteravond kwamen dochter Harriët en haar Cees langs voor een kop koffie; bij een glaasje port en een toastje met brie gingen we nog een boom klaverjassen.
Een passende afsluiting van een heerlijke zondag.
Rustdag.

Reageren

20 januari: Koersen op het onheil…?!?

Donderdagavond cantorijavond.
Precies om half acht glipte ik nog net voor het inzingen binnen; de klink van de deur zat los, daar stond ik zomaar mee in mijn handen. Daar vindt iedereen dan gelijk iets van: voor ik mijn stoel op de achterste rij bereikt had zat de stemming er al weer in.

Voor de pauze ging het prima. A.s. zondag werken we mee aan de vesper om 19.00 uur; de liederen zitten er goed in. Voor de koffie hadden we de hele orde van dienst al doorgezongen. Cantrix wilde nog iets zeggen over het slotlied.
“De Heer heeft mijn gezien en ….wacht even…”
Buurvrouw Alt en ik keken elkaar aan. “De Heer heeft mij gezien en wacht even?  Waarop?” Stille lol op de achterste rij.
Vlak voor de koffie kwam er nog een vraag: “Wie wil er zondag een kwartiertje eerder komen om te helpen met het klaarzetten van de stoelen?” Het echtpaar dat dat altijd doet is momenteel wat slecht ter been, maar stak uit de macht der gewoonte de hand op. Ze noemden zichzelf al spottend ‘de firma Krak & Mikkig’. Maar dat gaat natuurlijk niet gebeuren. Twee anderen zullen de corvee van hen overnemen, ‘Hink & Pink’ (ook opgetekend uit hun eigen mond) hoeven niet in actie te komen.

Na de pauze kwamen er andere potten bij het vuur. Op 5 februari zingen we een Lutherse geloofsbelijdenis, een moeilijk stuk. Vorige week waren de pogingen gestaakt, te moeilijk. “Misschien moeten we het één-stemmig proberen” opperde onze dirigente. Maar dat is onze eer te na; daarbij is het ook veel te hoog voor ons alten.
Ook nu was het weer zeer pittig. Regel voor regel werd het met de afzonderlijke stemgroepen ingestudeerd.
‘Onze ziel voor onheil behoeden’ was een cruciale zin. Op ‘onheil’ moest een g gezongen worden, in de regels daarna kwam die g nog twee keer terug. “Wij koersen op dat onheil, maar die pakken we niet goed” riep één van ons.

Het onheil zat voor de mannen in een andere regel: ‘Hij wil dagelijks ons voeden.’
“Mannen, dit is de belangrijkste afslag die jullie moeten nemen in dit lied!”
De mannen misten de afslag regelmatig.  “Jullie missen de boot” constateerde de cantrix. ‘Business as usual’ mompelde één van de alten daarover. Maar dat was wel erg kort door de bocht; mannen of vrouwen, we hebben allemaal heel hard gewerkt gisteravond. Als wij dit lied vierstemmig zingen op 5 februari dan is dat vooral te danken aan de kundigheid en het geduld van onze cantrix.
Chapeau.

Reageren

2 december: Het moreel van de voorzitter.

Donderdagavond. Wekelijkse cantorijavond. Ik schoof aan op mijn plekje op de achterste alten-rij naast de bassen en we begonnen met inzingen. We doen allemaal mee met de oefeningen, maar sommigen vinden er wel iets van. Bij het omhoog brengen van de armen onder hoge geluiden bromt een bas: “the living death….”
Ieder beleeft het op zijn eigen manier.

stopverfBij één lied mopperden de alten dat ze met een klein clubje waren. Dat komt omdat Essina en ik bij dat lied bij de tenoren zingen. Onze cantrix waarschuwde toen dat ze iets onaardigs ging zeggen. “De alten zijn bij dit lied helemaal niet belangrijk. De tenoren ook niet. Het gaat om de sopranen en de bassen. De rest is ‘opvul’…”
Dit soort uitspraken maakt een mens nederig.

Bij een ander lied zingen de vrouwen couplet 1 en de mannen couplet 3. Toen de mannen couplet 3 zongen zat één sopraan heel dapper met hen mee te zingen.
“Je bent geen man, hoor!” legde haar buurvrouw uit.
Onze cantrix heeft een geduldig karakter.
Dat helpt volgens mij wel bij het werken met amateurs zoals wij.
Een eenvoudig lied van twee regels werd door ons de eerste keer beroerd uitgevoerd. Bedaard zegt ze dan: “Het mag wel eenstemmig…”.
Verder probeert ze ons op alle mogelijke manieren enthousiast te laten zingen.
“Laat het eind van het eerste couplet klinken alsof je vreselijk zin hebt in het tweede couplet!”
Collega-tenor en ik hoeven elkaar dan alleen maar aan te kijken. “O….alsóf”.
Dat woord zegt iets over de zangbeleving tot dan toe.

Nu wek ik de indruk dat het niet zo goed ging gisteravond, maar dat is geenszins het geval. Het is gewoon een repetitie, dan mag het fout gaan. Het komt maar zelden voor dat er tijdens een viering iets de mist in gaat.
We hebben gewoon hard gewerkt!
Van één moeilijk lied zei de cantrix zelfs dat ze dat lied al eens eerder met andere cantorij had proberen in te studeren “en dat was een hopeloze bende!”
Onze voorzitter zei: “Volgens mij waren wij dat ook….”
Altijd fijn, zo’n bestuurslid dat het moreel hoog houdt.

Reageren

4 november: Cantorij met een beagle.

Sinds vorige week hebben wij een hondje bij de cantorij-repetitie. Een beagle; ze heet Lisa. De bezitters van deze hond zingen sopraan en tenor bij ons koor en kunnen de hond niet een hele avond alleen laten. Als wij er last van hadden dan moesten wij het maar zeggen, dan zouden ze om en om thuisblijven.
Dat is natuurlijk niet echt een optie; niemand kan gemist worden bij ons ‘kleine maar fijne’ koortje, de hond mag dus mee. Ze wordt ‘de waakhond’ genoemd. En Bello. En ‘lieffie’.

Het geeft een extra dimensie aan onze kooravond. De hond scharrelt gezellig rond, snuffelt beagleonder stoelen en aan tafels, onderzoekt de lessenaar van de cantrix en staat af en toe een beetje in de weg. Halverwege de eerste helft heeft ze alles in zich opgenomen en gaat liggen, maar ze blijft wel opletten. Je weet het met dit koor namelijk nooit. Vorige week was ze een beetje in slaap gesukkeld toen wij plotseling allemaal tegelijk gingen staan. Paniek bij Lisa. Ze schrok, sprong op en, wilde wegrennen, maar het zeil was glad en ze gleed al krabbelend alle kanten op.  Dat gaf wel wat reuring, maar daar bleef het ook bij. Onze cantrix (cool is the rule) doet alsof er helemaal geen hond is. Stoïcijns blijft ze dirigeren terwijl Lisa om haar heen snuffelt.
Gisteravond ging het trouwens al een stuk beter, zelfs aan ons en ons gezang kun je kennelijk als hond wennen.

We zijn nu de liederen aan het oefenen voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar, 20 november. Bij één lied hebben de tenoren een aantal heel hoge noten, daarom zingen twee lage alten met hen mee; ik dus ook. Een uitdaging vind ik het. Ook de andere partijen hebben lastige noten, dus we moesten hard werken om het onder elkaar te krijgen. Cantrix deed haar best om er iets positiefs over te zeggen: “Het gaat al beter dan vorige week…!” Naast mij fluisterde iemand: “Dat kan ook al gauw.”

Fijn gezongen gisteravond.
Genoten van de liederen en alle randverschijnselen, o.a. van vileine opmerkingen als “hoezo dromen, dit lijkt wel een nachtmerrie…”.
En van Lisa. Wat een lieffie!

Reageren

27 augustus: De sky-line van Groningen

borrelDit voorjaar kregen we een bon van familie voor bewezen diensten. De bon heette: Borrel Deluxe. We mochten ergens samen een aangeklede borrel gaan drinken, in casu een flesje wijn naar keuze met iets lekkers.
Gisteravond  hebben wij de bon ‘geconsumeerd’ op het terras van Cnossen >>> aan het Leekstermeer.

Het flesje wijn werd een zoete witte Duitse riesling en het lekkers werd een schaaltje bitterballen.
Toen wij aan kwamen fietsen voer er net een bootje tjokvol mensen weg. Gerard merkte op dat het wel bootvluchtelingen leken. Toen wij zaten te wachten op de  wijn kwam het bootje weer terug en eenmaal dichterbij bleken het de koorleden van de Op de Helte-cnossencantorij’. Die hadden een gezellig uitje als start van het seizoen. We groetten elkaar (ouwe jongens krentenbrood) . De groep streek binnen neer en liet ons alleen met de bitterballen.
By the way: volgende week vrijdag ga ik samen met de Op de Helte cantorij zingen! Voor de viering waarin onze nieuwe predikant wordt bevestigd worden gastzangers gevraagd. Op de PKN-website staat daarvoor de volgende oproep:
Om een steentje bij te dragen aan de feestvreugde nodigt de “Op de Helte” cantorij, in samenspraak met de Catharinacantorij, een ieder die van zingen houdt uit om die zondagmiddag een feestelijk koor te vormen. We beginnen te oefenen op vrijdag 2 september om 19.00 uur in Op de Helte. Wees van harte welkom!
Ook zin om mee te zingen? Kom dan ook a.s. vrijdag, hoe meer zielen, hoe meer vreugd.

Terug naar het Leekstermeer.
Heel langzaam werd het donker en heel langzaam lichtte de skyline van Groningen op. Op de voorgrond een steiger met bootjes, daarachter het Leekstermeer met op de achtergrond de lichtjes van de stad.
Toen het bijna helemaal donker was fietsten we in de laatste schemering weer naar Roden.
Donkerrode slierten vermengd met grijs- en zwarttinten aan de horizon, waar de zon net was ondergegaan, over de uitlopers van de Onlanden.
“And I think to myself, what a wonderfull world…..”

Reageren

6 juni: Worden als de kinderen.

Gistermorgen was de afscheidsviering van dominee Theo van Beijeren.
Daar kan ik wel drie blogs over volschrijven, maar dat doe ik niet.
De dienst is namelijk terug te luisteren via kerkomroep>>>.
Wat nam ik mee uit de viering?
Het fenomenale orgelspel van Erwin Wiersinga.
Als alt zingen in het koor gevormd door twee cantorijen onder leiding van de immer glimlachende cantrix Thysia Betting.
Het gegeven dat uit de toespraken naar voren kwam hoe veelzijdig Van Beijeren is.
De ontroering op het moment dat hij zijn vrouw Alie bedankte voor haar niet aflatende steun tijdens zijn carrière.

Maar wat er voor mij uitsprong deze zondagmorgen was de indrukwekkende preek.
“Worden als de kinderen” was het thema deze ochtend. Jezus plaatst een kind in het midden van de kring en leert dat we moeten worden als de kinderen: onbevangen en vol vertrouwen.

kinderenDe  boodschap was wel duidelijk: “Onmiddellijk ophouden met die belangrijk-doenerij. Wie kan het beste preken? Wie heeft gelijk in een theologische discussie? Wie is het belangrijkst? Daar gaat het niet om. Jezus zag om naar het zwakke en het kleine.”
Het laatste stukje van de preek was een tekst uit een conference van Fons Jansen.
Het was het laatste couplet van het lied: “Als hij terug kwam” en het beschrijft wat Jezus zou aantreffen als hij nu terugkwam op aarde.

Als hij nou eens terugkwam in Jeruzalem en dit liedje zou horen: 
Wat zou Hij dan zeggen?  
Je hebt in mijn land het verkeerde bezichtigd,
je hebt met ijver het onkruid opgezocht, 
maar de gelijkenis was je zeker vergeten….
Het graf en de grot heten heilige plaatsen,
maar ik heb die plaatsen nooit heilig genoemd.
Ik bad op de berg, ik voer op het meer, 
ik keek naar de bloemen van Jericho
en ik wees naar de kinderen, want hunner is het rijk.

Ds. van Beijeren vertelde dat zijn opa tegen hem had gezegd toen hij dominee werd: “Vertel de mensen maar dat God liefde is jongen, dat is het belangrijkst.”
Dat heeft hij gedaan, waarvan de laatste 28 jaar in Roden.
Het was ons een aangenaam genoegen.

Benieuwd naar het hele lied van Fons Jansen? Klik hier Als hij terugkwam voor een PDF met de complete tekst.

Reageren

16 mei: Huiswerk na de viering.

Gistermorgen zongen we met de Cantorij in de 1e Pinksterdag-viering in de Catharinakerk. Na het inzingen dronken we om 09.00 uur een kop koffie in De Deel, waar we even aandackuglht besteedden aan het afscheid van enkele leden die ons koor gaan verlaten. Wel jammer hoor….. we waren er even stil van. Maar dat kwam vooral omdat
één van het trakteerde op ‘Mozart Kugeln’.

Het kledingadvies ‘kom in de kleur van Pinksteren’ was door velen opgevolgd; de cantorij presenteerde zich feestelijk in veel schakeringen van de kleur rood en ook veel gemeenteleden hadden iets roods aangetrokken. Voor de viering zat de cantorij al in de kerk toen Gerard binnenkwam en voor ons langs liep. “Hé, wat een bos haar alweer!”  riep iemand op de tweede rij. “Er kunnen al weer vlechtjes in…..” De gemeente heeft heel erg met ons meegeleefd het laatste jaar, nu het weer goed gaat is iedereen ook blij voor ons.

Pinksteren is het Feest van de Geest. (meer weten? Zie mijn blog van vorig jaar  >>>)
Een feest van inspiratie en communicatie.
De voorganger zei hierover:

Pinksteren geeft ons nieuwe taal die ons bijeenbrengt. 
In onze tijd is er een grote taal-verloedering  gaande. Men denkt  rond het vrije woord alles maar te kunnen zeggen, twitteren en facebooken.
Denk aan Trump, Wilders: de taal van het populisme.
Ik schrok toen ik in de column  van een collega in Trouw las, dat Trump vooral steun krijgt van behoudende  christenen.  Daar snap ik niets van….
Geïmponeerd door harde taal van de machthebbers en geen oor voor de taal van Gods geest,  de poëzie van de liefde.

Het is aan ons om tegenover die ‘harde taal’ en andere taal te laten horen.
Daarover zei de predikant:

In plaats van de oordelen en vooroordelen moeten wij spreken in  taal van van waardering en openheid.
Vloeken en schelden is gemakkelijk genoeg.
Wij dienen te spreken met een taal die opbouwt, bemoedigt en heel maakt. 
Niet een taal van oorlog en ruzie, maar van vrede en liefde.
De taal gebruiken als een geschenk dat ons bijeenbrengt.

Taal. We praten en zeggen veel in deze tijd. Iedereen geeft over alles zijn ongezouten mening die iedereen ook moet horen.
De preek van gistermorgen leert ons om vanuit de geest te praten.
Niet de hele dag maar een ‘meningen-diarree uitbraken’, maar nadenken voor je wat zegt. Als je wat zegt je afvragen: geven mijn woorden moed en vertrouwen? Spreek ik taal van zin en inspiratie? Best een moeilijke opdracht. Want ik flap er ook vaak zomaar wat uit.
Wie niet? Huiswerk van de Geest dus.
En soms is het beter om niets te zeggen. Om met Stampertje uit de Disneyfilm ‘Bambi’ te spreken: als je niets aardigs weet te zeggen, zeg dan niets niemendal >>>

Reageren

13 mei: Pas in september weer!

Gisteravond hadden we de laatste repetitie van de Catharina-cantorij van dit seizoen.
Dat spijt me, want ik geniet altijd van mijn wekelijkse zangavond.
A.s. zondag, 1e Pinksterdag, zingen we in de Catharinakerk, gisteravond moesten er dus nog wat puntjes op de i gezet worden. Behoorlijk wat puntjes zelfs.
Toen ik binnenkwam hoorde ik een alt ‘ouwe zemel’ tegen een tenor zeggen.
Ze bedoelde gelukkig niet die tenor, maar Herman van Veen, maar de toon was al weer gezet.

De viering van a.s. zondag zal veel anders dan anders zijn.
De viering van het Heilig Avondmaal is aan het begin van de dienst, er zal die morgen in veel verschillende talen gezongen worden en midden in de preek zingen wij een lied.
Vroeger (toen er nog heel lang gepreekt werd) was dat in sommige kerken nog wel eens het geval, het werd een tussenzang genoemd.
De muziek voor het lied is geschreven door Anneke van der Heide en de prachtige tekst is van Marijke de Bruijne: “Samen worden woorden taal”.
Ben je a.s. zondag in de Catharinakerk, let dan vooral op de tekst: een echt Pinksterlied!

Het Engelse lied, Eat his bread (dat bij het Avondmaal wordt gezongen) kostte gisteravond nog wel wat moeite, maar na veel herhalen ging het ineens goed. “We hebben tegenwoordig geen kwartjes meer, maar ze kunnen nog wel vallen” vond onze cantrix.
De bassen zongen bij één lied ‘in vele tongen’, dat wil zeggen, meerstemmig. Dat was niet de bedoeling maar iemand op de tweede rij vond dat wel bij Pinksteren passen. “Niks meer aan doen” was haar advies. “Toch nog maar even naar die oefenbestanden luisteren” vond onze cantrix.

pinksterenZondagmorgen dus onze laatste activiteit voor de zomervakantie. We kregen zelfs een kledingadvies: kom in het ROOD, de kleur van Pinksteren.
Ik ga het missen op de donderdagavond: de losse opmerkingen, de opgetrokken wenkbrauwen, de gemoedelijke zelfspot en natuurlijk het vierstemmig zingen.
We beginnen pas in september weer……..

Reageren

24 april: Barmhartigheid.

Kerkendag. Vanmorgen was er een oecumenische viering met kerkgangers van verschillende  kerken in Roden. We werkten met de Catharinacantorij mee aan deze viering: om 09.00 uur stonden we gewassen en gestreken in te zingen. Met een aantal gastzangers die in het kader van Kerkendag met ons meezongen. De dienst begon met een vrolijke noot; toen het rijtje met kerkenraadsleden en predikanten binnen kwam werden ze door een klein jongetje enthousiast begroet. “Hé opa!” Ontdekte hij daar toch zijn bloedeigen grootvader tussen de ouderlingen…

Het thema van de viering was ‘barmhartigheid’. Een ouderwets woord. De voorganger vertelde dat hij als kind dacht dat het iets met ‘armen’ van doen had. Dat je je armen moest gebruiken. Dat vond ik een mooi beeld. Het deed me denken aan de vader van de verloren zoon die barmhartig zijn armen om zijn jongste zoon heen slaat.

Dorstigen te drinken geven

Dorstigen te drinken geven

Er was vanmorgen geen preek. De zeven werken van barmhartigheid  werden via de beamer aan ons gepresenteerd met steeds twee beelden bij één onderwerp. Het eerste beeld was een deel van het schilderij van De meester van Alkmaar (1504) >>>. De afbeelding links laat het dorstigen te drinken geven zien.
Het tweede was steeds de interpretatie van Ruud Bartlema>>>  van datzelfde onderwerp. Beide schilders hebben de 7 werken van barmhartigheid verbeeld.

Het zingen ging goed. Onze cantrix had ons  van te voren nog op het hart gedrukt dat zij de ‘verkeersregelaar’ was en dat we dus vooral op haar moesten letten. “En niet wachten op de organist, want dan ben je te laat!”
Ze kweet zich prima van haar taak en ook bij onze deelname aan het avondmaal leidde zij het verkeer in goede banen.

Van te voren had de predikant gezegd dat de viering was ingevuld in de geest van paus Franciscus. Dat kwam tot uitdrukking in mooie liederen en gebeden.
En in de zegen die eindigde met de woorden:
En moge God ons zegenen met zoveel dwaasheid dat we geloven een verschil te kunnen maken in deze wereld,
zodat we doen waarvan anderen zeggen dat het onmogelijk is. Amen.
Benieuwd naar de hele Franciscaner zegen? Klik hier voor een PDF met de tekst: Franciscaner zegenbede

Na dienst was er koffie. Even napraten; gezellig!
Iemand riep iets waarvan hij later opmerkte ‘dat het maar niet op het blog moest.’
Tuurlijk niet.
Stel je voor…….

Reageren

8 april: Klompendans op de cantorij?

Gisteravond zaten er zo maar 7 extra mensen bij de repetitie van de Catharinacantorij.
Op 24 april is namelijk de Kerkendag, dan is er ’s morgens één viering met de gezamenlijke kerken van Roden: katholiek, doopsgezind en protestants. Oecumenisch met een duur woord. Gasten waren daarom welkom om mee te zingen!

Met zoveel nieuwe mensen was er in het begin sprake van rommelige ongewoonte. De volksleden van het koor moesten voor de repetitie hun muziek van de drie diensten rondom Pasen inleveren. Langs tafels vol met stapeltjes bladmuziek draaide iedereen zoekend om elkaar heen, ondertussen elkaar bevragend: Waar ligt dit? Waar ligt dat? Het moet er voor de gasten uitgezien hebben als volksdansen.
Zonder klompen, met papieren.

Bas naast mij was niet helemaal goed bij stem. In de pauze ging hij naar huis. Bas daar weer naast omschreef beeldend wat er met zijn buurman aan de hand was: ” haals vol snöt en sliem…” Soms heb je niet zoveel behoefte aan details.

Op de muziekbladen die wij krijgen staan altijd aantekeningen van vorige keren dat we het lied zongen.
“Om de beurt ademhalen staat hier!” zei iemand bij ons in de rij.
Het bleek te gaan om een heleboel noten op het woord slaaf.
“Je begint  met slaaa…..”  zei cantrix “en je eindigt met …aaf”.
En om de beurt ademhalen dus.
Wij zagen onszelf op de achterste rij al een estafettestokje doorgeven. Met onderdrukte pret als gevolg.

Het zingen ging erg goed.
De gasten waren voornamelijk sopranen en het klonk als een klok.
Eigenlijk had ik gisteren een rotdag.
Ik kreeg een mailtje over het overlijden van een relatief jong familielid. Beroerd was ik er van, pakte er de hele middag mee om en kreeg het niet uit m’n hoofd.
Dan is de cantorij een goede afleiding. Zingen verzet de zinnen, de mooie teksten doen de rest.

Reageren

Pagina 4 van 7

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén