een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Muziek Pagina 17 van 39

18 juni: Passe-Partout bracht mij bij Aunt Dinah.

Maandagmorgen. Om 11.00 had ik de afwas gedaan, de keuken blinkend schoon en zat ik aan de koffie met mezelf en Hans Schiffers; die presenteert de Arbeidsvitaminen.

The Bee Gees, Sergio Mendez, E.L.O., het was weer aangenaam vanmorgen.
Hij draaide ook het lied ‘De doodgewoonste dingen’  van Passe-Partout uit 1976.
Vijftien was ik toen. AFSCHUWELIJK, wat een dom lied vond ik dat.
Het hoorde absoluut niet in de de Top 40, maar daar kwam het wel iedere week voorbij.
Idioot vond ik toen, wie koopt zulke zooi!

Weet je niet hoe het lied klinkt? Hierbij een link naar een YouTube-video: De doodgewoonste dingen >>>>
Vanmorgen hoorde ik het lied voor het eerst sinds jaren weer.
De doodgewoonste dingen,  die brengen mij tot zingen,
ik zing van al het mooie dat ik zie.
Het dagelijkse leven is m’n allermooist gegeven

in harmonie op melodie.

Dat is waar ik op deze website zo vaak over schrijf. De waarde van de dag zien in gewone dingen die toch bijzonder zijn. Ik beluisterde het lied en dacht; “Eigenlijk best een goede tekst…” maar ik heb ik de jaren ’70 kennelijk zoveel weerstand tegen dit nummer opgebouwd dat ik het ook nu nog niet mooi kan vinden.

Voor dit blog keek ik nog even op Wikipedia voor nog wat informatie over dit nummer; daar stond het volgende:
Dat dit genre in de Nederlandse hitlijsten stond genoteerd was opvallend, zeker omdat het geen popmuziek was. In oktober 1976 stond overigens ook al het operanummer Aunt Dinah Has Blowed The Horn uit Treemonisha van Scott Joplin  hoog genoteerd.

1976

Oh jaaah……dat was met een koor. Dat vond ik toen een prachtig nummer, ik had het opgenomen op de bandrecorder van mijn vader. Dat lied was ik vergeten; ik heb het later nooit weer gehoord. Op YouTube zocht ik het op en toen gebeurde hetzelfde als met Romanze van Mozart (zie 24 juni 2015>>>): er ging een laatje open. Het laatje van 1976. Op het moment dat ik vanmorgen de hoorn aan het begin hoorde stond het kippenvel op mijn armen en sprongen de tranen in mijn ogen. Het is niet eens een heel ontroerend nummer of een verpletterende tekst; het is het gevoel dat het lied teweeg brengt. De herinnering aan het hele leven dat ik toen leidde: de MAVO, mijn ouders, de vriendinnen, mijn kamer….. muziek doet dat met me. Hierbij een link naar de video die mij op maandagmorgen aan de koffie weer in 1976 bracht: Aunt Dinah  has blowed the horn >>>

Reageren

14 juni: Ik kiek overal, maor ik heur hier.

Een paar weken leden under het eten zee Gerard: “D’r is een probleem op de dartiende juni, dan hebt wij kaorten veur Daniël  Lohues.” Een tweedaagse excursie van zien wark veul ok net op dizze daotum.  Jammer veur Gerard, fijn veur mien breur: gisteraomnd zaten wij met ’n beiden in de Stadsschouwburg in Grunnen.
‘Vlier’ het de solo-veurstelling waor as Daniël Lohues dit veurjaor met langs de theaters van Nederland toert. Het is veurlopig de leste veurstelling in dizze vorm: in het naojaor giet hij met een band ‘elektrisch’ op  poppodia speulen.

De CD ‘Vlier’ haar ik al een paar keer beluusterd;  ik was dus slim beneid naor de verhaolen die d’r bij heurt. D’r zaten genog verhaolen in dizze veurstelling, maor niet allent over nummers van zien neiste CD. Ok over de achtergrond van het lied ‘Karke’ bijveurbeeld uut 2007.
Het verhaol over meinsen die niet huuft te wachten bij de hemel in rij (een uutspraak van de pater uut zien jeugd) en het eeuwenolde verhaol van de boer; “en hij ploegde voort”.

Lohues is een noordeling in hart en nieren en pakt de zaal muiteloos in deur aandacht te besteden an de aardbevingsproblemen op het Grunningse platteland en creëert gezamenlijke lol over de randstedelijke arrogantie ten opzichte van de rest van het land. Hij zung zölfs een loflied op de A28 die hum nao elk optreden weer naor Erica brengt.

Van kwart over acht tot kwart over elf zat ik in mien zachte theaterstoel allent maar te genieten.  Wat een artiest. De mieste nummers die hij zung ken ik uut de kop en ik heur ieder klein verschil ten opzichte van de CD-opnames.  Virtuoos piano- en gitaarspel in combinatie met herkenbare verhaolen en teksten in de streektaol; Daniël Lohues bezörgde oons weer een fantastische aomnd.

Op zun aomnd wordt d’r veul lacht, maar of toe emotioneert een lied: gisteraomnd gebeurde mij dat bij ‘ Ik heur hier’ . Hierbij een link naor een YouTube-bestand met het lied>>>

Het beschref precies mien eigen gevulens ten opzichte van Drenthe: ik ben graag in een mooie olde stad,  veural as d’r qua geschiedenis wat te beleven valt.  Ik hol van de stranden langs oonze Noordzee,  ik geniet van een reis naor het buutenlaand waor het ok bijna altied onuutsprekelijk heerlijk is,  maor ienmaal weer in Drenthe weet ik: ik heur hier.

Hier tussen zand en veen
ieken en vlier
ik kiek overal
maor ik heur hier. 

Reageren

16 mei: Oma Vrieswijk

In mijn jeugd heb ik het geluk gehad alle vier mijn grootouders te hebben gekend.  Mijn ouders hadden een goede relatie met hun ouders; we zagen elkaar vaak,  al was het contact met opa en oma Klazienaveen(Vrieswijk) frequenter dan met opa en oma Zevenhuizen(Boelen). Dat kwam gewoon omdat Zevenhuizen in Zuid Holland lag,  dat was veel verder reizen.

Vandaag zet ik mijn oma Vrieswijk in het zonnetje op mijn website. Aaltje Pasveer heette ze. Mijn vader was haar oudste zoon en ik was haar eerste kleinkind.  Oma Vrieswijk was mijn liefste oma.  Dat kwam omdat ik in mijn vroegste jeugd heel veel bij hen heb gelogeerd. Mijn ouders waren toen net verhuisd van Oldenzaal naar Hoogersmilde en mijn moeder had het daar erg moeilijk. Ze werd met open armen ontvangen in Klazienaveen en daar was ze dus regelmatig met mij.

Het was een gezellige boel daar, want ome Andries, ome Jo en tante Trijn woonden nog thuis en ik had geen gebrek aan aandacht. In die periode is mijn bijzondere band met oma en tante Trijn ontstaan. Regelmatig gingen we ook een weekend naar Klazienaveen en ik herinner me vooral de gezelligheid van uitgebreide broodmaaltijden met veel mensen in te kleine kamers.

1969: Ada. oma Vrieswijk en Henk

Oma had heel lang grijs haar. ’s Morgens maakte ze daar een lange vlecht van,  die ze in een knot draaide op haar achterhoofd en die  ze vervolgens vastzette met grote, zwarte spelden. Daar zat ik als klein meisje ’s morgens op haar slaapkamer ademloos naar te kijken.  Ze was best wel dik,  maar daardoor ook heel zacht; ik zat graag op haar schoot.  Ze rook naar Eau de  Cologne en sigarettenrook en ze was altijd aan het breien of haken; van haar heb ik deze technieken ook geleerd. Ze kookte groentesoep met een hele grote gehaktbal erin die ze in schijfjes sneed en in je bord kreeg je dan soep met een plakje gehakt er in.

Oma overleed heel plotseling in 1970. Zij was toen 62 jaar, ik was 9.  Het is het grootste verdriet uit mijn kinderleven geweest.  Ik zag de ontreddering bij mijn vader en het immense verdriet bij de familie. Wat heb ik haar gemist. Na haar overlijden is het voor mij nooit meer zo fijn geweest in Klazienaveen als toen ze nog leefde; het verdriet om haar dood hing nog heel lang als een grauwsluier over de familiebezoekjes.

Oma Vrieswijk heeft een warm plekje in mijn hart. Van haar erfde ik mijn liefde voor handwerken, voor het koningshuis en mijn naam; met trots draag ik haar naam Aaltje. Toen mijn moeder overleed kreeg ik de ouderwetse kraantjespot die nog van oma was geweest. Terug bij Aaltje.

Eergisteren kreeg ik een reactie op één van de eerste blogs op deze website: Kirsten had de ‘pannenlappen van Oma Vrieswijk‘ gehaakt voor haar moeder, voor Moederdag.
Dat vind ik nou zo leuk.. …oma heeft nooit van internet geweten en nu haakt iemand via dit medium haar pannenlappen!

Reageren

15 mei: Ter opluistering van het geheel.

Als je tegenwoordig naar een evenement gaat, dan gaat dat bijna altijd gepaard met grote boxen waar erg harde muziek uitkomt.
Denk even aan de Rodermarkt: de pony’s en paarden staan soms zo dichtbij de luidsprekers dat je je afvraagt waarom de dierenbescherming daar niets aan doet.
Koningsdag: bijna iedere kroeg heeft life-muziek die meestal niet om aan te horen is en die zo hard staat, dat de kinderen die een muziekinstrument bespelen bijna niet te horen zijn.
Kerstmarkt in Roden: Mariah Carey blééért zo hard  “ALL I WANT FOR CHRISTMAS IS YOU!!” dat de mevrouw achter het kraampje niet kan verstaan hoeveel glühwein je wilt.
Loeiharde muziek ’ter opluistering van het geheel’.

Waarom is dat?
En waarom zo hard?

Afgelopen zondag waren we op Verhildersum bij de textieldagen.
Ook daar was life-muziek, maar zonder versterking.
Wat een verademing!
Een gitaar, een viool en een accordeon.
Wat mooi was het.
Ik was onder de indruk van het samenspel en van het plezier dat de muzikanten uitstraalden.

Hieronder een link naar dat filmpje: kijk en geniet.
Zo kan het dus ook!

Natuurlijk plaats ik dit filmpje niet zonder toestemming van de muzikanten.
Tineke, de dame van het gezelschap, zegt er het volgende over:

Het filmpje geeft de sfeer aardig weer, maar verder is het muzikaal echt een ‘spontaan oefendeuntje’. Ons gezelschap heeft momenteel geen vaste naam en we weten nog niet precies wat we verder gaan doen en in welke samenstelling.
Maar het is wel zo dat we er zelf veel plezier aan beleven en als anderen ervan meegenieten is het dubbel leuk.

Heb je belangstelling voor dit ‘akoestische trio’? Het contactadres is op te vragen bij Verhildersum (info@verhildersum.nl)  of via een reactie op mijn blog (onderaan iedere pagina kun je een reactie plaatsen): op verzoek stuur ik je Tineke’s emailadres.

Reageren

10 mei: Onze ‘oldtimer’.

Deze week ben ik eens in mijn foto-archief gedoken en heb wat oud materiaal opgezocht waarop onze kinderwagen een hoofdrol speelt.

1961.
De eerste foto van de wagen staat in mijn eigen fotoboek; hij is destijds gemaakt door mijn vader.
Later ben ik er nog heel vaak mee geplaagd: “Toen kon je die lange benen al niet binnenboord houden!”
De kinderwagen kochten mijn ouders in 1960. Het was één van de eerste modellen waar je de bak van het onderstel af kon halen.
Er zaten van die grote vleugelmoeren aan de zijkant, als je die losdraaide kon je de bak er zo af tillen.
1964
In augustus 1964 werd mijn broer Henk geboren. Ook hij stond regelmatig in de kinderwagen buiten; dat was toen heel gewoon. Een stukje vitrage erover tegen de insecten en de baby’s stonden de hele zomer lekker in de tuin. Was gezond. 
Op de foto staat de kinderwagen met Henk er in achter ons huis aan de Servatiusstraat.
Van mijn moeder weet ik, dat ik (destijds bijna 4) als een cerberus waakte over de wagen.
Je kwam maar zo niet langs de wagen en erin kijken mocht alleen als het van mijn moeder ook mocht. Naast mij staat mijn toenmalige buurmeisje René Bleisi.

1986
Toen Frea werd geboren in 1986 kregen wij de kinderwagen, mét mooie lakensetjes, dekentjes  waar ik zelf ook onder had gelegen.
We hebben er heel veel gebruik van gemaakt. Ik liep zelfs met haar van ons huis aan de Vaartweg naar mijn moeder in Hoogersmilde, het zal een kilometer of drie geweest zijn.
Ook zetten we de losse bak op de achterbank van onze auto als we met haar ergens op visite gingen.
De foto is gemaakt op de dag dat we met haar thuiskwamen uit het ziekenhuis.

1989
In het begin van Harriët’s leven heb ik niet zo heel veel met haar gewandeld, want we waren toen al druk bezig met de verhuizing naar Roden. Welgeteld één foto is er van die periode, alleen Harriët zien we niet, die ligt lekker verstopt in de ruime bak. Frea, destijds bijna 3, had haar eigen kinderwagentje waarin haar baby-pop Susan lekker lag te slapen. Wat ik me nog herinner van dit tafereel dat het bijna niet te doen was. De auto’s suisden je op de Vaartweg voorbij en Frea was eigenlijk nog te jong om zelf het wagentje te besturen.
Ook Harriët zetten we, als we op visite gingen, in de kinderwagenbak los op de achterbank van de auto, maar er bereikten ons al wel verontrustende verhalen dat dat eigenlijk niet mocht. Dat dat eigenlijk gevaarlijk was. Gelukkig is er nooit iets ernstigs gebeurd.

1994
Carlijn werd vijf jaar na Harriët geboren en toen zag de wereld van ‘kinderen in de auto vervoeren’ er heel anders uit. We kochten een maxi-cosi en Carlijn zat in haar eigen baby-stoeltje tussen Harriët en Frea in op de achterbank van onze auto, helemaal shock&klem in de gordels. Veiliger. De kinderwagen ging niet meer mee op visite, maar is in Roden wel heel veel gebruikt. We reden Carlijn er in naar de oppasdienst van de kerk, ik haalde wandelend met de baby Frea en Harriët van school en ze stond in de zomer van 1994 heel veel buiten in haar wagen met een stukje vitrage over de kap tegen de insecten. Van mijn moeder geleerd.
Wat we ook ontdekten: Carlijn kon met haar maxi-cosi in de kinderwagen gewoon in de kring bij ons aan tafel buiten zitten. Dan zat ze lekker in de schaduw van de kap en had ze ook meer rust, want haar zusjes Frea en Harriët waren altijd wel heel erg met haar bezig…….
Sweet memories.

Reageren

29 april: Zondag Cantate – Zingt!

Vanmorgen zat ik weer voor het eerst in de ochtenddienst in de kerk,  de Catharinakerk deze keer.  De vijfde zondag na Pasen heeft de naam Cantate, dat ‘Zingt’ betekent; en zingen hebben we gedaan.  Dominee Elbert had prachtige muziek uitgezocht bij het verhaal over Noach en Jezus’ uitspraak  ‘Ik ben de wijnstok jullie zijn de ranken’.
Aan het begin van de viering merkte de voorganger op dat we eigenlijk de hele dienst wel zingend konden doen: had van mij gemogen!
Het aanvangslied was psalm 98 “Zingt een nieuw lied voor God de Here!”
De predikant las daarbij een korte tekst van Karel Eykman.

Bergen kunnen het:
door het ruisen van 1000 bomen in bossen,  roepen en zingen ter ere van de Here.
Zeeën kunnen het:
door het bruisend geluid van golven in de branding,  juichen en swingen ter ere van de Here.
Mensen kunnen het: tot het uiterste einde van heel deze aarde dansen en springen ter ere van de Here.
Wij zijn de echo van Gods naam op aarde.

U zij de glorie,  Zolang wij ademhalen,  ja zelfs het Wilhelmus: het zingen verbond ons vanmorgen. Het voelde zoals de dominee zei in het gebed:  U wilt wonen in ons lied en wij mogen de lofzang gaande houden.

Voor goed zingen zijn wij als gemeente wel afhankelijk van de instrumentale begeleider en vanmorgen was Arjan Schippers onze organist. Tijdens de collecte speelde hij het thema van de film ‘Schindlers list’ wat bij mij onverwacht tranen veroorzaakte.  Wat een goede keuze met het oog op de herdenkingen aan het eind van deze week.
Soms heb je van die vieringen waar je helemaal blij en warm van wordt van binnen. Via Kerkomroep had ik deze viering thuis ook kunnen volgen,  maar wat was ik blij dat ik er vanmorgen weer bij kon zijn. Zingen is toch het fijnst als je het samen doet.

Weet je niet meer hoe de muziek bij Schindlers list klonk?  Klik hier >>> voor de originele soundtrack.

Reageren

11 april: Ich liebe das Leben.

Gistermiddag at ik mijn broodje, luisterend naar ‘de Tineke-show’ op Radio 5. In het aanvragenrubriekje ‘de blijmakers’ vroeg iemand het liedje ‘Ich liebe das Leben’ van Vicky Leandros aan. Vagelijk kende ik dat nog van vroeger toen ik nog thuis woonde en mijn vader bepaalde wat er op de televisie/radio was.  Het is een nummer uit 1975.
De tekst raakte me; Leandros bezingt het einde van een relatie. Ze zingt zinnen als:

Nein, sorg’ dich nicht um mich
Du weißt ich liebe das Leben

Was kann mir schon geschehn?
Glaub’ mir ich liebe das Leben. Das Karussell wird sich weiterdrehn

Mag sein daß man sich selber oft viel zu wichtig nimmt
Verzweifelt auf ein Feuer hofft  wo es nur noch glimmt
Wenn so was auch sehr weh tun kann
Man stirbt nicht gleich daran
Was kann mir schon geschehn? Glaub mir ich liebe das Leben.

Man wird ja sehn, die Welt ist schön
Wie’s kommt ist einerlei.

Ik hou van het leven.
Zo is het.
En ik tob niet met de onzekerheid van een verbroken relatie, maar wel met grote hartproblemen waar ik me af en toe ernstig zorgen om maak.
Zo’n liedje kan me even helemaal uit de sores tillen.
Du weißt ich liebe das Leben!

Luister hier >>> naar Vicky Leandros

Reageren

10 maart: Zaterdagmorgen met een serenade.

Zaterdagmorgen. Na twee volle weekenden kon ik vanmorgen uitslapen.
Gerard ging rond 10 uur ergens anders koffiedrinken, dus ik had het rijk alleen.
Huis opruimen, stofzuiger er door. Tijdens het opruimen vond ik het doosje van een oude CD “Mozart, the best of the best”.

Die had ik al lang niet meer gehoord. Tegenwoordig heb ik al mijn muziek op mijn telefoon staan en deze CD heb nog niet geript naar mijn harde schijf.
De CD speler wordt ook bijna niet meer gebruikt; het laatje waar het schijfje in moet stokt al zo af en toe.
Ik wou de CD afspelen, maar ik moest eerst op zoek naar de afstandsbediening.
Als een soort Malle Pietje “waor hep ik soks toch gelate…” zocht ik tussen de vele exemplaren die bij de TV liggen en warempel: ik vond hem.

Even later speelde een klassiek orkest, zong er een sopraan en was ik helemaal even weg.
Weg van de ING -topman die een veel te hoog salaris krijgt.
Van de stroomstoring in Amsterdam. Van Trump en Kim Jung Un, van de kijkcijfers van Umberto, Matthijs en Jeroen, van het zwerfafval en van het gekrakeel rondom de gemeenteraadsverkiezingen.
Ik hoorde een koor dat Laudate Dominum zong, een pianosonate en nog veel meer moois.
Eén van de mooiste stukken vond ik nr. 12 op de CD Serenade in B flat K 361 “Gran Partita”.

Ga even zitten, klik hier >>>, doe je ogen dicht en kom ook even los van alles: hierbij de “serenade van mijn zaterdagmorgen”.

 

Reageren

27 februari: 10 jaar alweer.

1961

Tien jaar geleden was de 27e februari een van de zwartste dagen van mijn leven; die dag overleed mijn vader heel plotseling en moesten we zonder hem verder.
Afgelopen jaar op 16 oktober overleed mijn moeder en ook dat was geen fijne periode, al was het, zo terugkijkend, niet alleen maar kommer er kwel.

Rond deze dagen is mijn vader meer in mijn gedachten dan anders, al wordt het wel ieder jaar minder verdrietig. Nu mijn moeder niet meer leeft is het sowieso anders: ik hoef er niet meer heen en haar verdriet om het verlies van mijn vader, dat eigenlijk de laatste jaren weer erger werd, hoef ik nu niet meer aan te zien.

Maar de herinneringen zijn er natuurlijk nog wel; soms zelfs tastbaar. Gerard heeft de afgelopen maand de oude kamer van Carlijn opnieuw behangen.  Toen mijn vader overleed hadden we dat nog nooit zelf gedaan: dat deed hij altijd! Wij hebben zijn behangspullen geërfd; een houten koffer met behangersgereedschap en een behangtafel. En een oud, zwart kussen van een bank waar je met je knieën op kunt zitten. Zo’n stom ding veroorzaakt soms zo’n klein golfje in mijn maag: dan zie ik hem gewoon nog op de grond zitten. Op de foto hier rechts zit hij op dat kussen in de vensterbank op onze slaapkamer. Carlijn was opa’s grote hulp; zij en opa waren onafscheidelijk. Ik kan me nog een gesprekje met haar herinneren.
“Mama, weet je wel wie mijn grote vriend is?” Ik dacht Rick. Fout. “Opa natuurlijk!”
Onze foto-albums zitten vol met plaatjes zoals hierboven: opa en oma met onze kinderen. We koesteren wat we deelden met mijn ouders en halen af en toe nog eens herinneringen op. Zijn uitspraken als ”Mes hebb’n?” en “Opa giet nou eem Doornroosje speulen…” (als hij in slaap viel tijdens het voorlezen)  komen nog regelmatig voorbij. Ook van het behangen is een foto bewaard gebleven.
Deze is uit 1986, gemaakt toen we in Smilde aan de Vaart woonden. Sweet memories.

Benieuwd naar eerdere blogs over deze dag?
2015 Mien va >>>
2016 The second walz van André Rieu >>>
2017 Alles giet d’r boeten stil um deur >>>

Reageren

21 februari: Er zijn is genoeg.

Maandagmiddag fietste ik naar verzorgingshuis Vredewold voor een bezoekje aan mijn ex-buurvrouw Zwanny. Het was al even geleden dat ik haar had opgezocht; dat had alles te maken met de zorg en de aandacht die mijn moeder de laatste maanden van haar leven nodig had. De laatste keer dat ik Zwanny bezocht was mei, toen had ik mijn gitaar mee;  (zie De uil in de olmen) die had ik nu bewust thuis gelaten. Van een gemeentelid van de PKN had ik gehoord dat het niet zo goed met haar ging, ik wilde haar graag nog een keer bezoeken.

Het viel me inderdaad niet mee. Er was geen herkenning meer en ze lag in bed, maar ze deed nog wel haar best om een gesprek te voeren. Dat lukte ook al niet heel goed meer; ze vroeg herhaaldelijk hetzelfde en was voortdurend in de war. Dan is het voldoende om er te zijn. Geruststellend een gesprekje voeren over het weer en het eten. En over haar overleden echtgenoot Jan die ze zich niet meer voor de geest kan halen. Over Roden, waarvan ze niet weet dat ze er ooit gewoond heeft. Of Leek, waarvan ze niet weet dat ze er nu woont.

Er speelde een CD van een Christelijk Mannenkoor op de achtergrond met Johannes de Heer liederen, maar daar hoorde ze kennelijk niks van. Toen ik haar vroeg naar de muziek zei ze dat ze geen muziek hoorde.
“Wat vond jij vroeger een mooi lied”? vroeg ik haar. “De weg was recht, de weg was krom, nooooit kwam Berend Botje weerom!” Ze zong het helemaal helder en keek me stralend aan. “Die ken ik nog wel!” Samen zongen we het hele lied van Berend die naar Zuidlaren ging maar in Amerika terecht kwam. Daarna zongen we De Heer is mijn herder, Ga niet alleen door ’t leven, Welk een vriend is onze Jezus en Scheepke onder Jezus’hoede.

Ze mag dan helemaal in de war en dement zijn, op het moment dat ik iets anders zong dan zij was het weer dezelfde, heel soms een beetje kribbige Zwanny van vroeger. Ze kon heel dwingend zijn als ze het niet met je eens was……ook maandagmiddag kreeg ik commentaar, ik zong per ongeluk wat regels van een eerste couplet van een lied, terwijl zij het tweede zong. “Hij schraagt m’als ik wankel, Hij draagt m’als ik viel!”

Niet meer weten waar je woont en wel discussiëren over een liedtekst; het blijft onbegrijpelijk.

Reageren

Pagina 17 van 39

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén