De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

5 mei: Bijpraten in Zuidhorn.

Het is al weer bijna een jaar geleden dat we als secretariaat van Team290 in een paar maanden tijd afscheid namen van maar liefst 4 collega’s. En waar dat in begin erg onwennig was, zijn we nu al helemaal weer gewend aan de nieuwe situatie: alsof het nooit anders geweest is.
Gisteren ervoer ik even weer hoe het in het oude team was: we vonden het wel weer eens tijd voor een reünie.
Deze keer werden we verwacht bij Marja, die in Zuidhorn woont.
Vorige maand had ik nog contact met haar gehad, want soms zijn er dingen waar we niet uitkomen ‘omdat Marja dat altijd deed’.
Zij weet het antwoord op triviale vragen als ‘waar staat eigenlijk de fietspomp’ en ‘hoe zit het met de kerstversiering’.
Dus wij missen haar.
Zij ons  niet.
Nou, ons misschien nog wel een beetje, maar het werk absoluut niet.
Dat geldt ook voor Corry, die een nare ziekte overwon en geniet van haar kleinkinderen en vakanties op ongewone momenten.

Margreet en Petronet werken nog wel bij Lentis, maar op andere afdelingen;  Renny en ik zijn als enigen van de oude club overgebleven bij Team290.
Aan de koffie moesten we eerst eens uitgebreid bijpraten.
“Werkt die ook al niet meer bij Team290? Al met pensioen? En Joost dan? Gaat Annebaukje ergens anders naar toe?”
De werkzaamheden, de collega’s, het gedoe, de bezuinigingen, het grote feest dat er aan komt in juni, het gezeur rondom de prullenbakken, de reorganisatieplannen van Lentis….. Corry en Marja hadden gedachtenwolkjes boven hun hoofd waar in stond ‘blij dat ik dit allemaal niet meer hoef….

Ondertussen genoten we van een zelfgemaakt gebakje dat Marja had gemaakt.
Voor de lunch hadden we allemaal iets meegenomen: broodjes, vleeswaren/kaas, vruchtensalade.
Corry had ook zelf iets gemaakt: bladerdeeghapjes met geitenkaas, walnoot en honing en ik had de tonijnsalade á la Pa Vrieswijk gemaakt, die ik deze keer wél had meegenomen.

Zuidhorn is prachtig; rechts op de foto oude ANWB-bewegwijzering.

Het was prachtig weer, dus we wandelden nog even Zuidhorn in.
Daar wist ik een handwerkwinkel te zitten. ‘Sparkelz Creatief’, daar zouden we dan ook nog even heen.
In 2021 was ik daar geweest, daar heb ik toen ook over geschreven in het blog ‘Vrije dagen‘.
Het kwam me koud op het dak vallen, maar toen wij daar gistermiddag binnenstapten was dat letterlijk in de laatste minuten dat de winkel open was: om 15.00 uur sloot eigenares Margriet definitief de deuren van haar bedrijf.
Je leest er alles over op haar website.

We pikten nog een terrasje met een ijsje; toen we afscheid namen beloofden we elkaar “Tot gauw!”
Wat ik ook nog beloofde: ik schrijf een blog en deel daarin de recepten.
Hierbij de link die Marja stuurde: Snelle taartjes met marscapone-lemoncurd; in plaats van mango kregen we er een dikke aardbei op.
Corry had dit gemaakt: Bladerdeeghapjes met geitenkaas.
Mijn recept voor de tonijnsalade zoals mijn vader hem maakte vind je in dit blog: Tonijnsalade uit de jaren ’60.
Hierbij een link naar het verslag van onze vorige bijeenkomst, vandaar uit kun je doorlinken naar voorgaande blogs over dit illustere clubje.

Reageren

4 mei: Afvallen en oploeven.

Al vanaf juni vorig jaar hing er een kaartje op ons prikbord: ‘Dagje zeilen op het Paterswoldsemeer’.
Het was een zelfgemaakt voucher voor een middag zeilen met Frea en Jon: een origineel cadeau voor Gerards verjaardag.
Zij hadden vorig jaar zeillessen gevolgd en Jon heeft toen ook zijn zeildiploma gehaald.
“Jullie moeten wel een kussentje mee, want je zit als gast op de bodem van de boot.”

Met een regencape/pak en twee kussens meldden wij ons gistermiddag bij ‘de Buitensociëteit’, het clubhuis van ‘Vereniging Watersport De Twee Provinciën’ aan het Paterswoldse meer.
Gerard en ik hebben helemaal geen ervaring met zeilen; we lieten ons verrassen.
Frea en Jon voorzagen ons van een zwemvest en namen ons mee naar de boot die ze besproken hadden.
Het is niet zo dat je instapt in zo’n zeilboot en wegvaart; de boot moet eerst in gereedheid worden gebracht.

De zeilen worden gehesen en met ingewikkelde touw- en knoopconstructies vast gemaakt, alle telefoons en sleutels gaan in een afsluitbare, plastic ton en alle tassen worden in het vooronder geschoven.
Het begon in mijn ogen helemaal niet goed, want toen de hoes van het grote zeil was afgeschoven viel het hele zeil uit elkaar!
Maar dat hoorde zo.

Frea was in het begin de kapitein en Jon moest haar bevelen opvolgen.
Maar dat gebeurde niet altijd, want Jon vond soms iets anders dan wat Frea riep.
Ik zat op mijn kussentje met mijn rug tegen de zijkant aan en vond het super spannend. Soms ga je zo scheef dat je de spetters van de golven aan de zijkant op je rug voelt. Of je helt de andere kant op, zodat het lijkt alsof je overbuurman overboord kiepert.
Maar dat gebeurde gelukkig niet….. het enige dat overboord kieperde was Gerards pet.

Maar Frea en Jon konden het best goed, dat zeilen: met respect en bewondering sloegen we hen gade, want het is hard werken aan boord van een zeilboot!
Het is een heel getrek en gesjor aan die zeilen; als je met de wind meezeilt valt dat nog wel mee, maar tegen de wind in komt het er echt op aan. Twee keer hadden we even pauze en legden ze de boot ‘stil’ op het meer, zodat we konden genieten van de meegebrachte picknick.
Thee, fris en een doos vol lekkere hapjes.

Het werd nog even spannend toen het in een bui harder begon te waaien.
De touwen van het fok raakten bij een manoeuvre verstrikt aan een haakje en Gerard moest dat op (schreeuwend) verzoek van Frea even losmaken. Tot dan toe hadden wij alleen nog maar met gestrekte benen op de bodem van het schip zitten kijken naar wat zij allemaal deden, dus Gerard was blij met zijn eigen actie. Helemaal trots zei hij: “Ik deed iets!”

Wat een avontuur, dat zeilen!
Maar Gerard en ik gaan het niet leren.
Wij zijn gewoon niet zo goed in het opvolgen van elkaars bevelen.
En al die termen, zoals afvallen en oploeven…… wij houden het bij bestellen en opeten.
Bitterballen en nacho’s na afloop.

Reageren

3 mei: Veilig fietsen.

Tegenwoordig ga ik zoveel mogelijk op de fiets naar mijn werk.
Ongeveer drie kwartier doe ik er over en het is eigenlijk altijd genieten.
Vroeger haalde ik nog wel eens een fietser in, maar tegenwoordig word ik zelf alleen nog ingehaald.
Natuurlijk: ook ik heb een e-bike, maar die staat altijd op standje 2.
Lichte ondersteuning, daarmee moet ik zelf ook nog iets doen,
Mijn kilometerstand komt meestal niet boven de 23 kilometer per uur uit en daarmee ben ik tegenwoordig een trage fietser.
Zelfs de schoolkinderen die in groepjes naar Groningen fietsen gaan harder dan ik.

Woensdagmorgen: om 07.45 uur word ik ingehaald door een moeder met een kindje achterop in zo’n hypermodern en superveilig fietsstoeltje.
Die van mij zaten vroeger in zo’n grote, rieten fietsmand die op de bagagedrager was geschroefd.
Oudste dochter zat dan daarin, haar zusje zat in een fietsstoeltje dat voorop mijn fietsstuur was bevestigd.
Dat ik dat toen durfde.
Of met één kind bij mij op de fiets en het andere kind fietsend op haar eigen fietsje naast mij, waarbij ik haar in de rug steunde.
Dat ik dat toen ook durfde.
Of, met drie dochters: jongste bij mij op de fiets en de andere twee snaterend en slingerend op hun eigen fietsjes naast, voor of achter mij.
Of ik dat durfde, daar dacht ik toen niet over na, daar herinner ik me tenminste niets meer van.

Wat ik me wel herinner is een naar ongeluk, waarbij Harriët die in haar fietsstoeltje bij mij achterop zat, met haar voetje tussen de spaken van mijn achterwiel kwam.
Verder ging het vervoer van de dochters op de fiets eigenlijk altijd wel goed.
En wat ik ook nog weet is de heerlijke communicatie met zo’n kleintje dat heel anders tegen de wereld aankijkt dan wij volwassenen.
“PAAT! HIHIHI”
“SAAP! BEH!”
Alle dieren die we onderweg tegenkwamen werden benoemd mét de bijbehorende geluiden.
“KAKKAK!”
Dat was één woord voor de ganzen gecombineerd met hun geluiden, die broedden aan de Drentse Hoofdvaart voor ons huis waar we in Smilde woonden.
In Smilde was het de gewoonte dat je iedereen groette en Frea deed daar al snel eigenwijs aan mee.
“MOI!”
Maar het mooist vond ik het warme kinderhoofdje dat zich tegen mijn rug aanvlijde en innig tevreden ”Mamma” zei.
Dat deed me altijd weer terugdenken aan mezelf bij mijn vader achterop de fiets.
Met een been aan elke kant van de bagagedrager, de voeten op steuntjes en mijn armen om zijn middel.
“Veilig achterop, bij vader op de fiets” zingt Paul van Vliet daarover; ik kan me het gevoel nog steeds voor de geest halen.
Maar achteraf was het helemaal niet veilig.
Wisten wij veel……

Al fietsend ben ik in gedachten al in Hoogersmilde, in Smilde en in Roden geweest vanmorgen.
De mevrouw van 07.45 uur is al niet eens meer in zicht.
De fiets voelt ineens heel ‘leeg’.

Reageren

2 mei: “Is dit nu mijn leven…..?”

In maart werd onze oude Koreaanse zilverspar omgezaagd en afgevoerd.
Daarmee verloor onze trouwe wachter, de tuinkabouter/houthakker Gradus, zijn vaste standplaats in onze tuin.
Hij stond ontheemd tussen het knijpermandje en de lege flessen in ons achterhuis.
Mij een beetje verwijtend aan te kijken.
Ik kon het gedachtenwolkje boven zijn hoofd haast invullen.
“Moest je me hiervoor ontvoeren vanuit Aalten?* Is dit nu mijn leven, zonder frisse lucht en tuinaarde onder mijn voeten, tussen de diepvries en de wasmachine?”

Dit weekend kregen we een nieuwe zilverspar: geen Koreaanse maar een Spaanse.
Iets hoger dan een meter, een mooie, volle boom.  Gerard had achter in de tuin ruimte gemaakt, daarvoor had hij een hortensia en vlinderstruik verplaatst.
Houthakker Gradus staat weer tevreden onder de boom, helemaal op z’n plek; hij lijkt ineens een stuk groter!
Onder die oude grote boom zag je hem haast niet, maar nu staat hij weer prominent op zijn post.
Met z’n bijl en z’n korfje.
Als we er niet een filmpje van hadden, zou je denken dat ‘de kaboutertjes’ de oude boom hadden geveld, maar wij geloven niet meer in Sinterklaas, dus ook niet in kaboutertjes.

Net als Gradus krijgt deze boom een tweede kans: hij heeft namelijk met kerst 2023 dienst gedaan als kerstboom.
De kluit zat er nog aan en de groei zit er ook nog wel in, maar de vorige eigenaar wilde hem kwijt.
“Wat moet ik met die olle bome, stiet allent maor in de weg.”
Hij heeft dus een nieuw thuis gevonden in onze tuin, waar wij én Gradus hem zullen koesteren.
Zo groot als zijn voorganger zal hij niet worden; Spaanse zilversparren worden ongeveer 2 en een halve meter groot.
Groot genoeg.
Dan kun je er ook nog gewoon bij om lampjes in te hangen met kerst.
De boom weet al hoe dat is: hij heeft immers eind vorig jaar al geoefend.

Op het blog omgezaagd dat ik schreef in maart zie je nog wat foto’s van de oude boom en hoe nietig Gradus daaronder lijkt.

*Geen idee waarom Gradus werd ontvoerd uit Aalten?
Dat lees je in ‘Een nieuwe sprookje: Gradus van de Lansbulten‘.

Reageren

1 mei: Postuum monument (2)

Dizze weke stun mien streektaolverhaol ‘Hoe vrij bi’j’  in ‘de Krant’.
Niet in de rubriek ‘Moi Noordenveld’, maor een verhaol in het kader van herinnerings an de Tweede Wereldoorlog.
En waor ik aans graag gebruuk maak van een beetie humor in mien stukkies, is dit een serieus verhaol en het lig mij nao an het hart.
In 2020 wun ik met dit verhaol de tweede pries in een schriefwedstried van de Zinnig; het thema was ‘Vrijheid’.
Toen het publiceerd weur stun het commentaar van de jury der bij:

In Hoe vrij bi’j vertelt een moeder an de dochter hoe zij de oorlog beleefd hef. Feitelijk gebeurt der niks, moar de lezer kreg tegeliek met de dochter een beeld van het alledaagse leven in de oorlog. De mensenkennis en wiesheid van de moeder is prachtig beschreven in dit kleine verhaol. Een tiedsdocument.

Het is een zeer persoonlijk verhaol over mien moe, die mij wat vertelde over heur ervaorings in de Tweede Wereldoorlog.
Mien moe, waor ik het minder goed met kun vinnen as met mien va.
Mien moe, die niet zo vertellerig was as mien va en die gien ingewikkelde discussies voerde.
Die gien vrömde talen beheerste en die veural hiel goed was in het zörgen veur heur gezin en heur huusholding.
Toen mien va in 2008 overleed miste ik mien rots in de branding verschrikkelijk, maor umdat hij wegveul kwam d’r meer ruumte veur mien moe. Ik bracht meer tied met heur allent deur, ik maakte een levensboek veur heur en leerde aandere kaanten van heur kennen. Gung heur ok beter begriepen. De leste 9 joar van heur leem weur ze zunder mien va van Fré Vrieswijk weer meer Fré Boelen.
Dit verhaol in de Zinnig over dat moment in de auto is mij  zo dierbaar, umdat het mij nog weer wat  dichter bij heur bracht en het achterof de leste keer was dat ik met heur naor tante Trijn gung.

Verrast was ik deur het oordiel van de jury, die de wiesheid van mien moe benuumt.
Daor heb ik lang over naodacht.
Wiesheid is wat aans as intelligentie.
Hierbij een link naor een PDF met het verhaol.
2019.10.31 Hoe vrij bi ‘j
Een postuum monument veur mien moe.

Ie kunt het ok beluusteren; op verzuuk van Media Totaal heb ik dit verhaol inspreuken as podcast.
Hierbij een link naor de website van ‘de Krant’, daor ku’j mij het verhaol zölf heuren veurlezen.

Reageren

30 april: Over geluk (2) – Waarderen.

Begin januari schreef ik over onze nieuwe scheurkalender voor 2024.
Het jaarthema  is ‘Geluk’. De tips die we iedere dag krijgen zijn gebaseerd ‘de negen pijlers van geluk’ die uit wetenschappelijk onderzoek naar voren zijn gekomen. In dat blog (hierbij een link) schreef ik dat ik mijn lezers af en toe zal meenemen in onze belevenissen met deze scheurkalender. Daarbij had ik bedacht dat ik er 9 blogs over ga schrijven, met steeds één pijler van geluk als onderwerp.

Het is nu eind april. Alle afgescheurde blaadjes heb ik bewaard en gerubriceerd op ‘pijlers’.
Het stapeltje dat over ‘waarderen’ gaat is het grootst, dus met die pijler begin ik vandaag.
De kernwoorden die bij dit onderwerp horen zijn ‘aandachtig, respectvol en dankbaar zijn’.

Iedere dag krijgen we een tekst/quote voorgeschoteld; daaronder staat wie het heeft gezegd of geschreven. Daarnaast is het de bedoeling dat we naar aanleiding van die tekst nagaan of we die kunnen toepassen op ons eigen leven.
Een paar voorbeelden:
Bij de tekst ‘Vriendelijkheid is altijd in de mode‘ van de Britse schrijfster Amelia Huddleston  werd de vraag gesteld: “Wie was er vandaag écht vriendelijk voor jou?”
De Amerikaanse acteur Kurt Russel heeft gezegd: “Grootouderschap is veel gemakkelijker dan ouderschap.
Daar was deze vraag bij: “Welke positieve eigenschap heb jij geërfd van je grootouders?”

Maar we krijgen ook kleine opdrachtjes:
Bij de tekst: “We moeten elkaar bekijken als mensen, niet als functies in de samenleving” van de Belgische muzikant Jef Neve
was de opdracht: bekijk vandaag alle mensen die je ontmoet als ‘mens’ en niet als ‘functie’. Welk verschil merk je?
Of bij een quote ‘Als je de natuur liefhebt, zie je overal schoonheid‘ van Vincent van Gogh: ga naar buiten en geniet vandaag van de natuur in al zijn schoonheid.

Olympische kampioenen zeggen kennelijk ook dingen over geluk. Tia Hellebout, Belgische atlete, zei: “Als je meer oog hebt voor de positieve dingen, heb je ook meer het gevoel dat je geluk hebt.”
Daarbij kregen wij de opdracht: ‘ Maak vandaag minstens drie keer een zin die begint met ‘Ik heb geluk dat…..’
Zelf werd ik gelukkig van de uitspraak van Diane Keaton, Amerikaanse actrice/schrijfster:
De vermoeiende pogingen om de tijd te overwinnen door effecten van veroudering te bestrijden maken je niet gelukkig”.
George Burns, Amerikaans acteur, verwoordde het geluksgevoel dat bij deze gelukspijler hoort met een mooie quote: “Dagelijks geluk betekent dat je niet kunt wachten om naar huis te snellen omdat er warme soep op je staat te wachten.”

Wat ik uit deze pijler haal is dat het belangrijk is om vooral te kijken naar wat er wel is, in plaats van steeds maar bezig zijn met wat je graag zou willen maar wat buiten je bereik ligt.
Omdat je niet stinkend rijk bent.
Omdat je niet meer jong en flitsend bent.
En daarnaast: spreek je waardering uit.
Bij OM-Denken vond ik de tekst: “Als je wilt dat mensen jou waarderen zorg dan dat zij door jou een goed gevoel krijgen over zichzelf.

Reageren

29 april: Dat gaat naar Den Bosch toe (5) – Moerasdraak.

Tijdens de stadswandeling in Den Bosch was het laatste punt ‘de Moerasdraak’.
Die draak staat helemaal verguld te glimmen bovenop de Drakenfontein voor het hoofdstation van ’s Hertogenbosch.
De stad lag tijdens de 80-jarige oorlog tussen door de rivieren de Dommel en Aa gevormde moerasgebieden en was lastig te bereiken.
Het had de naam een onneembare stad te zijn; de bijnaam was toen ‘de Moerasdraak’.

In 1601 en 1602 probeerde prins Maurits de stad in te nemen, maar door het moeras rondom de stad lukte hem dat niet.
Maar ‘stedendwinger’ Frederik Hendrik slaagde er in 1629 wél in: hij had Leeghwater gevraagd om een plan van drooglegging. Er werden honderden windmolens ingezet om het moerasgebied droog te leggen. De Dommel en de Aa werden afgedamd en omgeleid  en er werd een gracht om de stad gegraven. Toen moest ‘de Moerasdraak zich toch gewonnen geven. Meer weten over het beleg van ’s Hertogenbosch? Hierbij een link naar een interessant artikel op de website Erfgoed ’s Hertogenbosch.
Na de inname werd de beroemde vestingbouwkundige Menno van Coehoorn ingeschakeld om de stad verder te versterken. Vervolgens kreeg de stad ravelijnen, voorwerken en lunetten. Na de Franse bezetting nam het belang van de vesting ’s-Hertogenbosch af en werden de verdedigingswerken en de stadspoorten afgebroken.

Den Bosch is trots op zijn Moerasdraak; kijk maar eens goed naar het logo van FC Den Bosch, daar zie je de draak ook in terug.
Nog een leuk weetje: op 12 oktober 2000 viel de draak van zijn sokkel. Dat was het gevolg van roestvorming bij de aanhechting van het stalen skelet. De restauratie zou in eerste instantie een half jaar duren, maar het duurde uiteindelijk tot 14 december 2001: toen werd de Draak, geheel opnieuw verguld, weer teruggeplaatst. Over Bosschenaren bestaat in de omgeving van ‘s-Hertogenbosch het vooroordeel dat ze een grote mond zouden hebben. In de regio van ‘s-Hertogenbosch ging vervolgens de grap dat de gemeente de Draak niet meer terug zou plaatsen maar zou vervangen door een Gouden Nijlpaard: dat had immers een grotere bek. Naarmate de restauratie langer op zich liet wachten, was deze grap luider te horen. (bron: Wikipedia).
Het werd geen nijlpaard.
Gelukkig maar.
Zo’n draak heeft wel wat, vind ik.
Beetje spannend, eng, griezelig, gevaarlijk, maar ook mooi!
En bedenk: ‘Those who deny the existense of dragons are often eaten bij them…..’

Benieuwd naar onze andere avonturen in ’s Hertogenbosch?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht.

Reageren

28 april: Poëtische geboden.

Zaterdag hadden we het al bedacht: we gaan zondagmorgen niet in Roden naar de kerk maar in Roderwolde.
“Het wordt mooi weer, hebben we een fijne fietstocht op de vroege morgen.”
Om 09.20 uur zetten we onze fietsen tegen het hek van de Jacobskerk.
Geertje van der Meer was vanmorgen onze voorganger en Ubo Jan Bolt begeleidde de gemeente op het orgel.
Tot onze verrassing was de kerk mooi gevuld.

Het met de gemeente meezingen heeft nog steeds niet over, maar als tenor kan ik (weliswaar zonder veel volume) toch alle liederen meezingen. Eén lied sprong er qua tekst voor uit vanmorgen: lied 310 ‘Eén is Heer, de God der goden’.
Het is een lied waarin de Tien Geboden bezongen worden, maar dan zonder ‘Gij zult’ en ‘Gij zult niet’.
De tien woorden werden poëtisch beschreven door tekstschrijver André Troost in zinnen als ‘dankbaar zal ieder respecteren zijn dag, zijn rust – gedenk, geniet!
Benieuwd naar de tekst? Hierbij een link naar een PDF: geboden met de tekst.
Het lied heeft 5 coupletten: kijk maar eens of je de geboden er alle 10 uit kunt halen.
Op de website ‘Liedboek Compendium’ vond ik een lezenswaardig artikel over het tot stand komen van dit lied.

In de overdenking benoemde de voorganger een artikel uit het Fries Dagblad, waarin werd geconstateerd dat in onze huidige maatschappij de oude christelijke waarden zoals trouw, solidariteit en loyaliteit dreigen te verdwijnen.
Steeds meer ligt het accent op zelfverwerkelijking en zelfontwikkeling en daarmee worden de oude maatschappelijke verbanden uitgehold.
Er is steeds minder oog voor onderlinge verbondenheid; de mens is vrij en wil helemaal zelf bepalen wat hij wil en wat goed voor hem is.

In de kerk werd instemmend geknikt.
Ja, dat herkenden we allemaal, we zien het om ons heen gebeuren.
Geertje vertelde daarna dat zij zelf ook een tijdje niet betrokken was bij de kerk en dat zij het later in haar leven weer omarmd heeft.
Daarbij gebruikte ze het beeld van de oude wijnstok, waar de nieuwe rank op wordt geënt.
Het aanhechtingsproces kost veel tijd en energie, maar die verbondenheid maakt dat de sappen door de hele wijnstok heen vloeien, waardoor stok, takken en ranken met elkaar verbonden zijn.
Die verbondenheid geeft kracht.

Het was een mooie viering vanmorgen.
De luidende klokken tijdens het Onze Vader, de enthousiaste Ubo Jan op het orgel en de troostende woorden van Geertje maakten het tot een hartverwarmend geheel.
Aan het eind zongen we met elkaar het Wilhelmus.
Enerzijds voor de verjaardag van de koning gisteren, anderzijds voor de Nationale dodenherdenking a.s. zaterdag.
Na afloop van de viering groepten we nog even bij elkaar voor de ingang van de kerk.
Net als vroeger in Hoogersmilde, waar we even een sjekkie draaiden en de toestand in de wereld met elkaar bespraken.
Alleen al vanwege die sentimenten rondom het kleine kerkje uit onze jeugd heb ik een zwak voor Roderwolde…….

Reageren

27 april: Moi Majesteit!

Koningsdag!
Op de voorpagina van onze krant stond een foto van een originele etalage van een opticien in Emmen: die had zijne majesteit een hippe bril op gezet.
Wij gingen niet naar Emmen trouwens. Op de televisie zie ik het een stuk beter.

Vorige week vertelde Frea dat ze het in Groningen vorig jaar veel te druk had gevonden met Koningsdag.
“Dit jaar komen we gewoon bij jullie in Roden.”
Harriët vond dat ook een goed idee.
“Maar dan wel volgens het protocol.”
Ons koningsdag-gezinprotocol bestaat uit drie dingen: oranje tompoucen, oranje eten te weten wortelstamppot en allemaal iets van oranje in je kleren.

Toch oranje!

Zelf was ik die oranje kleren een beetje vergeten;  Carlijn en Frea stuurden me ijskoud naar boven om mijn paarse jasje om te wisselen voor een oranje blouse.
Toen Harriët en Cees kwamen zag ik bij Cees alleen maar zwart en blauw. “Geen oranje?”
Toen ritste hij zijn jasje open…..tadaaaah!

Natuurlijk keken we bij de koffie en oranje tompoucen naar de koningsdagfestiviteiten in Emmen.
Wat een feest en wat hadden ze het goed voor elkaar daar; Emmen/Drenthe heeft zich van zijn beste kant laten zien!
Met een hele bank vol dochters met aanhang is er geen sprake van ontspannen televisiekijken, want de beelden worden rijkelijk voorzien van commentaar en dat is beslist niet altijd positief.
Over Maxima bijvoorbeeld: “Die hef een hiel veugelnest in heur haor!”
Ik zet mijn stoel dan maar zo dicht mogelijk bij de televisie en trotseer de opmerkingen van mijn gezin; ik ben al lang blij dat ze er allemaal zijn, het gezeur neem ik op de koop toe.
Ondertussen ben ik af en toe aan het appen met mijn Royalty-gezusters Annette, Trijn en Ali en geniet ontzettend van de gezelligheid op deze dag.

Maar natuurlijk liepen we ook nog even Roden in waar het er weer erg gemoedelijk aan toe ging.
Er was een hele grote kindervrijmarkt georganiseerd.
Je hoeft alleen maar door het dorp te slenteren en om je te heen te kijken: oranje pruiken, brillen, oranje pakken, maffe spelletjes voor de kinderen (zie afbeelding) en vooral heel veel plezier.
Een oer-Nederlands feest waarvoor ‘code Oranje’ geldt.
Met het hele land vieren we de verjaardag van de koning: in iedere gemeente in Nederland hebben we feest.
En iedereen mag zeuren en negatief doen, maar ik vind het een prachtige traditie.
Leve de koning!

Lees hier onze belevenissen op Koningsdag in voorgaande jaren.
2015  Tompoucen met een vorkje?
2016  Wortelstamppot & Klaverjassen.
2017  Géén oranje tompoezen?
2018  Koningsdag in Enschede
2019  Koningsdag & wortelstamppot
2020 Willem-Alex-Anders-dag.
2021 Vlag. Maar niet zoals het hoort te zijn.
2022 Koningsdag in Westerbork
2023 Eén dag eensgezind. En dat lees bij dat blog ook nog even de reacties die er onder staan…..dan weet je ook gelijk hoe mijn broer over mij denkt als het om het koningshuis gaat.

Reageren

26 april: “Ach, dat hoeft toch helemaal niet.”

Wij hadden vanmorgen om 11.00 uur een vergadering van onze websitegroep met het moderamen van de kerkenraad.
Rare tijd zou je zeggen, maar dat had een reden: we moesten website-collega Zwanny Kamp om 12.10 uur uur in Op de Helte hebben, want zij kreeg dan een lintje uitgereikt. Gerard had als voorzitter van het moderamen gezegd dat hij niet anders kon vergaderen dan op deze vrijdagmorgen, zou 11.00 uur misschien schikken voor dat gezamenlijk overleg? Scriba Nettie sprak met Zwanny tijd en datum af en Zwanny nodigde als secretaris de hele websitegroep uit voor (wat zij niet wist) haar eigen feestje. Wat was het spannend om het geheim stil te houden!

We hadden een fijn, constructief overleg.
Ondertussen liep de hele hal van Op de Helte vol met familie, vrienden en bij Zwanny’s vrijwilligerswerk betrokken genodigden.
Aan het eind van de vergadering bedankte Gerard de website groep en zei: “Graag wil ik nog eens benadrukken, Zwanny, hoe blij we zijn met jouw niet aflatende inzet voor de vele soorten vrijwilligerswerk die jij doet. We hebben daarom nu een nazit georganiseerd in de hal met een lekker gebakje om jou even in het zonnetje te zetten. We hebben daarbij een paar gasten uitgenodigd.”
“Ach, dat hoeft toch helemaal niet!” zei Zwanny.
Nog had ze niks in de gaten.
Iedereen vertrok richting de kapstokken (helemaal opgewonden, want iedereen zat in het complot), maar de hoofdrolspeler had het nog druk: laptop in het tasje, snoeren bij elkaar, papieren verzamelen…..als laatste kwam ze de hal binnen waar ze compleet werd overrompeld door de loco-burgemeester en een zaal vol bekende, glunderende gezichten.

Voor mij was dit de eerste keer dat ik zo’n feestelijke uitreiking bijwoonde.

Foto: Dit is Roden.nl

Ergens achteraan stond ik mijn tranen weg te slikken en ik zag dat menigeen ontroerd was.
Zwanny niet trouwens; die was alleen maar volslagen verrast, “NOU JA ZEG!”, zag in het publiek een aantal bekende gezichten, “WAT IS DIT?” kwam er nog uit en toen nam de locoburgemeester Kirsten Ipema het woord.
Die zei in een mooie toespraak hetzelfde wat de mensen in Zwanny’s omgeving al jaren roepen: wát een inzet, wát een aimabele persoonlijkheid, wát een harde werker en wat heeft die vrouw een kennis van ICT systemen.
“Als Zwanny ooit stopt met haar vrijwilligerswerk, dan moeten we daar drie nieuwe vrijwilligers voor zoeken om al die taken over te nemen.”

Toen ze zelf de microfoon ter hand nam was ze nog beduusd.
En één van de eerste dingen die ze zei: “Dit werk doe ik natuurlijk niet alleen, dat doe ik samen met anderen.”
Ja hoor, ja.
Maar we gaan het allemaal niet afzwakken: ‘onze’ Zwanny heeft dit lintje dubbel en dwars verdiend.
Dat ‘het zijne koninklijke hoogheid heeft behaagd’ is volkomen terecht.
Het was erg fijn dat we er allemaal bij konden zijn en dat we dit voor haar konden organiseren.
Op het Instagramaccount van deze website vind je een mooie foto van Zwanny mét de onderscheiding.

Er was gebak geregeld met een foto van haar, mét haar laptop natuurlijk, erop.
Koster Gerard zei het kernachtig: “Zwanny is om op te vreten…!”
Daar heb ik niks aan toe te voegen.
En zijne koninklijke hoogheid ook niet; of was het nou ‘majesteit’…..?

Zwanny was al eens Lezer van de maand op deze website.
Klik hier voor het door haar geschreven gastblog van mei 2022.

Reageren

Pagina 10 van 348

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén