De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

26 oktober: Hoe kan dat?

Op 12 oktober schreef ik over de podcast ‘De Nedersaksen‘; inmiddels heb ik deel 2 ook beluisterd.
Daarin ging het o.a. over het taalgebied van de Nedersaksische taal: Zuid-Zweden, Denemarken, Noord Polen, Noord Duitsland, Groningen, Drenthe, Overijssel & Achterhoek.
Nedersaksisch werd gesproken in de tijd van het Hanzeverbond van de 12e tot en met de 15e eeuw.
Lees wat ik er over vond op Wikipedia:
Het Zweedse eiland Gotland was aanvankelijk het centrum waar handel met lokale handelaren werd gedreven door kooplieden uit Denemarken, Lubeck, en Westfalen.
Van Gotland uit werd ook handel gedreven met Engeland, Vlaanderen en Novgorod, dat al in 1190 een Duitse vestiging had.
Hele artikel lezen? Hierbij een link.

De heren die in de podcast aan het woord komen verbazen zich over het feit dat de Nedersaksen zelf eigenlijk helemaal niet weten dat ze met hun volksaard en taal onderdeel uitmaken van zo’n rijke en bloeiende cultuur, die heel veel invloed heeft gehad in Noord Europa.
Als je even nadenkt over die vraag, dan is het antwoord bijna logisch.
Het komt omdat aan dat deel van de vaderlandse geschiedenis op school nooit aandacht werd besteed.
Het ging vooral over ‘onze’ grote daden in de Gouden Eeuw, die zich voornamelijk voltrok in het westen van ons land.
De VOC, WIC, Piet Hein en admiraal De Ruyter: groot, groter, grootst, rijk, rijker rijkst.
Het politieke en bestuurlijke zwaartepunt van ons land is daarna in het westen, de huidige randstad, gebleven en in de loop van de eeuwen ontstond het idee dat het Nedersakisch minderwaardig was ten opzichte van het Algemeen Beschaafd Nederlands.

Even terug naar de podcast: daarin kwamen jonge gasten aan het woord, die (net als onze kinderen) de streektaal niet meer hadden geleerd van hun ouders, omdat dat vanaf de jaren ’70 niet wenselijk werd geacht,.
Eén van hen vertelde dat iemand uit de wereld van de popmuziek tegen hem had gezegd dat hij ‘nog wel wat tips voor hem had om van dat accent af te komen’.
In de studio vroeg men zich hardop af: “Waarom? Je kunt je goed verstaanbaar maken, alleen het klinkt wat anders, nou én. Hoe groot is Nederland nou helemaal. Hoe erg is het dat onze taal niet hetzelfde klinkt? We begrijpen elkaar toch? Friezen, Zeeuwen, Brabanders, Noord Hollanders: allemaal hebben ze een accent, waarom moeten we allemaal net zo praten als de mensen in het westen, die overigens ook allemaal hun eigen accent hebben?”

Het klonk mij allemaal als muziek in de oren.
Wat een fijne ontwikkeling; ik wou dat mijn vader dit nog had mogen meemaken.
Die sprak zijn streektaal zodra hij maar een zweem van een Nedersaksische tongval bespeurde.
Letterlijk zei hij dan: “Lao’we maor plat praoten; wij bint ja allemaol Nedersaksen under mekaar….!”

Reageren

25 oktober: Ja. Die bedoel ik.

In 2012 bezocht ik de tentoonstelling ‘Vikingen!’ in het Drents Museum in Assen.
Een prachtige tentoonstelling, waar ik destijds erg van heb genoten.
In een vitrine zag ik een stel zilveren armbanden die uitgeleend waren door Gotland Fornsal Museum in Visby waarvan ik destijds zei: “Zo eentje bedoel ik nou!”
Een mooi bewerkte, zilveren armband, die wou ik ook nog eens hebben.
Maar je weet vast wel hoe dat gaat: je hebt iets voor ogen wat je hebt gezien en je speurt alle vitrines af op ‘mooi bewerkte, zilveren vikingarmband’, maar wat je ziet is het net niet.
Te breed. Te glad. Lelijk. Te smal. Geen mooi patroon. Te lomp.
Jaren gingen voorbij en ik zocht nog steeds, maar niet fanatiek.

In 2018 bezochten we met Harriët en Cees de kerstmarkt in Bremen en verzeilden op de ‘Schlachte Zauber’, een middeleeuws aandoend deel van die kerstmarkt waar een zilversmid stond.
Midden in zijn kraampje lag mijn armband.
“Kijk! Daar ligt zo’n armband als ik bedoel!”
Handgemaakt, versierd met heel fijn zilverwerk.
“Mal probieren?” vroeg zilversmid aan de andere kant van de kraam.
Het lukte eerst niet om hem om te krijgen, maar toen de mevrouw van het kraampje zei: “Uber den knochen vieleicht..?” schoof ik hem zo om mijn pols.
Verkocht.
Zo kreeg ik mijn zilveren vikingarmband; ik had hem bijna altijd om.

Maar zoals altijd als je spullen draagt: het slijt en het gaat soms kapot.
De armband werd gemangeld tussen een muur en kast die we verzetten.
Hij brak niet, maar had wel een knauw gehad.
Daarna bleef ik er eens mee haken; we bogen hem weer recht, maar het werd wel een zwakke plek.
Vorig jaar bleef ik weer eens ergens achter zitten en kwam er een breekpunt in. Toen heb ik hem definitief afgedaan.

Toen Gerard vroeg wat ik voor mijn verjaardag wilde, vroeg ik de restauratie van mijn armband.
Ik wil geen andere, ik wil deze, ik vind hem nog steeds prachtig.
Voor onze vakantie naar Gotland bracht ik hem naar  Huisman & Kromme, siersmeden hier in Roden.
Zij hebben hem verstevigd en weer prachtig gemaakt.
Vandaag kreeg ik hem cadeau op mijn verjaardag.
Verguld ben ik er mee; verzilverd in dit geval.

In het Gotland Fornsal Museum was er één kamer helemaal vol met voorwerpen van zilver en goud.
Daar zag ik de armbanden weer die ik in 2012 in Assen ook had gezien.
Ja.
Die bedoelde ik.

Reageren

24 oktober: Willem Barentsz in Harlingen.

Dit weekend kwam Cor, de zoon van mijn broer en schoonzus, een nacht bij ons logeren.
Met hem gaan we in de zomer vaak een dagje uit, maar deze zomer was nog lang niet alles mogelijk, dus we schoven het op naar de herfstvakantie.
Wat gaan we dan doen? Cor is nog jong, maar is erg geïnteresseerd in geschiedenis en wou graag een bezoek brengen aan de Stichting Expeditieschip Willem Barentsz.
Zoiets moeten wij dan eerst opzoeken.
Wat is dat dan? En waar? Harlingen dus.

We trokken er een hele dag voor uit: ’s morgens een stadswandeling in Harlingen en ’s middags een bezoek aan het expeditieschip en het bijbehorende bezoekerscentrum.
Harlingen is één van de oudste steden van Friesland en is altijd een belangrijke havenstad geweest.
We wandelden met z’n driëen door de historische binnenstad langs grachten met monumentale panden, liepen langs grote zeilschepen in de verschillende havens en liepen even binnen in de Sint Michaëlskerk: niet een heel oude kerk, maar wel imposant.
Na de lunch liepen we naar het doel van onze reis: het nagebouwde schip van Willem Barentsz.

De boot, de Witte Swaen, is niet zo groot als bijvoorbeeld de Batavia, maar wel helemaal met de hand gemaakt: een ontzagwekkend project.
Vanaf 2015 is er met man en macht gewerkt om de boot te bouwen. Sinds 2018 ligt de boot in haven en zijn er masten opgezet.
We werden welkom geheten door Betty en Bert, vrijwilligers die ons veel vertelden over  de reis van Willem Barentsz in 1596.

We kennen allemaal het verhaal van het Behouden Huys op Nova Zembla, maar dan gaat het altijd over hoe de mannen de donkere winter en de vrieskou overleefden, maar dat is maar een klein onderdeel van de geschiedenis van Willem Barentsz.
Van onze gidsen hoorden we die middag het hele verhaal.
Waarom gingen ze eigenlijk op weg voor zo’n barre tocht?
Het doel was het vinden van de noordoostelijke doorvaart; een zeeweg rond de noordkust van Azië naar het Verre Oosten.
Er was al lang een zuidelijke doorvaart, maar daar hadden de Nederlandse koopvaardijschepen last van de Spanjaarden en Portugezen, die niet zaten te wachten op de Nederlanders.
Als zeelieden er in slaagden de noordoostelijke doorvaart te vinden, lag voor hen een beloning van duizenden guldens in het verschiet: één zo’n reis volbrengen en je was destijds binnen en hoefde je nooit meer te werken.

Op het werkelijk prachtig gemaakte schip vertelde Betty dat ze in 1596 met 17 mensen vertrokken.
Dat ze in augustus al vast kwamen te zitten in het kruiende ijs. Dat ze een ijsbeer vingen,  poolvossen aten en dat ze maanden geen zon zagen.
Brrrr.
Als je op de boot in het ruim staat (zie afbeelding rechts) komt het avontuur van Willem Barentsz heel dichtbij.
Op reis naar een gebied dat toen nog niet in kaart was gebracht.  Waar begin je aan….

Het bezoekerscentrum was eigenlijk dicht vanwege te weinig vrijwilligers, maar omdat Cor zo enthousiast op de boot en de verhalen  reageerde werd het hek speciaal voor ons even opengemaakt en konden we  op ons gemak langs alle informatieborden lopen.
Wat een geslaagd uitje! (klik op de foto’s voor een vergroting)

Meer weten over dit mooie project?
Hierbij een link naar hun website: Stichting Expeditieschip Willem Barentsz 
Het is de bedoeling dat het schip ook echt naar Nova Zembla gaat varen.
Ze zoeken nog vrijwilligers voor die reis….

Reageren

23 oktober: Bollerootje.

Deze week staat voor mij in het teken van de herinnering aan mijn moeder.
Op 23 oktober 1931 is ze geboren, 16 oktober 2017 is haar sterfdag.
Vier jaar geleden al weer; ze zou anders vandaag de leeftijd van 90 jaar hebben bereikt.

Mijn ouders worden steeds meer onderdeel van de geschiedenis.
Ze leven nog door in onze verhalen en herinneringen, maar er zijn al weer heel wat feesten en familiebijeenkomsten geweest waar zij niet meer bij waren.
Soms denk ik: “Kon ik dit nog maar even met ze delen” maar even zo vaak ben ik blij dat ze dingen niet meer mee hoeven maken.
Corona bijvoorbeeld; daar zou mijn moeder veel last van gehad hebben.
Mijn broer en ik constateerden tijdens ons dagje uit naar Zutphen dat haar die pandemie gelukkig bespaard is gebleven.

Vandaag een mooie foto van mijn moeder (met de geblokte jurk) samen met haar schoonzusje.
(klik op de foto voor een vergroting).
Mijn moeder hield van mooie kleren; ze staat op deze foto te stralen op splinternieuwe, witte pumps en in een nieuwe jurk met een bolero-jasje erop.
Hartstikke hip begin jaren ’60.
Mijn moeder en haar zussen noemden zo’n jasje een bollerootje, met de klemtoon op roo.
Het duurde jaren voordat ik ontdekte dat die twee begrippen voor hetzelfde jasje stonden.

Vanavond gaan we uit eten met mijn broer en schoonzus; dan denken we nog even terug aan de vele verjaardagen die we nog wél met mijn moeder hebben mogen vieren.

Reageren

22 oktober: Geloven van wieg tot graf (2)

In februari schreef ik een blog over het boek ‘Geloven van wieg tot graf‘ van Cor Keers.
Gisteravond was er van onze kerk een gespreksavond waarop Cor’s boek centraal stond; net als bij het boek was de subtitel ‘een studie over zingeving’.
Aan het begin van de avond werd Cor geïnterviewd door Sijbrand van Dijk.
“Hoe kom je op het idee om een boek te schrijven?”
Het was begonnen met het boekje ‘Opa, vertel eens’ dat Cor had gekregen van een schoonzoon.
Wat hij allemaal te vertellen had paste lang niet in het format van het boekje, dus Cor had de antwoorden op aparte vellen teruggegeven; dat was al een mooi pak papier geworden.
Zo ontstond het idee om een boek te schrijven.

In het vorige blog over ‘Geloven van wieg tot graf’ schreef ik al dat een boek van zo’n omvang zich niet laat vangen in een blog van 500 woorden; dat geldt ook voor de gesprekken erover gisteravond.
Vooropgesteld: wat een waardevolle avond. Er was een vertrouwelijke sfeer, waarin ook lastige vragen en gevoelens van emotie voorbij kwamen.
Als een rode draad liep Cor’s vrouw Elly door de avond. Zijn rots in de branding, zijn maatje en de liefde van zijn leven.
Ze kon er vanwege haar lichamelijke beperking niet bij zijn, maar voor Cor was ze er wel: “De meest aanwezige afwezige.”
Wat heb ik  geleerd?

  • Plak niet te snel een etiket. Sijbrand had het op een gegeven moment over ‘normale kerkgangers en gestoorde schizofrenen’.
    Cor reageerde daarop: “Dat loopt door elkaar heen. Je kunt ook spreken van gewone schizofrenen en gestoorde kerkgangers.”
    (zo was het niet helemaal….zie de opmerking van Sijbrand hierover bij Reacties’)
  • De bijbel is volgens Cor het beste psychologieboek. Alle facetten van het leven komen aan bod in de verhalen.
    De bijbel houdt je een spiegel voor en is een bron van inspiratie.
  • Wat als de omstandigheden in je leven zo beroerd zijn dat zingeving niet meer lukt?
    Cor vertelde over de zelfmoord van een lotgenoot van hem. Op de beamer verscheen de tekening die zoon Joost bij dat hoofdstuk had gemaakt: een strop met een vlinder. We denken allemaal na over de dood. Hoe lang hebben we nog? Wanneer komt mijn levenseinde?
    Het beeld dat ons vroeger is voorgehouden van een hemel bevolkt met overledenen is bij velen al niet meer  aanwezig.
    Maar wat dan wel? “Dood is dood” schrijft Cor in zijn boek. Daar bracht hij gisteravond wel een kleine nuance in aan en ook anderen lieten zich daarover uit.
    Eén aanwezige zei: “Wat weet de rups van de vlinder? Wat weet de vlinder van de rups?”
  • Het leven is niet altijd vrolijk. Lijden hoort ook bij het leven; laat het toe, accepteer het en heb geduld. Het kan ook weer keren.
  • Geniet van de dingen die er voor iedereen zijn: een mooie zonsopgang, een heldere volle maan. Op het moment dat dat gezegd werd regende het pijpenstelen.
    Iemand merkte daarover op: “Blijf nu in gedachten niet hangen bij die regen, maar weet dat achter die wolken die volle maan nog staat te stralen. Richt je op het positieve.”

De avond werd afgesloten met het indringende ‘Wenn ich einmal soll scheiden‘ en de belofte dat er volgend jaar een vervolggespreksavond komt.

Toen ik naar huis liep regende het niet meer.
De volle maan verlichtte mijn pad.

Reageren

21 oktober: Schlagers & glamrock.

Eerlijk gezegd vind ik het zelf ook een beetje genant, maar ik heb een zwak voor Duitse schlagers uit de jaren ’70.
De basis daarvoor is gelegd bij mijn ouders thuis, die graag naar de Duitse televisie keken.

Dinsdagmorgen.
Mijn vrije dag en Gerard werkt thuis.
We drinken samen koffie, op de radio de Arbeidsvitaminen.
“Ja, ja, so blau, blau, blau blüht der Enzian
Wenn beim Alpenglühn, wir uns wiedersehn
Mit ihren ro-ro-ro-roten Lippen fing es an
Die ich nie vergessen kann…”
Heino op de radio.
Word ik blij van van binnen.
Heino’s naam lijkt op heimwee en daar heeft het vooral mee te maken.

Rond 11.00 uur ga ik achter m’n toetsenbord zitten om een blog te schrijven over de ambivalente gevoelens bij de witblonde zanger met zijn zonnebril.
Na het nieuws hoor ik:
“And there she walked in looking like dynamite
She said now come along boogaloo through the night
And by the way she’s moving well…”
MUD! Daar word ik nog blijer van.
Mijn popidolen uit de jaren ’70: nog steeds voel ik een kriebeltje van binnen als ik onverwacht hun muziek hoor.

Muziek.
Maandagavond was op het journaal dat investeerders hebben ontdekt dat er met muziekrechten goud geld te verdienen valt.
Muziek als verdienmodel.
Voor mijn gevoel is dat niet de bedoeling van muziek, maar ik kan het ook niet uitleggen; er wordt tenslotte al eeuwen veel geld verdiend met muziek.
Muziek is in mijn leven ongelofelijk belangrijk.
Zingen, gitaar en accordeon spelen, maar vooral ook luisteren.
Ik kan volledig opgaan in muziek: dan valt alle ruis van de waan van de dag van me af en kan ik me helemaal ontspannen.
Het hoort bij alle levensfase’s die ik inmiddels heb doorlopen; mijn herinneringen vallen samen met muziek.
Muziek geeft plezier, je kunt er van genieten, maar het is ook troostrijk in moeilijke periode’s.

De Griekse filosoof Plato zei het 400 jaar voor Christus al:
Muziek en ritme vinden hun weg tot in de geheime plaatsen van de ziel.
Plaatsen voor Bach en Mozart, maar ook voor Mud en Heino.
Af en toe schrijf ik er eens over, hierbij twee links.

april 2015: Sweet memories: Mud.
maart 2019: Heino – Schwarze Barbara 

Reageren

20 oktober: Lezer van de maand – Marianne Weisenbach

Hoe kennen wij elkaar?
Wij kennen elkaar via mijn zus Jacquelien. Zij en Ada zijn collega’s bij Lentis. Zo nu en dan hebben Ada en ik contact via de mail over onze hobby haken.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren op 18 juli 1964 in Veendam.  Daar heb ik de Havo afgerond. Na een korte opleiding tot medisch secretaresse ben ik in 1985 gaan werken en wonen in Amsterdam. Na ook in Haarlem, Almere en Wildervank gewoond te hebben ben ik nu weer terug in mijn geboortedorp. Sinds 2008 heb ik een heel fijn huis met een heerlijke tuin in het centrum van Veendam.

Verliefd, verloofd, getrouwd?
Alleenstaand maar mijn huis delend met 3 leuke, lieve katers.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
Ik werk als medisch secretaresse op de afdeling radiologie van het Martini Ziekenhuis.  Dat doe ik 4 dagen in de week. De andere 3 dagen vul ik met tuinieren,  klussen, creatief bezig zijn, knuffelen met mijn 3 katers, familie en zo af toe moet er ook nog wel eens wat huishoudelijks gedaan worden.  Ook ga ik graag op vakantie.  Paar weekjes naar Griekenland of lang weekend naar Texel.  Dat doe ik samen met mijn lieve zus Jacquelien. We hebben altijd erg veel plezier samen. Afgelopen jaar zijn we in Nederland op vakantie geweest. In september hebben we genoten van Zeeland. Verrassend mooi.

Wat wil je graag met de lezers delen.
Ik wil graag delen hoe leuk het is om creatief bezig te zijn.  Zolang ik mij kan herinneren ben ik wel  iets aan het maken. Via kaartjes maken, bloemschikken, mozaïeken, servies stippen en nog vele andere leuke bezigheden heb ik mij sinds een aantal jaren op het haken gestort: helemaal hooked.

Waarom is haken nu zo leuk? Het is ontspannend, even je hoofd leeg maken na een dag werken.
Het geeft voldoening; onder je eigen handen ontstaan de mooiste dingen.
Je kunt er iemand blij mee maken.  Het is toch heel erg fijn en origineel om iemand een handgemaakt cadeau te geven? Een knuffel, sjaal, mand  je hebt altijd een uniek cadeau.
Haken kun je overal doen.  In de tuin, op de bank voor de tv, in de auto, op vakantie; al wat je nodig hebt is een bolletje wol en een haaknaald. Nou ja, misschien een leuk haakpatroon.
Het schijnt ook goed te zijn voor de hersenen.  En het is tegenwoordig helemaal hip.
Vorig jaar heb ik van mijn zus een abonnement op een haaktijdschrift voor mijn verjaardag gekregen, daar staan de leukste dingen in.
De enige stress die ik er van heb is keuzestress. Wat zal ik gaan maken?  Het gevolg is dat ik altijd met meerdere projecten tegelijk bezig ben.

Gehaakte knuffel

Haken is ook heel  divers. Zelf mag ik graag knuffels en woonaccessoires  haken.
Aan kleding haken (behalve sjaals) heb ik mij nog niet gewaagd. Dat komt nog een keer.
Dekens, kussens, manden, mandala’s, tassen er zijn oneindig veel mogelijkheden.

Mochilla-tas met koord en schouderband.

Ik mag ook graag nieuwe technieken uitproberen. Boekje gekocht over mochilla haken en een paar YouTube filmpjes  gekeken en daarna ben ik gewoon begonnen. Proeflapjes sla ik over. Je werkt  hiermee met meerdere kleuren tegelijk. Je haakt met een kleur en neemt de andere kleuren mee onder je steken en volgens patroon wissel je van kleur. Op deze manier kun je heel goed patronen haken. Heel leuk om te doen.  Het kost wel wat tijd en het is niet zo geschikt om voor de tv te doen. Als je tenminste het tv programma ook wilt volgen. Zo heb ik een hele leuke tas gemaakt.  Bij deze tas hoort ook een koord en een schouderband. Het koord heb ik gemaakt met een kumihimoschijf.

Inkle loom: bezig met de schouderband.

‘Kumi’ betekent vlechten in het Japans en ‘himo’ koord.  Japans vlechten dus. En de schouderband heb ik gemaakt met de  Inkle loom, een klein bandweefgetouw; hiermee kun je hele mooie banden weven.

Mandala

Zo zijn er veel  verschillende soorten haaktechnieken. Bijvoorbeeld Tunisch haken, corner to corner, filethaken,  granny squares,  mandala’s,  plannend pooling (hiermee creëer je met een meerkleurig garen een ruitpatroon, zelf nog niet geprobeerd). En nog veel meer.

Nog een  techniek die ik als laatste wil benoemen is mozaïek haken.  Je haakt met twee of meer kleuren zonder dat je in 1 toer steeds van kleur hoeft te wisselend. Om de 2 toeren wissel je van kleur. Je haakt volgens een telpatroon en het is heel geschikt voor grafische patronen.  Het lijkt ingewikkeld maar dat valt reuze mee.  Je gebruikt eigenlijk alleen de drie basissteken lossen, vasten en stokjes.  Ik ben nu bezig met een kerstdeken in deze techniek.

Mozaïek haken: kerstdeken.

En dan ga ik  nu weer snel aan de haak.  Waar zal ik eens mee verder gaan?
De granny square deken, het lantaarntje of toch de omslagdoek?
Nee laat ik eerst de kerstdeken maar gaan afmaken: Kerst komt er aan.

Ook zin gekregen om te gaan haken, gewoon doen!

Reageren

19 oktober: In de geest van Taizé.

Zondagavond had ik amper tijd voor een broodje; om 17.30 uur waren Piety (gitaar), Monique (dwarsfluit), Gerard (handige man) en ik in de Catharinakerk om alvast de geluidsbox en standers op te zetten, want: Taizé-vesper!
Wat mij betreft één van de mooiste diensten van het jaar.
We stemden onze instrumenten, speelden nog even wat door en toen druppelden de cantorij-leden ook al binnen.

Inzingen, liederen en muziek doornemen en voor je het weet is het dan al 18.50 uur en zijn de eerste gemeenteleden er al.
O ja, we moeten ook nog een broodje. Monique en ik werkten al staande achter een pilaar een boterham naar binnen, maar dat kost bij mij tegenwoordig iets meer moeite.
Beugel uit, eten, mond spoelen, beugel omspoelen en weer terugplaatsen. Maar achter de pilaar zit geen kraantje, dus gauw nog even naar de wc…… net te laat.
Met kloppend hart schoof ik op mijn plaatsje op de achterste rij naast de bassen. Pffff. Het is de bedoeling dat je rustig wordt van Taizémuziek…..

Tijdens de viering bleef het een beetje heen en weer lopen van de gitaar naar de achterste rij.
Natuurlijk kan ik er voor kiezen om alleen gitaar te spelen en niet mee te zingen, maar we spelen niet bij alle liederen mee en dan wil zelf ook graag zingen.
Taizémuziek is zo heerlijk om te zingen, daar kan ik helemaal in op gaan; die beleving is het fijnst als ik in het koor sta op mijn eigen plekje in de altenrij.

Het ging niet allemaal vanzelf gisteravond.
Voor de dienst knapte Piety’s klem stuk: die zet je op de hals van de gitaar, zodat het akkoord dat je aanslaat hoger wordt.
Gelukkig heeft Piety ook een handige man, dus Jan bracht nog snel de reserveklem, zodat we bij het eerste lied met een ‘niks aan de hand’-blik stonden te begeleiden.
Diezelfde ‘niks-aan-de-hand’-blik stond op de gezichten van de cantorijleden bij het zingen van Donna la pace.
Dat stond wel op de orde van dienst, maar dat hadden we van te voren niet door gekregen, dus niet ingestudeerd.
Wat fijn dat je dan een groep doorgewinterde zangers hebt die dat lied nog kent van vroeger en het feilloos vierstemmig zingt.

Na afloop waren we tevreden; wat een fijne vesper.
Een bas vertrouwde me toe dat hij het ‘kicken!’ had gevonden; ik ben dus beslist niet de enige die het zo beleeft.

Het is een vesper ‘in de geest van Taizé’.
Mensen die in Taizé geweest zijn vinden eigenlijk allemaal dat het voor de Taizé-beleving té georganiseerd is.
Dat is vast zo.
Maar dit is in een viering in Roden op Taizé-gebied het hoogst haalbare.
We moeten het ook een beetje praktische bekijken: cantor Karel wil weten hoe vaak we het Kyrië zingen tijdens het gebed, we spreken af wanneer iets hard of zacht wordt gezongen en zo eindeloos herhalen als in Taizé gebeurt past niet in een vesper van drie kwartier.

We gingen naar huis met het lied ‘Frieden’ nog in ons hoofd:
Frieden, Frieden hinterlasse ich euch.
Meinen Frieden gebe ich euch.
Euer Herz verzage nicht.
Even luisteren of meezingen? Hierbij een link naar een video op YouTube.

Reageren

18 oktober: Proza in Dwingel.

Umdat der wel ies een tekst van mij publiceerd wordt in de Zinnig kreeg ik in de zommer een uutneudiging van ‘Het Huus van de Taol’ um met an te doen met ‘Taal an Taofel’ op zundag 17 oktober.
As lid van Huus van de Taol mus ik mij haost een beetie schamen, want ik wus niet wat dat was.
Het is een bijienkomst op  een zundag tussen 11..00 en 14.00 uur. Ie kunt dan luusteren naor schrievers en muzikanten in de streektaal.  In de pauze kriej een lekkere warme maaltied.

Gistermörgen in hotel Grand Café de Brink in Dwingel können ie  luustern naor Henny Bouwman (gedichten) en Okke Panneman (meziek).
Mien naam stun bij proza; een gewichtig woord veur mien stukkies in de streektaol, maor ik vuulde mij vereerd dat ik vraogd was.
Ie muchten je eigen boeken  en CD’s  metnemen um te verkopen.
Heb ik niet; hooguut een digitaal boek dat op mien webstee stiet (zie 1960-2020).

Het was fijn um allent maor Drents um je hen te heuren.
Wij preuten  niet allemaole  geliek , maor wij können mekaar goed verstaon.

Dichteres Henny Bouwman uut  Nörg begunde met poëzie. Ze las gedichten veur die ze zölf schreven haar;  ze ontroerde met mooie poëzie in heur eigen  prachtige Nörgs en schilderde op de achtergrond van heur gedichten met woorden heur kindertied en heur leven  in dit Noorddrentse dörp.
Daorna was ik an de beurt. Van te veuren haar ik mij het heufd breuken over wat ik dan veur zul lezen.
Wat wordt d’r verwacht? Serieus? Of een lach en en traon?
Under an dit blog kuj linken naor de blogs/verhalen die ik gustermörgen veurlezen heb.

Daor stun ik dan.
Al bijna dartig jaor bin ik wend an een microfoon veur de neuze, maor dan heb ik bijna altied mien gitaar um de nek; dan stiet mien naam niet bij proza maor bij meziek.
Twee keer een kwartier much ik an ’t woord.
Thuus haar ik oefend; daor kwam uut dat ik veural langzamer mus veurlezen.
Aj’ weet hoe snel en veul ik aans praot, dan weej ok hoeveul muite mij dat kost.
Schrieven en publiceren is hiel wat aans as praoten veur een zaal: ie kriegt direct reacties trugge en dat was letterlijk een lach en traon.

Okke Panneman zöng veur oons.
Dat deu e niet allent in de streektaol, maor ok in het Duuts,  Fraans, Engels en Nederlands. Maor Jannes, Ede Staal en Normaal kwamen ok nog veurbij.
Rond 12.00 uur  was der eem pauze en kregen wij lekkere stamppot boerenkool, in mien geval met een speklappe.
Daorna was der nog een ronde poezië, proza en meziek.

Taal an  taofel. Het is beslist hiel aans as een karkdienst op zundagmörgen, maor ok  hier hebt wij slim van geneuten.
Net as dat zingen met de gitaar hiel wat aans is as het veurlezen van Drentse verhaolen: allebei leuk um te doen.

Dit heb ik veurlezen:
– Op zaal met 3 mannen in ’t Martiniziekenhuus – Herkenbaar
– Verslag van de oogstdag in Dwingel in 1985  – Melk karnen
– Oonze illustere buurvrouw van de Vaortweg in Smilde – Trijn
– Zingen in het Beurtschip – Meelij, Jet
– Een Drents karstverhaal, opdragen aan alle mantelzörgers van mensen met dementie – Karsttraditie.

Reageren

17 oktober: Maud & Babs.

Afgelopen week had ik het met mijn collega’s over de serie Maud en Babs.
Rifka Lodeizen en Loes Luca spelen een dochter en een moeder die dementeert.
Het is een serie die de tongen los maakt.
Twee weken geleden had ik het er over met vrienden. “We vinden het confronterend en kijken niet meer. Mijn schoonmoeder dementeerde ook; het is moeilijk om naar te kijken. ”

Ook ik vind het herkenbaar.
Moeder Waninge heeft  een hele lange weg afgelegd  in  haar dementie en die weg zijn we nog niet vergeten.
Net als de gebeurtenissen rond ome Wim en onze buurvrouw Zwanny.
Je ziet het allemaal weer voorbijkomen.

De ontkenning.
De ontreddering.
Het ophouden van de schijn.
Anderen de schuld geven.
Wegsturen  van hulpverleners.
Mantelzorgers die met hun eigen werk en hun eigen gezin in de knoei komen.
Familieleden die het niet eens zijn over de behandeling.
De ruzies….

Wat ontzettend goed dat dit onderwerp aandacht krijgt.
Het helpt namelijk al zo veel als je als mantelzorger weet wat het ziektebeeld is.
Dat het ontkennen van de ziekte onderdeel is van de ziekte.
Dat er hulpverlenende instanties zijn, maar dat de patiënt dat helemaal niet ziet zitten.
De patiënt weet zeker: “Ik ben niet gek. En ik ga hier niet weg.”

Een klein stukje uit de MAX-gids over deze serie:
In Nederland verlenen zo’n 5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder mantelzorg aan ouders, een familielid of iemand in hun naaste omgeving.
Deze mantelzorgers vervullen hun taak met liefde.
Toch valt het beslist niet altijd mee om alle ballen in de lucht te houden als je mantelzorger bent – en al helemaal niet als je daarnaast een baan en een gezinsleven hebt
.

In de serie zie je hoe Maud gemangeld wordt: ze heeft haar werk als verloskundige, is moeder in een gezin met pubers en ondertussen neemt ze de zorg voor haar moeder op zich.
In onze maatschappij worstelen duizenden mensen in soortgelijke situaties zich door een onafzienbare rij van moeilijkheden heen.
Wat leren we hiervan?

Praat er over.
Zoek hulp.
Blijf niet alleen maar wat aanklooien want dat schiet niet op.
Laat deskundigen de situatie beoordelen en stem de zorg af op wat de patiënt op dat moment nodig heeft.
Soms is een luisterend oor in eerste instantie al voldoende.
De eerste stap die je kunt zetten is een afspraak maken met de praktijkondersteuner van de huisarts van de patiënt: die kan je van advies voorzien en je doorverwijzen naar de goede instanties.

En onthoud: een mens is niet dement, een mens heeft dementie.

Reageren

Pagina 103 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén