Op 12 oktober schreef ik over de podcast ‘De Nedersaksen‘; inmiddels heb ik deel 2 ook beluisterd.
Daarin ging het o.a. over het taalgebied van de Nedersaksische taal: Zuid-Zweden, Denemarken, Noord Polen, Noord Duitsland, Groningen, Drenthe, Overijssel & Achterhoek.
Nedersaksisch werd gesproken in de tijd van het Hanzeverbond van de 12e tot en met de 15e eeuw.
Lees wat ik er over vond op Wikipedia:
Het Zweedse eiland Gotland was aanvankelijk het centrum waar handel met lokale handelaren werd gedreven door kooplieden uit Denemarken, Lubeck, en Westfalen.
Van Gotland uit werd ook handel gedreven met Engeland, Vlaanderen en Novgorod, dat al in 1190 een Duitse vestiging had.
Hele artikel lezen? Hierbij een link.

De heren die in de podcast aan het woord komen verbazen zich over het feit dat de Nedersaksen zelf eigenlijk helemaal niet weten dat ze met hun volksaard en taal onderdeel uitmaken van zo’n rijke en bloeiende cultuur, die heel veel invloed heeft gehad in Noord Europa.
Als je even nadenkt over die vraag, dan is het antwoord bijna logisch.
Het komt omdat aan dat deel van de vaderlandse geschiedenis op school nooit aandacht werd besteed.
Het ging vooral over ‘onze’ grote daden in de Gouden Eeuw, die zich voornamelijk voltrok in het westen van ons land.
De VOC, WIC, Piet Hein en admiraal De Ruyter: groot, groter, grootst, rijk, rijker rijkst.
Het politieke en bestuurlijke zwaartepunt van ons land is daarna in het westen, de huidige randstad, gebleven en in de loop van de eeuwen ontstond het idee dat het Nedersakisch minderwaardig was ten opzichte van het Algemeen Beschaafd Nederlands.

Even terug naar de podcast: daarin kwamen jonge gasten aan het woord, die (net als onze kinderen) de streektaal niet meer hadden geleerd van hun ouders, omdat dat vanaf de jaren ’70 niet wenselijk werd geacht,.
Eén van hen vertelde dat iemand uit de wereld van de popmuziek tegen hem had gezegd dat hij ‘nog wel wat tips voor hem had om van dat accent af te komen’.
In de studio vroeg men zich hardop af: “Waarom? Je kunt je goed verstaanbaar maken, alleen het klinkt wat anders, nou én. Hoe groot is Nederland nou helemaal. Hoe erg is het dat onze taal niet hetzelfde klinkt? We begrijpen elkaar toch? Friezen, Zeeuwen, Brabanders, Noord Hollanders: allemaal hebben ze een accent, waarom moeten we allemaal net zo praten als de mensen in het westen, die overigens ook allemaal hun eigen accent hebben?”

Het klonk mij allemaal als muziek in de oren.
Wat een fijne ontwikkeling; ik wou dat mijn vader dit nog had mogen meemaken.
Die sprak zijn streektaal zodra hij maar een zweem van een Nedersaksische tongval bespeurde.
Letterlijk zei hij dan: “Lao’we maor plat praoten; wij bint ja allemaol Nedersaksen under mekaar….!”