De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

20 juli: Lezer van de maand – Annieke Holman.

Hoe kennen wij elkaar?
Ik ken Ada van de basisschool ‘de Haven’ en voornamelijk het kinderkoor waar Marit (mijn zusje) opzat.
We zijn naar heel wat optredens geweest in Roden voornamelijk in ‘Op de Helte’ en de katholieke kerk.
Daarna via haar dochter Harriët, we hebben samen belijdenis gedaan.
Tegenwoordig via de kerk en we lezen samen de boekenreeks ‘de 7 zussen’.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren en getogen in Steenbergen op de boerderij in de jaren 80.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
Op dit moment zit ik werkeloos thuis, maar ik doe nog wel heel veel vrijwilligerswerk om bezig en bij te blijven.
Zo zit ik al ruim 20 jaar bij het Rode Kruis en ook bij Stichting Herdenken Noordenveld.
Daarnaast ben ik vorig jaar begonnen bij de bibliotheek.
Ook ben ik vrijwilliger bij Havezathe Mensinge, die is gelukkig ook net weer open.
Verder zit ik in het ‘Beamteam’ van de kerk en maak ik de pagina ‘Ondersteboven’ van Kerknieuws


Wat wil je graag met de lezers delen?
Na dik een jaar binnen heb ik weinig te doen gehad, omdat alles op zijn gat lag door corona; langzaam begint alles weer.
Voor mij ook weer het begin van alle vriiwiligers werk.

De bieb, waar ik vorig jaar ben begonnen net 2 weken voordat alles dicht ging, was een tijdje gedeeltelijk open en is sinds een dikke maand weer volledig open voor publiek.
Dat heb ik wel gemist; de reuring van mensen, de kinderen die vrolijk boekjes uitzoeken.
Verder mag steeds beetje bij beetje wat meer. Het onder de mensen zijn en weer van alles doen heb ik wel gemist.

Tijdens de corona-tijd ben ik ook nog verhuisd.
Niet bij mijn ouders in, wat sommige mensen dachten.
Dat verhuizen was ook wel lastig, want in april was alles alleen op afspraak open.
Maar…… ik ben over en geniet nu van mijn nieuwe huis!

Wat ik met de lezers wil delen is een recept van een favoriet gerecht in onze familie: spinazietaart met ricotta en pijnboompitten.

Dit heb je nodig:
– 1 eetlepel olijfolie
– 600 gram spinazie
– 4 eieren
– 250 gram ricotta
– half potje zongedroogde tomaten, fijngesneden
– 75 gram Parmezaanse kaas, geraspt
– 1 rol hartige taartdeeg, koelvers of 5/6 plakjes bladerdeeg (diepvries)
– 2 eetlepel pijnboompitten
– een quichevorm/springvorm

Dit moet je doen:
– Verwarm de oven voor op 200 graden
– Verhit de olijfolie in een koekenpan en laat de spinazie handje voor handje slinken in de pan.
– Klop de eieren los en roer de ricotta, tomaten en de helft van de Parmezaanse kaas erdoor, beetje zout en peper naar smaak toevoegen.
– Schep de spinazie in een zeef, druk het vocht er uit en roer de spinazie vervolgens door het ricottamengsel.
– Bekleed de bakvorm met het taartdeeg en prik er een paar keer in met een vork.
– Schenk het spinazie-ricottamengsel erover en bestrooi het met de overige Parmezaanse kaas en de pijnboompitten.
– Bak in de oven in 35 minuten gaar en goudbruin.

Nog een paar opmerkingen:
Voor de ricotta kun je ook cottacheese gebruiken (200 gram)
Verder strooi ik altijd een beetje paneermeel over de bodem en ook over de taart als de pijnboompitten en kaas er op zitten.
Zongedroogde tomaatjes vind ik erg lekker: ik doe er gewoon een heel potje in.
Wel van te voren laten uitlekken en droogdeppen.
Als extra toevoeging kun je er nog zonnebloempitten bij doen,  die zijn wat goedkoper dan pijnboompitten.

Eet smakelijk!

Reageren

19 juli: Nederlands maar dan anders (20)

Er was al weer genoeg ‘stof’ voor deel 20 in deze serie.

Van Sijnie Bouter kreeg ik een foto van een bord dat bij het pontje van Woudrichem naar slot Loevestein stond; erg leuk.

Van Theo van Beijeren kreeg ik twee mooie anekdotes voor deze blogserie:
In Leeuwarden preekte een dominee over Simson en vertelde gloedvol over de manier waarop Delila hem probeerde te verleiden.
Ze maakte zich prachtig op en deed een schitterend collier om. Alleen daar ging de predikant de mist in; hij verhaspelde wat hij wilde zeggen:
eerst zei hij dat Delila een prachtig “kreng stralen” om had gedaan. Toen hier en daar iemand in de lach schoot, probeerde hij zich te verbeteren en zei: “een straal krengen”. Inmiddels werd overal gelachen. Uiteindelijk kwam hij hij eruit: “ze deed een prachtige streng kralen om”… Maar toen kon hij de rest van zijn preek wel vergeten.

Een andere anekdote ‘uit de oude doos’:
een collega-predikant ging ’s avonds voor in de gevangenis van Leeuwarden, een speciale dienst voor gedetineerden. Alleen had hij niet goed gekeken naar het slotlied, een avondlied: ‘k Wil U o God mijn dank betalen’. Dat eindigt met de woorden: ‘breng ik, voor elke dag mijn hier gegeven, U hoger, reiner loflied toe’.
Hij zei het maar eerlijk: “Dit kan ik jullie natuurlijk niet laten zingen. Ik stel voor dat jullie zelf het slotlied kiezen.”
Eén van de gedetineerden wist het meteen:  ‘Ik zie een poort wijd openstaan’! (Joh. de Heer 140).

De vader van Mathieu van der Poel over de precieze gang van zaken in de Tour de France:  “Zo’n puntje precies ben ik nou ook weer niet.”
Nog een verspreking bij de Tour: Dionne de Graaf haalt in ‘de Avondetappe’ het werpen van een blik en het schijnen van een licht door elkaar.
“Danny, wil jij je kennersblik laten schijnen over deze kwestie?”

Carola Schouten zegt in het Journaal dat ze ‘conclusies gaat leren’ uit lessen uit het verleden.
Vriendin Irene van Carlijn had ook weer een paar leuke:
“Ik ben met de boter in neus gevallen.”
“Je slaat de kop op de spijker!”

Een nicht zat met haar zoontje van 5 in de auto en zag bij het afslaan een fietser over het hoofd.
Flink remmen, het ging net goed. Raampje open.
“Sorry meneer, ik zag u over het hoofd!”
“Ja, rij maar gauw door met je haast!”
“Nou ja zeg, ik bied toch mijn excuses aan, flapdrol!”
Raampje dicht.
Zoontje: “Mama! Hoe weet jij nou dat die meneer Flapdrol heet!”

Toen wij op een avond in onze vakantie een wandeling maakten over de stadswallen van Willemstad, zagen we deze reiger.
De tekst was gewoon in het Nederlands….. waarschijnlijk een buitenlandse reiger.

Wordt in jouw omgeving een spreekwoord helemaal verkeerd gebruikt? Of zegt iemand onbedoeld iets heel grappigs? Geef het aan mij door.
Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 19, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.
Kijk ook af en toe even op het Instagram-account Treintaal.
Daar lees je o.a. deze uitdrukking: ‘Ik zie groen licht aan het eind van de tunnel…’

 

Reageren

18 juli: Blijf in contact met de sukkel in jezelf.

“Wie gebruikt  het woord genade nog?” vroeg de voorganger  vanmorgen in de kerk.
Niemand.  Genade is een ouderwets woord.
Maar het was wel het thema van de viering vanmorgen.

Dominee Sijbrand van Dijk schetste een beeld van de ‘afreken-cultuur’ die op internet is ontstaan.
Iemand heeft iets fout gedaan en wordt publiekelijk aan de schandpaal genageld. FOUT! SCHANDE!
Degene die dat roept hoort zelf bij ‘de goeden’ en meent het recht te hebben de ander te veroordelen en te straffen.
Maar, hield de predikant ons voor, er zijn niet alleen maar ‘goeden’ of alleen maar ‘kwaden’. Als je iets fout hebt gedaan betekent dat niet dat je ook fout bent.

Genade is dat je altijd opnieuw mag beginnen.
Als voorbeeld hoorden we het verhaal van de schrijver van het lied ‘Amazing grace’ , John Newton (1725-1807).
Hij kwam uit Londen en voelde zich niet aangetrokken tot kerk en geloof.
Hij werkte in de slavenhandel, in de 18e eeuw een normale baan. In die tijd was slavenhandel heel gewoon, het werd zelfs vanuit de bijbel goedgepraat door de kerkelijke en politieke elite.
Toen het slavenschip waarop hij kapitein was bijna verging en hij de ramp overleefde, bekeerde hij zich en nam afstand van de slavenhandel.
Later werd hij zelfs één van de voorvechters van de afschaffing van de slavernij.
Hij werd predikant en schreef het lied “Amazing grace” in voorbereiding op een kerstdienst.
Bij “Amazing grace, that saved a wretch like me”, kijk je dus in de ziel van John.
Een man met bloed aan zijn handen, maar die door de ontmoeting met Jezus compleet omdraaide.

Eenzelfde verhaal als van Paulus, de man die de brief schreef die vanmorgen als schriftlezing werd gelezen.
Wij zongen na de preek een vertaling van het lied; na zo’n uitleg komt het extra binnen.

Wat ik zal onthouden uit deze bijeenkomst is deze zin: ‘Blijf altijd in contact met de  sukkel in jezelf’.
Die zit in ons allemaal.
Dan kijk je namelijk milder naar de ander.
Dan zie je in de ander geen ‘domme looser’,  maar iemand die pech had met de plaats waar zijn wiegje stond.
Iemand die een verkeerde beslissing nam met verstrekkende gevolgen of in een verkeerde vriendenclub verzeild raakte.
Of iemand die tot het uiterste getergd is en van zich afslaat.

Je kunt altijd opnieuw beginnen.

We zaten met zo’n 60 mensen in Op de Helte en na afloop was er voor wie dat wilde een kop koffie; we hebben in de hal ruimte genoeg.
Gerard vertelde dat er in zijn groepje nog uitgebreid was nagepraat over de viering.
Sommigen vonden het best een moeilijke boodschap. “En Hitler dan….?”
Wat fijn dat we weer kunnen napraten. Vragen stellen en ervaringen delen. Elkaar ontmoeten.
Een essentieel onderdeel van ‘PKN-gemeente zijn.
Wat hebben we het gemist.

Als bonus bij dit blog een uitvoering van ‘Amazing grace’ van het Soweto Gospel Choir. 

Reageren

17 juli: Geen boek? Dan een deken.

Jaren  trokken we als duo-baan collega’s  samen op (vanaf 2009) . Jacquelien en ik vormden een goed stel en samen ‘runden’ we het management van de afdeling  Ouderenpsychiatrie. Als het aan ons had gelegen was dat zo gebleven,  maar ons werd niets gevraagd en op een gegeven moment hoefden we het fort niet meer te verdedigen.

Zij ging met haar uren naar de Opnamekliniek in Zuidlaren en ik ging deel uitmaken van het secretariaat van Team290.
In het begin belden we elkaar nog minstens één keer in de week. In de laatste fase van onze samenwerking was dat nog werkoverleg: hoe doen we dit, wat gaat daarmee gebeuren, maar toen ik bij de kliniek in Groningen ging werken werd dat al minder en belden we om de twee weken. Sinds ik bij Team290 werk hebben we qua werk helemaal niets meer met elkaar te maken, dus bellen we op momenten dat we allebei vrij zijn.

Toen we vorig jaar juli ons officiële afscheidsetentje hadden met z’n tweeën kreeg ik van haar een prachtig boek, net iets voor mij!
(Weten welk boek? Lees dan het blog ‘Samenwerkschap’ van juli 2020.)
Destijds had ik haar een exemplaar van mijn boek beloofd dat uit zou komen rond mijn 60e verjaardag, maar dat kwam er niet….(zie TBONTB)
Dus ik bedacht iets anders.

Het werd een zelfgemaakt buitendekentje voor frisse momenten.
Zo’n dekentje dat tegenwoordig in de HoReCa op elk terras ligt om over je benen te gooien.
Stiekem overlegde ik met Jacquelien’s zus. “Wat vindt ze mooie kleuren?”
Van Jacqueliens bijdrage als Lezer van de maand weten we dat ze weg is van Griekenland, dus het werd een dekentje van twee kleuren blauw en wit.
Op internet vond ik ‘de dekensteek’; als je die haakt ontstaan er allemaal kleine golfjes, wat weer doet denken aan de Griekse zee.
Hierbij een link naar de website ‘de Breiclub’, waar de dekensteek duidelijk wordt beschreven met een teltekening én een instructiefilmpje.
9 bollen garen voor haaknaald 5 bestelde ik op internet en ik begon met de deken.
Ik begon met één vierkantje wit, en in ruitvorm haakte aan dat vierkantje twee donkerblauwe vierkantjes vast.
Aan die twee vierkantjes haakte ik drie lichtblauwe vierkantjes vast en vervolgens ging ik weer over op wit: 4 vierkantjes.
Toen ik 6 vierkantjes op een rij had minderde ik weer rij voor rij naar één vierkantje: toen was het dekentje klaar.
Misschien vraag je je af waarom er knoopjes aan het dekentje zitten? Daarover meer in een volgend blog onder de titel ‘Hoe een dekentje kussen werd’.

Reageren

16 juli: Roos.

Het nieuws dat de laatste dagen tot ons komt houdt me meer dan anders bezig.
De beelden die ik zie, de reportages die ik hoor.
Het verwoestende water, zoveel doden in Duitsland en België, het overlijden van Peter R. de Vries die op klaarlichte dag op straat werd neergeschoten, de verontrustende berichten over het coronavirus.
Het spookt al maar door mijn hoofd, het wakkert angst en onzekerheid aan en ik voel me machteloos.

Nee, ik heb geen roos op straat gelegd vandaag.
Ik zet een foto van een roos die in onze tuin staat te pronken op mijn blog.
Een roos van onmacht.

Reageren

15 juli: Thuredrith 3 – Op bezoek bij Jeanet.

Al jaren ben ik trouw lezer/volger van het blog  ‘Blij dat ik brei’  van Jeanet Jaffari-Schroevers.
Zij is de eigenaresse van een wolwinkeltje in Arnemuiden.  Ik was al heel lang van plan om haar eens op te zoeken,  maar het is zo ontzettend ver weg als je in Roden woont.
Een dagje heen en weer vond ik geen optie.
“Kunnen we vanuit Dordrecht niet één dagje naar  Zeeland?  Dan combineren we dat met een paar uur aan het Noordzeestrand” opperde ik voor onze vakantie; Gerard vond dat een prima idee.

Vorige week woensdag 7 juli liepen we om 10.30 u op de Markt in Arnemuiden en zag ik het overbekende geveltje dat op de voorpagina van de website staat.
Eenmaal binnen was het een feest van herkenning: sjaaltjes, knuffeltjes,  dekentjes,  boekjes,  wolletjes: alles had ik al eens voorbij zien komen op de website.
Jeanet zelf stond gezellig in het Zeeuws te babbelen met een klant en ik kon op m’n gemakje rondkijken in de winkel.
Toen zag ik ook gelijk al wat ze bedoelde met “ik heb eigenlijk veel te veel garen voor de ruimte die ik tot mijn beschikking heb…”.
Dan schrijft ze over dozen vol nieuwe bestellingen die binnen komen en dat ze soms niet weet waar ze er mee heen moet.

“Als ik u ergens mee kan helpen, dan zegt u het wel,  hè?”
Natuurlijk  kon ze me helpen.
Maar eerst wilde ik gewoon even met haar praten.

Over het schrijven en bijhouden van een blog.
Over haar werk in de zorg en het hoofd boven water houden in coronatijd.
Over mijn bewondering voor haar tomeloze energie en haar creativiteit.
Over breiclubjes, workshops en natuurlijk over het plezier in het delen van patroontjes,  steken en handwerkervaringen.
(klik op de foto voor een vergroting)

En natuurlijk kon ze me helpen.
Een vriendin van Frea heeft een dochtertje van bijna twee die helemaal fan is van Kolletje.
Weet je niet wie Kolletje is? Hierbij een link naar de website van de Kinderboekwinkel.
Kolletje heeft toversokken; rood wit gestreepte kniekousen.
Kon ik een paar breien als cadeautje?
In Arnemuiden kocht ik twee bolletjes fijne wol,  een rode en een witte en kreeg daarbij een matentabelletje.
Dat is het grote voordeel van een betrokken verkoopster in een handwerkwinkel: je koopt garen en je krijgt er advies bij.
In een eerder blog over Jeanet schreef ik dat ze even heeeel erg boos was; o.a. over mensen die wol kopen bij de Zeeman en bij haar advies komen vragen en een gratis patroontje willen.
Benieuwd naar wat ze toen schreef? Hierbij een link naar mijn blog onder de titel ‘Jeanet was boos’, daar vind je een link naar haar boze verhaal.

Binnenkort een verslag van mijn inspanningen voor de toversokken
Verder kocht ik nog twee mooie bollen sokkenwol voor een babyvestje.
Wat een bijzonder bezoekje en wat leuk om Jeanet te ontmoeten!
Natuurlijk: Biesbosch was mooi, Dordrecht is prachtig, maar deze ontmoeting was voor mij het hoogtepunt van onze vakantie.

Benieuwd naar de andere delen in deze serie?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle tien delen.

Reageren

14 juli: Thuredrith 2 – Oude stad.

Als wij aan anderen vertelden dat we naar Dordrecht gingen op vakantie was de reactie vaak: “Mooie stad!” En dat is het ook.
Twee dagen bezochten we Dordrecht, beide keren gingen we er op de fiets naar toe; een mooi tochtje van ongeveer 13 kilometer.
De eerste keer fietsten we ‘linksom’, langs de Dordtse Kil en het industriegebied. Dat was wel de kortste weg maar ook de drukste qua overig verkeer.
De terugweg maakten we ‘rechtsom’, door parken en buitenwijken, een stuk aangenamer voor fietsers.

De eerste dag zetten we de fietsen midden in het centrum en deden de ‘Stadswandeling Leermomenten’: een wandeling langs monumenten in de stad, met een korte beschrijving van het gebouw, wat er in de loop van de tijd mee gebeurd is, wat er in het verleden geleerd is en wat we er nu van kunnen leren.
Een andere benadering dan in de meeste andere oude steden.
Eén voorbeeld licht ik toe: de Groothoofdspoort. Een heel mooi bewaard gebleven stadspoort.
Dit stond in het foldertje: “Deze plek was het voornaamste havenhoofd. Dordtse burgers, vreemdelingen, maar ook keizers en koningen kwamen er aan land. De grootse entree paste bij hun status. De laatste vorst die per schip arriveerde was in 2015 koning Willem Alexander met koningin Maxima.
Als je je omdraaide stond je aan de kade en klotste het water van drie rivieren tegen de trap omhoog.
Dit was de bijbehorende tekst:
Dit is Dordrechts minst tastbare, maar misschien wel belangrijkste monument. Het is helemaal opgetrokken uit Licht Lucht en Water.
Hier ervaar je de stad op een eiland. In een groots gebaar komen op het Drierivierenpunt de rivieren Merwede, Noord en Oude Maas samen.

Wat een mooie benadering van de toerist.
Geschiedenis is mooi maar geniet ook van wat er nog meer te zien is.
In de oude havens zie je nog dat er in Dordrecht altijd hard gewerkt is.

De tweede stadswandeling heette ‘de Hofjesroute’.
Je kent het vast wel: je loopt in een straat, dan is er een deur met poortje erboven en als je die opent sta je in een prachtige binnentuin omzoomd door petieterige huisjes waar vroeger arme oude vrouwen of mannen woonden.
Ook nu was de wandeling weer anders dan anders.
We kwamen natuurlijk langs een paar bovenbeschreven hofjes, maar de bijzonderheid zat hem in volkshuisvesting van latere datum.
De Clara en Mariahof bijvoorbeeld, in 1880 gesticht door koekbakker Kemp voor weduwen en wezen die geen eigen huis konden betalen.
Of De Hallinckhof uit 1864. Dit was het eerste woningbouwproject van de half kapitalistische, half idealistische Vereniging tot Verbetering der Huisvesting van de Arbeidende Klassen.
Het nieuwste hofje stamde uit 1926: De Wilhelminastichting. Alleen bestemd voor ouden van dagen behorende tot een protestants kerkgenootschap, van den vrouwelijke kunne, uit den arbeidersstand of kleine middenstand. De gevelversiering was veelzeggend: de vier stadia van een vrouwenleven werden uitgebeeld.

Dit staat er onder:
Ontbloeiend aan de moederschoot, wordt ’t kind in ’s levensopgang groot.
Na jaren vol van arbeidslust breng’ ouderdom verdiende rust. 

We spraken een mevrouw van wie daar nu een vriendin woont.
“Het is wel klein hoor. En de trapopgang naar de slaapkamer deel je met de buren.”
‘En je kunt je auto niet kwijt…’ dachten wij er achteraan.

Nu heb ik nog maar een fractie benoemd van wat we hebben gezien in Dordrecht.
Advies: ga zelf eens kijken!

Benieuwd naar de andere delen in deze serie?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle tien delen.

Reageren

13 juli: Eén artikel is niet gescand!

Een nachtmerrie wil ik het niet noemen, maar vervelend is het wel.
Weet je nog dat ik vorig jaar in juni schreef over de ‘boodschappenscanners’ bij de Jumbo?
Over mijn eerste gehannes met het moderne apparaat kun je lezen in ‘Modern‘.
Na een jaar loop ik geroutineerd met de scanner, het boodschappenbriefje, de pen en de boodschappenkar door de Jumbo.
De boodschappen doe ik alvast in twee tassen die precies in mijn fietstassen passen, zodat ik ze na het betalen gelijk over kan pakken op de fiets.

Af en toe word je onderworpen aan een steekproef. Dan komt een medewerkster je boodschappen controleren.
In het begin vond ik dat het spannendste moment, maar het was altijd allemaal prima voor elkaar.
Je krijgt bij een goede controle een sticker om op een spaarkaartje te plakken: bij 6 stickers krijg je een pak stroopwafels.
Ook vanmorgen was ik aan de beurt voor een steekproef en ik zag het met vertrouwen tegemoet; ik pakte mijn spaarkaartje er alvast bij, ik moet er nog twee voor de stroopwafels.
Helaas.
De scanner lichtte rood op.
“Er is een artikel niet gescand!” klonk het streng.
“We kunnen niet achterhalen wat het precies is, u moet even langs de kassa.”
Bij de kassa ontdekte ik dat ‘even langs de kassa’ betekende dat ik alle boodschappen op de band moest leggen.
Dan weet je gelijk hoeveel tijd scannen scheelt.

Wat is er gebeurd?
Niet goed opgelet na het gezellige gesprekje met Lammert?
Beetje in de war na de opmerking van de medewerker van de Groente&Fruit die zei dat hij met zijn goddelijk lichaam in de weg stond? (Ha, ha…)
Iets vergeten na de babbel met Aukje?
Mensen, ik weet het niet.
Wat ik wel weet dat ik in mijn eigen dorp niet zo bij de kassa wil staan.
In een ander dorp trouwens ook niet.
Dus niet meer scannen?
Tuurlijk wel.
Goed blijven opletten en gewoon weer gaan met die banaan.
In een jaar heb ik al tien stickers verzameld en ik ben te goeder trouw.
Toch zal ik iets kleins nog veranderen: de eerstvolgende keer doe ik eerst niets in de tassen, het artikel gaat pas in de tas als het gescand is.

De zelfscanner brengt voor beide partijen risico mee.
Voor de Jumbo is het risico dat mensen zonder steekproef afrekenen en niet alles hebben betaald.
Voor de klant is het risico dat je voor het oog van volk en vaderland in de schijnwerpers staat met een beschuldigende steekproef.

Schielijk stopte ik vanmorgen het stroopwafelkaartje weer in mijn portemonnee.
Geen sticker deze keer……
Nog twee steekproeven te gaan.

Reageren

12 juli: Een symbolische zoen.

Zondagavond 21.30 uur.
De GWP (Grote Waninge Partytent) is weer opgeruimd, de vaatwasser draait een programma en Gerard zit Engeland-Italië te kijken.
Een beetje soezerig zit ik achter het scherm dit blog te typen.
Wát een leuke middag.
Wat heerlijk om onze hele club bij elkaar te hebben: dochters met aanhang, broers, (schoon)zussen en zwagers, de vrienden én tante Trijn.

“Mag ik je een zoen aanbieden?”

Met een groep van 30 mensen zaten we aan een lange rij tafels bij ons in de tuin; het leek wel wat op zo’n Italiaanse familie uit de Bertoli-reclame, maar dan in Drenthe.
Vrijdagmiddag vreesden we nog wel de persconferentie; zouden we het weer af moeten blazen?
Maar gelukkig; het mocht doorgaan.
Wat scheelt is dat bijna iedereen al twee vaccinaties heeft gehad en onze kinderen hadden een test gedaan: allemaal negatief.
Maar we blijven natuurlijk wel voorzichtig.
Wij heetten onze gasten allemaal van harte welkom door ze een ‘chocolade-feestzoen’ aan te bieden op een spatel: “Mag ik je deze symbolische zoen aanbieden?”
Dat werd erg gewaardeerd (bijna iedereen vindt zo’n zoen lekker) en er werd niet geknuffeld en gekust.

Onze kapschuur fungeerde op een gegeven moment als ‘mancave’: daar verzamelde zich een aantal mannen.
Verder mengt de groep zich gemakkelijk omdat men elkaar nog kent van vroeger in Hoogersmilde of doordat men al heel lang deel uit maakt van ons netwerk.
Toen iedereen er was hebben we met de hele groep het glas geheven (een mooie foto vind je op het Instagramaccount van deze website) en benoemd dat we dankbaar zijn voor de 2x 60 jaar die ons gegeven zijn en dat we het fantastisch vonden dat we dit met al onze gasten in gezamenlijkheid kunnen vieren.
Zie je me zitten met m’n glaasje zoete witte wijn?
Beppen en kleppen met iedereen, even bij de schoonzussen, even bij de vriendinnen…..

Om vier uur werd er een heerlijk warm & koud buffet gebracht.
Een kwartier later was het vergeleken met de uren daarvoor verdacht stil: schnitzels, saté, aardappelgratin, nasi, kip en een aantal salades met stokbrood waren de oorzaak.

Nog weer een uur later werd het druk voor de ‘mancave’: Gerard bracht het spiekerhouwen in stelling. Een mannenspel met een dikke boomstam, een hamer en een dikke spijker.
Geen idee? Lees dan het blog ‘Spiekerhouw’n uit 2017.
Er waren net zoveel ‘kijkers’ als ‘houwers’.
Met af en toe heel veel lawaai. Sorry, buren…..

We kunnen er niet heel lang van nagenieten, want vanmorgen stond de wekker om 06.30 uur.
Nu gaat het leven na een vakantie van twee weken weer zijn gewone gang.
Ook dat heeft zijn charme.
Vanmorgen op de fiets naar mijn werk realiseerde ik me dat mijn werkdag begint met wat ik in de vakantie het liefste doe: fietsen.
En als je in zo’n mooie omgeving woont hoef je eigenlijk helemaal niet naar de Biesbosch.
Twee reeën grazend tegen de bosrand aan.
Een starende buizerd op een paaltje.
Uitbundig bloeiende bermen met geurende bloemen en grassen.
En in de Onlanden zwommen ma Meerkoet en haar kuiken weer gelijk weg toen ik van de fiets afstapte voor een foto.
Afbeelding links: uitzicht over de Onlanden vanaf het fietsbruggetje. Afbeelding rechts: een uitsnede van de afbeelding links met moeder en kind Meerkoet.

Reageren

11 juli: Een wonder.

De waarde van de dag wordt soms bepaald door kleine dingen.
Een situatieschets: Gerard ging vanmorgen naar de kerk, ik bleef thuis, want het werd een drukke dag.
Vanmiddag vieren we met ons gezin, familie en vrienden het feit dat we samen 60 zijn geworden; Gerard en Ada 120.
Het eerste bezoek zou al rond de middag komen.
Soep koken, wat opruimen, wat kleine voorbereidingen en nog even de stofzuiger erdoor.
Om half 10 zette ik de kerkdienst op de oortjes (via kerkomroep) en al doende luisterde ik naar de viering vanuit de Catharinakerk.

Lezing uit de brief van Paulus aan de Efeziërs, een preek over ‘wie ben je’ en na de preek een nieuw onderdeel: vrije ruimte.
In die ruimte kunnen aanwezigen reageren op de overdenking, mag van alles zijn.

De microfoon gaat als eerste naar Gerard. Mijn Gerard. Hij vertelt dat hij zestig is geworden en dat je in zestig jaar als mens verandert.
Dat wij vanmiddag dat feest gaan vieren en dat wij dat doen in grote dankbaarheid met in ons achterhoofd onze kwetsbare gezondheid.
Ik hoor de emotie in zijn stem.
Stond ik met de stofzuiger in het achterhuis; op de grond drupten mijn tranen.

Later werden wij aangehaald in het gebed en werd het wonder van 2x zestig nogmaals benoemd.
Op het moment dat ik dit schrijf weet ik niet hoe het feest vanmiddag gaat worden.
Maar het zal dit moment van grote waarde niet overtreffen.
Het slotlied was ‘Zolang wij ademhalen.’
Toepasselijker kan niet.

Zolang wij ademhalen,
schept Gij in ons de kracht.
Om zingend te vertalen
waartoe wij zijn gedacht:
elkaar zijn wij gegeven
tot kleur en samenklank.
De lofzang om het leven
geeft stem aan onze dank.

Het donker kan verbleken
door psalmen in de nacht.
De muren kunnen vallen:
zing dan uit alle macht!
God, laat het nooit ontbreken
aan hemelhoog gezang,
waarvan de wijs ons tekent
dit lieve leven lang.

Ons lied wordt steeds gedragen
door vleugels van de hoop,
het stijgt de angst te boven,
om leven dat verloopt.
Het zingt van vergezichten,
het ademt van uw Geest.
In ons gezang mag lichten
het komend bruiloftsfeest.

Reageren

Pagina 113 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén