De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

7 oktober: Nazomeren.

Vrijdagmiddag 30 september, na de FysiYoLates-les, begon ons weekje nazomer-vakantie in Casa Grada in Westerbork.
Je hoopt dan dat je zulk weer hebt als wij de afgelopen dagen mochten beleven: droog en overwegend zonnig.
We namen een ovenschotel mee voor de vrijdagavond en nestelden ons al voorgenietend van een hele week vakantie op de bank  voor 2 voor 12.
Nu ik dit schrijf is het vrijdagmiddag 7 oktober: ons weekje zit er weer op.

Ben ik anders op vakantie altijd erg bezig met ‘wat ik allemaal nog moet zien ‘, in Westerbork hoef ik niks.
Heb anderhalf boek uitgelezen en veel toeren priegelsteekjes 3 recht 1 averecht gebreid.
Samen hebben we de hele serie ‘Rampvlucht’ teruggekeken en geconstateerd dat er nog niet veel is verbeterd als het gaat om de verhouding overheid/burgers.
Tenenkrommend was het om na dertig jaar de onthutsende gang van zaken te zien.

Het weer in het weekend was nog erg wisselvallig, maar maandag zat ik ’s morgen al buiten op het terras in de zon kerstkaarten te maken: dat vind ik heerlijk om te doen,  maar het ontbreekt me vaak aan tijd.
Dinsdagmorgen heb ik een hele tijd door de glazen terrasdeuren staan kijken naar de vogels die onze tuin bevolken.
Op een gegeven moment kregen ze gezelschap van een eekhoorntje.
Dat rende in de eerste boom naar boven en zigzagde vervolgens over alle grote takken heen op zoek naar voedsel.
Toen klom hij naar boven in de volgende boom en stak van daaruit over naar de boom die er naast stond.
Ik kon rustig blijven staan kijken naar het geren en gevlieg: ik hoefde nergens naar toe.

Het was tijdens deze vakantie vooral de rust in mijn hoofd die zo aangenaam was.
Mijn  werk slokt door de grote drukte de laatste tijd al veel energie op; de dingen die ik daarnaast doe vergen meer van me dan voorheen.
Je wordt ouder,  mama…

Drie keer zaten we om middernacht nog even met een kaarsje bij het meer; we hebben het huis nu al meer dan een jaar, maar het voelt nog steeds bijzonder.
Natuurlijk ontvingen we ook een aantal gasten. Vorig weekend beleefden we ‘de 24 uur met Jan en Janny’ (blog volgt)  en op dinsdag kwamen buurman en buurvrouw uit de Boskamp langs om voor te doen hoe je dikke karpers vangt (blog volgt ook) .
Donderdag kwam Harriët, spelletjes doen en gourmetten; maar dat voelt niet als een gast, die hoort natuurlijk gewoon bij ons gezin.

Wat een heerlijke week: lekker uitgerust en bijgetankt.
Nu gaan we ons opmaken voor het gezellige maar o zo drukke 4e kwartaal met een verjaardag, een familiereünie bij ons thuis,  Sinterklaas,  Kerst en duizend en één andere dingen waar ik me op verheug.
De weken/weekenden in Casa Grada staan voor 2023 al weer met potlood in onze agenda.

Reageren

6 oktober: Nederlands, maar dan Engels.

Tien jaar geleden hoorde ik iemand in een radioprogramma zeggen: “Over vijftig jaar is in  ons land Engels de voertaal; dan is het Nederlands een dialect geworden.”
Dat zou in 2060 zijn. Mijn gedachte daarbij was toen: “Zol ’t zo wezen? Kan ‘k mij niet veurstellen.”

Inmiddels zijn we tien jaar verder en nu kan ik me er wél iets bij voorstellen.
We bezigen in onze maatschappij steeds meer Engelse woorden.

Soms begrijp ik het niet.
Huh? Artificial Intelligence?
Contentmanagement?
Wat betekent Groningen Hydrogen Capital?
In de krant las ik kort geleden een vacature advertentie voor een ‘maintenance engineer’.
Ik weet niet eens wat dat is.
Wat doet zo’n medewerker?
Maar ook hele gewone dingen die we best begrijpen zijn al Engels geworden.
Even mijn mail checken! Een zin die ik zelf regelmatig zeg; vier woorden, waarvan twee Engels.

Een kleine bloemlezing van wat mij de laatste tijd opviel op dit gebied:
– Zo’n cocktail met rum is weer helemaal hot en happening!
– Popartiest Rem in een radiointerview: “Er zijn afgelopen jaar gewoon heel veel ‘sicke’ dingen gebeurd, man!”
– Interview met een mevrouw in de kinderopvang: “Het gaat natuurlijk ook om het plezier en het well-being van kinderen….”
– Prinsjesdag: de politie heeft roadblocks neergelegd.
– Een groepje kinderen doet een looptraject voor een goed doel: “Die kids hebben een drive om voor elkaar meters te lopen!”
– Dat zijn artiesten die dat influencen.
– Mijn eigen collega: “Dat overleg kunnen we beter cancelen.”
– Mijn dochters: “We hebben gisteren met vrienden nog wat gechilld.”
– Ik zelf op mijn werk: “Het nummer dat ik nu in mijn display zie, kunt u daarop teruggebeld worden?
– Een gesprekje met een Amsterdammer: “Dat is hoe wij als flitsbezorgers operaten in Amsterdam.”
– Mijn yoga-pilates-juf: “Wat een verhaal, ik was helemaal flabbergasted!”
– Ons eigen handwerkclubje van de kerk heet nota bene ‘Holy stitch’…..
– Aan het eind van een interview met een onderzoekster: hij “Bedankt voor dit onderhoudende gesprek.” zij: “You’re welcome!”
Na deze uitspraak zei ik hardop ‘Pardon?’ en realiseerde me dat dat Frans was.

Het is dus zelfs al zo dat we Engelse woorden ‘vernederlandsen’; we nemen ze op een zin en maken er een werkwoord van.
Ik infuence, jij influenct, hij influenct, wij influencen, wij hebben geïnfluencd.
Maar we hebben het eigenlijk over beïnvloeden.

Waarom zeggen we attachment in plaats van bijlage?
Waarom moeten we commitment tonen in plaats van betrokkenheid?
Kunnen we niet beter ‘omschakelen’ zeggen in plaats van switchen?
En het niet meer hebben over employability, maar inzetbaarheid?

Als ik mijn eigen taalgebruik onder de loep neem, blijkt dat ik me ook regelmatig schuldig maak aan Engelse woorden; je ontkomt er eigenlijk niet meer aan.
Op het blog Sale’ uit 2019 schreef ik het al: een taal is iets levends en aan verandering onderhevig.
Taal is communicatie (een Frans woord).
‘As wij mekaor maor begriept’ zou mijn vader zeggen.

Maar ik pleit op dit blog wel voor de stelling: ‘Wees zuinig op het Nederlands.’
Dus als er een goed Nederlands woord voorhanden is, dan geen Engels gebruiken.
Stel je voor.
Nederlands een dialect……

Reageren

5 oktober: Hoe dan?!?

Op maandagmiddag 29 augustus namen we onze intrek in de vakantie woning ‘Am Barenberg’. Het was een heerlijk huis; kastruimte genoeg en werkelijk alles was aanwezig.
Maandagavond zat ik in verwarring aan de keukentafel.  Bij het aanrecht in het vakantie huis hing een gehaakte pannenlap met een soort omgedraaide ster waar ik maar naar bleef kijken.
En omdraaien.
Weer bekijken.
Hoe is dit in vredesnaam gedaan?
Hoe krijg je die binnenste rand zo omgedraaid?

Die avond zocht ik op internet en vond een gehaakte zeester.  Maar…. geen patroontje of beschrijving, je kon een haakpakket bestellen en daar zat het haakpatroon bij.
Hmmm. Daar had ik eigenlijk geen zin in.
Zou ik het niet zelf kunnen ‘nahaken’?
Dat had ik immers ook gedaan met oma’s pannenlappen uit de jaren 60.

De rood-witte  pannenlap lag op de keukentafel.
Even voor het beeld: denk aan een rode lap en een stier.
Ik bleef er maar naar kijken!
Heel dichtbij bekijken.
Tellen.
Nog maar eens omdraaien.
Wat wordt er dan omgedraaid?
Hoe dan?
En waar gaat het dan verder?

Dinsdagmorgen was ik er uit.  Tenminste,  ik had bedacht hoe het zou kunnen.  Voor het haakwerk waar ik mee bezig ben (een deken)  had ik extra bollen wol mee. Met de haaknaald van dat haakwerk en twee kleuren garen begon ik met 6 lossen.  En het lukte!

Twee boeken had ik die vakantie mee en ik heb er geen letter in gelezen.
Dat ik tijd heb om me te  verdiepen in zo’n ingewikkelde haakklus is voor mij puur genieten.
Door het gefrot, uitgezoek en het tellen van vasten, halve vasten, toeren, lussen en stokjes kwam ik na twee dagen even helemaal los van de bruiloft en de bijbehorende stress van het weekend daarvoor.

Inmiddels heb ik de pannenlap 2x gehaakt van katoen (zie de afbeeldingen links en rechts)  en heb ik het patroon helemaal uitgeschreven.
Hebben de afbeeldingen op jou ook het effect van een rode lap op een stier?
Hierbij een uitgewerkte beschrijving van hoe je het moet haken.
Gehaakte pannenlappen
Lukt het jou ook?
Laat het me even weten…. vinnikleuk.

Reageren

4 oktober: Eier zuuken.

Elke familie hef ze: femilie verhaolen. Van die gebeurtenissen die op verjaordagen veurbij komt met de aanhef: “Wee’j nog wel dat oonze…..”en dan komp d’r een verhaal over opgevoerde brommers of over mislukte taorten of zukswat.
Mien schoonmoe was een ster in het vertellen van zukke verhaolen. Bij iedere zeun of dochter haar ze wel een anekdote op veurraod. Oonze kinder vunnen die verhalen prachtig, veural as die over de kleine Gerardje gungen.

Ien verhaol kregen ze gien  genog van: kleine Gerardje gung eier zuuken.
De grote breurs van Gerard, Henk  en Jan, (destieds 13 en 11 jaor) trökken de weilanden in, ze gungen eier zuuken. Kievitseier of zo.
Gerard,  4 jaor, stun in zien overallegie bij ’t hekke te schrowen: “Ik ok eier zuuken! Ik  ok met!”
Maor daor hadden die grote jongen gien zinan. Zu’n klein breurtie op sleeptouw, daor hej allent maor last van.
“Nee! Ie bint nog veuls te klein!” Ze leuten de kleine prugel blerend bij ’t hek  staon en stiefelden het laand in.

Daor stun Gerard. Hij schrowde nog eem de jongen achternao, schreide hartverscheurend, snukte nog eem en dacht toen nao.
De kiepen van moe in ’t hokke legt ok eier. Die kön e wel gaon zuuken.  Zo klein as e was, wus e al wel dat het kiepenhokke altied dichte mus.
Daorveur zat d’r een krappie op ’t deurtie. Hij deur het krappie umhoog en stapte deur ’t deurtie zölfverzekerd naor de kiepen toe.
Och man,  eier zat! Hij zol vast meer eier hebben as Henk en Jan! Hij stopte de buussies van zien overallegie hielemaol vol. Toen nog een ei in de linkerhaand en iene in de rechterhaand en zo stiefelde hij weer op ’t deurtie an. Toen mus het hekke nog weer dicht en het krappie naor beneden, maor hij haar de haanden ja vol met ei.  Hij mus die eier eem op de grond leggen. Hij bukte…….. en toen braken hum de eier die as e in zien buussies daon haar.

En toen stun e weer te bléren, nou bij de keukendeure.
“Moe! Moehoe!”
Moe kwam kieken waor de braand was en zag de ongelukkige Gerard staon: het struuf leup hum bij de bienen langes bij de klompies in.
“Wat is d’r gebeurd..!? vreug moe.
“Ik wol ok eier zuuken…..!”

Moe kun d’r gelukkig smakelijk um lachen, maor ze vun’t ok vast wal zunde van de eier.
En dan al dat gegleer……

Reageren

3 oktober: Wat brei je dáár nou….!

Tegenwoordig heb ik iets bijzonders op de pennen staan.
Kniekousen.
Dat ontlokte een collega al de uitspraak: “Wat brei je dáár nou..!”
Het lijkt ook niet op de babyvestjes of dingen voor mezelf die anders op mijn pennen staan.

Bij deze kniekousen zit een verhaal.
Vorige maand werd ik gebeld door een oudere mevrouw van onze PKN-gemeente.
Ze had een probleem: ze breide altijd zelf kniekousen voor haar man van dun, grijs garen, maar het breien lukte niet meer.
Ze had nog een boord voor een nieuw paar opgezet, maar toen ze bij de hak aangekomen was gaf ze de moed op.
Toen bedacht ze dat ze iemand anders zou vragen de kousen af te breien, maar waar vind je iemand die nog sokken kan breien.
Wie kan de bocht nog om met de hak?
Dan kom ik kennelijk boven drijven.
Natuurlijk wil ik dat voor haar doen.
Van haar dochter (sopraan bij de cantorij) kreeg ik een tasje: vier ultradunne breinaalden met een lange boord er op van 80(!) steken, gebreid met 3 recht, 1 averecht én een voorbeeld-kous, keurig gewassen en gestreken.

Het was een heel uitgetel en nagezoek, maar inmiddels heb ik één kous af.
Aan de dochter vroeg ik: “Is het de bedoeling dat ik ook die andere kous ga breien? Ik vind het nogal een gepriegel…”
Ja, dat was inderdaad de bedoeling.
O, en als ik die ene kous af had, dan wilde het echtpaar het voorbeeld graag al weer terug, “dan kan vader die weer aan doen.”
Nu brei ik dus aan kniekous twee.
80 priegelsteekjes opgezet, gaan met die banaan, meer dan 30 centimeter in het rond.
Drie recht, één averecht; met een soort klos bij mijn benen waar dat dunne, grijze garen op zit.
De titel van dit blog komt nog regelmatig voorbij.

Reageren

2 oktober: Het kwaad in ons.

Als ouders hoop je dat je kinderen ‘goed terecht’ komen.
Dat ze een beetje geluk hebben in het leven.
Met mijzelf als puber voor ogen hoor ik het mijn vader nog zeggen: “Een opvoeder is een stakker die in het duister tast…!”

Onze drie dochters zijn al jaren het huis uit, leven hun eigen leven en voorzover wij het kunnen zien gaat het goed met ze.
Maar dat ze goed door de puberteit zijn gerold, diploma’s hebben gehaald en een plek hebben gevonden in de maatschappij is niet onze verdienste.
Kinderen zijn kwetsbaar en toegankelijk.
Er kan van alles gebeuren in een kinderleven.
Als ouders voed je op; geeft liefde, corrigeert, ondersteunt en doet in de loop van de jaren steeds een aantal stapjes terug
Bij dat loslaten haal je je soms van alles in je hoofd.
“Als ze maar niet….”
“Als er maar niet….”

Deze week las ik de psychologische thriller ‘Het kwaad in ons’ van Corine Hartman.
Op de boekomslag staat een vogelnestje met drie eieren.
Dat nestje staat  voor het Hattemse gezin van Simone en Richard: twee adoptiekinderen uit Brazilië, Daniel en Nina en één eigen kind, Veerle.
Je leest het verhaal vanuit verschillende perspectieven.
Moeder Simone is trots op haar gezinnetje en doet haar uiterste best om grip te houden op haar huishouden, haar patisseriewinkeltje en om de vrede in huis te bewaren. Wat niet goed lijkt te gaan bedekt ze met de mantel der liefde.
Vader Richard is leraar; hij heeft ook een rol in het gezin en in het leven van hun kinderen, maar hij is vooral bezig met zijn werk, de erfenis van zijn vader en ‘de nieuwe tuin met gracht’.
Maakt zich wel zorgen, maar denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen.
Zoon Daniël wil een beroemd zanger/gitarist worden en zit al veel te diep in een crimineel circuit waarin het draait om coke en dealen.
Dochter Nina verlangt naar contact met haar echte moeder/familie in Brazilië en is in alles erg afhankelijk van haar broer, die haar meesleept in zijn drugswereldje.
Dochter Veerle tenslotte is een mooi meisje, dat iedereen om haar vinger windt en vooral uit is op eigen plezier en genot. Ook zij  zit verstrikt in het web dat rond haar broer is gespannen.

In dit boek las ik dingen die ik niet wil weten.
Hoe dingen gaan in sommige groepen jongeren.
Bedreigen.
Chanteren en afpersen.
Mishandelen.
De eenzaamheid in zo’n kinderleven.

Iets over de helft van het boek gebeurt er iets met Veerle, waardoor je niet meer kunt stoppen met lezen.
Daniël en Nina slaan op de vlucht en ontketenen een nietsontziende rooftocht.
Snoeihard wordt het allemaal beschreven; ondertussen hoop je maar dat jou dit nooit zal overkomen.

Je ziet het al mijlenver aankomen: dit loopt niet goed af.
De laatste pagina’s worden geschreven vanaf de rokende puinhopen van wat eens een fijn gezin was.
Maar was het wel een fijn gezin?

Met recht een psychologische thriller.
Om 01.50 uur deed ik het licht uit.

Reageren

1 oktober: Verschrikkelijk.

Donderdagmorgen 29 september.
Drie drukke weken gehad, de eerste morgen dat ik lekker kan uitslapen.
Op mijn dooie akkertje yoga/pilates, douchen en een sudoku met een kop rooibosthee.
Het is al zo laat dat de Arbeidsvitaminen op de radio zijn.

Cindy und Bert komen voorbij.
Ich komm bald wieder, wieder vorbei.
Uit 1973.
Hoppa! Alle herinneringslaadjes gaan open en ik zing luidkeels het refrein mee:
Ich komm’ bald wieder Wieder vorbei.Und uns’re Liebe blüht wieder neu.Wenn ich auch gehn muss; Nimm das nicht schwer.Ich komm’ bald wieder Wieder hierher.

Het hele lied kan ik woordelijk meezingen; ik word er blij van.
Verschrikkelijk toch.
En dan komen onherroepelijk ook de tranen.
Om alles wat was.
Onze gezinsdingen, klaverjassen, die bandrecorder, dat beige pluchen tafelkleed……

Ik app mijn broer; de enige die dit snapt.
We sturen wat herinneringen over en weer.
Over een Duits muziekprogramma op de ZDF.
Over dat wij  met z’n vieren zo fanatiek waren met klaverjassen: drie bomen op een avond! (1 boom = 16 potjes…)
En dat pa dan zei: “Kletsen doe j’maor in je vrije tied, wij bint nou an ’t klaoverjassen.’
O ja!

Dan zijn de tranen ook al weer weg.
Is er al weer een ander liedje op de radio.
Het kleine appgesprekje met mijn broer was een waardevol moment op mijn vrije dag.
Zoveel goede herinneringen om op terug te kijken en om af en toe samen even te delen.

Ook even meezingen met Cindy und Bert?
Hierbij een link naar een YouTube-video.

Reageren

30 september: Wat is een Stausee?

In onze korte vakantie in Noord Duitsland huurden we een huisje vlak bij de Thülsfelder Stausee.
Toen wij daar rondfietsten en wandelden zocht ik eens uit hoe het eigenlijk zit met zo’n Stausee.

Letterlijk vertaald is een Stausee een stuwmeer.
Een natuurlijk stuwmeer ontstaat doordat de loop van een rivier plotseling wordt versperd door bijvoorbeeld een lawine, ijsvorming of een aardverschuiving.
De Thülsfelder Stausee is niet natuurlijk ontstaan, maar is in 1923 aangelegd.
Het riviertje ‘de Soeste’ kon in haar smalle rivierbedding het overvloedige water tijdens hevige regenval of smeltende sneeuw niet snel genoeg afvoeren.
Daardoor ontstonden regelmatig overstromingen in het gebied boven Cloppenburg.
De dam/dijk die het water tegen moest houden werd gebouwd in de buurt van het dorpje Thülsfeld  op een natuurlijk ‘Geestenge’: een zandrug gevormd in de ijstijden, zoiets als de Hondsrug en de Rolderrug in Drenthe.
Als het water in het meer tegen de rand van de dijk staat is de waterdiepte 5 meter.
Die 5 meter werd in deze droge periode lang niet gehaald: de zijkanten van het meer stonden al droog.

Was het vroeger alleen om overstromingen tegen te gaan, tegenwoordig wordt de dam ook gebruikt om het lage waterpeil van de Soeste en het kustkanaal te verhogen, voor lokale recreatie, sportvisserij en natuurbehoud.
Het stuwmeer heeft uitgestrekte ondiepe waterzones, waar moerassen en veengebieden zijn ontstaan waar bedreigde dier- en plantensoorten zich thuisvoelen.

De eerste avond gingen we de See verkennen en fietsten er een rondje omheen.
Toen wisten we gelijk ook weer hoe verwend we in Nederland zijn met onze mooie fietspaden.
Aan de westkant van de Stausee lag een kilometerslang fietspad van gravel, vermalen stenen.
Daar fiets je niet overheen, daar ‘rabbel’ je overheen. Sommige steentjes waren nog best groot, dus dat fietste beroerd.
Het is dat de beugel op mijn gebit vastgeklikt zit, anders was hij er vast uitgerabbeld….

De Soeste vervolgt haar weg door Niedersachsen.

Gelukkig fietsten we weer naar boven aan de oostkant van het meer, en dat was een asfaltfietspad over de dijk.
Wat prachtig.
Fietsen in de avondzon langs zo’n mooi meer.
Aan het eind van het fietspad liet men het water van ‘de Soeste’  weer uitstromen, waarna ze haar weg door Niedersachsen weer vervolgde.

De volgende dag lieten we onze banden oppompen bij een fietsenmaker in Garrel.
Daar hadden we bij de volgende fietstochten veel profijt van, want we waren nog niet van het gerabbel af…..

PS:  Is je de nieuwe header al opgevallen?
We hebben de potten met bougainvillea’s die wat eenzaam op Waninge-Plaza stonden wat naar voren gehaald en naast de zonnewijzer gezet.
Dat leverde een prachtig plaatje op: sinds gisteren siert het dit digitale magazine.

Reageren

29 september: Gastblog van béa sportel bolt – Rauw is de rouw.

Begin augustus kregen Gerard en ik een uitnodiging voor de presentatie van de dichtbundel ‘Rauw is de rouw’ van Bea Sportel Bolt op 27 augustus.
Op die dag trouwden Frea en Jon, dus wij konden niet naar die presentatie, maar de bundel heb ik natuurlijk wel gekocht.
Daarbij nodigde ik Bea uit om een gastblog te schrijven voor dit digitale tijdschrift; vanmorgen lag haar bijdrage op mijn digitale mat:

Vandaag, donderdag 29 september 2022 zou mijn broer, als hij nog had geleefd, 65 jaar zijn geworden.
Maar helaas overleed hij ruim 3 jaar geleden helemaal alleen op Sint Maarten.
Ik was 10 dagen op Sint Maarten geweest, ben er destijds halsoverkop op 2e Pinksterdag naar toe gevlogen, mijn broer was nl na een dag of 5 pas gevonden en bleek een meningitis (hersenvliesontsteking) te hebben die dus eigenlijk niet meer behandelbaar was.
De arme jongen kon alleen de wijsvinger van z’n linkerhand iets bewegen en verder helemaal niks.
Een klein beetje knikken en schudden met ‘t hoofd maar een gesprek was niet mogelijk.
Omdat ik hem heel goed ken wist ik dat ik gewoon open en eerlijk kon vragen of hij wilde sterven.
Hij knikte… maar Sint Maarten is een heel katholiek eiland en alhoewel zijn behandeld arts een Nederlander was durfde hij niet tegen de regels van het ziekenhuisbeleid in te gaan en dus werd mijn broer volgepompt met medicatie om hem in leven te houden.
Ik heb in die 10 dagen zijn huis leeg gehaald, alles van waarde in m’n eigen koffer gepropt en op de dag van afscheid 3 koffers vol naar het ziekenhuis gebracht en afscheid genomen van de man die me m’n hele leven kende, met wie ik een fantastische geschiedenis deel.

Ik was 3 dagen thuis toen het verlossende telefoontje kwam dat hij was overleden.
Godzijdank.
Dit is het verhaal in een notendop van mijn 10 dagen in de hel op aarde.
Gelukkig schrijf ik.
En ik schreef… het hele verhaal en nog veel meer.

Een aantal van de gedichten zijn ook terug te vinden in de bundel die afgelopen 27 augustus gelanceerd werd.
Met bijna 200 mensen die deze middag bijwoonden en waar met knallende kurken volop met champagne werd getoost op het leven.
Want het leven vieren is iets wat ik elke dag, zolang ik leef, zal proberen te doen!
De eerste bundel heb ik aangeboden aan de mevrouw die mij heeft aangespoord een bundel te gaan uitgeven.
Marian van der Kroft was het die mij dat zetje gaf om van ‘ooit op een dag’ NU te maken.
En zo zag de bundel het levenslicht… ik hoop met deze bundel ‘verdrietig Nederland’ te bereiken, niet alleen Roden en omgeving, daarom heeft de bundel ook een ISBN nummer.
Maar het belangrijkst is dat ik hoop dat mensen me weten te vinden als ze woorden willen geven aan hun gevoelens. Want voelen wat er is in één, maar dat gevoel onder woorden brengen is helaas niet altijd gemakkelijk. Ik help graag… met liefde!

Met dank aan Ada die mij haar platform gunde, béa sportel bolt

Toevoeging Ada:
Inmiddels staat er een tweede druk van het boek op stapel; vanaf volgende week vrijdag is het te bestellen bij Bol.com.
Omslagonwerp: Peter O. Gerrits / Fotografie: Deborah Roffel
Gedrukt door drukkerij Koops, ISBN: 978-90-9035710-2

Reageren

28 september: Feest met ‘maren’.

’t Is weer voorbij… die mooie zomer.
En de Rodermarktfeestweek ook.
Als de Rodermarkt geweest is, is de zomer definitief voorbij.
Het was een feestweekend met een aantal  ‘maren’.

Zaterdag was het overwegend mooi weer en hadden we met de Rodermarktparade een topdag.
Maar …….waar het anders (bijna) altijd mooi weer is op de vierde dinsdag in september op de Rodermarktdag: deze keer was het zwaar prut.
Regenachtig, koud, dikke buien: er was niet veel aardigheid aan.

En natuurlijk gingen Frea en ik even naar de markt.
Kochten tussen de buien door wat spulletjes, kochten warme oliebollen en liepen nog even over de koude kermis, waar we van thuis kwamen.
Op zich best gezellig, maar ….. we constateerden dat de markt heel veel lege plekken vertoonde.
Veel handelaren hadden de bui letterlijk zien hangen en waren kennelijk niet op komen dagen.
Waar je op andere Rodermarktdagen soms niet verder kon lopen vanwege de grote mensenmenigte, daar was nu ruimte genoeg.

Vandaag moeten we de versieringen die bij ons in de tuin staan weer opruimen en de ‘prikspots’ worden weer teruggebracht naar de verhuurder.
Onze straat heeft dit jaar de tweede prijs gewonnen bij de straatversiering/verlichting; zijn we blij mee.
Maar……. het is wel jammer dat sommige buren te maken hadden met vandalen die dingen in hun tuin vernielden/wegmaakten.

Wij hadden dit jaar voor het eerst geen geluidsoverlast van de feesttent.
Stond het minder hard afgesteld? Stond de wind gunstig voor ons?
Vraag niet hoe het kan maar profiteer ervan.
Van anderen hoorden we dat het gezellig was geweest op het beursterrein, maar……..er moest € 10,=  betaald worden om überhaupt  in de feesttent te komen.
We spraken jongeren die niet naar binnen waren gegaan “Het is allemaal al zo duur, dat gaan we echt niet doen”.

We hadden er met elkaar na twee jaar corona erg naar uitgekeken; buurvrouw Bertha had daar zelfs een gedichtje over in hun tuin gezet.
Eindelijk weer Rônermaark!
De verhaol’n bent alweer staark,
“Ik heb een sik en een zwien kocht,
daornao de kroeg mor opzocht,”
Een mooie week veur elk en ein
wie zull’n elkaor nog wel es zein!
Onder het bord zie je nog twee verdwaalde kippen en rechts nog wat strobalen van het boerenleven.
Wat was het leuk.

Het is weer voorbij.
De eindeloze zomer én de Rodermarktfeestweek.
Maar…….volgend jaar weer!

Reageren

Pagina 113 van 396

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén