De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

16 juli: Stadswandeling Haarlem.

Zondag 10 juli.
Op ons programma staat de stadswandeling waar we vrijdagmiddag ‘de kracht niet meer voor hadden’.
Om 11.00 uur moeten we ons tiny house verlaten hebben; we pakken de boel in, trekken de deur achter ons dicht en zetten alle bagage in auto.
Die auto laten we nog mooi op zijn parkeerplaatsje staan en wij fietsen de stad in.

Het was in ieder geval een stuk minder druk dan die vrijdag, toen heel Haarlem aan de vri-mi-bo zat.
Nadeel: op zondag kun je de Sint Bavo-kerk niet bekijken, die is dan niet geopend voor publiek.
Eigenlijk is dat de omgekeerde wereld…..maar ik zeur niet; er waren genoeg andere monumenten te bekijken.

De afgelopen jaren heb ik al heel wat stadswandelingen gemaakt en iedere stad heeft wel iets bijzonders.
Haarlem heeft het Teijlersmuseum, het heeft het eerste winkelhuis dat in 1899 gebouwd is door V&D, je vindt er het standbeeld van Laurens Janszoon Coster, het Frans Halsmuseum en de voormalige ‘goudsmidkamer’ van de 17e eeuwse goudsmidsgilde.
Toen we bij die goudsmidkamer waren kwam er een flamboyante heer op een driewielerfiets langs.
Hij droeg een felgekleurd oranje/geel/rood-geruit vest en sprak deftig Nederlands.
“Zoekt u iets?”
Nee, wij zochten niks, wij hadden een folder waar alle informatie in stond.
Maar de meneer wilde ons wel graag iets vertellen.
Hij vertelde over de gilden in de middeleeuwen en over begijntjes, dat dat geen nonnen waren, maar ongehuwde vrouwen die bescherming zochten.
Ik denk dat hij nog veel meer had kunnen (en willen) vertellen, maar wij hadden er al bijna twee uur stadswandeling opzitten; we bedankten hem vriendelijk en vervolgden onze weg.

We zagen ook dingen die andere oude steden ook hebben: hofjes, een waaggebouw, een vleeshal, een drogisterij met een gaper aan de gevel, grachten en een protserig stadhuis.
Eén van de mooiste onderdelen vonden we het stukje dat we wandelden langs het Spaarne; we liepen even naar de witte Gravenstenenbrug en hadden een prachtig uitzicht op twee panden met trapgeveltjes en op het Spaarne.

Cadeautje voor mij: er was een Archeologisch Museum onder in de kelder van de  Vleeshal.
Daar leerde ik dat Haarlem is ontstaan op een strandwal; dat is een lange duinenrij die boven het landschap van de kuststrook uitsteekt.
Die wallen zijn 5000 jaar geleden gevormd door de zee, die zich later weer terugtrok in westelijke richting.
Die strandwallen waren in de oudheid de enige veilige en hoge doorgangsroute door het omliggende moeras van noord naar zuid.
De Romeinen gebruikten de strandwal waar Haarlem op ligt als heerweg, legerweg. In Velsen (ligt boven Haarlem) hadden de Romeinen een fort gebouwd; Haarlem ontstond als nederzetting langs deze weg aan de rivier het Spaarne.
Hierbij een link naar de website van dit museum.

Iedere stad heeft zijn eigen verhaal en tegenwoordig wil iedere stad dat verhaal ook graag vertellen.
Met ‘Anno Haarlem’ (zie  11 juli)  en bovengenoemd Archeologisch Museum, allebei gratis te bezoeken, vertelt Haarlem haar verhaal op een prachtige, toegankelijke manier.

Benieuwd naar al onze belevenissen in en rondom Haarlem?
Klik dan hier naar deel 1, daar vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen: Kick off van een minivakantie.

Reageren

15 juli: Ie maggen hier altied henkommen.

Mien breur maakte mij half juni attent op de podcast ‘de Nedersaksen‘.
Nao een pauze van een paar maond waren d’r weer neie ofleverings opnummen.
Haar ik eem mist.
Niet slim, die achterstand ha’k zo weer inhaald.

In de eerste oflevering van de neie  serie was Freek te gast, van Suzan & Freek.
Die komt met’n beiden uut de Achterhoek en daor bint ze trots op.
Freek haar een lied uutkeuzen van Daniël Lohues; dat lied deur hum denken an zien olders.
As Freek en Suzan vanuut het westen in de Achterhoek wilt overnachten, dan kan dat altied nog gewoon thuus, ze hebt allebei nog een eigen kamer in het huus van heur olders. Het herinnerde hum an de vanzölfsprekendheid dat de olders d’r altied veur ze bint, ok as ’t ies beroerd giet of as d’r een luusterend oor neudig is.

Het lied dat toen dreid weur kende ik wal, maor ik haar d’r altied met aandere oren naor luusterd: ik heurde woorden van een vriend die tegen zien kammeraod zeg: “Ie maggen hier altied henkommen’.
Toen ik d’r naor luusterde met op de achtergrond het gegeven ‘olders-kinder’ heurde ik iniens oonszölf praoten.
“As ’t niet wil: thuuskommen. D’r stiet altied een berre en d’r is altied eten.”
Jammer genog kan ik je het lied niet laoten heuren, d’r stiet gien goeie versie op internet.
Het stiet op de CD ‘So wie so’, ie kunt het wel vinden op Spotify.

Hierunder de tekst.
Da’k dat d’r nou nooit uuthaalt heb…..

Ie maggen hier altied henkommen
okal ben ‘k der niet
ie weten waor de sleutel is
en waor de koffie stiet
ie hebben joen eigen kamertie
‘t bère stiet al klaor
kroep hier mar fijn eben weg
as ‘t weer te gek wordt daor.

Ie weten hoe de kachel wärkt
en gao mar fijn in bad
de wien lig in de kelder
kiek mar, pak mar wat
laot mar weten da’j der benn
dan ben ‘k ok zo in huus
steek mar vast wat keersen an
vuul joe mar thuus.

Soms dan zit ‘t joe niet met
daor kun jij niks an doen
soms löp ‘t joe derover
da’j niet weten wat a’j moeten
laot alles dan mar vallen
en vertrek zunder geluud
kom hier dan mar hen
dan be’j der mooi eben tussenuut
blief gewoon zolange as ‘t moet
zolange as ‘t kan
doe mar mooi wa’j wullen
gao ik ok mien eigen gang
en a’j weer weggaon is ‘t ok goed
a’k ‘t mar eben weet
ach dat weet jij ook wel ja
alles is okay.

Reageren

14 juni: We gaan naar Zandvoort, al aan de zee.

“Did you order allready?”
We zitten in een strandpaviljoen in Zandvoort.
Gerard heeft manhaftig geprobeerd om via de QR-code 2 glazen thee te bestellen, maar de bestelling komt niet over.
“You have to pay first.” zegt het meisje van de bediening.
Hebben we gedaan, maar het is kennelijk niet gelukt: het is niet van onze bankrekening af gegaan.
We bestellen onze thee en praten Engels.
Ik heb in blokletters BESPOTTELIJK boven mijn hoofd staan.
We zijn in Nederland,  praten Nederlands en worden in het Engels te woord gestaan.

Het is zaterdag 9 juli: die dag maken we een fietstocht naar het Noordzeestrand.
Eerst hebben we een bezoekje gebracht aan het bezoekerscentrum  ‘de Kennemerduinen’  en leerden van alles over de dieren en planten die in dat gebied voorkomen.
Van daaruit fietsten we naar Bloemendaal aan zee.
Dat is geen dorpje, maar een conglomeratie van beachclubs, strandpaviljoenen en eet-& drinktentjes.
We liepen er langs en keken ons de ogen uit. Heel anders dan bijvoorbeeld Callantsoog of  Julianadorp, waar wij vaak naar toe gaan als we de Noordzee even weer willen zien.
Maar het strand,  de schelpen en de zee waren hetzelfde, evenals de hondsbrutale meeuwen.
Volgens mij kun je die uitdrukking beter omdraaien: meeuwsbrutale honden…..

Vervolgens zetten we koers naar Zandvoort; we weken even van de route af, want we wilden ook even kijken bij het ‘Circuit Zandvoort’ waar we dankzij Max Verstappen en Bernhard jr. zoveel van horen en zien de laatste tijd. Leuk om even te bekijken, maar ik vond het eigenlijk vooral raar dat een racebaan zo dicht bij een Nationaal Park zo intensief gebruikt mag worden.
We keken even naar spectaculair ‘spinnende’ auto’s tijdens een slipcursus en hoorden in de verte de raceauto’s ronken.

Daarna maakten een fijne strandwandeling en beleefden weer de jaarlijkse sensatie van ‘de Noordzee om de enkels’.
We wilden in het zand zitten om te kijken naar kite-surfers en kleine kindjes die voor het eerst de zee zien.  Kan ik uren naar kijken.
Maar die middag niet; er stond een snoeiharde wind, die genieten van zon, zee en strand onmogelijk maakte.
We vonden  een plekje achter vensterglas waar we de bovengenoemde in het Engels bestelde thee dronken en daarna gingen we ergens een vissie eten.

Zandvoort aan Zee

Op een terras  bestelden we ‘Fish and chips’ van de menukaart; we kregen gebakken vis met patat.
Toen we even later een ijsje aten bood ik een stoel aan aan zoekende mevrouw.
‘Neem deze maar, we hebben maar twee nodig! ‘
De reactie kwam traag. “Eeh, o?  O, danke schön!”

Gerard keek me gelaten aan en zei: “Je denkt toch zeker niet dat je hier gewoon Nederlands kunt praten….?”

Benieuwd naar al onze belevenissen in en rondom Haarlem?
Klik dan hier naar deel 1, daar vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen: Kick off van een minivakantie.

Reageren

13 juli: Drentse lol in Aerdenhout.

Vrijdag 8 juli. Een fietstocht om Haarlem en een stadswandeling hadden we bedacht.
Rond 10.45 uur zaten we op de fiets en vergaapten ons aan de weelderige huizen in Aerdenhout, Bloemendaal en Santpoort Zuid.
We zaten letterlijk achterstevoren op de fiets af en toe.
En waar we in 2020 in plaatsen als Huizen en Blaricum alleen maar hoge heggen en bewakingscamera s zagen (waardoor we ons niet welkom voelden)  zagen we hier parkachtige tuinen en mooie villa’s, met toegangshekken weliswaar,  maar niet gebarricadeerd.
Wel een deftige omgeving.
De deftigheid ontlokte Gerard de opmerking: “Die peerdestront hier op het fietspad zult ze wel paerdenpoep numen… “.
Samen hadden we even Drentse lol.

Ruïne van Brederode

Er  wordt onderweg niet gegroet.
Een grote tegenstelling als je het afzet tegen onze fietstocht op Hemelvaartsdag in Twente waar werkelijk iedereen wel iets riep.
Na Bloemendaal fietsten we door het mooie duinengebied Nationaal Park Zuid Kennemerland en over het landgoed Duin & Kruidberg.
Het originele landhuis is inmiddels een chique hotel met 1 Michelin-ster, maar daar zoeken wij nooit naar; wij vonden aan de rand van het bos een oude pachtboerderij die vroeger bij het landgoed hoorde, maar waar nu brasserie ‘Hoeve Duin en Kruidberg’ in is gevestigd
We genoten daar van een terrasje en een lekker broodje zalm c.q. gebakken ei.
Onderweg kwamen we zowaar nog een ruïne tegen: de restanten van Kasteel Brederode.
We konden er niet omheen lopen, want dan moest je gelijk € 6.= betalen.
Dan maar niet, scheelt ook weer tijd. We hadden immers nog een fijne stadswandeling in het verschiet!

Amsterdamse poort.

Toen we aan de oostkant Haarlem binnenkwamen wilde ik eerst nog even langs bij de Amsterdamse poort,  de oudste en enig overgebleven stadspoort van de middeleeuwse stadsmuur: ik had al gezien dat die niet was opgenomen in de stadswandeling. Het duurde even voordat we die hadden gevonden; Google maps moet je als je op de fiets zit niet op ‘auto’ laten staan….
Het was de zoektocht meer dan waard!

Nadat we de poort hadden gevonden wilde ik nog even naar een ouderwetse kleinvakwinkel voor knoopjes, Gerard wilde graag een sudokupuzzelboek kopen bij de boekenvoordeel en ik wilde nog naar de handwerkwinkel ”Breien en zo’ voor sokkenwol en haakkatoen.
Och mensen. Het was ontzettend druk in de stad, we moesten nogal zoeken naar alles wat we wilden en het was prachtig weer,  dus warm.
Zelfs het parkeren van de fietsen was door de drukte steeds een hele toer.
Toen we uiteindelijk het garen hadden was het 16.00 uur.
Ik zei tegen Gerard: “Zal ik je eens wat vertellen? Die stadswandeling gaat Aaltje vandaag  niet meer doen.”
Hebben we over de te volgen route nog wel eens discussie, hierover was hij het roerend met me eens.
In de van Monopoly bekende Zijlstraat vonden we terrasje waar men Radler 0.0 in de koelkast had staan.
En daar verkochten ze ook yoghurt frambozen ijs.
We beloofden elkaar dat we zondag de stadswandeling gingen doen.
Wordt vervolgd dus.

Benieuwd naar al onze belevenissen in en rondom Haarlem?
Klik dan hier naar deel 1, daar vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen: Kick off van een minivakantie.

Reageren

12 juli: Els vertelt over de naderende dood.

In april schreef ik onder de titel ‘Gooise vrouwen‘ een blog over de podcast bij het tijdschrift Saar.
Pratende, roddelende, giebelende 50+ vrouwen waar ik graag naar luister, maar waar mijn verstand soms ook bij stil staat vanwege de andere wereld waarin zij leven.
Iedere zaterdagmorgen om 08.00 uur komt de nieuwe podcast on line en ik heb er nog niet één gemist.

Els Rozenbroek, één van de vrouwen, heeft kanker en heeft niet lang meer te leven.
In het begin van haar ziekte vertelde ze in de rubriek ‘het kankerminuutje’ even hoe het met haar was en hoe het ziekteproces verliep.
Ze was toen nog in de veronderstelling dat ze misschien nog een jaar had.
Inmiddels is gebleken dat dat veel te optimistisch was.
Het gaat beslist niet goed; de aflevering van zaterdag 2 juli was opgenomen in het hospice waarin ze inmiddels is opgenomen.
Els is 62.
Toen ze ziek werd stond ze midden in het leven: druk met het tijdschrift Saar, de podcast en wat ze er allemaal naast deed.
In de afgelopen maanden hebben we gehoord hoe je leven verschuift naar de marges van de samenleving als je zo ernstig ziek wordt.

Els stelt dingen aan de orde waar je nooit iets over leest.
Over dat ze geld had vastgezet voor later, als ze met pensioen ging, want ze was ZZP’er en bouwde geen pensioen op.
Toen ze wist dat ze niet lang meer te leven had, wilde ze eerder bij dat geld kunnen om het nu alvast te kunnen gebruiken, voor terrasjes met vriendinnen, kort vakanties, kortom: om er nog van te kunnen genieten.
Ze kon er niet bij.
Het was een lijfrente of zo, ik weet niet meer de details, maar het zat vast aan veel regels.
Ze heeft hemel en aarde moeten bewegen om het geld toch ‘los’ te krijgen, maar het trieste is dat ze bijna geen tijd meer heeft om er van te genieten.
De ziekte verloopt grillig. Ze heeft goede, maar ook hele slechte dagen.

Ze vertelt over het regelen van haar eigen begrafenis.
Zoekt alvast alle adressen op van mensen die een kaart moeten hebben, roept ook wie er beslist niet mogen komen en schatert het vervolgens weer uit samen met Barbara en Femke.
Vertelt over moeilijke, emotionele gesprekken met haar broers.
Vindt dat ze daarna (midden in de nacht) wel een borrel heeft verdiend en laat vervolgens een fles whisky op de grond vallen, waarop ze samen met een medewerkster van het hospice de rotzooi weer opruimt. Als alles dan weer rustig is schenkt ze zich alsnog een borrel in, want er stond nog een fles in de kast. “Ja. Gekregen. Ik heb zulke lieve vriendinnen die goed voor me zorgen….”

Dat was afgelopen zaterdag.
Je hoort ze gieren van het lachen met z’n drieën, terwijl je luistert naar iets wat eigenlijk heel triest is.
Het is goed om het over de dood te hebben en ik heb respect en bewondering voor de openhartigheid van Els, maar de opgeklopte hilariteit van de laatste aflevering van de podcast voelde voor mij ongemakkelijk. Dat ligt ongetwijfeld aan mijn ouderwetse opvoeding; misschien dat anderen het juist als bevrijdend ervaren.
De laatste jaren is er veel veranderd aan de manier waarop we omgaan met de dood: deze podcast draagt zeker bij aan het bespreekbaar maken er van.

De afbeelding links kreeg ik van Carlijn bij haar gastblog Love life, talk death. 

Reageren

11 juli: Kick off van een mini-vakantie.

Donderdagmorgen 7 juli begon onze vierdaagse trip naar de Randstad.
We hadden een studio/appartementje gehuurd op de grens van Heemstede en Haarlem.
Tegenwoordig hoef je niemand meer te spreken als je wilt inchecken: de contacten, met Victor in dit geval, worden via internet gelegd, je betaalt van te voren en op de dag van aankomst krijg je een mail met een code voor het sleutelkluisje in de schuur waar de sleutel van het huisje ligt.

We logeerden in een ’tiny house’. Alles wat je nodig hebt voor een vakantieverblijf was er, maar het was niet groot.
De slaapkamer bevond zich op een soort zoldertje. In en uit bed stappen beschreef Gerard in een filmpje voor ons gezin als ‘een uitdaging’.
Maar we konden televisiekijken in gemakkelijke stoelen, we konden een spelletje doen aan een grote tafel en er was een keuken met alles er op en er aan.
Victor had het allemaal goed geregeld! Er lagen handdoeken, koffiecupjes & theezakjes,  het bed was opgemaakt en op de tafel lag een papier voor ‘Gerard’ of we onze gegevens wilden invullen voor de toeristenbelasting.

Toen we ons kleine huisje binnenstapten hadden we er trouwens al drie uur in Haarlem opzitten.
We waren namelijk veel te vroeg, om 13.00 uur al, toen hadden we die code-mail nog niet.
We zetten de auto in de buurt op een parkeerplaats, pakten de fietsen er af en lieten ons door GoogleMaps naar de VVV in Haarlem leiden.
Eerst maar eens een stadsplattegrond scoren. En een fietskaart van de omgeving.  O,  en ook nog een folder met een stadswandeling.
De meneer aan de balie adviseerde ons om voorafgaand aan de stadswandeling even binnen te lopen bij Anno Haarlem,  een mini stadsmuseum in de kelders van het oude stadhuis.
We bekeken de animatiefilm ‘Haarlem in vogelvlucht’ die een heel mooi chronologisch overzicht gaf van de ontwikkeling van de stad.
Daarna kregen we een mondelinge toelichting op de geschiedenis van de stad van een enthousiaste vrijwilliger.

En inderdaad: in Haarlem werden we te woord gestaan in accentloos Nederlands.
Mooi om te horen.
Maar….. er wonen kennelijk ook Drenten daar.
Tijdens onze fietstocht misten we een afslag, dus ik riep tegen Gerard: “O! Hier hadd’n wij dr of moeten!  en stapte van de fiets af.
Een middelbare meneer keek verrast op, glimlachte breeduit en zei: “Wo’j de stad in? Veul plezier!”

Eenmaal in ons appartement maakten we plannen voor de volgende dagen.
Naast de informatie van de VVV hadden we de beschikking over een kratje van Victor vol boeken en brochures over Haarlem (o.a. De geschiedenis van Haarlem voor dummy’s) waar ik me die avond prima mee heb vermaakt.

Vanuit ons logeeradres wandelden we ’s avonds naar een pizzera, waar we nou eens geen pizza bestelden, maar pasta.
Mmmmm.
Met roomsaus, spek en spinazie.
Een fijne kick-off van een minivakantie: dag 1 al helemaal goed benut.

Benieuwd naar wat we de andere dagen hebben gedaan?

vrijdag 8 juli: Drentse lol in Aerdenhout.
zaterdag 9 juli: We gaan naar Zandvoort
zondag 10 juli: Toch nog een stadswandeling.
Twee bijzondere winkels- Kleinvak & Huishoudelijk gemak
Een ‘Twaalf uurtje’ op Een verstopt terras in de binnenstad.

Wat in het vat zit: – Wachthuisje bij brand.

Reageren

10 juli: Ik heb ja nog geen blog!

Zondagavond 18.55 uur.
We zijn terug van een weekendje Haarlem.
Donderdagmorgen vertrokken we en rond 15.00 uur konden we terecht in ons gehuurde vakantiehuisje.
Het was zomaar om……

Drie blogs had ik klaargezet: voor donderdag, vrijdag en zaterdag.
‘Die van zondag kan ik dan aan het einde van de middag wel even voorbereiden’  had ik op voorhand bedacht.
Om 17.30 uur waren we thuis en om 18.00 uur zaten we op Waninge Plaza bij te komen ; tassen uitgepakt, even uitblazen en afkicken.
Carlijn belde nog om te vragen hoe het was geweest; toen we ophingen was het al bijna zeven uur.

De komende dagen lees je over ons ’tiny house’ in Heemstede, over gebakken visjes, fietstochten, harde wind op het strand van Zandvoort, een verstopt restaurantje in Haarlem, over de zoektocht naar de Amsterdamse poort en géén pizza bij een pizzeria.
Als voorproefje alvast een foto van het Spaarne.
Morgen begin ik met het eerste Haarlem-verhaal.
Nu nog even nagenieten.

Reageren

9 juli: Een misdaadverslaggeefster.

Annika Bengtzon is een misdaadverslaggeefster die werkt voor de Zweedse krant Kvällspressen.
Ze is halverwege de dertig, woont samen met Thomas en heeft een zoontje van 3 en een dochtertje van 1.
Ze is de hoofdrolspeelster in het boek ‘Prime time’ van de schrijfster Liza Marklund

Op de eerste bladzijden lees je dat Annika met haar gezin op het punt staat om te vertrekken naar de ouders van Thomas die op een eiland wonen.
Er is een familiefeestje.
Alle tassen zijn al gepakt als ze een telefoontje krijgt van haar werk: “Michelle Carlsson is vermoord. Jij moet daarheen om verslag te doen”.
Zij zegt vervolgens tegen Thomas:  “Ze komen me zo ophalen, ze zijn al onderweg.
Thomas zegt: :”De boot vertrekt om 11.00 uur!”

Ze gaat.
Thomas is des duivels.
Een pakkend begin; hoe gaat het verder met die twee?
Als Annika onderzoekt wat er is gebeurd met Michelle Carlsson , een grote TV-persoonlijkheid, maken we  kennis met de wereld van  Zweedse tv-sterren en hun entourage.
Denk aan superbekende tv-sterren zoals Linda de Mol en Mathijs van Nieuwkerk.
Managers, producers, regisseurs, collega’s. En daarom heen de media.
Wat komt er in de krant?
Wat verschijnt er in de roddelpers en op sociale media?
Het boek geeft een ontluisterend beeld van die wereld .
Jaloezie, gekonkel, verslaving, haat en nijd, eigen belang voorop en glimmende ego’s.
Eerlijk gezegd denk ik dat die wereld er in ons land niet heel anders uitziet.

In het begin zijn er wel twaalf verdachten.
Iedereen die op het moment van de dood van Carlsson in de buurt was heeft wel een motief om haar dood te wensen.
In de loop van het verhaal vallen er steeds meer verdachten af, tot er op den duur 3 overblijven.
Ondertussen lees je ook hoe het Thomas en de kinderen bij zijn ouders vergaat en vraag je je af of het nog wel goed komt met hem Annika.

Meestal is een misdaadroman geschreven vanuit het perspectief van een politieman die de zaak onderzoekt.
Of van een advocaat, een patholoog anatoom of een ander beroep dat zich met strafzaken bezit houdt.
Deze keer lees je het vanuit de optiek van een verslaggeefster van een krant.
Een heel andere wereld dan die van de ‘chief inspector’ en ook heel anders dan de omgeving van TV-sterren.
Op de burelen van de Kvällspressen is het trouwens ook beslist niet allemaal koek en ei; ook  hier speelt er een spannende intrige op de achtergrond,

Het is een spannend boek met verschillende verhaallijnen.
Het verhaal gaat niet alleen maar over die moord, maar je krijgt ook een mooie inkijkje in wat er onder de vernislaag van de mediawereld zit.
Marklund heeft een aangename schrijfstijl: op het laatst zat ik echt op het puntje van mijn stoel.
Na de pareltjes die geen pareltjes waren heb ik weer ouderwets genoten van dit boek.
Deze schrijfster komt op mijn lijstje met namen dat standaard in mijn bibliotheek-abonnement  zit.

Reageren

8 juli: Nederlands maar dan anders (24)

Het is al weer twee maanden geleden dat deel 23 in deze blogserie verscheen.
In die tussentijd kreeg ik mooie zinnen/woorden toegestuurd, dus kan deel 24 worden gepubliceerd.

Carlijn had ergens een leuke verspreking gehoord.
“Wij kunnen samen wel door een beugel.”
Haar vriendin Irene doet ook een duit in het zakje.
Zij hoorde in een TV-programma “Nu vallen heel wat dubbeltjes op zijn plek.”
Verder had een collega een nieuwe variant bedacht op het spreekwoord ‘de kat op het spek binden’.
Een cliënt, die de groepspinpas wel eens voor privé-uitgaves gebruikt had ‘m toch meegekregen voor boodschappen.
“Nou, dat is de kippen op stok jagen!”

Nog een verhaal uit de koker van Irene.
Collega trof een boze cliënt aan, omdat ze vooraf had gebeld om te checken of die cliënt wel bezoek verwachtte.
In de overdracht had ze gezet: “Nou, ze kwam meteen met de deur naar binnen vallen!
Dit en dat, dus ik zei dat ik juist had gebeld omdat we geen draadjes los willen laten.”

Bij Gerard op kantoor worden soms ook mooie dingen gezegd.
Er was een offerte ingediend voor een aanbesteding.
Moet je dan alleen maar voor de laagste prijs gaan?
“Soms moet je ook gewoon durven. Als je te bescheiden bent pis je naast de boot.”
Wat bedoelt de spreker.
Dan vis je achter het net?
Dan val je buiten de boot?
Dan pis je naast de pot?

Op de werkvloer hoor ik zelf nog wel eens wat leuks voorbij komen.
Janine had een operatie ondergaan en hoorde vlak daarna dat er nog een andere ziekte bij haar was geconstateerd.
Toen dat een andere collega ter ore kwam zei ze: “O, dan zit die wel lelijk in de lappenmolen!”
Een andere collega wilde ons er op wijzen dat we niet alles hoefden te pikken.
“En als je nou denkt: “Dat laat ik niet over mijn rug gaan….”
Paula vertelde over een groep collega’s die naar een ander gebouw moesten verhuizen.
Voor hun gevoel werden ze verbannen, ze waren het er niet mee eens.
Paula maakte van de kont, de krib, ergens tegenin gaan en het Nedersaksische ‘de kop d’r tegen zetten’ een geheel nieuw spreekwoord: “Ze gooiden de kop erin …..”

Vaste lezer Dick stuurde ook een leuke: de Vlaamse minister van milieu was vorige week op TV in Nederland.
Ze vertelde dat in het kader van CO2 drastische maatregelen nodig waren.
‘Je kunt niet blijven natten en pap houden”, zei ze.

Toen ik over het verhaal van Joop had geblogd (zie Laat je niet wegzetten) liet ik het voor publicatie nog even aan hem lezen met de vraag: geef ik het zo goed weer?
Het was verder goed, “maar” vulde hij aan “we stonden niet met ons geweer in de aanslag, maar in presentatie”.
Met het geweer in de aanslag op prins Bernhard wachten…..foutje van Aaltje.

Op de Waninge-familiedag verzorgden we als gezinsleden workshops; Jon had ‘kleding maken van afvalmateriaal’ bedacht.
Toen ik vroeg wat ik voor zijn onderdeel moest inkopen was het antwoord: “Tie-rips, touw, plakband en lijmstokjes.”
Eeeeh… lijmstokjes?
“Ja. Plakstokjes.”
Frea vulde aan. “Hij bedoelt Pritt-stiften. In Engeland noemen ze die ‘glue-sticks’.
Tuurlijk. Ging ik kopen.

Ook iets mals gehoord of gelezen?
Of gelachen om een rare combinatie van spreekwoorden?
Doe als Irene: geef het even door.
Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 23, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

Reageren

7 juli: Blogbouwstenen (8) – De macht van het kleine.

Toen ik van Joop en Essina de doos met oude muziekboeken kreeg, kreeg ik in de week daarna nog een bijzonder boekje dat ze hadden gevonden.
Het heet ‘Christelijke kinderliederen voor school en huis’.
Op internet kan ik er geen informatie over vinden; Essina dacht dat het misschien wel van voor de oorlog was, maar een jaartal kan ik er ook niet in vinden.
Er staan liederen in die anno 2022 geen kind meer zingt. Op school niet en in huis niet.

Rechts zie je een afbeelding van de pagina’s 20 en 21. (klik op de afbeeldingen voor een vergroting)
Mijn oog viel op de titel van lied nr. 20 ‘De macht van het kleine’.

Kleine waterdropp’len, kleine korr’len zand,
vormen saam de trotsche zee en het breede strand!

Kleine liefdedaden, woordjes teer en zacht,
hebben vaak in ’t kleinste huis, ’t grootst geluk gebracht.

Een bekend gedichtje, dat mijn schoonmoeder nog wel eens voordroeg.

‘Het zijn de kleine dingen die het doen’ zongen Saskia en Serge in 1971.
Ook dat lied hoor je tegenwoordig niet meer, hooguit nog in de Arbeidsvitaminen.
Maar de essentie van de tekst is nog steeds actueel.
Dit zingt het echtpaar in het laatste couplet:

We leven in het groot, we maken veel te veel misbaar
We praten wel, maar luisteren zelden naar elkaar
We kijken naar een punt en veel te weinig om ons heen
We zien geen kleine dingen en dus blijven we alleen.

Eén glimlach kan het begin zijn van een vriendschap.
Eén woord kan een ruzie beslechten.
Eén blik kan een relatie redden.
Eén persoon kan je leven veranderen.

Onderschat de macht van het kleine niet.

Benieuwd naar de andere ‘blogbouwstenen’?
Die hebben een eigen knop in het menu onder ‘Lezen’.

Reageren

Pagina 120 van 396

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén