De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

4 maart: Tempel.

Eigenlijk hou ik niet zo van mannenkoren.
In mijn jeugd dweepte mijn vader met de Mastreechter Staar en ook op de Duitse televisie waar we destijds veel naar keken stond regelmatig een podium vol zingende mannen “O Du, mein Weeserland!”
Nee.

Gistermorgen werkte het Christelijk Mannenkoor Leek mee aan de viering in onze PKN-gemeente.
En warempel: ik vond het aangenaam.
Ze zongen mooie liederen die goed bij de rest van de viering pasten; verder was het repertoire afwisselend en fijn om naar te luisteren.
Bekend en onbekend.
Oud en nieuw.
Ze verrasten mij met het lied ‘Zoals ik ben’ dat ik ken in de uitvoering van Truus Simons; een lied dat in onze gemeente nooit gezongen wordt en dat bij mij ontroering teweeg bracht. Een gedateerde tekst, maar zo’n prachtige melodie en verbonden met talloze mooie herinneringen aan kerkdiensten van vroeger.
Dat gold eigenlijk ook voor het lied ’the Elephantsong’ dat we allemaal kennen in de uitvoering van Kamahl uit 1975: waar hoor je ze nog!

Een mannenkoor heeft een totaal andere klank dan een gemengd koor. Wat mij opviel was dat er heel veel stemmen waren uit de lagere regionen: bassen en baritons. Ik miste de hoge klank van met name de hoge tenoren; van Klaas, (cantorijbas) begreep ik tijdens de koffie dat daar gewoon niet zo veel van zijn. Wat hebben wij als cantorij dan een geluk met Jelle en Jan Willem, die van cantor Karel soms te horen krijgen ‘dat het wel iets zachter mag…” Koesteren die mannen. Voor je het weet ben je ze kwijt aan een mannenkoor!

Dominee Walter Meijles verraste ons gistermorgen met een preek over het lichaam als tempel van de ziel.
Alle vezels van ons lichaam bevatten een stukje God, daarmee is het heilig materiaal.
Ontheilig je lichaam/die tempel niet en zet je met alles wat je in je hebt in voor de goede zaak.
Met je hele handel en wandel.
Zorg er voor dat je wegblijft van tafels die door Jezus worden omgegooid als hij in woede ontsteekt  over wat we toch in Gods naam hebben gedaan met Gods wereld. Net als op het tempelplein, waarover Johannes ons gistermorgen vertelde.

In de 500 woorden die in dit blog tot mijn beschikking staan kan ik niet tot uitdrukking brengen wat deze viering bij mij heeft teweeggebracht.
Mijn advies is dan ook: luister deze kerkdienst terug via Kerkomroep of het YouTubekanaal van de kerk.
Laat je verrassen door de inspirerende overdenking van de predikant en beluister alle prachtige muziek die voor ons werd gezongen door de mannen uit Leek.
Op de afbeelding hiernaast zie je het mannenkoor.
Tijdens de dienst had ik al een foto gemaakt, maar dat was te ver weg en ik kreeg de pianiste er niet op.
Na afloop heb ik de mannen gevraagd of ze voor mij wilden poseren en dat leverde dit prachtige plaatje op!
Als je op de afbeelding klikt, krijg je een vergroting.

Reageren

3 maart: Jamaicaballen van bakker Punter.

Het stond al een tijdje vast: zaterdag 3 maart zag ik het clubje Mavo vriendinnen uit de jaren 1973-1977 weer.*
Deze keer waren we te gast  bij Annie, zij woont in Joure.  Het is verbazingwekkend hoe genoeglijk je uren bijpraat nadat je elkaar anderhalf jaar niet hebt gezien. Koffie, taartje,  lunch: het was maar zo 14.00 uur.

“Zullen we nog even een stuk wandelen?” stelde Annie voor.
Nou,  dat was beslist geen straf,  het was gisteren immers prachtig weer.  We liepen naar het centrum van Joure en bezochten eerst de katholieke kerk waar Annie pastor is en we namen een kijkje in haar werkkamer.
Daarna wandelden we door de Midstraat, de belangrijkste winkelstraat in Joure.
Joure is geen stad, maar wel te groot om een dorp te worden genoemd. Naar Oud-Friese traditie wordt zo’n plaats een flecke genoemd.
We liepen met z’n vijven in het voorjaarszonnetje te genieten van het mooie weer!
We wipten even naar binnen bij de Wereldwinkel én we bezochten ook de het kruidenierswinkeltje ‘de Witte Os’ van Douwe Egberts, wat nu een museumwinkel is geworden. (zie afbeelding hiernaast).  Daar kon je naast thee ook koffie en snuiftabak kopen. En ouderwetse snoepjes.
Ik vond een zakje ‘sneeuwcaramels’: witte, poederachterige bollen.
“Zouden die net zo smaken als die Jamaicaballen die we destijds kochten bij bakker Punter?”
Punter en zijn vrouw hadden een banketbakkerij naast de MAVO in de jaren ’70 en in hun winkeltje was het vooral altijd heel druk tijdens de schoolpauzes.
“Daar kom je maar op één manier achter” zei Gea kordaat en zij kocht zo’n zakje.
Even laten stonden we op de stoep van het winkeltje met elkaar de sneeuwcaramels te proeven.
“Lekker!”
“Ja!”
“Maar niet dezelfde als de Jamaicaballen van Punter” en we deelden onze smaak herinneringen: die waren groter, die binnenkant was hard en smaakte zoeter, die plakten zo vast aan je gebit……”
Toen kregen we het ook nog even over die heerlijke, zoete puddingbroodjes. En die warme broodjes met een pennywafel er tussen.
“Ik zou het denk ik nu niet eens meer zo lekker vinden” merkte iemand op.
Nee, die pennywafel misschien niet, maar zo’n puddingbroodje……..
50 jaar geleden al; je kunt het je amper voorstellen.

Halverwege de wandeling ging de jas open en de knoopte ik mijn sjaal los; het was gewoon te warm.
Er waren al wat terrasjes open, overal stonden krokussen te bloeien en mensen waren al bezig in hun tuin.
Voorjaar.
Na de thee spraken we af dat we elkaar de volgende keer bij mij ontmoeten. “In de zomer van 2025 stuur ik een groepsapp, dan plannen we een datum!”
IJs en weder (en corona) dienende.

*meer weten? Klik hier voor het verslag van oktober 2022, van daaruit kun je doorklikken naar voorgaande edities.

Reageren

2 maart: Eitjes van een vlieg.

Toen ik ziek was had ik tijd om te lezen. Er lagen nog twee ongelezen exemplaren van één van mijn favoriete schrijvers Peter Robinson en ik koos voor ‘Zondeval’, een ‘Inspector Banks detective’.
In de boeken die ik al in die serie had gelezen was Banks gescheiden van zijn vrouw en beleefde hij van alles op amoureus gebied, maar in dit boek is hij nog gelukkig getrouwd. Je leest wel dat hij helemaal op gaat in zijn werk en bijna geen tijd heeft voor zijn gezin; een voorbode.

Het begint al weer super-griezelig met de vondst van een lichaam dat er al even ligt: ‘.….het was net of het bewoog; het vlees golfde letterlijk op en neer…” 
Later blijkt dat men aan de hand van dat golvende vlees kan achterhalen hoe lang het lichaam daar al ligt: men weet namelijk hoe lang het duurt voor de eitjes van een dikke zwarte vlieg er over doen om dikke maden te worden.
Brrrrrr.
Het duurt dan ook wel even voor men er achter is wie het slachtoffer is.
Het is Bernard Allen, een vroegere dorpsbewoner van Swainshead, die naar Canada is geëmigreerd, maar die even terug was voor een korte vakantie. Als lezer heb je dan al weer meer vragen dan antwoorden.
Wat weten die twee rijke broers Collier die het geïsoleerde dorp domineren en gebruik én misbruik maken van hun positie?
En waar is eigenlijk die Anne Ralston die vijf jaar geleden zomaar verdween?
Verder heb je intens medelijden met de simpele en wereldvreemde Katie, die door haar supergelovige grootmoeder is opgevoed en nergens van kan genieten omdat dat ‘zondig’ is.  Ze wordt gekoeioneerd door haar man en is in haar onschuld toch iemand die meer weet van de misdrijven, maar uit angst niks zegt.

De oplossing van dit mysterie ligt in Canada.
Banks gaat daar dus ook naar toe voor onderzoek.
Schrijver Robinson woonde daar vanaf zijn studie: hij laat Banks naar Toronto vliegen.
Voor mij herkenbaar: toen wij in 2017 onze vakantie doorbrachten in Canada hebben we die stad ook bezocht en ik herkende de toeristische hoogtepunten die Banks ziet.
Verder is het leuk om te lezen hoe de door en door Britse inspecteur eerst op zoek gaat naar een kop thee. An Englishman in Canada.

Natuurlijk wordt de misdaad opgelost, maar niet nadat er nóg een dode is gevallen.
In dit boek schemert op de achtergrond het eeuwenoude en wereldwijde probleem: rijkeluiskindjes komen overal mee weg.
Tenminste, dat denken ze.
Maar soms zegeviert het recht.
Tenminste, in boeken.
Tevreden sloeg ik de laatste bladzijde om met de opwekkende gedachte dat er nóg een boek van Robinson op mij ligt te wachten.

Benieuwd naar de andere boeken ik al heb gelezen in deze serie?
Hierbij drie links:

Verdronken verleden  2015

Slachthuisblues  2022

Nasleep  2023

Reageren

1 maart: Afscheid.

Vanmiddag was de afscheidsplechtigheid van Ger Vrieling, het PKN-gemeentelid dat ik regelmatig opzocht in de Hullen.
In 2010 werd hij getroffen door een herseninfarct; vanaf toen was hij aan de rolstoel gekluisterd.
Wat ik van hem heb geleerd is dat lichamelijk herstel één kant van het verhaal is, maar dat het mentale herstel een kant is die vele malen moeilijker is.
Het ontmoeten van andere mensen, mensen die hij vroeger had gekend, vond hij in het begin moeilijk.
Het oppakken van sociale dingen was lastig. Hij worstelde met zijn emoties en dat vond hij verschrikkelijk.
Hij zat met een gezonde geest in een gehandicapt lichaam en had moeite met de manier waarop hij door sommige mensen werd benaderd ‘alsof ik niet goed bij mijn hoofd ben’.
Maar hij zette door. Ging naar gespreksavonden, koffiebijeenkomsten, kon in het weekend naar huis, ging wekelijks zwemmen met z’n zoon, en ging zelfs af en toe naar het theater.

Als ik hem opzocht gingen we in het begin meestal even weg: eindje wandelen of fietsen en ergens een terrasje pakken
Verder deden we vaak een spelletje Triominos.
Toen hij nog zelfstandig kon staan gingen we af en toe samen op de duofiets een stuk fietsen.
“Wat wil je?” vroeg ik hem eens toen ik wilde weten welke kant we op zouden fietsen.
“Het liefst zou ik zelf het stuur in handen hebben” was het onverwachte antwoord.
Daar hadden we destijds een heel gesprek over.
Dat hij het stuur over zijn hele leven uit handen had moeten geven en hoe moeilijk dat was.

Na Gerda’s overlijden heb ik hem nog twee keer bezocht.
“Mijn hoofd zit nog zo vol verdriet…” zei hij en dat straalde hij ook uit.
We deden nog wel een spelletje, maar bij hem was de concentratie er niet meer.

Als iemand wordt opgenomen in een instelling, dan voelt dat als ‘worden opgesloten’.
Wat dan helpt is dat de samenleving waar iemand deel van uitmaakte die persoon blijft bezoeken.
Ophalen.
Meenemen.
Samen dingen doen.
Ger’s gezin, familie, vrienden, buren en ook gemeenteleden bleven hem trouw bezoeken.
Het doet er toe; daardoor blijft iemand onderdeel van de maatschappij en hoort hij/zij er bij.
Ger heeft laten zien dat het echt niet meevalt om als minder valide door het leven te gaan, maar dat het de moeite loont om te revalideren en te rehabiliteren. De omgeving is daarbij ontzettend belangrijk

Hoe belangrijk bleek vorige week woensdag, een paar dagen voor zijn overlijden, toen hij al twee dagen op bed lag: hij wilde eigenlijk nog wel graag naar het koffiedrinken van de kerk.

Vanmiddag stond ik bij zijn graf en heb ik afscheid genomen van Gerrit Albert Vrieling.
Met respect en bewondering zal ik blijven terugdenken aan mijn vriendschap met deze doorzetter die mij zo veel heeft geleerd over acceptatie, veerkracht, trouw en doorzettingsvermogen.

Reageren

29 februari: Iets simpels.

Soms is de waarde van de dag iets simpels: vandaag is dat onze maaltijd.
In het seizoen 2023/2024 hebben we geen goede boerenkool in de tuin.
Er zat vreterij in en het groeide niet goed.
Waar we anders van oktober tot februari twee keer in de maand stamppot boerenkool eten, had het nu de hele winter maar twee keer op tafel gestaan.
“Op schrikkeldag ga ik alle boerenkool die er nu nog staat er af halen” zei ik vorige week tegen Gerard.
Toen ik vanmorgen ‘wat er nog stond’ in ogenschouw nam bleken de stronken toch al weer wat aangegroeid, dus toen ik de helft had gestroopt had ik al genoeg voor ons avondeten: een emmer vol kleine boerenkoolstronkjes.

…. het restje……

Dik een kwartier stond ik bij het aanrecht om de nerven er uit te halen, maarrrr…..ruimschoots de moeite waard voor de stamppot die ’s avonds op tafel stond.
Genieten.
Met mijn favoriete ‘sudder-speklappen‘ en zilveruitjes.

Het goede nieuws is dus dat er nog een restje in de tuin staat en dat we het in de komende weken nóg een keer kunnen eten.
En zoals je ziet hebben we ook nog wat prei: morgen maak ik een daarvan een ovenschotel met kabeljauw en aardappelschijfjes.

Reageren

28 februari: Woorden.

Als fervent blogger heb ik zelf ook een paar blogs die ik volg, o.a. ‘Dagelijkse (onzin)Dingen’ van Annemarie.
Ze is zelfs al een keer gastblogger geweest op deze website in de rubriek Lezer van de maand.
Lees hier nog eens haar ontroerende verhaal.

In maart 2022 is Annemarie’s man plotseling overleden.
Dit schreef ik er toen over:
– Op zaterdagmorgen na de wekelijkse Zumba  las ik het blog ‘Dagelijkse (onzin) Dingen‘. Een blog van een mevrouw net als ik; ze blogt niet dagelijks, maar wel gezellig, veel over handwerkdingen en af en toe over haar dagelijkse leven. Vrijdag had ze dit gedeeld met haar lezers: Vanmorgen vroeg is geheel onverwacht mijn allerliefste lief overleden. Krap 6 weken na zijn 60e verjaardag moeten we hem voor altijd missen.  Zoveel liefde en nu zoveel verdriet!
Ik schrok er gewoon van. Zo onverwacht. Onvoorstelbaar. Die ochtend schreef ik een reactie met een condoleance bericht en probeerde de draad van de dag weer op te pakken, maar ik kreeg het bericht niet uit mijn gedachten. En nee, ik ken haar niet persoonlijk en haar man ook niet, maar door haar blogs heb ik haar toch wat beter leren kennen.

Inmiddels zijn we bijna twee jaar verder.
Gisteren had ik een vrije dag en had ik tijd om even ‘de favorieten’ bij te lezen.
Wat ze schreef trof me.
Dat het 23 maanden en één dag geleden was dat haar man was overleden.
En dat iemand zei “Oh dus twee jaar al. Ja bijna twee jaar. Tja dan zal het toch een soort van makkelijker worden, denk ik, dan zal het verdriet toch………” en toen stopte de gesprekspartner.
Met de voor haar kenmerkende humor schreef Annemarie daarover: “Haar niet uitgesproken woorden lagen zomaar, pats, tussen ons in op de tafel. Die woorden lagen daar alsof we scrabble zaten te spelen en Wel, Over en Zijn nog in het spel moesten worden gelegd om het spel af te ronden. Klaar! Over! En door!

Dan zal het toch wel over zijn.

Het blog dat Annemarie schrijft is een blog dat iedereen zou moeten lezen.
Daarom hierbij een link naar naar verhaal ‘23+1
De afbeelding die bij haar blog staat zegt alles.
‘Mensen denken dat rouw minder wordt gedurende de tijd.
Wat echt gebeurt is dat we groeien om ons verdriet heen.’

 

Reageren

27 februari: Pottenbakker

Jeremia komt dezer dagen regelmatig voorbij.
We lezen uit het door hem geschreven bijbelboek aan de hand van het bijbels dagboekje na het eten en ook zondagmorgen ging de preek over hem.
Zijn naam heeft geen positieve klank; van ‘Jeremia’ zijn de woorden jeremiëren en jeremiade afgeleid.
Jammeren, klagen, dat is waarom hij bekend staat. Hij was een profeet van God kort voordat Jeruzalem viel in 586 voor Christus. De profeet krijgt van God de opdracht om het volk op te roepen om zich te bekeren.

We lazen het bekende stukje over de pottenbakker die een mislukte pot in elkaar drukt en van de klei een nieuwe pot gaat maken.
Elly & Rikkert Zuiderveld zongen er in 1981 er al over, hierbij een link naar het liedje ‘Zoals klei in de hand van pottenbakker
Wat ik uit de preek zal onthouden is het beeld van die mislukte pot, waarvan door de pottenbakker een nieuwe pot wordt gemaakt.
Het is in ons leven de bedoeling om recht te doen en trouw te betrachten.
Zorg voor wat kwetsbaar is en voor wat aan jou is toevertrouwd.
We doen allemaal ons best, maar onze goede bedoelingen mislukken wel eens.
De dominee zei daarover: “La
at je niet verwarren als het een keer mislukt; door wat uit je handen is geglipt, door boosheid of door je domme fouten. Je kunt opnieuw beginnen.”
Dus: accepteer dat het niet goed is gegaan, frommel die klei in elkaar en maak een nieuwe pot.

In de kerkdienst werd het overlijden afgekondigd van Ger Vrieling.
Van zijn dochter had ik al gehoord dat het niet goed ging, zondagmorgen vroeg is hij overleden.
Na het plotselinge overlijden van zijn vrouw Gerda eind november (daarover schreef ik vorig jaar het blog ‘Opeens is alles anders‘)
was hij een gebroken man. Hij zat al twaalf jaar halfzijdig verlamd in een rolstoel in de Hullen en al die tijd had hij geprobeerd om nog iets van zijn leven te maken. Na het overlijden van Gerda gaf hij de moed op.
Nog twee keer heb ik hem opgezocht en ik zag hoe hij achteruit ging.

Ger zag God als pottenbakker.
Toen Gerda overleed zei hij: “De mens wikt, God beschikt.”
Dat zei hij ook al toen ik hem voor eerst na de hersenbloeding opzocht.
Hij aanvaardde zijn lot.
Zijn overlijden is in zekere zin een opluchting; nu hoeft hij niet meer te vechten.

Reageren

26 februari: Bakkie veur de botties.

In oonze agenda’s stun op de leste zaoterdag van febrewaori: Spellegiesaomnd met de vrienden.
Wij zollen nou eindelijk ies Monopoly versie Assen gaon speulen.
Dunderdag stuurde ik al een appie in de groepsapp: zal ik appeltaorte of kwarktaorte metnemen?
Ja lekker!
Maor dan wee’j nog niet wat ze ’t lekkerst vind.
Ik zette een poll op in de groep met drie meugelijkheden: appeltaorte, kwarktaorte of gien voorkeur.
Toen was ik der al snel achter: ’t weur appeltaorte. Met slagroom.

Toen wij binnenkwamen zaten de anwezigen al um de grote taofel, want dat is neudig a’j een spellegie gaot doen.
Maor eerst mussen wij netuurlijk bijproaten.
Man, wat is ’t ja nat overal.
Ien stel had water under de vloere.

afbeelding: www.kippiepan.nl

En bij een aander paar was der een sinkhole ontstaon achterthuus: tegels en zaand waren deur de overvloedige regenval zomaor wegspuuld!
Wie zol DE MOL wezen?
He’j die TikTok-filmpies wel zien van die jongen die op RTV Drenthe was? Die was ok bij Radio 1! Die van die piratenmuziek!
Bij zukke gesprekken heb ik altied het idee dat ik under een stien leef: niks van metkregen.

Toen de koppies en gebaksbordties van taovel gungen, weur der een glassie inschunken en kwam der een grote panne op taovel te staon: een Kippie-pan.
Ok nog nooit van heurd!
Nou ja, heurd wel maor pruuft niet.
Nao het verorberen van een paar happies kwam al gauw de vraoge: “He’j ok een bakkie veur de botties?” De gastvrouw is het Drents niet machtig, maor ze redt zöch der prima met. Der kwam een bakkie veur de botties; twee zölfs.
Vervolgens verteul der iene verhaolen over auto’s die zomaor van de oprit of steulen weuden.
En da’j dus de autosleutels altied in een metalen bakkie in huus moet zetten, umdat ze aans met scanners het signaal van je autosleutels kunt opvangen. Wij gaot op zuuk naor een metalen bakkie.

Iene haar Jantinus en Roelie (uut Hoogersmilde netuurlijk) bij ’t ziekenhuus in Assen zien.
“Waorveur dan?”
“Ja. Dat he’k niet vraogd netuurlijk!”
O nee. Tuurlijk niet. Jammer ja.

Der kwam nog een lekker stukkie quiche veurbij en toen was het zomaor kwart over elf.
En stun het Monopolyspel Assen in de vensterbank nog in de deuze op oons te wachten.
Weer niet van kommen; eerlijk gezegd was der ok aal gien ruumte op de taovel….

Het deu mij denken an dizze vriendengroep tiedens oonze 40-jaorige jubileum-vekaansie in Marakech.
Toen zaten wij in zu’n all-inclusive-resort en kwamen ze oons ’s oamnds ophaolen veur het entertainment.
Wij gungen nooit met.
A’j met je olle vriendenclub um de taovel zit, he’j hielemaol gien entertainment neudig.
Beneid hoe dat toen gung in 2020?
Lees dan het blog dat ik daor destieds over schreef:  ‘Niet te animeren’

Gustermiddag kregen wij nog een appie.
“Hielemaol vergeten te zeggen: Marinus (ok uut Hoogersmilde)  hef ok in ’t ziekenhuus legen met een maagbloeding……”
Gieniene van oons woont meer in Hoogersmilde, maor het dörp blef een grote rol speulen in oonze gesprekken.

Reageren

25 februari: Oud-tante?

“Natuurlijk ga ik mee naar tante Trijn, zij is toch een beetje onze derde oma!” zei één van onze dochters een aantal jaren geleden.
Uit die opmerking ontstond na het het overlijden van mijn moeder een nieuwe traditie: de laatste zaterdag van februari is het ‘Derde-oma-dag’ en ga ik met onze dochters een dagje naar Klazienaveen.

Met twee dochters sprak ik af op de carpoolplaats bij Zuidlaren.
Daar was het een drukte van belang, want de F-jes van FC Zuidlaren speelden gisteren ‘uit’ en de autoverdeling van de stuiterende minivoetballertjes vond plaats terwijl ik even stond te wachten op mijn dames.
Op dat soort momenten ben ik blij dat ik geen moeder van jonge kinderen meer ben.
Derde dochter kwam vanuit Almelo naar Zuid-Oost Drenthe en zo zaten we gistermorgen met drie generaties aan aan de koffie.
Met z’n drieën vulden de dochters de bank en al beppend en kleppend vlogen de uren voorbij

Die generaties deelden elkaars werelden: de kleinkinderen en de katten, de hulp in de huishouding en de gebeurtenissen op het werk en  natuurlijk het breien/haken/borduren: “Wat ben je aan het maken?”
Neven Paul en Adriaan staken nog even ‘de kop um de deure’ en kwam met stoere verhalen over bier tappen tijdens de carnaval en een uur later kwam nog een vriend van de familie langs die jarig was en tante Trijn had gemist tijdens de koffievisite. Een gevalletje van ‘als Mohamed niet bij de berg komt….’

In tegenstelling tot voorgaande jaren gingen we niet lunchen in het dorp; deze keer liet tante Trijn een lichte maaltijd bij haar thuis bezorgen.
Lekkere broodjes met roomkaas, broodjes gezond, kip-saté, het was allemaal heerlijk.
Daarna wilden de dames nog even Klazienaveen in, tante Trijn en ik bleven thuis.
Hadden we even tijd om wat foto’s bekijken én het nog even te hebben over ons onderwerp: royalty.
“Kijk, ik heb de nieuwe Vorsten….”
“En dat er zóveel mensen waren op dat plein in Denemarken toen Frederik koning werd!”

Zo’n dag voelt als een mini-familiedag.
Elkaar weer even vasthouden en in de ogen kijken en genieten van elkaars gezelschap.
In de familieverhoudingen is tante Trijn de oud-tante van onze dochters; ze is immers een zus van mijn vader.
Maar dat klinkt wel héél ver weg.
Wij houden het op ‘derde oma’; op het kaartje dat bij de grote bos tulpen zat die we voor haar meenamen stond: van je bonus-(klein)dochters.

Klik hier voor het blog ‘Haar grote broer’ over deze dag in 2023. Onderaan dat blog kun je doorlinken naar voorgaande edities.

Reageren

24 februari: Bij de oerwoudbroek.

Bij een groene ‘oerwoudbroek’ wilde ik een gilet breien. 
In het najaar nam ik de broek mee naar ‘Atelier 6a’ in Leek en zocht er een mooie kleur groen bij uit. 
Eigenlijk wilde ik iets breien met kabels, maar ik vind het altijd zo’n gedoe met die kabelnaald: daar kan ik niet rustig bij televisiekijken.
Een alternatief vond ik in ‘de valse kabelsteek’: geen hulpnaaldje, alleen verspringen met recht en averecht.
Hierbij een link naar een eenvoudige beschrijving op de website van Jessica Tromp. 
Ik kocht er een paar enorme houten knopen bij met bloemen er op. 

Eerst breide ik een proeflapje om te kijken hoeveel steken ik nodig had voor het achterpand en ik breide het gilet als een vest, maar dan zonder mouwen. Er is op dat gebied genoeg te vinden op internet. Op de plaats van mouwen breide ik met boordsteek een mooi kantje en langs de voorpanden, nek en schouders breide ik een boordje met aan één kant 5 knopen. 

Hij is al even klaar en ik heb hem ook al aangehad: links zie je het gilet gecombineerd met een ecru blouse met pofmouwen én de oerwoudbroek. 
Rechts een detailfoto van het boordje met de knopen.  

Reageren

Pagina 30 van 362

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén