23 januari, afgelopen dinsdag, was de Internationale Dag van het Handschrift.
Dat hoor ik dan ’s morgens op de radio in het programma van Bert Haandrikman op Radio 5.
Hij had een handschriftdeskundige in de uitzending die forensisch onderzoek deed naar handschriften; hij vertelde over wat een handschrift je kan vertellen over de schrijver en wat voor informatie je kunt krijgen als je handschriften met elkaar vergelijkt.
Naar aanleiding van dat gesprek bij mijn kop thee en sudoku in de morgen dacht ik na over mijn handschrift.
Hoe vaak schrijf ik eigenlijk nog? Kaartjes die op de bus gaan zijn bij mij altijd handgeschreven.
Boodschappenbriefje.
‘Even-onthouden-briefjes’ op het aanrecht.
En op mijn werk: ik maak aantekeningen bij telefoontjes die binnen komen die ik later uitwerk.
Toen ik van de lagere school kwam kon ik mooi schrijven: schuin en aan elkaar.
Ik kan het nog!
Maar toen ik op de MAVO kwam vond ik mijn eigen handschrift kinderachtig. Het was toen in de mode om rechtop te schrijven met ronde letters en niet aan elkaar maar los. Dat ben ik toen gaan doen en vanaf 1973 is het niet erg veel meer veranderd, het ziet er nog steeds zo uit als ik toen in mijn agenda schreef. Op de afbeelding zie je beide varianten.
Toen ik in 1979 bij Justitie in Assen ging werken heb ik nog een Steno-diploma gehaald; toen kon ik meeschrijven als iemand praatte.
Als ik nu een vergadering moet notuleren doe ik dat altijd op mijn laptop.
Als de apparatuur me in de steek laat kan ik het ook nog met de hand, maar de steno ben ik verleerd.
De dag van het handschrift is bedoeld om meer aandacht te vragen voor het belang van handmatig schrijven. De datum wordt in Nederland aangegrepen om een nationale Week van het Handschrift te organiseren, die zich vooral richt op ons Nederlandse onderwijs. Die week is dus deze week van 22 t/m 26 januari en wordt georganiseerd door het Platform Handschriftontwikkeling: zij promoten het belang van het handmatig en cursief schrijven. Het thema van dit jaar is ‘Schrijven is hersengymnastiek’, wat slaat op hoe belangrijk schrijven is voor bijvoorbeeld het creatief denkvermogen en het uitstippelen van een stuk tekst.
Hoe belangrijk is het dat kinderen in deze digitale tijd leren schrijven met de hand?
Daarover las ik een interessant artikel op de website van CNV – Connectief onderwijs: Is handschriftonderwijs nog steeds van deze tijd?
Uit dat artikel licht ik onderstaande alinea over het verschil tussen ‘meetypen’ of ‘meeschrijven’:
Het is bijna niet mogelijk om iemand woordelijk bij te houden op schrift. Daarom filter je automatisch de kern uit een verhaal. Je leert op deze manier snel verbanden leggen en uiteindelijk zorgt dit voor betere leerprestaties. Dus al lijkt het dat de computer het leren schrijven met de hand overbodig maakt, onderzoek wijst uit dat het jonge kinderen helpt hun brein beter te ontwikkelen. Bovendien heb je er op oudere leeftijd nog altijd profijt van.’
Het ‘netjes schrijven’ dat ik leerde op de lagere school is dus wel ergens goed voor geweest; ik heb er nog profijt van! Al is het maar bij het bijhouden van de klaverjaspuntentelling.