De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

17 maart: Een kind offeren.

Gistermorgen waren we niet in Roden, maar we kregen toch alles mee van de kerkdienst in Op de Helte. Een bijzondere viering: een themaviering rond de muziek van Leonard Cohen met als titel ‘How the light gets in’.

Peter van de Peppel uit Assen was de voorganger en er werkte een groepje muzikanten/zangers uit de omgeving mee. Het is heel verfrissend om eens een kerkdienst te hebben waarin het heel anders dan anders toegaat.
We hoorden muziek van Cohen, we kregen informatie over de achtergrond van zijn teksten toegespitst op religieuze thema’s en we zagen video’s waarin de mens ‘Cohen’ werd belicht.
Gerard zei het het na de viering treffend: “Die Cohen was nou niet bepaald een Henk Glimlach”.
Daarom werd het ook beslist geen ‘praisedienst’, maar het stemde wel tot nadenken.

Eigenlijk ken ik niet zoveel muziek van Cohen.
Van vroeger herinner ik me ‘Suzan’ en van later ‘Take this waltz’ en ‘Halleluja’, het meest bekende lied van hem dat natuurlijk gistermorgen ook met de gemeente werd gezongen.
Op dit blog licht ik een lied uit dat ik nog niet kende: ‘The story of Isaac’.
Het lied is gebaseerd op het bekende verhaal van Abraham, die in opdracht van God zijn enige zoon Izaak moet offeren. Als de vader het mes heft om zijn zoon te doden, wordt dit verhinderd door een engel.  Op deze manier wil God de loyaliteit van Abraham testen.  Leonard Cohen heeft grote moeite met dit verhaal uit de bijbel;  in dit lied verplaatst hij zich naar de negenjarige jongen die hij zelf was: op die leeftijd verloor hij zijn vader.
Stel je voor dat je vader je wil vermoorden.
Dat hij je wil opofferen voor God.
Daar vinden wij wel wat van en ook Cohen zelf had grote moeite met dit verhaal.
Hij schreef met ‘The story of Isaac’ een anti-oorlogslied, specifiek bij de Vietnamoorlog.
Het gaat er over dat kinderen/jonge mannen worden opgeofferd ten behoeve van de oudere generatie.
“Jij, die nu altaren bouwt voor het opofferen van kinderen: doe het niet!’ waarschuwt Cohen in dit lied.
“Maar” zei de voorganger gistermorgen “denk niet dat dat nu niet meer gebeurt”
Ook wij offeren kinderen.
Aan de oorlogsindustrie.
Aan de sex-industrie.
Je kunt zelf ook vast nog wel een paar voorbeelden bedenken, waarbij kinderen worden gemangeld/opgeofferd voor het systeem dat wij in onze maatschappij zelf in stand houden.
En dit was nog maar één lied.

Je kunt de viering terugkijken/terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Reageren

16 maart: Gastblog – Remmelt Booij

Vandaag introduceer ik een nieuwe gastblogger: Remmelt Booij.
Hij is net als wij gemeentelid van de PKN gemeente Roden-Roderwolde en hij was tot vorig jaar ook vrijwilliger/rondleider bij de Catharinakerk.
Wij spreken elkaar af en toe; vorige week zondag nog over ‘het geriefbosje’. Bij die gelegenheid vroeg ik hem of hij niet eens een gastblog wilde schrijven op mijn deze website.
Dat leek hem een goed idee; op dit blog stelt hij zich voor.

Mijn naam is Remmelt Booij.
Ik ben geboren op een boerderij in Eemster bij Dwingeloo.
Na mijn huwelijk met Jenny Goelema zijn wij in Roden gaan wonen.
Hier hebben wij genoten van elkaar, van onze kinderen en kleinkinderen en van vrijwilligerswerk en andere activiteiten.
Tot mijn intense verdriet is Jenny, de spil van ons gezin, vorig jaar overleden.

Een van mijn activiteiten is het bezig zijn met en het genieten van schilderijen.
Het kopen en het verkopen en het verzamelen van schilderijen levert prachtige verhalen op.
Het gaat naast de beschrijving van het schilderij altijd over mensen, de kunstenaar, de koper en de verkoper.
Deze verhalen schrijf ik op en noem ‘het schilderijenverhalen’.

Heel bijzonder is hoe ik Ada heb leren kennen: een neef van mij uit Eemster* heeft dezelfde schrijverstalenten en de liefde voor Drenthe en voor muziek als Ada.
Zij ontmoeten elkaar op gezette tijden en hij maakte mij attent op haar site “De waarde van de dag”.

Genieten van de schilderkunst.
Tijdens de Open Atelierroute Noordenveld in mei 2023 exposeerde een kunstenaar in de Catharina kerk in het centrum van Roden.
De bejaarde kunstenaar maakt moderne kunst. Hij is zijn levenslang met kunst bezig geweest, als kunstenaar en als galeriehouder.
Naast de kunst kon ook de Catharinakerk bekeken worden, vandaar dat ik daar als rondleider aanwezig was**.

Ik werd getroffen door een van zijn schilderijen en zei tegen de kunstenaar: “Wat is dat een goed schilderij!”
“Waarom vind je dat?” vroeg hij
Ik legde hem uit hoe ik het schilderij ervoer met de kleurstelling, de vormgeving, de indeling en als belangrijkste waar zich het centrale punt bevindt; in dit geval niet in het midden.
De kunstenaar keek mij verbaasd aan en zei: “Ik heb dit schilderij twaalf keer gewijzigd om het zo te krijgen. Jij vertelt nu precies wat ik met het schilderij heb willen uitdrukken
Hij wachtte even en zei toen: “Iemand die dit ziet moet wel een heel gelukkig mens wezen!”
Dat is de liefde voor de schilderkunst, die je kunt delen met anderen.
(Hierbij een link naar de website van de kunstenaar Hans van der Mark.
Werk van hem is tm 6 april te zien in Kunstencentrum K38 in Roden. )
Daar getuigen ook de veelal positieve reacties van, die ik ontvang na verkoop van mijn schilderijen.

Met schilderijen bezig zijn blijft mijn hobby, waar je nog volop van kunt genieten.
Toen een tijdje terug een koper bij mij thuis een schilderij kwam ophalen vertelde hij enthousiast: “Dat schilderijtje, dat ik eerder van jou gekocht heb, hangt bij mij in de keuken en ik geniet er elke dag weer van.”

Remmelt zal zijn liefde voor kunst/schilderijen ook met ons gaan delen: in de komende tijd zal hij steeds halverwege de maand een schilderij laten zien en zijn verhaal daarbij vertellen.

* de vader van schoonzus Ali. Meer weten? Lees dan nog eens dit blog van vorig jaar oktober: Drents Tableau

** Opmerking Ada: ook ik was toen een middag rondleider en schreef er een blog over.
Zie ‘Komt u voor ‘kunst’ of ‘kerk’?

Reageren

15 maart: Hypermarkt.

Tijdens ons dagje Duitsland wilden wij in het kader van de de ‘trip-down-de-ome-Jo-memorylane’  graag een uurtje kegelen bij Gasthaus Robben waar we ook een hapje zouden eten, maar de kegelbanen waren de hele middag al bezet.
“Zullen we dan naar zo’n groot, Duits warenhuis?” stelden wij voor.
Schot in de roos; Henk en Annette wisten dat er in Meppen een Marktkauf zat.
We waren er rond 15.00 uur en lieten elkaar toen even ‘los’: rond 16.00 u zouden we elkaar weer ontmoeten bij de kassa.

Gerard en ik komen zelden in zulke grote hypermarkten.
Als Hansjes in Bosbessenland liepen wij daar rond en we lieten ons verrassen.
Dan kom je van alles tegen waarvan je eigenlijk niet wist dat je het nodig had.
En toch had je het nodig…..
Bijvoorbeeld anti-slip-sokken voor tijdens de FysiYoLateslessen van Trijntje.
Uitsteekvormpjes voor speculaasjes in de vorm van een hartje en een engeltje.
Sloffen voor Gerard met een stroeve zool zodat hij niet uitglijdt.
Een kookwekker.

‘Wat fijn dat we hier nou eens samen de tijd voor hebben’ constateerden we.
Ook Gerard kwam tijdens onze dwaaltocht langs de stellingen nog op een ideetje: door mijn uitsteekvormen bedacht hij dat hij op bak-gebied ook nog iets miste.
Wist je nog niet dat Gerard tegenwoordig ook brood bakt?
Dat zou je al lang moeten weten, maar het gastblog dat hij daarover zou schrijven is in de vaagheid blijven hangen.
Wordt vervolgd!
Maar terug naar de bak-benodigdheden.
Gerard zei: “Volgens het broodbakboek van Frea MOET iedere bakker zo’n olieverstuivertje hebben. Om een bakblik in te spuiten en om even je handen in te vetten voor het kneden enzo….”
Tuurlijk. Handig joh. Gaan we zoeken.
Hoe heet dat in het Duits?
Eeeeh…hoe heet het in het Nederlands?
Oliedispenser.
Google translate kwam op öl-sprüh-flasche.

…zum giessen und zum sprühen…..

Wij zoeken naar een öl-sprüh-flasche, maar wij stuitten op de overbekende bomen in het bos: we zagen ze niet.
Toen toch maar een medewerkster gevraagd.
Die liep er blindelings naar toe en legde uit dat het ding zelfs twee mogelijkheden had: zum giessen und zum sprühen.
Helemaal blij liepen we met onze aankopen naar de kassa, waar broer en schoonzus na drie kwartier inmiddels ook in de rij stonden.
Die hadden hele andere boodschappen in hun karretje.
Dingen waarvoor de meeste mensen naar Duitsland gaan 😉

Reageren

14 maart: Groningen zooals het vroeger was (4) – de Poelepoort.

In de serie ‘Groningen zooals het vroeger was’ vandaag een blog over De Poelepoort.
In het boekje dat ik van Essina kreeg staat een pentekening van C. Pronk uit 1754: Binnen-Poelepoort  met omgeving, van de buitenzijde gezien.
De afbeelding hiernaast heb ik gefotografeerd vanuit het boekje; als je er op klikt krijg je een vergroting.

De Poelestraat wordt voor het eerst genoemd in 1325. In de middeleeuwen heette hij Polstraat; de straat liep vanaf de Hondsrug naar de weilanden in de bedding van de Hunze.
‘Pol’ betekent: hoger gelegen gronden, ook wel wierde genoemd. Net als bij Paddepoel: die wijk is vernoemd naar een voormalig blokhuis dat op een hoogte lag. Padde was de naam van de bewoners, poel was de hoogte waar het huis op stond.

Terug naar de poort.  De eerste versie werd gebouwd in de 13e eeuw. In 1470 was de stad zo gegroeid, dat ze moest worden ‘uitgelegd’: er kwam een nieuwe stadsmuur en de Poelepoort werd verplaatst. Hij stond tussen de Schoolstraat en de Schiemakersgang. Het brede gedeelte van de straat achter de poort was oorspronkelijk een weerplein; deze verbreding diende om het Stadse leger achter de poort op te kunnen stellen. Daar werd vroeger ook de paardenmarkt gehouden; tegenwoordig is dit in de zomer één van de grootste terrassen in de stad Groningen.
In het begin van de zeventiende eeuw verloor de poort haar functie als toegangspoort van de stad. Vanaf die tijd werd het solide bouwwerk alleen nog als gevangenis gebruikt. Die functie hield het tot 1828: toen besloot het stadsbestuur de poort af te breken.

Nog even leuk: op zoek naar informatie over de Poelepoort kwam ik terecht bij een een video van OOG TV. In coronatijd ontdekten heel veel mensen het wandelen en OOG TV speelde daarop in met de serie ‘Stadswandelingen’. In de negende afleveren wandelen Beno Hofman en Mirre van de Klok door het uitgaanscentrum van Groningen en ze laten o.a. zien waar de Poelepoort heeft gestaan. Maar ze vertellen nog meer Middeleeuwse verhalen: Café ‘De Spieghel’ bijvoorbeeld was toen een herberg. Verder kom je ook iets te weten over een oase van rust in hartje binnenstad: het Pepergasthuis. Dat werd gesticht in 1405 gesticht door vader en zoon Solleder. Het begon ooit als gasthuis voor pelgrims die naar Groningen kwamen. Men geloofde namelijk dat er in de Martinikerk een relikwie bewaard was van Johannes de Doper, namelijk zijn arm.

Hierbij een link naar dat filmpje van ongeveer acht minuten.

Wil je echt het naadje van de kous weten over de Poelepoort?
Hierbij een link naar de website ‘Nazaten De Vries‘, waar ik een uitgebreid artikel vond met veel interessante informatie en afbeeldingen van deze oude stadspoort.

In augustus 2023 begon ik met deze  serie over de stad Groningen, naar aanleiding van een boekje met oude lichtdrukken dat ik kreeg van Joop en Essina.
Hierbij een overzicht van de delen die aan dit blog vooraf gingen:

Deel 1: ‘Gezicht op Groningen vanaf de westzijde 

Deel 2: ‘De geschiedenis van de A-Poort.’

Deel 3 : De Grote markt en het gemeentehuis.

Reageren

13 maart: Pappardelle met gorgonzola.

Op januari vertelde ik over onze nieuwe kalenders.
Van de Taalkalender heb je inmiddels al wat voorbij zien komen in de 43 editie van  Nederlands maar dan anders en ik had beloofd dat ik ook zou laten horen als we iets van ‘Quick Dinners’ gingen eten.
Tegenwoordig ben ik niet meer de enige die kookt: ook Gerard staat regelmatig achter het fornuis (lees: de inductie-kookplaat).
Hij ging het kalenderblaadje van 13 januari uitproberen met de woorden: “Wij kunnen best eens wat vaker vegetarisch eten.”

Het heette ‘Pappardelle met gorgonzola’: 5 ingrediënten – bereidingstijd 10 minuten.
Dit heb je nodig voor 2 personen.

– 250 gram verse pappardelle.
hadden wij niet, maar wel tagliatelle van de Jumbo, dat kon volgens Gerard ook wel.
Maar als pasta niet vers is weegt het veel minder, dus wij hadden aan 125 gram genoeg.
– 2 flinke handen walnoten
– 1 ui
– 400 gram verse spinazie
– 100 gram Gorgonzola.
Vonden wij achteraf te weinig, wij adviseren 200 gram.

Dit moet je doen:
– Kook de pasta volgens de aanwijzingen op de verpakking.
– Verwarm een koekenpan en rooster de walnoten 1 minuut.  Laat ze daarna afkoelen en hak ze grof.
– Schil en snipper een ui, verwarm een scheutje olie in een koekenpan en bak glazig.
– Voeg de spinazie toe en bak mee tot deze helemaal is geslonken.
– Snijd de Gorgonzola in stukjes.
– Giet de pasta af en voeg deze samen met de gorgonzola, walnoten, en een scheutje olijfolie toe aan de pan met spinazie.
Goed doorroeren en op smaak brengen met peper en zout.

Zo zag het er bij ons uit.
Het was heerlijk; dit gaan we zeker nog een keer weer koken!
De volgende keer doen we de gorgonzola er op het laatst bij in: die was nu helemaal gesmolten en vond je haast niet meer terug in het gerecht.

Reageren

12 maart: Vrij uitzicht.

Van buurvrouw Bonny kreeg ik in januari een boek te leen van de schrijfster Anya Niewierra.
“Heb je daar nog nooit van gehoord? Haar boeken zijn echt een hype! Titels als ‘Camino’ en ‘Het bloemenmeisje’  hebben zelfs prijzen gewonnen in het thriller-genre.”
Het boek dat ik meekreeg heet ‘Vrij uitzicht’ en is haar eerste thriller, het staat zelfs omschreven als een literaire thriller.

Het speelt zich grotendeels af in het Zuid Franse dorpje Mosset.
Tess Clement, een succesvolle vastgoedmakelaar van middelbare leeftijd, draagt een diep geheim met zich mee.
Haar moeder is overleden, haar man is er met een jongere vrouw vandoor en ze besluit dan om de confrontatie met het verleden aan te gaan.
Ze gaat in Zuid Frankrijk de oude vakantieliefde Benoit opzoeken, maar er is iets aan de hand met het dorpje.
Er zijn vrouwen op een raadselachtige manier verdwenen en in één van die verdwijningen speelde Tess in 1983 ook een rol.

Je leest het verhaal vanuit twee gezichtspunten.
De ene ik-figuur is Tess; ze is nog steeds verliefd op Benoit.
Je leest hoe ze na een tijdje besluit te gaan wonen in Frankrijk en hoe ze haar plek verovert in Mosset, wie ze allemaal leert kennen en wat het allemaal met haar doet. Halverwege het boek koopt ze het middeleeuwse kasteel om er op den duur een verblijf voor toeristen van te maken.
De andere ik-persoon (die bladzijden zijn cursief gedrukt)  is een geheimzinnige figuur die vanuit een geheim deel van het kasteel opereert. Die bespioneert Tess, dwarsboomt haar plannen en jaagt haar op met e-mails en enge berichtjes.
Je leeft met beide hoofdrolspelers mee en je vraagt je na 300 bladzijden in arrenmoede af wie van de dorpsbewoners die geheime kasteelbewoner is.

Het is spannend verhaal, maar het duurde me allemaal wat te lang.
Het boek heeft meer dan 400 pagina’s, ik had niks gemist als het 150 bladzijden korter was geweest.
Verder wordt er heel lang toegewerkt naar een plot, dat aan het eind in een paar bladzijden wordt beschreven.
Ik had het gevoel alsof dat gedeelte door de schrijver was afgeraffeld, het was mij allemaal net wat te kort door de bocht.
Die laatste hoofdstukken hadden juist wel wat meer uitgesponnen mogen worden: nu blijf je achter met duizend-en-één vragen.

Neemt niet weg dat ik erg heb genoten van het boek, dus ik ga nu op zoek naar één van haar andere titels!

Reageren

11 maart: Camping Sievering Steinbild

Zaterdagmorgen rond 11.00 uur vertrokken we vanuit Westerbork voor ons dagje Ems/Noord Duitsland, op zoek naar de camping van Ome Jo.
We gingen niet over de grote wegen, maar binnendoor.
Dan kom je door dorpen als Sellingen, Laude en Jipsinghuizen.
Prachtig daar.
Henk wist dat de camping eigendom was van de familie Sievering en wist ook nog wel waar die ongeveer zat.
We staken de Ems over en na wat zoeken in het dorpje Steinbild vonden we de weg naar de camping.

We hadden een picknickmand meegenomen en hoopten dat we ergens aan de oever van de rivier konden zitten.
Toen we de weg naar de camping opreden kwamen tegelijkertijd ook de herinneringen weer naar boven.
“O ja, die weg met dat hoogteverschil tussen links rechts”
“Daar zat de ‘bute'”
“De wat….?”
Bleek een soort kantoortje te zijn waar de gasten werden verwelkomd en waar je patat en drinken kon halen.
Het was beslist niet uitgestorven op de camping; mensen waren buiten rondom hun caravan bezig of stonden buiten te teuten.
We hoefden ons nergens te melden en konden gewoon de camping oplopen.
Maar Gerard had andere plannen: die zat al ongeduldig op een picknickbank bij het water te wachten met de broodjes, want die moest eerst iets eten.
Wat een zaligheid: in lekker voorjaarsweer buiten picknicken aan de oever van de rivier.

De camping had nog steeds dezelfde uitstraling als toen ome Jo er zat.
Niet heel chique en niet heel aangeharkt.
Iedereen groette iedereen: “Moi” en op het welkomst-bord hing een briefje van de tijden waarop de Nederlandse kaasboer Henk uit Winschoten langskwam met zijn kaasbus.
We liepen de camping over op zoek naar ‘iets’ van ome Jo.
“Hij stond vlak bij een soort talud waar hij met die boot in het water kon….” en warempel: we vonden dat plekje.
“Dan stond hij hier ergens….”
Op de afbeelding links zie je ons staan.

In de fotoboeken die we hebben geërfd van onze ouders staat welgeteld één foto van ‘oons Jo op de camping in Steinbild’.
Hij zit voor zijn tent op zo’n typisch campingstoeltje uit de jaren ’70.
Ome Jo overleed in 2005.
Dit jaar is dat twintig jaar geleden; we hadden hem de hele dag even weer op het netvlies.
Evenals onze ouders, de familiedagen, verjaardagen en andere goede familieherinneringen.
Goed om dit af en toe met elkaar te delen.

Reageren

10 maart: Als het om de aarde gaat…..

“En ineens was er deze week 800 miljard beschikbaar voor de herbewapening van Europa.
Geregeld in een week tijd met grote urgentie, omdat het over oorlog gaat en over onze veiligheid.
Maar als het om de aarde gaat…..”

Zo begon Sybrand van Dijk aan de overdenking in de viering van gistermorgen.
Die was mede-georganiseerd door de werkgroep Groene Kerk.
Wat de dominee ons vertelde voelde ongemakkelijk, want we hebben allemaal kilo’s boter op ons hoofd als het om het uitputten van de aarde gaat. Ik citeer een paar zinnen:
“We weten het allemaal heel goed, maar we hebben er helemaal geen zin in. We verzinnen smoezen en stellen maar uit.”
“Wij lazen vanmorgen de 10 geboden en hoorden ‘Gij zult niet stelen’, maar wij stelen van de aarde, want wij geven niets terug van wat wij eruit halen.”
Het was een bevlogen betoog en ik kan het allemaal niet in dit blog benoemen, maar het is beslist de moeite waard om deze kerkdienst even terug te kijken.

Tijdens de collecte werd er niet alleen geld ingezameld, maar er werd ook iets uitgedeeld: een briefje met 9 duurzame tips die je eenvoudig kunt toepassen in je eigen leven.
Maar er waren te weinig briefjes….. ik denk in het kader van duurzaamheid. Maar er werden foto’s van gemaakt en doorgeappt, zodat iedereen toch de tips tot zich kon nemen. Als service van de zaak gaan ze ook als afbeelding op dit blog: er op klikken voor een vergroting.

Het was gistermorgen de eerste zondag van de 40-dagen tijd. Aan het begin besteedde de predikant aandacht aan de liturgische bloemschikking: het basisstuk dat tot Pasen met ons mee zal gaan en wekelijks zal worden aangepast. We zien een rommelig nest gemaakt van oude en nieuwe ranken en takken. Door deze rommel heen ranken van klimop. In dit nest ligt een ei. Gedachte daarbij is: uit het oude kan iets nieuws komen, ook al lijkt het nu nog hopeloos. God is nabij. Geef het goede nieuwe, tijd van aandacht.

De liederen die onze cantorij zong in deze viering waren ook afgestemd op het begin van deze vastenperiode.
Een mooie diversiteit van liederen, waarbij de solo van Karel in het kyriëlied indruk maakte.
Toch even terugluisteren dus, deze dienst.

Vlak voor de zegen maakte Sybrand van Dijk ons nog attent op het fenomeen ‘boerengeriefbosje’; daar had ik nog nooit van gehoord.
Het zijn bosjes waarin de boer hout liet groeien dat hij nodig had voor zijn boerderij: takken voor bezems en borstels, dikkere takken voor hekjes en afzettingen en dikke bomen om balken van te maken voor het bouwen en/of herstellen van schuren.
De boer zag nooit de dikke bomen die groeiden uit de jonge aanwas die hij plantte: dat hout werd pas geoogst door zijn kleinzoon.
“Als we nou zo weer leerden leven, dat er niet alleen vandaag, maar ook morgen en overmorgen is.”
Een mooi beeld.
Na de dienst vroeg ik Remmelt (oet Dwingel) of hij dat fenomeen ook kende.
Het bleek dat hij zelfs eigenaar van zo’n geriefbos was; een perceeltje van ongeveer een halve hectare.
Weer wat geleerd.

Reageren

9 maart: Meer dan 24 uur.

Vorig jaar werd mijn broer 60. Ook al vintage!
Wij gaven hem geen cadeau, maar een uitnodiging voor een familie-uitje: met z’n vieren een dagje weg.
Het tweede weekend van maart leek misschien nog wat vroeg in het jaar, maar we hoopten dat het weer een beetje mee zou vallen.
‘Meevallen’ is een understatement: zulk fantastisch weer hadden we absoluut niet verwacht!

Het reisdoel van zaterdag 8 maart was familie-gerelateerd: we gingen nog eens een bezoek brengen aan de camping van Ome Jo.
Het was de jongste broer van mijn vader en lichtelijk onaangepast; daarover schreef ik al eens blog met de titel: Ome Jo en Rudolf Schock.
Hij bleef zijn hele leven lang vrijgezel, deed door zijn levensstijl af en toe wat stof opwaaien in de familie en ging altijd zijn eigen, ondoorgrondelijke gang.
In de jaren ’70 had hij een vaste plek op een camping aan de Ems in Steinbild, een dorpje in Duitsland ter hoogte van het Groningse Sellingen.

Dit uitje besloeg meer dan 24 uur, want we nodigden hen uit om alvast op vrijdag bij ons op Casa Grada in Westerbork te komen.
’s Middag om 17.00 uur zaten we met z’n vieren aan de vrijdagmiddagborrel op ons terras aan het water.
Niet te geloven!
7 maart, 18 graden!
En wat fijn dat je dan meer dan 24 uur hebt om eens uitgebreid met z’n vieren bij te praten.
De laatste keer dat we elkaar zagen was begin januari op verjaardag van hun zoon Cor, maar toen spraken we vooral Annette’s broer en zijn zoon; zo gaat dat nu eenmaal op verjaardagen.
Tijdens het avondeten genoten we van zelfgemaakte nasi goreng met kipsaté en toebehoren en die avond zaten we met elkaar te kijken naar de quiz Twee voor Twaalf, waar we allemaal fan van zijn en waar we anders elkaar wel eens over appen. Dan moet je denken aan teksten als “So hee, wát een goed koppel was dat!” en “Wat zoekt die vent slecht…. die hebben daar toch ook niets te zoeken.”

Later die avond bereidden we ons alvast wat voor op het reisdoel van de volgende dag en haalden herinneringen op aan Ome Jo en aan die keren dat wij als gezin daar op die camping geweest waren. Mijn broer ging daar later ook graag in zijn eentje of met vrienden naar toe.
Mooie verhalen.
Over de speedboot die ome Jo in een opwelling had gekocht, maar die heel duur was in onderhoud.
En de benzine was ook niet goedkoop….
Over hele weekenden klaverjassen.
Over te veel drank en een vrijgezellen-caravan waar mijn moeder als propere huisvrouw van gruwde.
Over de Familiedag Vrieswijk, die ome Jo (als het zijn beurt was) altijd organiseerde in Duitsland met altijd dezelfde inhoud: kegelen en schnitzels eten.

We besloten de dag bij kaarslicht aan het water.
Toen was het al 8 maart…..
In de komende tijd zal ik af en toe in een blog iets vertellen over onze reis.
Over de öl-sprüh-flasche bijvoorbeeld. En over ‘ein Holländisches Vitamienchen‘. En of we die camping überhaupt wel hebben gevonden….?

Reageren

8 maart: Gien populair underwarp.

As ’t over de streektaol giet op  dizze website, dan is dat meestal met een verhaol van mijzölf, maor vandage vraog ik andacht veur mien collega-schriever in de rubriek Moi Noordenveld in ‘De Krant’.
Heur naam is Hennie Bouwman-Westerhof en ze komp uut Nörg.
Hierbij een link naor wat meer informaotie van heur op de website van ‘Het huus van de taol‘.
Zij schreef de column van dizze weke en het raakte mij.
Ze vertelt over heur depressie.
Geen populair underwarp en ok niet makkelijk liekt mij um daor over te schrieven.

Daor praot ie ok niet gauw over.
A’j mekaar tegenkomt in de supermarkt en ie vraogt: “Hoe is’t?” dan zeg men toch al gauw “Goed heur. En met je?”
Hennie vertelt dat ze een paar keer diep in de putte zeten hef “en a’j dat een keer metmaakt hebt, dan blef die putte aaid bij je in de buurt.
Wat goed dat ze der over schref. Het is vast herkenbaar veur hiel veul mensen.
Ik heb een foto maakt van de column van Hennie en daor he’k een PDF van maakt: hierbij een link naor heur verhaol Henderkien
dan ku’j ’t ok eem lezen.
Te klein? Ie kunt de tekst vergroten: “Ctrl” vastholden en tegeliekertied op “+” drukken um te vergroten.

Daniël Lohues is ok een Drent die niet under stoelen of banken schöf dat e sums last hef van depressies; hij hef der al hiel wat vassies over schreven.
Dizze maond (Meertmaond Streektaolmaond) is zien neie single uutroepen tot ‘de schijf van NPO Radio 5’.
Hij was te gast in het ochtendprogramma van Bert Haandrikman en vertelde dat hij nao de winter eem ‘diep zat’ en dat hij toen opknapte umdat e mus lachen um een appie van een goeie vriend.
Het liedtie dat e daor bij schreef hef de toepasselijke titel ‘Licht in de duusternis‘ .
Hij gef in dat liedtie een advies: “zuuk dan wat op um te lachen, dan he’j in elk geval lacht, dat he’j in elk geval wat…’
Ok eem luustern?
Hierbij een link naor het lied.
….dat heb ik lange mist, licht in de duusternis.”

Hennie en Daniël maakt oons bewust van het feit dat het veur sommige meinsen echt niet metvalt.
De umgeving kan daor niet altied wat an doen, maor vergeet ze niet; alle kleine beeties helpt.
Net as dat iene keersie in een pikdonkere kamer.

Reageren

Pagina 4 van 371

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén