De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

2 april: “Waar is dit voor?”

Gisteren waren we weer even compleet met ons gezin.  Tweede Paasdag combineerden we met het vieren van onze  41e trouwdag. Een gezamenlijke lunch, een boom klaverjassen, thee/koffie met ‘de slacht’ van de grote chocolade paashaas en paaseitjes die heel hard gingen.  Rond 18.00 uur hadden we een grote, ronde tafel besproken bij Jasmijn Garden in Assen; een ‘Wok-Live cooking-Buffet-restaurant waar wij graag met een groep neerstrijken.
We toasten met elkaar ‘op weer een jaar én op elkaar’ en genoten van al het lekkers dat we konden wokken, bakken en opscheppen.

Midden op die ronde tafel bevond zich een groot glazen draaiplateau (zie de afbeelding hiernaast).
“Waar zou dit voor zijn?”
Verschillende mogelijkheden passeerden de revue: dat je je favoriete gerecht naar je toe kunt draaien als je een rijsttafel hebt besteld?
Dat je elkaar gerechten kunt laten proeven door ze ‘door te draaien’? Om de vuile vaat op te zetten?
Dat laatste leek ons de meest plausibele verklaring, dus na de eerste ronde zetten we de soepkommen en lege flesjes op die schijf en zowaar: ze werden na een tijdje opgehaald.
Ondertussen moet iedereen er natuurlijk aan zitten en even aan draaien.
Halverwege de maaltijd ontdekten de Waninges nog een handig aspect van het draaiplateau.
Niet iedereen ging namelijk na het halen van eten weer op dezelfde plek aan tafel zitten, maar schoof gezellig naast iemand anders.
“Kun je mijn Rivella even doordraaien? Die staat nog aan de overkant.”
“Wie wil mijn bestek even deze kant op draaien? Ligt dáár nog ….”

We kregen het over de datum: het was namelijk gisteren 1 april.
Ik vertelde dat Gerard mij ’s morgens al voor de gek hield.
Wij willen achter ons huis een nieuwe grasmat; hij had zaterdag graszaad gezaaid op het inmiddels kale, zwarte stuk grond bij ons achter het huis. Hij stond voor de schuifpui naar buiten te kijken en zei: “Ik geloof dat het gras er al doorkomt!”
Ik schudde mijn hoofd over zijn grenzeloze optimisme en antwoordde: “Dat kan niet, Gerard” maar keek toch speurend naar buiten.
Lachend constateerde hij: “Nee hè? Het is ook nog maar 1 april….”
O ja. Ingestonken.

De kinderen kwamen met het verhaal van de 1-aprilgrap van de HEMA; die hadden een ‘Rookworst-Drive-through’ bedacht.
De dames vonden het eigenlijk jammer dat het grap was, die zagen zich zelf nog wel eens zo’n rookworst snaaien langs de snelweg.
Gerard en ik hadden gehoord dat bij RTV Drenthe een nieuw themakanaal van start ging: Dreuge Worst TV.
Daarop kun je 24 uur per dag live het betoverende droogproces van worsten aan de wiemel volgen.
Dat kan toch haast niet waar zijn?

Maandag is altijd een werkdag voor mij, maar gisteren vierde ik echt mijn vrije dag.
Gistermorgen zaten Gerard ik lekker uitgeslapen met z’n tweeën aan de koffie en we bedachten dat ons leven er zo uit ziet als we ooit met pensioen gaan.
Later.
Als we groot zijn 😉

Reageren

1 april: Anders dan verwacht.

Gerard en ik hadden 1e Paasdag niets.
De kinderen komen allemaal tegelijk op Paasmaandag, dus de zondag waren we vrij.
We kunnen dan samen nog even zo heerlijk mijmeren en terugkijken op vroeger.
Toen de Paasdagen altijd propvol zaten.
Meestal moesten we op 1e Paasdag wel ergens zingen en de rest van de twee Paasdagen werd doorgebracht bij ouders/schoonouders of bij ons; samen eten & drinken, eieren zoeken en spelletjes doen.
Gezellig!
Maar ook wel vermoeiend; na twee dagen waren we blij als de kinderen ’s avonds in bed lagen en wij met z’n tweeën nog een spelletje Triviant konden doen. Of de krant & weekendbijlage lezen…..

Sinds onze moeders er niet meer zijn hebben we altijd één van de Paasdagen niets.
En we koesteren natuurlijk de goede herinneringen aan wat was, maar we vinden het in deze levensfase ook wel prima.
We dachten dat we niks gingen doen. Borduren? Lezen? Zoiets.

Na de kerkdienst werden we uitgenodigd door nicht Lianne voor een borrel.
Gezellig! Gaan we nog een spelletje doen? Han had de kaarten al in de handen, dus we gingen klaverjassen.
En ondertussen bijpraten.
Om 14.00 uur waren we thuis.
Het was prachtig weer, dus na het eten gingen we een uurtje fietsen.
Nieuw Roden, Poolswijk, Oost-Indië, Leek.
Bij Landgoed Nienoord was het al weer een drukte van belang!
Toen we aan de thee zaten kwam de buurman even langs. Hij is al een tijdje weduwnaar en kwam zijn nieuwe vriendin voorstellen.
Daar zat hij, bij ons op de bank, de man die wij vijf jaar geleden leerden kennen; toen was hij verdrietig, lamgeslagen en ook nog ziek.
Gistermiddag was dat beeld helemaal gekanteld: vrolijk teutend schetste hij zijn huidige leven.
“We halen er uit wat er in zit!”
Ook met hen was het gezellig.

En zo was de 1e Paasdag al weer bijna om.
Gisteravond was het zondagavond en dan doen we altijd een spelletje.
Gezellig!

Niet geborduurd, niet gelezen.
Anders dan verwacht, maar toch: wat een waardevolle dag!

Reageren

31 maart: Rabboeni.

Als je bent opgevoed met kerk en bijbel, dan weet je onmiddellijk bij welk verhaal het woord ‘Rabboeni’ hoort: het opstandingsverhaal dat op paasmorgen gelezen wordt.
Het woord wordt uitgesproken door Maria Magdalena, die zich van het lege graf heeft omgekeerd en ‘Rabboeni’ zegt als ze Jezus herkent.
Vanmorgen in de PKN-viering op deze 1e paasdag werd de betekenis van het woord ons uitgelegd door voorganger Walter Meijles.
Het is een soort eretitel waarmee in Israël leerlingen hun meester aanspraken in de tijd van Jezus. Het is een Aramees woord, een soort overtreffende vorm van Rabbi.

In de preek kwamen voor mij twee dingen bij elkaar: de krant en de kerkdienst.
In de weekendbijlage van het Dagblad van het Noorden stond een interview met pater Hugo, de kluizenaar van Warfhuizen.
Dat had ik zaterdagavond gelezen. Een klein citaat uit dat artikel:

De sleuteltekst om Pasen te begrijpen is een lijdensvoorspelling van Christus zelf. Hij noemt zich daar een graankorrel die in de aarde valt. Als die heel blijft, dan blijft hij alleen. Maar als hij sterft brengt de korrel veel vrucht voort.

Daar is eigenlijk niks mysterieus aan. Het hart van het christendom is dat je jezelf moet geven om te worden wie je ten diepste bent. Je moet je geslotenheid opgeven, ook als dat ten koste gaat van je eigenbelang,  je eigen eer en zelfs je eigen leven.

Dat is best een dingetje in deze wereld waarin eigenbelang, streven naar macht, lijfsbehoud en persoonlijk succes vaak de maat der dingen zijn. Als je op jezelf gericht bent, is de stuwende kracht naar binnen gericht. Dan ontkiemt de graankorrel niet. Wij zijn daartoe geneigd omdat wij bange mensen zijn. Daar gaat Pasen ook over, over het overwinnen en loslaten van de angst. Jezelf durven geven omwille van de ander/de anderen.

Aan het einde van de preek zei Walter Meijles woorden van gelijke strekking.
Jezus verdient door de manier waarop hij zijn leven heeft geleefd en waarop hij is gestorven die eretitel waar Maria Magdalena hem mee aanspreekt: Rabboeni.
Wij kunnen ook in onze tijd nog veel van deze rabbi leren.

Heb je in deze dagen wel heel vaak het Passieverhaal gehoord, maar weet je eigenlijk niet precies hoe het daarna verder ging?
Hierbij een link naar de website Online-Bijbel waar Johannes het verhaal vertelt.

Reageren

30 maart: Geen traan.

Donderdagmiddag tijdens het bereiden van een spruitjes-spekjes-ovenschotel hoorde ik het laatste deel van de podcast ‘Een lijdensweg’ van het Concertgebouworkest.
69 afleveringen en 13 uur verder weet ik alle bijzonderheden, details, achtergronden en wat verder nog nuttig is om te weten van dit majestueuze stuk. Gistermiddag heb ik de hele Matthäuspassion gezien op NPO 2; het was een uitvoering van Ars Musica uit 2016, opgenomen in de Pieterskerk in Leiden. Maar dat was nog niet het laatste wat ik hoorde van dit stuk van Bach.

Gerard en ik hadden kaarten voor Musica Extrema & Noraly Beijer in theater ‘de Winsinghhof ‘ in Roden gisteravond: een uitvoering van de Matthäus Passion in een modern jasje . Minder zwaar en sneller.
En…… in het Nederlands! Er wordt gebruik gemaakt van de vertaling van Jan Rot.
Geen podium met koren en solisten, maar twee zangers.
Geen dubbel orkest maar een combo: viool, saxofoon, accordeon, cello en piano.
Als het verhaal begint horen we niet “Da Jesu diese rede volendet hatte….” van de evangelist/tenor maar verteller Noraly Beyer.
Het klassieke meesterstuk in een eigentijdse uitvoering, voor iedereen begrijpelijk, religieus of niet.

Het was de eerste keer dat Gerard met mij meeging naar een uitvoering van dit stuk; hij houdt niet zo van klassieke muziek en dit leek hem nog wel om door te komen.
Was ook zo.
Aan het begin werd uitgelegd dat er geen koor was: de koralen werden, net als Bachs tijd, gezongen door het publiek, dus wij zongen mee met de overbekende melodieën, maar in het Nederlands klonk het toch heel anders.
Alle melodieën die we gisteravond hoorden klonken bekend, maar dat was ook het enige herkenbare.
De instrumentale begeleiding was met name heel anders: Latijns-Amerikaanse bewerkingen van de bekende stukken kregen we te horen, arrangementen met een jazz-achtige ondertoon, soms heel snel en opzwepend, soms met salsa-invloeden  maar soms ook heel traag en meeslepend.
De twee zangers namen bijna alle partijen voor hun rekening, maar twee van de mooiste aria’s werden instrumentaal gedaan.

Bij de uitgang waren de meningen verdeeld.
Het is niet eerlijk om een vergelijking te maken met de klassieke uitvoering van de Matthäus, dat is appels met peren vergelijken.
Door de teksten van Jan Rot kwam het lijdensverhaal van Jezus wel goed over, maar wat mij betreft sloeg die vertaling ook wel eens helemaal de plank mis.
Bijvoorbeeld bij een passage over Abraham die zijn zoon zou moeten offeren (dat komt in het origineel helemaal niet voor) en ook bij het koraal dat wordt gezongen nadat Jezus is overleden. ‘Wenn ich einmal sol scheiden’ was vertaald met ‘Ver achter gindse heuvel, daar hing een tweede lijk. Ook Judas was gesneuveld voor Jezus’ koninkrijk….. ‘.

Het was spectaculair, het was korter, het was herkenbaar want de muziek van Bach blijft natuurlijk prachtig, maar het zorgde ook geen moment voor ontroering.
De gewijde sfeer die altijd in een concertzaal hangt bij een uitvoering van een klassieke Mattheüs was er nu niet.
Ondanks dat hebben we genoten van deze bijzondere en aangename avond.
Maar volgend jaar weer een ‘gewone’.
Vanmorgen las ik in de krant de column van Daniël Lohues over de Matthäuspassion.
Hierbij een link.
Amen.

Reageren

29 maart: De achterste rij.

Waar ik zat kon ik de achterste rij niet eens zien.
De cantorij stond gisteravond in de Witte Donderdag-dienst in de Catharinakerk naast de preekstoel (waar we met het Carols-koor ook stonden). Voordeel: er is veel minder afstand met de gemeente; anders staan we namelijk altijd in het koor, veel verder weg. Nadeel: het koor is minder zichtbaar. Maar het gaat tenslotte bij de cantorij vooral om het hoorbaar zijn, dus wat mij betreft volgende keer weer.

Gistermiddag had ik in de mail al gezien dat er die avond een groot probleem was: cantor Karel was ziek!
Hij is niet alleen dirigent voor het koor, maar heeft ook een dragende rol in de liturgie, dus hij kon eigenlijk niet gemist worden.
Daar kwam bij dat voorganger Sybrand van Dijk ook nog niet helemaal fit was na een ziekte (beetje zweterig en wiebelig zoals hij zelf zei), dus de omstandigheden waren beslist niet optimaal. De koorleden die ik op hun weg naar de wc na het inzingen even vluchtig sprak waren er dan ook niet gerust op. Voor de dienst begon nam Sybrand het woord en stak de cantorijleden én zichzelf een hart onder de riem.
Hij memoreerde een optreden van de beroemde Maria Jaoa Pires die overgevlogen was om een zieke pianist te vervangen bij een pianoconcert van Mozart. Zij had zich voorbereid op het verkeerde stuk.* “Maar ze speelde het toch omdat ze het zó goed kende! Dat geldt ook voor ons vanavond: je hebt zo hard geoefend, de stukken zitten in je hoofd, maar vooral in je lijf. Het gaat lukken!”

Het ging goed.
Vast anders dan bij Karel, maar nu gaf tenor Jelle aan wanneer er gezongen moest worden en door wie.
Het eerste stuk was prachtig, met een zowaar een paar solo’s!

Witte donderdag.

Voorts ben ik van mening dat koorzang niet altijd perfect hoeft te zijn: de cantorij fungeert als ondersteuning bij de gemeentezang en dat was gisteravond beslist het geval, want de liederen en responsies waren veelal onbekend.
We vierden het Heilig Avondmaal. Dat vind ik in de Witte Donderdag-viering altijd indringender dan op een zondagmorgen.
Jammer dat het Ubi Caritas dat er bij gezongen werd veel te snel werd begeleid op de piano, zodat het meer op een meezing-schlager leek.
Daar had ik eigenlijk veel meer moeite mee dan met de af en toe onzekere cantorij.

Na afloop ontmoette ik een paar cantorijleden bij de kapstokken.
“Complimenten: goed gedaan ondanks het gemis van Karel.”
Het was heerlijk om elkaar even weer te zien.
Sinds half januari (toen ik ziek werd) heb ik al niet meer meegezongen en ik heb het koor en de repetities erg gemist.
Het heeft nu wel lang genoeg geduurd; aanstaande dinsdag sta ik weer op de achterste rij tussen Ilse en Klaas in.

* hierbij een link naar een YouTube-video van dat voor de pianiste verschrikkelijke moment en hoe ze het toch oppakt.

Reageren

28 maart: Naar Betty.

In januari schreef ik over de problemen die ik heb met mijn stem in het blog ‘Ik was de bas’.
Daarin schreef ik dat ik naar de huisarts zou gaan en die heeft me verwezen naar Betty.
Zij is stemcoach, logopedist en stemtherapeut; twee sessies heb ik inmiddels bij haar gehad.

Ik moet eerlijk bekennen: met enige schroom ging ik naar haar toe.
In mijn jeugd heb ik gestotterd; op de kleuterschool kreeg ik spraakles, maar dat heeft mij toen niet geholpen; het maakte mij alleen maar een uitzondering.
Meer weten? Lees dan het blog ‘Zwaar van tong‘ uit 2018.

De eerste afspraak was vorige week en dat was een intake: problemen in kaart brengen, hoe klinkt je stem dan, hoe adem je dan en wat is je doel. Het doel staat mij helder voor ogen: ik wil graag weer vrijuit zingen en het liefst ook weer een beetje hoger.
Waar het bij mij mis gaat was na dat eerste gesprek ook al wel duidelijk: ik heb niet genoeg ademsteun bij het zingen.
De opdracht die ik van Betty kreeg was: let de komende dagen bij het spreken eens op de verdeling van je adem.
Haal je op tijd adem of praat je te lang door? Want dan ‘pers’ je nog geluid uit je stem, terwijl je al geen adem meer over hebt.
O? Doe ik dat?

Ja dus.
Toen ik er op ging letten kwam ik er achter dat ik dat regelmatig doe.
Alleen al het feit dat ik het nu zelf opmerk is al een stapje in de goede richting; dat heeft alles te maken met bewustwording.
Zingen ging eigenlijk altijd vanzelf.
Als 3-jarige zong ik in de zandbak al luidkeels mee met Anneke Grönloh “Soejabajaaaaa, met je hemo so bauw…!”
Kinderkoor, jeugdkoor, gemengd koor, Af&Toe-koor, cantorij, duo-zang met Gerard: zingen in wat voor verband dan ook stond altijd op mijn agenda.
Dirigenten die mij vertelden over ademsteun en ademhalen vanuit je buik begreep ik nooit zo goed.
Nu mijn stem ouder wordt begint het apparaat te haperen. Er is niet genoeg ondersteuning, want (zei Betty afgelopen dinsdag) “Goede ademsteun is het fundament onder je stem” en bij mij is geen fundament, mijn ouder wordende stembanden kunnen het niet langer alleen.

Er moet dus iets gebeuren.
Aaltje moet aan het werk met de ademsteun.
Betty gaat me daar bij helpen en gaf me deze week huiswerk mee: iedere dag 5 minuten oefeningen doen.
Die ga ik doen in de ochtend na de dagelijkse yoga/pilates.

Afgelopen zondag stond ik na de kerkdienst aan de koffie te praten met Erwin Wiersinga, onze organist en beroemd musicus.
Hij hoorde van mijn problemen en zei streng: “Iedereen die muziek maakt moet les nemen!”
Ja Erwin.
Ik ga mijn leven beteren.
Betty heeft gezegd dat leren zingen met ademsteun zelfs op je 63e nog kan; ik ga het avontuur gewoon aan!

Hierbij een link naar Betty’s website.

Reageren

27 maart: Wafels.

In de weekend-bijlage van het Dagblad van het Noorden stond een artikel over wafels want 25 maart was het Internationale Wafeldag* .
‘Wafels van de wereld’ was de titel; je zag afbeeldingen wafels uit Italië en Zweden, maar ook stroopwafels uit Gouda en natuurlijk ons Drentse kniepertie, de enige wafel die ik zelf ook wel eens maak. (zie Knieperties & rollegies, een blog uit 2014).

Op de verjaardag van Carlijn kregen we afgelopen weekend ook een wafel.
Dit zei ze er zelf over: “Eén van de leukste onderdelen op een kinderfeestje vroeger vond ik: zelf je taartje versieren. Dan kreeg je een cakebodempje of zo en daar kon je dan zelf van alles op doen. Dat gaan we op dit feestje ook doen!”

We kregen allemaal een Brusselse wafel ‘met niks’ en die mochten we zelf aankleden.
Er kon slagroom op, frambozen en chocoladerondjes.
De wafels werden rijkelijk versierd door de aanwezigen.
Menigeen zat na het het eten van het gebakje met een witte snor “…..misschien toch een beetie te veul slagroom?”

Na 1o afleveringen Heel Holland Bakt lijkt het misschien wat simpel allemaal, maar o, wat was het lekker! Dus heb je een keer geen zin in het bakken van een taart voor je verjaardag? Laat de gasten zelf hun taartje in elkaar flansen. Succes verzekerd!

*Waarom op 25 maart? De wafeldag is vermoedelijk per ongeluk ontstaan. In de christelijke religie is 25 maart de dag waarop de aartsengel Gabriël naar de aarde kwam en Maria vertelde dat zij over 9 maanden Gods zoon ter wereld zou brengen. De naam van deze dag, Vårfrudagen, werd in de loop van de tijd, bewust of onbewust, verbasterd tot Våffledagen. Het lijkt inderdaad wel een beetje op elkaar… (Bron: Dagblad van het Noorden)

Reageren

26 maart: Ten grave gedragen.

Jongste dochter Carlijn werd afgelopen weekend 30 jaar; met een cadeautje, een envelop en een aardbeienplantje reden we naar Groningen.
Gezellig!
“Ben écht jarig!” vertelde ze.
Ze had vrijdag ook al cadeautjes gekregen; in de kast stond een grote, gouden en spuuglelijke 30 en er waren ook al felicitatie-kaartjes binnengekomen.
“Die van Suus is écht heel bijzonder; kijk!”

Die van Suus was niet alleen heel bijzonder, maar ook macaber, maar in het kader van het werk* dat Carlijn doet was het ook hilarisch.
De voorkant was een grafsteen: Carlijns jeugd was overleden.
De binnenkant was qua kleur een stuk vrolijker dan de buitenkant, maar stond ook helemaal in het teken van de dood.
Als je op de afbeelding rechts klikt komt hij groter in beeld: kijk en geniet.
Leuke details: de letters worden gevormd door botjes en als je het aantal kaarsjes telt kom je precies op 30.

* Weet je niet wat Carlijns beroep is? Hierbij een link naar haar gastblog uit 2022 over dat onderwerp.

Reageren

25 maart: Bloemen!

Gerard was vrijdagmiddag even het dorp in geweest voor noten en pinda’s.
Toen ik even later thuiskwam van de yoga/pilates-les lag op het aanrecht een bos bloemen.
“Heb je bloemen voor iemand gehaald?”
Dat doet hij soms voor iemand van de kerk of iemand die afscheid neemt of zo.
“Nee, die heb ik alvast gekocht voor onze trouwdag.”

Had ik nog helemaal niet aan gedacht….
Vandaag is het 41 jaar geleden dat we in de echt werden verbonden.
Vorig jaar pakten we flink uit vanwege het 40-jarig jubileum; toen zaten we met ons voltallige gezin een week op Gran Canaria en vierden we in april met familie een vrienden feest in Westerbork.
Dit jaar vieren we het veel minder uitbundig, maar de dag is er natuurlijk niet minder speciaal om: in het paasweekend gaan we met z’n achten uit eten om te vieren dat we weer een jaar voor elkaar gespaard zijn.

De bloemen staan te stralen in onze woonkeuken.
De waarde van de week!

Hierbij een link naar het blog ‘40 jaar geleden‘ dat ik vorig jaar op deze dag schreef.

Reageren

24 maart: Is de koster iets vergeten?

……schriftlezing……

Af en toe vieren we met onze PKN-gemeente op zondagmorgen een ‘Ik-zie-jou-viering’: laagdrempelig en anders dan anders.
In het weekend om zo’n kerkdienst heen worden er activiteiten georganiseerd met kinderen/jongeren; gistermiddag werden in hal van Op de Helte enthousiast palmpaasstokken gemaakt.
Alles is anders bij ‘Ik zie jou’. De stoelen staan anders, we zingen andere muziek dan in gewone diensten, er is geen preek, de schriftlezing wordt gedaan uit een prentenboek en zelfs de gebeden worden niet op de traditionele manier gedaan.

Een van de onderdelen was de ‘Stille-week-quiz’ in de vorm van ‘Rrren jjje rrrot!’
Kinderen van nu kennen dat televisieprogramma uit de jaren ’70 natuurlijk niet, maar ze begrepen wel direct wat de bedoeling was.
Er werden meerkeuzevragen gesteld en er waren 3 ‘vakken’ waar de kinderen naar toe konden rennen, A, B en C.

Een voorbeeld:

Deze grote kaars heet ‘de paaskaars’. Waarom staat het verkeerde jaartal er op?
a. Omdat de kalender voor de kerkdiensten loopt van paasmorgen tot paasnacht en niet van 1 januari tot 31 december
b. Omdat de koster vergeten is de goede kaars neer te zetten. Die van 2024 staat nog in het hok.
c. Het is helemaal geen jaartal. Opgeteld is 2+2+3 het getal 7 en dat staat voor Jezus.

Tien vragen werden er zo gesteld en ondertussen leerden we van alles.
Waarom het ‘stille week’ is de komende week.
Waarom er een haantje op de versierde palmpasenstok zit.
Waarom Pasen niet op een vaste datum wordt gevierd.

Verder hoorden we naast het verhaal van de intocht van Jezus in Jeruzalem ook een verhaal over de witte neus van ezels: hoe komt dat eigenlijk?
Wil je het antwoord op al deze vragen weten? Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep of het YouTubekanaal van onze PKN-gemeente.

De gebeden werden vanmorgen aanschouwelijk gemaakt.
We hadden allemaal een gekleurd strookje gekregen, waar we een gebedsintentie op konden zetten: wat wil je aan God vragen, of wat wil je zeggen?
Alle strookjes werden opgehaald; sommigen werden voorgelezen en ze werden allemaal opgehangen/vastgeniet aan een draadje en met dat draadje naar boven gehesen. Zo stegen onze gebeden letterlijk en figuurlijk op naar de hemel.
Hoe dat er uitzag zie je op de afbeelding hiernaast.

Fijne viering.
Preek niet gemist eigenlijk.

Reageren

Pagina 3 van 338

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén