De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

30 april: Nu nog?!? – 11 Roepende harten.

Inmiddels heb ik meer dan de helft van het beugeltraject gehad.
Zo’n ding zorgt ervoor dat je je meer bewust wordt van wat je eet en wanneer.
De plastic bitjes gaan uit bij de maaltijden en als ik een feestje heb doe ik hem gewoon een avond niet in.
Maar voor de rest heb ik vrij consequent die beugeltjes om mijn gebit zitten.

Als er tussendoor iets wordt aangeboden, wat regelmatig gebeurt, sta ik voor een dilemma: haal ik mijn beugel er hiervoor nu uit of niet?
Is het antwoord ‘ja’, dan loop ik even naar een toilet, want ik haal de bitjes er niet uit in gezelschap.
Mensen schrikken daar namelijk van.
“Jeetje! Heb je een kunstgebit?”
Nee.
En wanneer haal ik hem er dan uit? Voor hazelnootschuimgebak en bitterballen.
Maar meestal is het antwoord ‘nee’; chocola, koek, snoep, ik lust het allemaal wel, maar ik kan er ook gemakkelijk afblijven.

In het begin dacht ik dat ik veel zou afvallen, maar dat was niet het geval.
Na drie maanden was ik één kilo lichter.
Vorige week moest ik voor een controle bij de huisarts zijn, die constateerde dat er inmiddels twee kilo af was.
“Dat lijkt misschien niet veel, maar die twee kilo doen echt al iets met je bloeddruk en je algehele lichamelijke conditie” zei ze.
Dat bleek ook het geval.
De bloeddruk was significant lager dan een half jaar geleden en ook het suikergehalte was wat naar beneden gegaan.
Mooi ja; fijne bijvangst!

Voor Pasen had ik op mijn werk wel een moeilijk dilemma.
Een collega had een broodtrommel vol grote suikerharten bij de koffiemachine neergezet.
Met van die tekstjes erop.
GROTE suikerharten.
“Haal ik hem er hiervoor uit?”
Alles in mij zei  ‘JAAAH!’, maar ik dacht “Nee, dat moet ik niet doen”.
Maar steeds als ik daarlangs liep riepen die grote suikerharten: “Wij zijn GROTE suikerharten!”
De beugel heb ik er niet uit gehaald, maar ik heb er twee mee naar huis genomen.
En ’s avonds na het eten heb ik de beugel niet gelijk weer ingedaan.
Want ze riepen alweer…….

Gistermiddag had ik een afspraak bij de tandarts; 1 april was alweer een maand geleden.
Setje 18 zit er nu opgeklikt, setje 19 kreeg ik mee voor over twee weken.
Nog 22 weken te gaan.

Benieuwd naar het hele orthodontietraject?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen.

Reageren

29 april: Met eieren lopen.

We kennen allemaal  de uitdrukking ‘op eieren lopen’.
Wij liepen er vorige week vrijdag tijdens de FysiYoLates les bij Trijntje  niet óp maar mee.
We kregen een houten lepel waar een ei op lag.  Met dat ei balancerend op die lepel noesten we naar de overkant lopen.
“Als het er af valt” zei Trijntje “dan moet je het eerst weer in elkaar zetten voordat je verder loopt.”
Huh? Een ei in elkaar zetten?

Even later werd duidelijk wat ze bedoelde.  Als er een ei op de grond viel dan brak het in tweeën en kwam er een stoffen spiegelei tevoorschijn. En daar ging veel tijd mee verloren,  want als je dat stofje er weer in propte moest het wel op een bepaalde manier, want anders sloot het ei niet goed.

parcours

Wij vonden dat lopen met dat ei al een hele prestatie, maar Trijntje had nog allemaal hindernissen bedacht waarmee ze het parcours opleukte. Opstapje, twee opstapjes, wiebelkussens, evenwichtsbalkje…… en steeds wandelden we daar met een ei op een lepel overheen. Concentratie, balans, evenwicht: het werd allemaal even flink op de proef gesteld.

kussentje met rond plankje

Het tweede onderdeel was zo mogelijk nog lastiger: we gingen kuikentjes redden. Daarvoor kreeg je een kussentje met een rond plankje er op; de kussenkant moest op je hoofd en zo liep je naar de zielige kuikens. Eéntje zette je dan op dat plankje op je hoofd en dan liep je terug.
Dat klinkt eenvoudig maar dat was het niet. Je moet dan heel erg rechtop lopen.  Schouders naar achteren, hoofd recht op je romp.  Daar moet ik echt mijn best voor doen; ik loop van nature een beetje voorover en heb mijn schouders vaak in de ‘ik-zit-voor-mijn-computerscherm’ -stand.
Confronterend. Om goed rechtop te lopen moet ik moeite doen.
Gewoon rechtop staan met mijn achterhoofd tegen de muur aan voelt voor mij onnatuurlijk.
Werk aan de winkel dus.  ‘Hoog Aaltje, kijk omhoog Aaltje….  ‘

zielige kuikentjes

Terug naar de kuikentjes.  Een dame in ons groepje (die altijd keurig rechtop loopt) zei tijdens  de estafette : “Ik hoop wel dat wij straks de meeste kuikentjes hebben.  Ik kan heel slecht tegen mijn verlies….!”
Gelukkig hadden ‘wij’ 1 kuikentje meer dan ‘zij’.
Heerlijk. Allemaal ruimschoots volwassen,  maar we stonden als kleuters te geiten bij de eierloop  en we willen nog steeds alles winnen.

De eieren en kuikens was allemaal vorige week vrijdag.
Vanmiddag deden we oefeningen met kleine jongleerballen zittend op de grote balansbal; later gingen we met die kleine ballen naar elkaar gooien.
Eerst met z’n tweeën, later in een kring. Grote pret!

Dat ik na vier jaar nog niet  ben afgehaakt bij deze sport zegt iets over hoe leuk ik dit vind. Trijntje biedt ons iedere week iets anders aan, daarmee krijgen we heel verschillende oefeningen, waarbij soms de nadruk ligt op de rug of de buik,  soms op de benen of de schouders, maar soms is er ook aandacht voor oog-handcombinate,  algehele balans of leren we iets over valtechnieken.

Meer lezen over de avonturen bij Trijntje?
Hierbij een link naar het vorige blog over FysiYoLates >>>
Onderaan dat blog staat weer een link naar voorgaand verslag.

Reageren

28 april: Schriefwedstried.

An het eind van 2021 schreef het Huus van de Taol een schriefwedstried uut.
De opdracht was: Schrief een kört verhaal in het Drents of in een aandere variant van het Nedersaksisch; het thema was ‘De gele taofel’.
Het verhaal mug maximaal 1.250 woorden bevatten en het mus inleverd worden veur 1 febrewaori.
Wij zaten destieds nog in de lockdown, dus ik haar tied en gung gangs met de gele taofel.
Toen het klaor was stuurde ik het naor de dochters: “Lees eem met mij met; he’j nog tips, opmarkings of anvullings?”
Ja: hier nog wat bij, daor wat duudelijker, hier wat meer diversiteit……daor kun ik wat met.

Naodat ik het verhaol in jannewaori inleverd haar raakte het wat op de achtergrond.
Halverwege meert kwam d’r een uutneudiging veur het bijwonen van de priesuutreiking, maor dat was op een zaoterdagmiddag waorop wij niet können. Nao die priesuutreiking gung d’r een persbericht uut van het Huus van de Taol, waorin de winnaars in bekend maakt weuden.
De verhalen van de winnaars en de eervolle vermeldings bint publiceerd in de ‘Zinnig’ van april.
Bi’j geïnteresseerd? Ie kunt het blad bestellen op de website van het Huus van de Taol.
Het is warkelijk prachtig um te lezen hoe verschillend de verhaolen bint bij ien zun simpel underwarp; wat ku’j allemaole verzinnen bij een gele taofel!
Mien verhaol veul niet in de priezen en wordt dus ok niet publiceerd, maor is vandage wel te lezen op dit digitale tiedschrift ‘de Waarde van de dag’.

Nog eem wat achtergrondinformatie bij wat ik heb inleverd:
Veur mij is het moeilijk om zomaor wat te verzinnen.
As lezer van dit blog wee’j al dat ik altied dicht bij mijzölf blief: verhaolen bint bijna altied echt gebeurd.
Het verhaal dat ik schreef veur de wedstried is een mengvorm en het kreeg de titel ‘Vintage’ met.
Het is niet echt gebeurd, maor het bestiet wel uut kleine stukkies ‘echt gebeurd’.
Ie herkent al lezend mien va en moe en oonze studerende dochters.
Maor de wichter hebt nooit een taofeltie van mien va kregen……..

Hierbij een link naor het verhaol: Vintage

Reageren

27 april: Eeuwenoude technieken, steken en patronen.

Al jaren ben ik een trouw lezer van het blog ‘Blij dat ik brei’ van Jeannet Jaffari-Schroevers in Arnemuiden; ik heb haar zelfs al een keer in levende lijve ontmoet (zie: Als de klok…)
Eind februari blogde ze over oude breitechnieken, steken en patronen die al eeuwen oud blijken te zijn onder de titel ‘Van vroeger’.
Ze schreef over iets dat ze had gevonden op de website van Evelien Verkerk, die zich al jaren verdiept in oude breitechnieken en -patronen.
Meer daarover vind je op haar website Nederlands Gebreid, haar blog en op de Facebook-pagina.

Evelien schrijft een boek onder de titel ‘De Kantjes van Christine’.
Die Christine is mevrouw C. Sluter, die in 1843  een breipatronenboekje schreef; dat wordt nu door Evelien herschreven en opnieuw uitgebracht.
Om deze uitgave (als papieren boek) mogelijk te maken onderzocht Evelien of er genoeg belangstelling was voor een gedrukte versie van dit boek: oude breitechnieken en -patronen en moderne toepassingen er van.
Dit las ik op het blog van Evelien: Tot mijn grote verbazing en plezier blijkt er heel veel belangstelling te zijn en op mijn vraag of mensen het boek zouden willen bestellen en vooraf betalen zodat ik genoeg financiering heb om er een echt mooi boek van te laten maken, kwam een overweldigende respons. Dus het gaat er echt van komen!
Wat leuk!  Ik zet het op mijn verlanglijstje.

Eenmaal verdiept in haar blog vergat ik de tijd.
Ik bleef maar lezen; over breigilden in de middeleeuwen, over een vrouwentijdschrift uit de 19e eeuw waar breipatronen in stonden, vondelingenpakketjes uit het Burgerweeshuis en over middeleeuwse beroepen zoals hosenbreier en kousenbreier,
Als je van handwerken houdt én van geschiedenis is het blog een aanrader.
Hij staat al bij mijn favorieten!

Reageren

26 april: Nederlands, maar dan anders. (23)

Nummer 23 alweer.
Nog steeds vind ik dit één van de leukste blogseries in dit digitale tijdschrift.
Alleen al het verzamelen van wat ik krijg toegezonden zorgt voor veel plezier.
Wat kwam er nu allemaal weer voorbij?

Een leuke verspreking uit de tijd dat het OMT onze regering nog van adviezen voorzag.
Eén van de adviseurs in OP1: “Als we drie dagen later hadden ingegrepen dan was het helemaal uit de band gesprongen.”
Een andere deskundige haalt twee uitdrukkingen door elkaar: “Ik heb de waarheid niet in pacht.”

In februari keken we massaal naar de Olympische spelen, in dit geval IJshockey Vrouwen.
Canada en Amerika strijden om goud; de vorige keer wonnen de Amerikanen.
Verslaggever: “Dus zijn de Canadese speelsters geaasd op goud.”

Van Theo van Beijeren kreeg ik deze toegestuurd:
In de krant stond een rouwadvertentie van iemand die deel uitmaakte van een kaartclub.
De kaartclub liet een advertentie plaatsen voor het overleden lid en schreef daarbij:
“In plaats van kaarten”….

Engelse schoonzoon Jon zorgt nog steeds voor mooie zinnen.
Over zijn werk: “Ik moet overal tegelijk zijn, als vliegende kip.”
Verder noemt hij een aalscholver consequent aalschover, een zeester een stervis  en vertaalde hij de Engelse woorden ‘my existence’ met ‘mijn bestanis’.

In het kader van de oorlog in Oekraïne vonden er op 10 maart op hoog niveau besprekingen plaats tussen Rusland en Turkije.
Een verslaggever op Radio 5: “Turkije heeft niet alle schepen met Rusland verbrand….”

Vriendin Irene maakte Carlijn attent op een video die een jongeman op internet had gezet.
“En dan kom je er achter dat die vork toch anders in de ke…..  in de stamppot zit.”

Neef zit te vertellen dat een buurman een infarct kreeg.
“Het was best ernstig; hij is met laaiende sirenes naar het ziekenhuis gebracht.”

Collega vertelt dat je nooit met derden over cliënten mag praten.
“Doe je dat wel, dan kom je van de kouwe koffie thuis.”

Tenslotte nog twee kromme vertalingen die voor een glimlach zorgen.
Vorige week had ik een plaatjesruil-morgen met Diny die ik ken van de kerk.
Zij vertelde dat haar man bij een bedrijf had gewerkt met Amerikaanse banden.
Die Amerikanen kwamen regelmatig langs en begrepen soms niet goed wat er gezegd werd.
Ook al heeft de goede man hun land ontdekt, ze hadden geen idee wat er bedoeld werd met ’the egg of Columbus’.
Ook ‘BELOOK IT BUT!’ kwam niet binnen.
Daar moet je ook als Nederlander even over nadenken.
Er is in Amerika iemand die bij zijn afscheid een Makkummer aardewerken bord kreeg met deze Engelse vertaling van ‘Bekijk het maar’.

Carlijn hoorde iemand een dobbelsteen met een ziekte verwisselen: de tering is geworpen!

Zwager heeft erg genoten van een optreden van een orkest: “Ze speelden het plafond van de hemel!”

Is jou een rare combinatie van uitdrukkingen en spreekwoorden opgevallen? Moet je lachen om een leuke verspreking?
Laat het me weten.
Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 22, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.
Kijk ook nog even op Treintaal
Er is niet veel bijgekomen, maar wel een leuke.
Over slakken.

Reageren

25 april: Moord op de moestuin

Bij Het Goed  kocht ik vorige maand in een opwelling een boek: het kostte maar € 1,85, het was niet een heel dik boek en op de achterflap stonden woorden als ‘gruwelijke vondst’ en ’talloze motieven en evenzoveel vetes’. De titel was ‘Moord op de moestuin’ en schrijver is Nicolien Mizee. Een Nederlandse detective, daar kon ik me geen buil aan vallen.

Het boek las gemakkelijk weg; je leeft al snel mee met hoofdpersoon Judith en haar kersverse man Thijs die een paar dagen na de bruiloft een zware hartaanval krijgt. Het herstel verloopt traag  en ze  besluiten om samen met zus Cora en zwager Ab er een poosje tussenuit te gaan om bij te komen. Ze huren voor een half jaar een boswachtershuis op een oud landgoed; dat landgoed en het bijhorende huis worden beheerd en bewoond door een jeugdvriendin van de beide zussen, Anne, en haar moeder Lidewij. Judith huurt een stuk moestuin om iets te doen te hebben en maakt al tuinierend kennis met de andere huurders van een stukje tuin en hoort allerlei verhalen. Het zijn niet allemaal dikke vrienden zal ik maar zeggen.

Halverwege het boek dacht ik: wanneer wordt er nou eens iemand vermoord? Op het moment dat Judith een schedel vindt dacht ik: o,  dat is die gruwelijke vondst……  maar het was de schedel die tante Lidewij altijd gebruikte bij het schilderen van haar stillevens.  Tenminste, dat dacht Judith. Maar dat bleek toch niet zo te zijn. Vanaf dat moment wordt het een detective en komen de tot dan toe wat warrige verhaallijnen bij elkaar.  Pas in de laatste hoofdstukken kom je er achter hoe het precies zit, maar dan is tante Lidewij al overleden en is er nog een slachtoffer gevallen.

Er wordt in dit boek tussen het verhaal door ook veel verteld over bomen en plantensoorten en over vogels. Vond ik niet altijd van toegevoegde waarde. Ook het uitvoerig beschrijven van het bereiden van gerechten met gewassen uit de tuin vond ik soms wat langdradig en overbodig.  Die woorden en zinnen hadden mijns inziens beter gebruikt kunnen worden voor het iets uitgebreider beschrijven van de andere personen in het boek.  Die kwamen soms zo maar uit de lucht vallen; regelmatig stelde ik mezelf de vraag “Wie is dit nou weer… “.

Ik vond het een onderhoudend boek in een af en toe vermakelijke schrijfstijl. Van mijn eigen dochters herkende ik de  zussenlol en het samenzweerderige gedoe over het gezamenlijke vriendinnenverleden van Judith en Cora  met de twee dochters van Lidewij.

Een zin uit het boek zal me bijblijven.
Anne roept na het overlijden van haar moeder dat ze altijd had gedroomd van lange tafels vol lachende,  pratende en etende mensen. Dat idee wordt onmiddellijk onderuitgehaald door één van de mannen die zegt dat dat beeld alleen maar voorkomt in commercials en niet echt bestaat. Uit ervaring kan ik zeggen: dat klopt niet. Op ons 60-feest in juli vorig jaar voelde ik me de koning te rijk aan de lange tafel in onze tuin samen met lachende, pratende en etende vrienden en familieleden. En dat diende geen enkel commercieel doel.

Het boek gaat in december naar de Roder boekenmarkt.
Woon je in de buurt en wil jij het eerst nog lezen?
Ik hoor het graag.

Reageren

24 april: Geen gehakt?

……heb je de prei schoon…..

Vorige week haalde Gerard alle prei die nog in de tuin stond er uit: een emmer vol kreeg ik.
Daar kon ik mooi een preischotel met gehakt van maken.
Maandag deed ik boodschappen en nam 200 gram gekruid gehakt mee.
Toen ik het donderdag weer uit de koelkast haalde was het verkleurd en het rook zurig.
Dat had even in de diepvries gemoeten; onze koelkast is kennelijk lang niet koel genoeg.

Dan heb je de aardappels gekookt, prei schoon en geen gehakt.
Maar ik ben niet voor één gat te vangen: ik had nog zakjes met shoarmavlees in de diepvries.
Die had ik vlot ontdooid.
Zo ontstond onbedoeld een geheel nieuwe preischotel!
Ook eens proberen?

Dit heb je nodig:

450 gram geschilde aardappels
400 gram prei
1 ui
200 gram shoarmavlees
200 cl kookroom
1 ei
Een kwart ui
Theelepel zout
Platte ovenschaal, oven voorverwarmen op 220 graden.

– aardappels bijna gaar koken
– shoarmareepjes bakken
– prei en de ui in ringen snijden en even met de shoarma meebakken
– ovenschotel invetten met een beetje olijfolie
– bodem  bestrooien met een dun laagje Parmezaanse kaas (uit zo’n busje)
– aardappels in schijfjes snijden, met de helft van de aardappels de bodem dakpansgewijs bedekken.
– hierover de prei met de shoarma verdelen.
–  nu de rest van de schijfjes weer dakpansgewijs over de schotel verdelen.

–  neem een  mixerkom en doe hierin de room, de heel fijn gesneden kwart ui, het ei en het zout en mix dit op hoge snelheid tot een lobbige saus.
– Verdeel deze saus over de laatste laag aardappelschijfjes en strooi er nog dun laagje Parmezaanse kaas over.
– 30 minuten in de oven op 220 graden.

Reageren

23 april: Nieuw fenomeen: klaarovers.

Donderdagmorgen ging ik op de fiets naar mijn werk
Als ik dan om 07.30 uur op de fiets zit, ben ik tegen 08.15 op kantoor; mijn werkdag start om 08.30 uur.
Maar vlak voordat ik op de fiets stapte bleef het snoertje van mijn oortjes achter de klink van de schuurdeur hangen, dus de klink rukte de oortjes uit.
Het linkeroortje was kapot.
Flut.
En ik had me zo verheugd op een leuke podcast…..toch maar even weer naar binnen.
Andere oortjes zoeken, oortjes in en deur op slot; toen ik wegfietste was het 07.43 uur.
Dan ben ik heus nog wel op tijd op kantoor, maar dan kom ik in het ‘school-spitsuur’ voor de klok van half negen terecht.

Na de Onlanden fiets ik in de buitenwijken van Groningen in een wereld die ik niet (meer) ken: ouders die hun kinderen naar school brengen.
Vanuit de nieuwe wijk Eelderwolde en vanuit de wijk ten zuiden van het Martiniziekenhuis stromen de fietsers en auto’s toe.
In de loop van de jaren heb ik de wijk gebouwd zien worden en ook de enorme school zien verrijzen. Vroeger fietste je daar nog door de weilanden, nu in een buitenwijk van de stad.

Tussen een groepje kinderen en wat ouders stuit ik op een voor mij nieuw fenomeen: klaarovers.
Als het verkeer wordt tegengehouden steken we als groep over en voel ik me even erg niet thuis tussen de kwekkende kinderen en ouders met grote bakfietsen, fietshelmpjes, fietsen met aanhangwagentjes  en fietsen met kinderzitjes.
Op mijn oortjes hoor ik ondertussen de Saar podcast, waarin het gaat over het opbouwen van je pensioen na je 50e.
Na de klaarovers ga ik rechts en de rest links richting school, maar nu kom ik een onophoudelijke stroom ‘naar school brengers’ tegen.
Hoe dichter ik bij mijn werk kom, hoe meer haast de ouders hebben…..
Kinderen worden aangeduwd of op sleeptouw genomen. Eén vader verzuchtte: ‘Toe nou, schiet nou op!’

Hoe lang is het geleden dat ik met één kind op de fiets en één kind naast me door Roden fietste?
28 jaar.
Soms heb ik wel eens heimwee naar die periode, maar niet als het gaat om de dagelijkse ceremonie van het op tijd op school krijgen van de kinderen.
Die steeds terugkerende race tegen de klok.
Heb je brood en drinken?
Moeten je gymkleren ook mee?
Ga je nog bij iemand spelen?

Exact om 08.30 uur stap ik mijn kantoor binnen.
“Goedemorgen! Koffie? Lekker gefietst?”
Heerlijk.
Zonder kinderen.

Reageren

22 april: Altijd al molenaar willen worden.

Als je al een tijdje meeleest met dit blog weet je dat ik van 2013 tot 2020 in het Heijmanscentrum heb gewerkt.
In die tijd zat ik ik op de kamer met o.a. Jan Moedt.
Jan is iets ouder dan ik en twee maanden geleden stond er een aankondiging op het intranet van Lentis dat hij met pensioen ging.
Iedereen die afscheid van hem wilde nemen kon dat doen op donderdag 21 april.
Jacquelien, mijn ex-duobaan-collega mailde me diezelfde week al.
“Ga je ook naar dat afscheid van Jan? Zullen we samen gaan? En daarna samen een hapje eten?”
Een wereldidee vond ik het.

Gistermiddag was ik om 16.00 uur bij het Heijmanscentrum.
De mevrouw achter de balie riep gelijk al: “Wat leuk, zo’n afscheid; zie ik al die oude collega’s nog eens weer!”

Jan genoot van het afscheid, van de toespraken en van het weerzien met zoveel oud-collega’s.
Het was leuk om Jan nog even weer te spreken. Die voelde zich wat unheimisch, want het was toch allemaal echt voor het laatst.
Hij had zijn spullen ingepakt, persoonlijke dingen van muur gehaald en zijn plekje waar hij minstens 10 jaar had gezeten ontruimd.
“Het is een rare dag!”
Maar ook leuk!
Met een glas witte wijn en af en toe een bitterbal hadden we een mini-reünie; we haalden herinneringen op en op het laatst deden we iedereen die er niet was de groeten.

Jan is op deze website ook al eens lezer van de maand geweest.
Dat was in juni 2019.
Hij schreef destijds over de tijd die voortschrijdt.
Wil je het nog eens lezen? Hierbij een link naar zijn verhaal. 
Bij de vraag over de levensfase schreef hij destijds: Het idee is om over 2/3 jaar te stoppen met werken. Heb altijd het idee gehad om dan molenaar te gaan worden. We gaan het zien.
Gistermiddag vertelde hij dat hij de opleiding voor molenaar gaat volgen; mijn idee is om hem een keer op te zoeken als hij molenaar is.
Heb ik gelijk weer een mooi onderwerp voor deze website!

Daarna ging ik met Jacquelien een pizza eten bij Il Lago.
Heb je ’t al gehoord van…..
Hoe is het met….
Vakantie naar Noorwegen?
Zullen we nog eens samen lunchen met…..?
Wat een waardevolle dag.

Nog twee links naar blogs waar Jan een rol in speelt:
Ik heb maat 46.
Stemadvies van Jan

Reageren

21 april: Oproep – wie wordt ‘Lezer van de maand’?

Al vier jaar lees je op deze website op de 20e van elke maand een blog dat niet door mij is geschreven, maar door een lezer.
Gisteren las je een blog van Johan, één van de vrienden van de vriendengroep vanuit onze jeugd in Hoogersmilde.
Deze ‘lezer van de maand’ stelt zich voor en schrijft vervolgens een blog over wat hij of zij graag met de lezers wil delen.

Tot nu toe zijn dat steeds mensen geweest die ik ken vanuit één van mijn netwerken; één van de vragen die beantwoord wordt is dan ook : hoe kennen wij elkaar?
Nu kan ik mij voorstellen dat je mij niet persoonlijk kent, maar wel regelmatig een blog van mijn hand leest.
En dat je denkt: ‘Ik zou ook wel eens een blog willen schrijven’.
Dan nodig ik je hierbij uit om contact met me op te nemen; dat kan via ‘een reactie geven’ onderaan dit blog.
Je reactie verschijnt pas in beeld als ik daarvoor toestemming geef, dus je kunt je vrijblijvend aanmelden.
Er is nog een klein voorraadje van lezers, vanaf oktober heb ik geen nieuwe ‘Lezer van de maand meer’.


Hierbij wat suggesties voor zo’n blog van jouw hand:

– Heb je een leuke hobby?
– Weet je een plekje in Nederland waar iedereen heen moet?
– Heb je een verhaal waarvan je vindt dat meer mensen het zouden moeten lezen?
– Is er een recept van iets heerlijks dat je graag met ons wilt delen?
– Spreek/schrijf je geen Drents maar wel een andere streektaal waarin je iets hebt geschreven? Twents, Gronings, Fries: laat ons eens weten hoe jij je eigen streektaal beleeft.
– Word je heel blij of ontroerd van een bijzonder lied?
– Heb je iets moois gehaakt, gebreid of geborduurd?
– Heb je een prachtig bloemschikidee dat misschien veel verder gaat dan de eenvoudige bloemsierkunst die ik op mijn website laat zien?
– Heeft jouw familie een rol gespeeld in een stukje geschiedenis van Nederland? Of van Europa misschien?

Ben je geïnspireerd?
Gebruik dan ‘het podium’ dat ik je bied: een blog van ongeveer 500 woorden. Wees niet bang voor spelfouten of zo: net als op mijn werk redigeer ik je tekst voor het gepubliceerd wordt en gaan we samen kijken of je het eens bent met de aangebrachte wijzigingen.
En ook al zou er een foutje in zitten: taal is communicatie.
‘As ze ’t maor begriept.’ zou mijn vader zeggen.

Ben benieuwd!

Ben je al eens ‘Lezer van de maand’ geweest en wil je nog eens iets publiceren?
Dan kan dat ook als gastblogger: even een mailtje naar mij (als lezer van de maand heb je mijn mailadres…)

Reageren

Pagina 85 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén