De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

29 augustus: Sprookjesachtige zomeravond.

We hebben ze in Nederland niet zo vaak.
Zwoele zomeravonden.
Gisteravond was er één uit het boekje.
Zo’n romantisch boekje van smeltende harten en smachtende ogen die elkaar vinden bij kaarslicht.
Voor je nou denkt “Wat is er gebeurd met Gerard en Ada?!”: ik beschrijf alleen de omstandigheden.

Wij zaten met z’n tweeën op onze houten tuinstoelen met de verschenen kussens met een gammel houten tafeltje dat nodig gebeitst moet worden tussen ons in.
Daar stond een aantal gehaakte lampionnetjes op ( die ik haast nog niet had gebruikt), een wijn- en een bierglas en doppinda’s.
Het was nog meer dan 20 graden en we konden de sterren goed zien, want het was onbewolkt.
We bespraken het komende weekend en wat huis-, tuin en keukenzaken.

Verder zat ik ontzettend te genieten van twee bijzondere nacht-lampjes die we hadden gekregen van onze buurvrouw. Die had Gerard in de grote bloempotten gezet waar de vlijtige liesjes en de mandevilla’s in staan.
Er zit een fijn gaatjespatroon in die lampjes, waardoor er een gordijn van licht valt op de bloemen en om de bloempot heen.
Sprookjesachtig, dat is het goede woord.
Zomaar in onze achtertuin op een doordeweekse woensdagavond.
Waardevolle tijd in het staartje van de dag.

Reageren

28 augustus: Negatief?

De waarde van de dag is voor mij soms een stukje tekst.
De alinea hieronder bijvoorbeeld.
Die las ik in de krant van 19 augustus in een artikel over de Olympische Spelen die in Parijs waren gehouden.
Op voorhand was daarover heel erg gezeurd: het kon immers niks worden, het was te hoog gegrepen, het zou chaos worden.
Naderhand bleek het verrassend goed te zijn afgelopen en bleken heel veel van de zure voorspellingen niet uit te zijn gekomen.
Nu weet ik ook wel dat het echt niet allemaal glorie-halleluja was in Parijs, maar toch.

In dat artikel stond deze zin:

Bovendien is er, net als in zoveel andere landen, een media-machinerie die leeft van het exploiteren van negatieve gevoelens, van het aanjagen van gekrenktheid en miskenning. Politici op uiterst links en uiterst rechts laten (ieder op hun eigen manier) hun aanhang zwelgen in naderende catastrofes.

Dat herken ik.
Als je het journaal volgt, de krant leest en ook de andere media een beetje bijhoudt bekruipt je soms het gevoel dat het helemaal niet goed gaat. Er moet altijd een schuldige worden aangewezen als er iets fout gaat en die schuldige wordt gelijk op het schavot gezet en neergemaaid.
De nieuwsvoorzieningsinstanties pikken het nieuws van elkaar op, papagaaien elkaar na en hypen klein leed op tot grote proporties.
Het ‘Iedereen-maakt-zich-zorgen’- en het ‘dit-gaat-nooit-meer-goedkomen’-gehalte van de berichtgeving is hoog.
Kom, we poken de rel-del-del nog een beetje op.

Ook ik ben een volger van verschillende media.
En ik dwing mezelf om daarin te matigen, want ik weet dat het bovenstaande aan de hand is.
Je hoeft niet steeds op je telefoon of tablet te kijken en je hoeft niet 24 uur aan te staan.
Steeds maar negatieve berichten binnenkrijgen in je brein is voor niemand goed.

Gelukkig lees ik af en toe ook iets positiefs; in de krant van maandag 26 augustus bijvoorbeeld.
Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam heeft een prachtig afscheidsfeest gehad en aan het einde van zijn toespraak heeft hij ‘een klein adviesje’: ‘Verdeeldheid verzwakt. Verbondenheid geeft kracht.’

Reageren

27 augustus: Vlechtmuseum.

“In Noordwolde gaan we dan naar het rotanmuseum” zei Bea zaterdagmorgen tijdens ons jaarlijkse dagje uit.
Rotan.
Dan moet ik gelijk denken aan de rotan-bloemenstander die ik aan het begin van ons trouwen had.
En aan de ronde, rotanstoeltjes die mijn ouders vroeger hadden en mijn eigen ‘hoge rieten stoel’ met het platte, gehaakte kussentje er in.
En aan de fietsmand waar ik vroeger onze kinderen in vervoerde.

Toen we aankwamen bij het museum bleek het niet rotan-museum te heten, maar ‘het Nationaal Vlechtmuseum’.
Het is gevestigd in de oude Rijksrietvlechtschool, die van 1912 tot 1969 in gebruik is geweest.
We werden welkom geheten bij de balie van het gebouw, dat ook gelijk dienst deed als bibliotheek.
We konden een QR-code scannen en daarmee kregen we in iedere ruimte een verhaaltje op de speaker van mijn telefoon.

De geschiedenis van het dorp Noordwolde is vervlochten met het vlechten van mandjes, stoelen en andere gebruiksvoorwerpen van wilgenteen. Wat als huisvlijt begon, groeide uit tot een industrie: bijna iedereen in Noordwolde leefde van het maken van rotanstoelen. Daarom kreeg het dorp de bijnaam Vlechtdorp van Nederland.
Het rijk ging zich ook bemoeien met de ontwikkeling van het vlechtwerk: in 1912 kwam er geld voor de vakopleiding ‘Rietvlechter’ en speciaal daarvoor werd de Rijksrietvlechtschool opgericht.

We dwaalden met z’n vieren door het oude gebouw. In de lokalen waren tentoonstellingen ingericht, af en toe bekeken we een klankbeeld met informatie en in de oude directeurskamer, die weer helemaal in de oude stijl was ingericht, zagen we de man in onze verbeelding nog aan zijn bureau zitten. In de lange gangen hingen ook allerlei voorwerpen aan de muren: niet alleen uit Nederland, maar ook uit andere landen.
De STOEL van Rik Felderhof bleek ook uit Noordwolde te komen: hij stond pontificaal op een verhoging te pronken en wie wilde mocht er even op plaatsnemen. Dat vond ik leuk; even in die stoel zitten die altijd op het dak van de auto van Felderhof naar een bijzondere Nederlander werd gereden.

Wat leer je dan veel op zo’n morgen; helemaal niets wist ik van de rotan-industrie in Noordwolde.
Maar alle dingen die ik in de eerste alinea noemde hebben we gezien.
Toen we later een twaalf-uurtje gingen eten, deden we dat in het gebouw van het oude tramstation.
In het museum hadden we daar foto’s van gezien: wagons volgestouwd met knopstoelen en rijen gevlochten stoelen, wachtend op het perron.
Je kunt je er niks meer bij voorstellen.

Uit mezelf zou ik niet naar dit museum zijn gegaan. Manden en stoelen vlechten, daar zou ik ook geen boek over lezen zeg maar.
Maar dit museum leerde me veel over de geschiedenis van dat deel van Nederland, over vakonderwijs en ook van het oude gebouw was ik erg gecharmeerd.
Bovendien ontdekte ik dat men daar ook workshops verzorgt: dan kun je een middag zelf een mandje vlechten.
Wie weet!

Nieuwsgierig geworden?
Hierbij een link naar de website van het Nationaal Vlechtmuseum. 

Een verslag van wat we nog meer deden die zaterdag vind je op het blog ‘Drie provincies

Reageren

26 augustus: Altijd genoeg.

Gistermorgen zaten we met onze PKN-gemeente voor de kerkdienst in het Openluchttheater in Roderwolde.
De voorstelling van zaterdagavond, ‘Vrömde vogels in ’t dörp’* was vanwege het slechte weer afgelast, maar wij zaten gistermorgen alweer in het zonnetje op de tribunes.
Zoals altijd op deze zondag was er geen organist, maar Christelijke Muziekvereniging Oranje verzorgde de begeleiding van de gemeentezang. Klik op de foto voor een vergroting.

Het thema van de viering was ‘Eerlijk zullen we alles delen’, met als onderliggend verhaal het overbekende gedeelte uit Marcus waarin een hele menigte gevoed wordt met een aantal broden en een paar vissen.
Voorganger Sybrand van Dijk zei in zijn overdenking iets wat ik de essentie van zijn verhaal vond:

Wie niet deelt wat hij heeft, heeft altijd te kort.
Wie deelt  wat hij heeft, heeft altijd genoeg.

Omdat er vanmorgen geen toneel-aspect aan de kerkdienst zat, werden we zelf aan het werk gezet.
We werden op aanwijzingen van onze voorganger verdeeld in groepjes. Op een aantal tafels stonden schalen met daarin ongekookte spaghetti en witte marshmallows. De opdracht was: maak van het snoepgoed en de spaghetti een zo hoog mogelijke toren.
Wij hadden met ons groepje maar 6 marshmallows, terwijl andere groepen een hele schaal vol hadden, dus ik ging al gauw op zoek of ik ergens een paar witte exemplaren kon bemachtigen.
Maar van delen was geen sprake: ik kreeg geen bouwstenen voor onze toren. Ja. drie spaghettistokjes, maar daar bouw je geen torens mee.
Ik zag zelfs iemand stiekem een marshmallow verorberen.
Na deze vergeefse zoektocht was mij het doel van deze opdracht al duidelijk.
De dominee zei later dat we samen hadden moeten werken: alle spaghetti en alle marshmallows bij elkaar doen en daar één grote toren van bouwen.
Maar ja, dát was niet de opdracht….. we moesten ons van hem juist in die groepjes verdelen!
En zijn wij niet allen brave burgers die doen wat ons wordt opgedragen?

Wat mij betreft had Oranje het stuk ‘Evening Rise’ dat ze na de overdenking speelden nóg wel een keer mogen spelen; wat een mooi nummer! Maar dat gebeurde natuurlijk niet. Het orkest sloot af met ‘We’ll meet again’; dat heeft een hoog ‘mee-hum’-gehalte, dus al hummend, zoemend en zingend ging de gemeente op weg naar de koffie.

*Meer weten over het Openluchtspel Roderwolde? Hierbij een link naar hun website.

Reageren

25 augustus: Drie provincies.

Als ik aan ‘het drie Provinciënpunt’ denk heb ik de kop van Drenthe voor ogen: Groningen, Friesland, Drenthe.
Gisteren namen vrienden Hans en Bea ons mee* naar het andere ‘Drie Provinciënpunt’ van onze provincie.
Daar grenzen de provincies Friesland, Drenthe en Overijssel aan elkaar en de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik daar nog niet heel vaak geweest ben. We namen de fietsen mee.
Onderweg had Bea al verteld dat we begonnen in Noordwolde.
“Daar gaan we koffiedrinken en daarna bezoeken we het vlechtmuseum”.
Toen we Noordwolde inreden vertelde ze dat ze vroeger op de MULO in Noordwolde had gezeten.
“Vanuit Fredriksoord, waar ik toen woonde, fietste ik dagelijks een half uur naar school. Uit de wijde omtrek kwamen de leerlingen hier naar toe fietsen, zoals uit Steggerda, De Hoeve, Boijl en Doldersum. De winkelstraat waar we zo in rijden is nog niks veranderd: de automatiek waar ik vroeger wel eens een kroketje uit de muur trok is er nog steeds!”

Om half elf zaten we aan de koffie bij De Bakkers van Verloop aan het winkelplein, na vijf minuten keuzestress: wat moet je kiezen uit vier vitrines met gebak, luxe koeken en warme broodjes?
Het vlechtmuseum was prachtig, dat verdient een eigen blog, dat kun je hier lezen.
We bestelden een lunch in het oude stationsgebouw van Noordwolde en daarna fietsten we door een gebied waar ik nog nooit geweest was.
We fietsten langs het riviertje ‘de Linde’, door moerassig gebied. Daar stonden veel gelige/pluizige bloemen; Bea dacht dat het moerasandijvie was; grapje, dacht ik. Toen ik het vanmorgen opzocht op internet bleek dat inderdaad het geval te zijn. Meer weten? Lees dit maar eens. 

Wat een prachtige omgeving. En helemaal nieuw voor ons!
De fietstocht duurde ongeveer 35 kilometer en we kwamen van alles tegen, o.a. oude boerenerven, pittoreske dorpjes (waarvan je de namen in de fotocollage vindt) sloten, weilanden in coulissen-landschap én de oude MULO waar Bea op school had gezeten.
De kerk in Steggerda was open in het kader van ‘Tsjerkepaad’ en ook in de kerk van Noordwolde konden we even naar binnen: daar waren  Hans en Bea meer dan 50 jaar geleden getrouwd!  Op het kerkhof viel mijn oog op een bijzondere grafsteen, zie afbeelding links.
Stel je voor.
70 jaar koster/klokluider.
In de kerk vond ik achter een kapstok het schilderij waarvan je rechts een afbeelding ziet.
Zou dat Jan van den Berg zijn?
Ik vroeg het aan één van de gidsen, maar ze had
a. nog nooit gehoord van de grafsteen van Jan van den Berg
b. geen idee wie de klokluider op dat schilderij was.
Als ik daar gids in die kerk was zou ik het tot op de bodem uitzoeken.
Als.
Voor nu laat ik het erbij. Of weet één van mijn lezers hier meer van?

Gisteravond werd het noodweer; de Shakespearevoorstelling in Diever werd zelfs afgelast.
Maar wij zaten rond die tijd lekker te eten in ‘De Tippe’ in Vledder.
Ik had spare-ribs.
Kluiven bij donder en bliksem.

* in het kader van: geen verjaardagscadeautjes geven, maar jaarlijks een gezamenlijk dagje uit.

2023
2022
2021
2020

Reageren

24 augustus: Vleermuis.

Als het gaat schemeren vliegen er bij ons achter het huis altijd een paar vleermuizen.
Kleintjes.
Fascinerend vind ik ze; als we ’s avonds buiten zitten zien we ze fladderen.
Ook wel een beetje griezelig……. vrienden lieten laatst foto’s zien van een vleermuis die per ongeluk in hun slaapkamer was gekomen en daar aan het plafond hing. Brrrr.
Maar ik had zo’n beestje nog nooit in het echt gezien.

Daar kwam donderdagmiddag verandering in.
Die middag had ik ‘Catharinakerk-gids-dienst’ en ik was sleutelbewaarder: dan moet je de deuren openen, opstarten en ook weer afsluiten.
Toen ik met de kolossale sleutel de grote voordeur van de kerk opende, zag ik iets in het gras liggen.
Een klein, dood vleermuisje.
Wat een prachtig diertje…..
Ik maakte een foto van hoe hij in het gras lag (rechts) en haalde iets van een papiertje van binnen; het werd een wit, rond koffiefilter voor het grote koffiezetapparaat van de kerk. Daarmee draaide ik hem om waardoor de vleugeltjes uitgespreid werden.
Kijk nou hoe bijzonder!
Als je op de afbeeldingen klikt komen ze groter in beeld.
De oortjes waren als papier zo dun, het lijfje was zacht en harig als van een hondje en de pootjes leken op die van een vogeltje; het had geen veren maar een soort ‘vlieghuid’, opgespannen tussen zijn voor- en achterpootjes en zijn staart.
Fascinerend, ik zei het al.

Maar ik kon natuurlijk niet met het vleermuisje in een koffiefilter uit het kastje van de koster in mijn handen blijven staan.
“Moet in de groene container” zei één van de omstanders gedecideerd.
Maar die hebben we daar niet bij de kerk…..
“Ik neem hem wel mee, ik werk er thuis wel mee af” en vervolgens werd het koffiefilter als een soort lijkwade om het beestje heengevouwen en verdween het geheel in een fietstas.

Toen waren de eerste gasten er ook al.
“Welkom! Mag ik u een pepermuntje aanbieden?”
“Jazeker; als ik maar niet naar een preek hoef te luisteren……vroeger duurden die altijd langer dan zuigen op één pepermuntje!”
En zo was mijn middagje ’toeristendienst’ al weer begonnen: het leukste vrijwilligerswerk dat er is.

Reageren

23 augustus: Binnenstad

Het kantoor waar ik werk staat aan de rand van de stad Groningen naast het Martiniziekenhuis.
Vanuit Roden fiets ik de stad in en bij de eerste stoplichten die ik tegenkom kan ik al afslaan naar de Laan Corpus den Hoorn.
Ook met de auto ben ik er zo: snelweg op, 1e afslag, 1e rotonde rechtdoor dan ben ik er al.

Op woensdag 21 augustus moest onze (lees: mijn) Yaris worden opgehaald van de Kwikfit-garage, die had een APK-beurt gehad.
“Dan helpt het vast als ik jou ’s morgens even heenbreng”  zei ik die dinsdag daarvoor tegen Gerard.
Nou, dat was zeer zeker het geval, dus om 07.30 uur stapten we die woensdagmorgen samen in onze (lees: zijn) Kia richting de garage.
Die zit aan het Damsterdiep.

Ik zal niet in details treden maar dat is een vervelende reis ’s morgens rond achten.
En ik weet dat het in Randstad heel gewoon is dat je meer dan de helft van je reistijd stil staat, maar bij ons is dat anders niet aan de orde, dus daar moet ik op z’n minst aan wennen.
Daar komt nog bij dat ik geen ochtendmens ben.
Zoals gewoonlijk stond Radio 5 aan, maar die kon ik opeens niet meer horen, want Gerard had hem even zacht gezet.
“Dit vind ik altijd zo’n stom onderdeel…..”
Op de heenweg reden we nog verkeerd, moesten we keren, maar om 08.00 uur hadden we de garage bereikt.
Toen moest ik nog weer naar de andere kant van de stad.
Met Radio 5 op standje burengerucht, zonder dat er iemand anders aan de knopjes zat, reed ik dwars door de binnenstad richting mijn werk.
Wat zijn er dan veel vrachtauto’s op de weg!
Moeten die allemaal in de binnenstad zijn?
En wat een fietsers ja! Die doen ook maar wat, laat ze uitkijken.
Ja hoor, als ik voor het stoplicht kom aanrijden, springt hij natuurlijk weer op rood.
Met een glimlach moet ik aan mijn vader denken, die kilometers omreed omdat hij een hekel had aan stoplichten.
Als ik voor het station langs rijd denk ik aan de tijd dat ik bij Christine Brons werkte op het A-Kerkhof en dat ik met de bus naar de stad ging.
Ik zie groepen mensen op de bus wachten prijs ik me gelukkig dat ik nu een auto tot mijn beschikking heb.
Nait soezen Aoltje.

Exact om 08.29 uur zette ik de auto op de parkeerplaats.
“I wanna knohohoooow, have you ever seeeeen the rain…” tetterde Creedence Clearwater Revival in mijn oor.
Ja, regen heb ik wel eens gezien, maar die morgen gelukkig niet.
En die ellendige rit door de binnenstad had ik ook overleefd.
Mijn collega’s waren al wat bezorgd: waar blijft ze toch, er zal toch niet…..
Opgewekt stapte ik ons kantoor binnen.
“Goedemorgen! Koffie..?”

Reageren

22 augustus: LP van vroeger.

Toen ik in 1983 uit huis ging nam ik mijn muziek mee: mijn radio-cassetterecorder en een doosje vol cassettebandjes.
LP’s had ik niet, want bij ons thuis hadden we geen platenspeler, alleen een bandrecorder.
Gerard nam zijn muziek ook mee: bandjes voornamelijk voor in de auto maar voor thuis LP’s en we hadden ook al snel een platenspeler.
Vandaag neem ik je mee naar 1984, toen het album ‘Who’s side are you on’ van Matt Bianco uitkwam.
De band scoorde hits met ‘Sneaking out the backdoor’, ‘Get out of your lazy bed’ en ‘More than I can bear’.
Prachtig: ik vond het aanstekelijke muziek en vooral de stem van Basia Trzetrzelewska was opvallend.

De LP kocht ik en draaide hem zowat grijs.
Een beetje aparte, maar lekkere muziek waar ik blij van werd.
Maar hoe ging het in de tijd?
We kregen kinderen, we gingen verhuizen en de doos met LP’s verhuisde van Smilde mee naar Roden.
En natuurlijk kregen we op den duur ook een CD-speler en toen verhuisde de doos met LP’s naar de zolder.
Toen we die zolder in 2019 grondig opruimden kwamen we ze weer tegen. Daarover schreef ik destijds het blog ‘Leven is als sneeuw‘.
Wat doen we er mee?

We hebben ze weggedaan; we hadden immers ook geen platenspeler meer.
De albums die ik had kan ik afluisteren op Spotify en dat doe ik ook regelmatig.
Terwijl ik dit blog zit te schrijven luister ik naar Matt en Basia die mij terugbrengen naar de jaren ’80.
En o, wat geniet ik er nog steeds van.
Sweet memories.
Ook even luisteren? Hierbij een link naar een video op You Tube van Who’s side are you on?

Reageren

21 augustus: Fatsoen.

Herman is met vakantie.
Niet Herman van der Zandt, maar Herman Sandman.
Dat zou een lege plek kunnen opleveren in het Dagblad van het Noorden op pagina 2, want hij verzorgt een dagelijkse column, maar zijn plek wordt iedere dag gevuld door een andere journalist.
In de zaterdagkrant lazen we een column van Inki de Jonge waar boven stond ‘Het F-woord’.

De column ging niet over Feminisme en ook niet over de veelvuldig gebezigde Engelse krachtterm.
Het ging over fatsoen.
Inky begon haar column met het aanhalen van het boek ‘Hoe hoort het eigenlijk?” en citeerde daaruit wat Amy ons over fatsoen wilde vertellen: “Daartoe moeten wij zijn: bescheiden, oplettend, van goede wil, onopvallend, vriendelijk, hoffelijk, hulpvaardig en beheerscht.
Wat Inky daarna in haar column schrijft over fatsoen in onze hedendaagse maatschappij laat zich raden.
Over mannen die in het openbaar vervoer aan hun gerief komen, over juist niet onopvallend willen zijn en al helemaal niet beheerscht.
Kijk om je heen en luister zou ik zeggen.

Maar even terug naar het boek; op Wikipedia vond ik daarover een interessant artikel.
Het verscheen in 1939 en daarna werd het regelmatig herzien, omdat de maatschappij veranderde en de etiquette en fatsoensregels daarop werden aangepast. Vanaf 1999 wordt het boek geredigeerd door Reinildis van Ditzhuyzen en heeft het een subtitel gekregen: ‘Hoe hoort het eigenlijk? De Dikke Ditz.’
Wil je het artikel helemaal lezen? Hierbij een link naar die pagina.

Op die Wikipedia-pagina staan een aantal ‘aanwijzingen’ uit oudere drukken

Betalen
Er zijn er onder de hedendaagsche jongelui, die het stilzwijgend accepteeren, dat een dame voor zichzelf en soms voor hem medebetaalt, maar de welopgevoede beschaafde man zal dit niet dulden.

Gearmd lopen
Wie volkomen aan de eis der etiquette wil voldoen zal zich in het openbaar niet gearmd vertonen, noch met een lid der eigen sekse noch met een lid der andere sekse. Iets anders is het wanneer een jonge man een oude dame op straat de steun van zijn arm biedt.

Personeel
De chauffeur poetst ook het zilver. Derde meisjes en dagmeisjes delen niet in de fooien.

Reizen
Zij die hotel-etiketten kopen of vragen van hotels waar zij nimmer hebben gelogeerd, om die op hun koffers te plakken en daarmede de indruk van zeer bereisd zijn wekken, doen zich kennen als onbeschaafde lieden.

Roken
Kom nimmer met een sigaar of sigaret in de hand of in de mond een andere dan de eigen woning binnen.

Strandkleding
Moeders die haar dochters toestaan om ten aanschouwe van Jan-en-alleman zich nagenoeg geheel ontkleed in gezelschap van jongelieden in de meest ongewenste houdingen te vertonen, dienden van overheidswege te worden beboet.

Telefoneren
Zij die zich bevinden in een kamer waar iemand telefoneert, dienen uit bescheidenheid dit vertrek te verlaten.

Dus.
Amy zou ons heeeeeel onbeschaafde lieden vinden.
😉

Reageren

20 augustus: Een sluis, een zanger en La Cubanita.

Al voor de 4e keer beleefden we een 24-uurs-sessie met neef Jan en zijn vrouw Janny.
Vorig jaar brachten we een bezoek aan Deventer vanuit hun woonplaats Epe, dit jaar waren wij weer aan de beurt om iets te bedenken.
Niet vanuit Roden, maar vanuit Westerbork.
Dat was de vorige 24-uur die wij organiseerden ook al zo, toen beleefden we een kort avontuur in Orvelte in de IJzertijd.
Deze keer was het prachtig weer, dus zij namen ook hun fietsen mee.
Dat was nog een heel gedoe geweest, want Jan had door een onhandige manoeuvre het autofietsenrek en de daarbij behorende snoeren en stekkers van elkaar gescheiden; dan kun je hem niet meer gebruiken. Gelukkig was er een buurman met net zo’n fietsenrek dat ze mochten lenen.

41 kilometer hebben we gefietst.
Voor een picknick had ik fruit en drinken mee, daarvoor streken we neer op een picknicktafel bij de Zwiggeltersluis.
Even een klein stukje geschiedenis: het is één van de drie sluizen in het het Oranjekanaal, dat 48 kilometer lang is. Het kanaal zou eerst het Middenkanaal gaan heten, maar om Koning Willem III te eren werd het Oranjekanaal genoemd. Het Oranjekanaal loopt van de Drentsche Hoofdvaart bij Hoogersmilde tot de Verlengde Hoogeveensche Vaart bij Klazienaveen.
Er bestaat een hoogte verschil van circa 7 m tussen begin en eind van het kanaal. In 1976 werd het kanaal voor de scheepvaart gesloten.
We lieten ons de picknick goed smaken en fietsten door verschillende landschappen (bos, heide, moeras, weilanden, dorpjes) door Drenthe.
In Grolloo verbaasden we ons: Jan en Janny wisten niet wie Harry Muskee was!
Wij konden met onze 60+ hersenen ook zo gauw niet bedenken met welke popgroep hij beroemd was geworden, maar gelukkig hebben we tegenwoordig allemaal onze encyclopedie bij ons: Cuby & the Blizzards.
Bij Gerry in Grolloo werden we verwend met een Drentse wafel met warme kersen en slagroom.
Mocht je daar nog eens in de buurt zijn: een aanrader!

Voor de warme maaltijd in de avonduren hadden we een tafeltje gereserveerd bij tapas-restaurant La Cubanita in Emmen, waar we in een aantal rondes de lekkerste Spaanse gerechtjes bestelden.
We sloten de dag af met een een goed gesprek bij kaarslicht op ons terras aan het meer.
Na de brunch van zondag zwaaiden we uit.
Jan vertelde dat hij zelf ging proberen om hun fietsenrek en de uit elkaar gerukte stekkers weer te maken; Janny vond dat op voorhand geen goed idee en stelde voor om dat door de garage c.q. fietsenmaker te laten doen.
Gistermorgen kregen we een app van Janny: ‘Wat ik niet voor mogelijk had gehouden is toch zomaar gebeurd….. de snoertjes zijn weer op de juiste manier aangesloten!’
Die Jan; onvermoedde talenten.

Vorige etmalen met dit stel:

2021 – De 24 uur van 

2022 – Boerderij uit de IJzertijd

2023 – Lebuïnus en de vikingen

 

Reageren

Pagina 9 van 358

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén