Tot mijn grote genoegen staat er in het Dagblad van het Noorden tegenwoordig op vrijdag een vervolgverhaal van Marten Toonder. Het heet “Tom Poes en de pijpleider” >>>.
Als je van de Nederlandse taal houdt is het smullen.
Mijn favoriet in de verhalen van Tom Poes is professor Prlwytzkofski. Hij spreekt eigenlijk Duits, maar het wordt letterlijk in het Nederlands vertaald, wat een heel komisch effect heeft. “Dat is alles ja gans onwetenschappelijk!” Als hij ergens wordt uitgenodigd dan is hij “ingeladen”. En bij grote ontsteltenis roept hij uit: “Praw! Der hemeldonnerweder!”

Vroeger stond er altijd een vervolgverhaal van Ollie B. Bommel in de Donald Duck. Als kind lees je dan alleen het spannende avontuur en ontgaat je volledig de onderliggende humor van het verhaal. Alleen de namen al: de ambtenaar heet Dorknoper, de corpulente burgemeester heet Dickerdack, naar het Groningse “dikkedakken” (veel en lekker eten) en de journalist heet Argus. (die met die ogen….)

Als ik op vrijdagmorgen het volgende deel lees word ik weer bepaald bij de tijdloosheid van het werk van Toonder. Het verhaal van de Pijpleider stamt uit 1971 en heeft als onderliggend thema ‘leidinggeven’. Ambtenaren die alleen maar naar de letter der wet kijken. Burgemeester en politie die alleen maar in actie komen als de pers zich er mee bemoeit en hun eigen hachje in gevaar komt. De doorzichtige gewichtigdoenerij van de hooggeplaatsten. Joost, de bediende, die van alles roept en vindt maar daar altijd “als ik zo vrij mag wezen….” achteraan zegt. Of “met Uw welnemen. Tussen de regels door schemert de maatschappijkritiek van Toonder. Vervolgens zijn die regels geschreven in prachtig Nederlands, kortom: wat fijn dat deze grote schrijver nog eens voor het voetlicht wordt gehaald.

Op internet vond ik de site “Toonder Compagnie BV”>>> waar werkelijk alles over Toonder en zijn oeuvre te vinden is.
Vandaag lees ik de krant weer met groot plezier.
Als u begrijpt wat ik bedoel…..