Afgelopen week vertelde ik dat ik wereldwijs door Groningen reed met mijn moeder.
Gisteravond stond Aaltje even weer met beide beentjes op de provinciale grond.
Om de file van het UMCG naar het Julianaplein in de avondspits te vermijden had ik van een collega een routebeschrijving gekregen van ‘het rondje andersom’. Dan rij je de andere kant op en pak je de ring Groningen op aan de Noordkant van de stad.
Daarvoor moest ik van uit Parkeergarage Noord de Oosterhamrikkade oprijden.
De route had ik uitgeschreven, in mijn hoofd geprent en ik had de tom-tom er bij aan.

Toen ik uit de parkeergarage kwam stortregende het. Ruitenwissers op dubbele snelheid en dan de weg nog niet goed zien. Tom gaf aan dat ik af moest slaan naar de Oosterhamrikkade en dat deed ik. Er kwam mij een bus tegemoet die knipperde met zijn lichten, dus ik controleerde of mijn lichten wel aan waren maar dat was prima in orde. Vervolgens moest ik linksaf de Heijmanslaan in, maar ik kon niet van de weg af, er zat een hele dikke betonnen berm tussen. Toen kwam ik bij een kruising. “Wat een rare stoplichten, twee van die kleine puntjes” dacht ik nog en ineens drong het tot me door: stond ik daar op de busbaan naast de Oosterhamrikkade!  Zucht. Ik voelde me net Hansje in Bosbessenland.

mToen het stoplicht wit werd (die kleine puntjes worden niet groen) ben ik tegen alle regels in  linksaf geslagen en reed vervolgens vanaf de verkeerde kant een éénrichtingsweg in.
Daar gekeerd en de auto aan de kant gezet.
Even de hartslag en de bloeddruk weer naar beneden.
De getallen op de afbeelding zijn niet in overeenstemming met wat ik gisteravond voelde.

Het was wel een effectieve sluiproute trouwens: na het avontuur ‘Provinciaaltje in de grote stad’ vond ik de weg verder zonder problemen en zonder files.
Nu maar hopen dat ik niet gespot ben. Duur hééé…..

Met Gerard gaat het iedere dag een beetje beter. Vandaag heb ik met Harriët een potje Kolonisten van Catan met hem gedaan. Gerard vond dat hij (omdat hij ziek is) verdiende om te winnen, maar daar dachten Harriët en ik heel anders over. Fanatiek probeerden we alle drie als eerste de dertien punten te halen, maar helaas moest de dames bakzeil halen: Gerard won net voordat Harriët in haar beurt die dertien punten ook kon halen. Ik had een pak dubbeldrank en een zak pepernoten mee: gezellig. Toen Gerard zijn eten kreeg hebben Harriët en ik even een hapje gegeten in het Grand Café, vooraan in het UMCG. Het is dat de reden waarom wij in het ziekenhuis zijn zo beroerd is, anders zou je haast kunnen spreken van een geslaagde dag.

Het goede nieuws van vandaag is dat de infuus-voeding is afgekoppeld, Gerard mag het eten weer op eigen kracht proberen!