een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: april 2016

10 april: Adelaarsvleug’len

Na een overvolle en enerverende week wilde ik eigenlijk wel naar de kerk vanmorgen, maar we werden te laat wakker. Fijn dat er dan internet is, ik beluisterde de dienst via kerkradio. Dan hoor je wat er gebeurt, maar je bent er niet bij. Dus je beleeft het ook heel anders.

Ik zat met een beschuitje, een kop thee en een sudoku aan de keukentafel. Het orgel klonk blikkerig en de gemeentezang was wat traag en niet te verstaan. Ondertussen kwam Gerard binnen. Hij rommelde ook met boter, brood en thee en kwam naast mij zitten. Af en toe maakte hij een opmerking onder de preek.
Vervolgens stommelde Carlijn de trap af en kwam met een duf hoofd beneden. Toen heb ik de radio maar uitgezet.

vleugelsMaar toch nam ik iets van de viering mee. Als glorialied zong de gemeente “Lof zij de Heer, de almachtige koning der ere”.
Daar komt het woord adelaarsvleug’len in voor. De dominee vertelde dat in het oude Israël het beeld van de moeder adelaar werd gebruikt als beeld voor God. Als de jongen van de adelaar groot genoeg zijn duwt de moeder ze uit het nest. Als ze dan te pletter dreigen te vallen omdat het vliegen niet direct lukt, gaat moeder onder het jong vliegen en vangt het op haar vleugels op.

In een week die in het teken staat van het afscheid nemen van onze (schoon)moeder komt het beeld van die adelaar echt binnen. Wat een mooie vergelijking.
Ook nu kon ik de gemeente niet verstaan toen ze van lied 868 het tweede couplet zongen.
Maar de woorden kende ik, ik heb het vroeger op de Lagere school al geleerd:

Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven.
Heeft u in ’t licht als op adelaarsvleug’len geheven.
Hij die u leidt, zodat uw hart zich verblijdt:
Hij heeft zijn woord u gegeven.

 

Reageren

9 april: Moeder

Afgelopen dinsdag benoemde ik nog zijdelings mijn schoonmoeder in het blog ‘quasi opgewekt >>>‘. Die dinsdagavond de 5e april is moeder overleden.
Heel langzaam is ze bij ons weggegleden.
Het laatste stukje van haar leven was moeizaam. Ze raakte steeds meer in de war en ze herkende steeds minder mensen.

Het laatste beeld van haar heb ik een paar dagen op mijn netvlies gehad.
Moegestreden en sterk vermagerd.
Met Gerard’s familie zijn we nu bezig om het beeld van de zorgzame moeder en lieve oma weer op te roepen die ze altijd voor ons is geweest.
Met foto’s, het ophalen van herinneringen en het vertellen van verhalen.

Oma en Frea zomer 1988

Oma en Frea zomer 1988

Toen ze met de geboorte van onze oudste dochter Frea ook voor ons gezin  ‘oma’ werd had ze al meer dan vijftien kleinkinderen. Toch was ze met ieder baby’tje weer even blij en gelukkig als met het eerste kleinkind.
Maandag gaan we met elkaar afscheid van haar nemen. (zie: Indrukwekkend)
Diep verdriet zal er niet zijn, want haar overlijden was voor haar een verlossing en voor ons een opluchting.
Maar emotie is er wel. Want we nemen afscheid van de moeder/oma die veel voor ons heeft betekend en in de dankdienst voor haar leven willen we als familie laten zien hoe waardevol dit leven voor ons is geweest.

Reageren

8 april: Klompendans op de cantorij?

Gisteravond zaten er zo maar 7 extra mensen bij de repetitie van de Catharinacantorij.
Op 24 april is namelijk de Kerkendag, dan is er ’s morgens één viering met de gezamenlijke kerken van Roden: katholiek, doopsgezind en protestants. Oecumenisch met een duur woord. Gasten waren daarom welkom om mee te zingen!

Met zoveel nieuwe mensen was er in het begin sprake van rommelige ongewoonte. De volksleden van het koor moesten voor de repetitie hun muziek van de drie diensten rondom Pasen inleveren. Langs tafels vol met stapeltjes bladmuziek draaide iedereen zoekend om elkaar heen, ondertussen elkaar bevragend: Waar ligt dit? Waar ligt dat? Het moet er voor de gasten uitgezien hebben als volksdansen.
Zonder klompen, met papieren.

Bas naast mij was niet helemaal goed bij stem. In de pauze ging hij naar huis. Bas daar weer naast omschreef beeldend wat er met zijn buurman aan de hand was: ” haals vol snöt en sliem…” Soms heb je niet zoveel behoefte aan details.

Op de muziekbladen die wij krijgen staan altijd aantekeningen van vorige keren dat we het lied zongen.
“Om de beurt ademhalen staat hier!” zei iemand bij ons in de rij.
Het bleek te gaan om een heleboel noten op het woord slaaf.
“Je begint  met slaaa…..”  zei cantrix “en je eindigt met …aaf”.
En om de beurt ademhalen dus.
Wij zagen onszelf op de achterste rij al een estafettestokje doorgeven. Met onderdrukte pret als gevolg.

Het zingen ging erg goed.
De gasten waren voornamelijk sopranen en het klonk als een klok.
Eigenlijk had ik gisteren een rotdag.
Ik kreeg een mailtje over het overlijden van een relatief jong familielid. Beroerd was ik er van, pakte er de hele middag mee om en kreeg het niet uit m’n hoofd.
Dan is de cantorij een goede afleiding. Zingen verzet de zinnen, de mooie teksten doen de rest.

Reageren

7 april: Perenbloesem

In onze tuin staat een perenboom.
Een ‘stoofperen’ perenboom.
Daar komen ieder jaar meer peren aan dan het vorige en wij plukken daar letterlijk de vruchten van.

Dit jaar moest het boompje worden gesnoeid.
Iemand met verstand van zaken (Gerard niet) had dat geconstateerd en ging rigoureus te werk. Ik vond het zielig voor de boom.
De man met verstand van zaken vond daar wel wat van maar zei niets.
Je zag hem denken.

peerVan de gesnoeide takken haalde ik wat kleine takjes en zette ze op kleine flesjes voor het kamerraam. En kijk nou!
(klik op de foto voor een vergroting: hele mooie bloemetjes!)

Aan de boom in de tuin zitten alleen nog maar knoppen.
Maar dat worden vast ook allemaal bloemetjes. En ieder bloemetje kán een peer worden….

Reageren

6 april: Achter oen ogen

margaGusteraomnd preut ik met ien van onze predikanten. Wij hadden een kört gesprek over een viering die binnenkört plaots vindt. Hij haar veur  mij een klein boekie achteruut legd; of hij mij daor een plezier met kun doen?

Het was een gedichtenbundel van Marga Kool. “Achter oen ogen”  hiet het. Het is uutgeven in 1982. Toen was ik 21 jaor. Ik praotte met iederiene um mij hen Drents, behalve met mien collega’s bij Justitie in Assen.
Streektaol was toen veur mij nog niet iets waor ik mij slim drok um maakte. Ze mussen mij niet verplichten um Nederlands te praoten as het niet neudig was, maor ik was ok niet een streektaol-purist.
Wij stunden een keer bij ’t Blauwe meer veur een ijsco-kraompie te teuten, toen iene naost mij ineens um keek en liek in mien gezicht reup: “Heee, dat benne Drente!”
Ja. Wij woont hier. Verder gien aandacht an besteedt.

Drents schrieven vun ik toen nog raar. Wij heurden af en toe Roel Reijntjes veurbij kommen op Radio Noord “Mien moe hè, dat was toch zu’n hemmel meinse….!”
Nou bint wij 34 jaor wieder. De foto van Marga Kool achter op het bundeltie liekt niet meer op hoe wij heur nou kent vanuut het Dagblad van het Noorden.
Under die foto stiet o.a. Ze ijvert sterk voor het verkrijgen van een gelijkwaardige positie voor de Nedersaksische streektaal.
Met mien ‘2016-ogen’ lees ik de gedichten en ik vin ze prachtig.
Het eerste gedicht hef dezelfde titel as het boek.
Wat een mooie, poëtische beschrieving van de Dreintse volksaard.

Achter oen ogen

Achter oen ogen
giet veule verbörgen
oen zörgen
geef ie niet pries

um aover oen liefde
mar niet te praoten
Dreints is een taal
van onbespreuken laoten
de dingen die van binnen raakt
een Dreintse tonge
wordt strenge bewaakt.

de zachte woorden
bewaar ie
veur het duuster
ogenblikkie
heimelijk gefluuster

wat het Dreints ok dan
nog niet aover zien lippen
kan kriegen
road ik dan mar
in oen haanden
oen zwiegen.

Reageren

5 april: Quasi opgewekt.

Op mijn werk hebben we een digitaal intern netwerk voor alle medewerkers van onze zorginstelling. Het is een combinatie van een nieuwsbrief, facebook, mailbox en linked in.
Het is het heel grote organisatie, er werken meer dan duizend mensen, dus iedereen kennen is niet mogelijk.
Eén van de leukste dingen van dat intra-net is dat je collega’s die je niet kent op kunt zoeken onder het tabblad “Wie is wie?”
Als ik telefonisch met iemand heb gesproken zoek ik hem of haar even op; hoe ziet hij of zij er uit? Op welke locatie werk hij/zij? Wat is zijn/haar functie precies?

Er zijn ook een paar medewerkers die af en toe een blog op het interne netwerk zetten.
Eén van hen is een geestelijk verzorger. Zijn laatste blog ontroerde mij.
Hij vertelt over een familieavond in een verpleeghuis.
Hij schrijft o.a.:

Vaak hebben zulke bijeenkomsten iets treurigs. De verzorgenden doen quasi opgewekt. De familieleden voelen zich wat opgelaten omdat ze hun echtgenoot dingen zien doen, die eigenlijk nogal tragisch en treurig zijn. En de bewoners zijn ietwat ontregeld, omdat ze wel dement zijn, maar alles nog donders goed aanvoelen. Zo’n avond heeft iets ongemakkelijks. Ik denk dat dat ook komt omdat iedereen zo zijn best doet er iets van te maken.
Klik hier:  Een sprookje voor een PDF van het hele blog.

Eind vorige week heb ik naar aanleiding van dit blog een reactie op intranet geplaatst.

Mij trof de zin: “de verzorgenden doen quasi opgewekt ‘.
Mijn schoonmoeder is de fase van het doen van een dansje al voorbij, ze ligt alleen nog maar in bed.
Wij als familie doen ook opgewekt.
LachDie quasi-opgewektheid is van groot belang; het tovert een voorzichtig lachje op haar gezicht.
Als je aandacht geeft, doe het dan met een lach, ook al is die niet helemaal oprecht.
Het doet er werkelijk toe.
Hulde aan de verzorgenden!

En Anne: bedankt voor het bespreken van dit onderwerp.
Het bracht me in tranen: soms komt ’thuis’ even heel dichtbij op het werk. 

Reageren

4 april: Wie bent u?

Gistermorgen hadden we in de Catharinakerk een ‘vrömde’ dominee.
Kerkelijke gemeenschappen kunnen daar soms wat autistisch op reageren.
“Wie preekt er vanmorgen?”
“Hulzebos uit Britsum.”
Hm. Kennen we niet.

De voorganger deed gistermorgen het enig juiste in onze Noord-Drentse gemeente: ze vertelde “waor ze d’r iene van was”. De dochter van. Je zag de mensen denken “O ja! Die zat als kind op basisschool de Hoeksteen. Er zitten ook wat ex-leerkrachten in de kerk…..”.
Dat is dan ook maar weer duidelijk.

Meer van TiberiasDe schriftlezing was uit Johannes, daarin ging het over de verschijning van Jezus aan zijn discipelen aan het meer van Tiberias. Lezen? Klik hier: Johannes 21>>>. Hierin vragen de discipelen zich af wie toch die man op de oever is.
De predikante vroeg in de preek: is er iets veranderd in je leven na Pasen? Heb je het helemaal over een andere boeg gegooid?
De leerlingen van Jezus pakten de draad van het gewone leven weer op. Ze gingen vissen.
Wij kregen het advies om dat ook te doen. Neem Jezus’ woorden en zijn voorbeeld mee in je dagelijkse leven. Leef je leven in het nieuwe licht van Pasen.

De overdenking werd afgesloten met de constatering dat iedereen op de vraag “Wie bent u?” een ander antwoord geeft. Een ieder heeft immers zijn eigen verhaal. Maar voor iedereen geldt dat vóór het antwoord op de vraag”Wie bent u?” kan komen te staan: “Ik ben een kind van God.”

Na de dienst was er koffiedrinken. Daar sprak ik de dominee nog even. Ze is naast predikante in Britsum ook gastpastor in ‘Nijkleaster’ in Jorwert, een pioniersplek van de Protestantse kerk Nederland. Daar zijn Gerard en ik ook eens geweest, zie 4 oktober >>>
Wij zullen haar daar misschien nog wel eens ontmoeten, want ik ben van plan om Jorwert nog eens te bezoeken.
Maar misschien komt ze ook nog wel eens naar Roden, want ik ben het roerend eens met degene die na de dienst tegen zijn buurman zei: “Die mag hier nog wel ies kommen preken.”

Reageren

3 april: In between the seasons.

jonge geitjesTussen de seizoenen in, betekent bovenstaande titel. We hebben de winter afgesloten (alhoewel….vrijdagmorgen moest menigeen nog autoruiten krabben) en we staan aan het begin van het voorjaar. Voor mijn gevoel barstte de lente gisteren (zaterdag) ineens los. Ik liep door het dorp om een boek terug te brengen naar iemand en het was heerlijk: de vogels zongen, overal bloeiden narcissen en krookjes, ik zag lammetjes en er waren heel veel mensen in de tuin bezig. Gerard ook. Die haalde paardenmest bij zijn broer en die hadden jonge geitjes. Mooi spul.

Bij ons in de tuin staat een tastbare herinnering aan de moeilijke tijd waar we vorig jaar bolletjesom deze tijd midden in zaten: de eerste chemokuur werd toen toegediend. We kregen destijds heel veel ‘voorjaarsbakjes’. Toen die waren uitgebloeid heb ik de bolletjes eruit gehaald en in het najaar heb ik ze in de grond gestopt. En kiek es eem: een rijtje narcisjes, krokussen en een verdwaalde hyacint!

J@Volgende week zaterdag, 9 april, geeft InBetween, het koor waar Gerard in zingt, een concert in Leek onder dezelfde titel als dit blog: InBetween The Seasons. Ze zingen o. a Autumnleaves (Prevert), Eine kleine Frühlingsweise (Dvorak) en Summernights (uit Grease). Een avond met muziek over de seizoenen. Of, zoals ze zelf zeggen: een muzikale wandeling door de jaargetijden.
Als Gerard op woensdagavond thuis komt van de koorrepetitie krijg ik altijd even een  verslag van ‘ hoe het ging’: de spanning liep de afgelopen weken  langzaam op!
Vrijdagavond is de generale.
Voor ons is het concert a.s. zaterdag extra bijzonder, omdat dochter Harriët met een Gronings jazz-combo haar medewerking verleent aan dit  concert.
Ook het combo verrast ons met muziek uit de seizoenen: ik kijk er al naar uit!
Voor meer info over dit concert zie dit PDF: A4 poster The Seasons…
Wil je meer weten over InBetween? Klik hier >>>

Reageren

2 april: Grapje

Gisteren was het 1 april.
Gisteravond dacht ik: Ik ben er niet in getrapt, niemand heeft mij gefopt.

32 maart ...

32 maart …

Vanmorgen bedacht ik ineens dat er toch iets ‘1 aprillerigs’ was.
Wij hebben een televisiegids, die had 32 maart boven aan de pagina staan.
Gisteravond maakte Gerard mij daarop attent. “Dom heeee, dat ze dat dan niet goed naokieken” was mijn commentaar.

Maar toen ik dat zei was het al laat op de avond.

Zo laat, dat het eigenlijk al 33 maart was…..

Reageren

1 april: Een liedje met een geschiedenis.

Op 29 november schreef ik over ‘Hijack’, het bandje waar Carlijn in zingt.
Af en toe stuurt ze me eens een liedje dat ze hebben opgenomen.
Meestal is dat iets in het Engels en het is ook vaak een cover van een bekend nummer.
Maar er is één liedje dat niet onder die criteria valt.
Het is Nederlandstalig, het heet ‘Hand in hand’ en het heeft niets met Feyenoord te maken.

HijackHet is een liedje met een geschiedenis. Het is geschreven door de vader van Sip Visser (één van de bandleden)  in 1952.
Sip heeft dit nummer al eens eerder opgenomen, ik dacht begin jaren ’80.
Die vader was toen hij dit liedje schreef nog niet zo lang getrouwd met een hele mooie vrouw. Ze was kunstenares en zeer getalenteerd.
Hij vroeg zich af of hij in staat zou zijn om haar bij zich te houden: er waren kennelijk kapers op de kust. In het lied gebruikt hij zijn fantasie: hoe zou het zijn als ze mij zou verlaten? Hoe zou ik me dan voelen? Eerst beschrijft hij hoe mooi het was met haar en vervolgens vertelt hij hoe hij denkt dat het zou zijn als ze niet meer bij elkaar zouden zijn.

Het blijft ontzettend in je hoofd zitten, vooral het melancholische refrein (zonder woorden, Carlijn zingt alleen maar “La la la la lada…..”).
Hierbij een link naar het nummer >>> op Soundcloud.
(Om te luisteren naar Hand in hand: klik op het witte pijltje in het oranje rondje).
Mooi dat zo’n lied dat eigenlijk al was vergeten nu weer in een afgestofte, moderne versie te horen is!

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén