Dit weekend heb ik me bezig gehouden met bloemen in en om ons huis. De zelf bedachte lavendelkrans is definitief mislukt; verdroogde droefenis. Niet meer doen. In de Welkom-mand bij de voordeur stond een verlepte petunia haar laatste bloemen eruit te persen en de biedermeier op het aanrecht was een droogbloemstukje geworden.
De hortensia’s in onze tuin verkleuren van lichtrose naar donkerblauw en zijn nu op hun mooist. De mooiste bollen plukte ik eraf en ging aan de slag.
Deze keer gebruikte ik rozenbottels, sierkalebasjes, kalachoë, skimmia, verdroogde berenklauw, vogelkers, en enkele ondefinieerbare vondsten van een ‘struun-fiets-tocht’.
Hortensia’s zijn heerlijke bloemen om mee te werken. Ze vullen als je begint aan je bloemstuk de oasis mooi op, op de lege plekjes die overblijven druk je er van alles tussen. Vorig jaar beschreef ik al eens hoe ik zo’n herfstkrans maakte, zie 26 september en 11 oktober Als ik nu die foto’s bekijk is het exemplaar van dit weekend toch weer anders geworden.
Tijdens zo’n bloemensessie geniet ik van het proces: het zoeken van materiaal, het van te voren sorteren en bedenken: “Hoe zal ik het verdelen” en vervolgens het prikken van de bloemen en andere materialen in de oasis. Je ziet het onder je ogen tot stand komen. En het mooie is: iedereen kan het!
Gewoon doen.
Oefening baart kunst
Geef een reactie