Gistermorgen stapte ik rond 09.00 uur in de auto; op het programma stond een dagje Emmen met tante Trijn. Dan wordt ik ’s morgens al wakker met een ‘schoolreisjes-gevoel’: een hele dag beppen, kleppen en shoppen met z’n tweeën.

Op de reis van Roden naar Emmen rijd je dwars door de provincie Drenthe.
Het had de laatste dagen flink geregend en het Lieverse Diepje en de Drentse Aa waren uitgegroeid tot flinke beken, boordevol, met hier en daar een uitwaaier op een ondergelopen weiland.
In Bunne liepen alweer twee ooievaars parmantig in een weiland te stappen.
Bij Vries vloog een kraai over de weg met een flinke tak in de bek: nest in aanbouw!
Richting Borger ontwaarde ik twee reeën bij een bosrand en bij Odoorn zat een dikke buizerd te loeren op een paaltje langs de weg.

Om deze tijd van het jaar liggen de meeste akkers er al weer strak en zwart bij, behalve vlak voor Borger. Daar liggen ‘de voetbalvelden met graszoden’, keurig gemaaid en groen.
Je ziet dorpen een stukje van de weg afliggen, hier en daar een kerktoren, een fietspad op zaterdagmorgen met een groep uitgelaten mannen die zich niks van het slechte weer aantrekken én…….. heel veel bos en bomen.

Wat mooi. Bijna lente in Drenthe
“Zie je dat allemaal als je achter het stuur zit?!?” vroeg Gerard gisteravond. “Let je wel een beetje op de weg?”
Ja hoor, ja.
Ik rijd gewoon niet zo hard…..

Ons dagje Emmen ging veel te snel voorbij.
We hebben elkaar altijd zoveel te vertellen.
Lief en leed passeert de revue.
We luisteren naar elkaar en steken elkaar een hart onder de riem.
Twee Vrieswijken die al jaren anders heten, maar o zo diep met elkaar verbonden.

Bij Meneer Jamin kocht ik een grote zak paaseitjes.
Die haalt Pasen niet.