een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juli 2017 Pagina 3 van 4

11 juli: Canada 14 – Zo zijn onze manieren

Drie weken waren we in een ander werelddeel.
Heel anders dan bij ons Europa, maar door de vele Europese emigranten toch ook weer niet zo anders dan bijvoorbeeld Azië.

13 cm hoog, slicht vol

Als je mensen ontmoet vraagt iedere Canadees “How are you today?”. Het is niet de bedoeling dat je daar uitgebreid antwoord op geeft, men verwacht dat je dan iets roept als “I’m fine, thank you.”  Als je vervolgens vraagt hoe het met hén is, is dat iets wat ze in het geheel niet verwachten.
In Canada is alles veel groter dan bij ons. Eén beker koffie  is meer dan onze twee kopjes. De auto’s zijn veel groter, dus de belijning voor parkeerplaatsen ook. De koelkasten en  wasmachines zijn decimeters forser dan bij ons.
Alle huizen hebben airco. Het is daar ’s zomers erg warm, dus ‘buiten zitten’ is niet echt een ding in Canada. Met al dat water heb je ook heel veel last van neefjes, wat het buiten zitten ook niet echt veraangenaamt.
Verder zie je amper hekken en heggen tussen de gazons; het komt daar niet zo krek wie welk grassprietje maait.

Wil je van de ene naar de andere stad, dan leg je lange afstanden af; wij maakten dagen van 6 uren in de auto.
In het verkeer zijn de regels ongeveer hetzelfde als in Nederland, al moest je wel goed opletten bij stoplichten: sta je op een kruising en wil je linksaf slaan, dan krijgt tegemoetkomend verkeer tegelijkertijd groen.
Eem uutkieken dus. Gekke vrachtwagens daar trouwens: allemaal ‘hondekoppen’. (Zie foto, even op klikken voor een vergroting)
Op de snelwegen, mag je ook rechts inhalen; daar schrokken we wel van in het begin.
Verder mag je overal gratis naar de WC, zelfs langs de snelweg en het wordt allemaal keurig schoongehouden.

In de grote steden leven, net als bij ons, veel zwervers.
In Quebec liep iemand luid opera-zingend door de stad. Toen hij onze stadswandeling-groep voorbijkwam riep hij een paar keer loeihard ‘I’M NOT A BEGGAR” en zong vervolgens weer even hard verder. Geen bedelaar dus, maar wel een beetje gek.
Amerikanen in onze groep vertelden dat er bij hen in de wijk ook zo’n maffe zanger rondliep. Ze dachten even dat die ook in Canada op vakantie was….

Gastvrijheid staat in Canada hoog in het vaandel. De zondag dat wij bij Judy en Dennis waren, waren wij daar getuige van: een zoon van hen met vrouw en kinderen kwamen langs, evenals een bevriend echtpaar. Judy maakte zelf hamburgers met een soort tupperware mal, waarin je 8 hamburgers tegelijk drukt. (zie foto) Familie en vrienden namen salade én andere lekkere dingen (o.a een heerlijke cheese-dip) mee en er werden twee dozen wijn aangebroken: kartonnen jerrycans met een tapkraantje er aan.
“Ik lust nog wel een glaasje uit zo’n box van Judy” vroeg iemand. Later op de avond werden de dozen gekscherend “Judy’s Juice Box” genoemd; rood sap en wit sap……

Ook eens Canadese cheese-dip maken? Het heet ‘Hot and creamy cheese-almond-spread’. Ik kreeg het recept van de vrienden van Judy: klik hier Canadese kaasdip voor een PDF.
Net als bij de rabarbermuffins vind je eerst het originele, Engelse recept en daarna komt mijn Nederlandse vertaling.
Hamburger-tip van Judy: een gesnipperde ui en een gesnipperde rode paprika door het gehakt mengen

Reageren

10 juli: Zing maar even mee…..

Gerard en ik doen voor het eerst samen mee aan een koor-project.
We werden uitgenodigd door Klaas, die wij kennen van onze PKN-gemeente; hij zingt al bijna dertig jaar als bas bij gemengd koor Woudklank in Roden. Hun dirigent, Wim Opgelder, (zie >>> voor zijn website) vroeg mensen voor een projectkoor; op 19 november wordt het stuk ‘Wachet auf ruft uns die Stimme’ van Johann Christoph Friedrich Bach (zoon van) uitgevoerd.
Nu onze cantorij is opgeheven had ik daar wel oren naar en ook Gerard wilde zich wel eens wagen aan een klassiek stuk. Gisteravond was de eerste bijeenkomst  in Zuidlaren, Klaas haalde ons van huis op.

Zo’n eerste repetitie is altijd spannend: hoeveel  mensen hebben zich opgegeven?  Zijn er meer mensen uit Roden? Zijn er zangers bij waar ik al eerder mee heb gezongen? Er waren 43 zangers, waarvan 12 uit Roden, waaronder 4 ‘bekenden’. Maar uit Zuidlaren kwam ook nog iemand aanfietsen die ik ken: Wilma, de vrouw van collega Rien. Wat een aangename verrassing! We hadden het gelijk al erg naar onze zin met z’n tweeën. We zitten naast elkaar op de tweede altenrij als ‘sluitstuk’ op de linkerflank.

We hebben even aan het stuk ‘geproefd’. Kleine stukjes werden vierstemmig  ingestudeerd en doorgezongen. Het lastigste was gisteravond een regel van de sopranen, die door alle partijen herhaald wordt. “Zing allemaal maar even met de sopranen mee!”
Even? Ik had het hele stuk nog nooit gezien! (op de afbeelding hiernaast is het de regel waar de meeste noten in staan.)
Tot mijn verbazing zongen de anderen het allemaal heel behoorlijk mee; ik verdenk ze er van dat ze thuis stiekem geoefend hebben. Toen ik later aan Gerard vroeg hoe het hem was afgestoken zei hij dat hij bij die regel vooral goed gelúisterd had……

Het belooft een fijn project te worden, ik verheug me op het vervolg; vanaf eind september hebben we nog 6 repetities  om het allemaal mooi onder elkaar te krijgen. Gisteravond kregen we allemaal de volledige partituur en een oefen cd. Door maestro Wim hoogstpersoonlijk ingezongen. Huiswerk voor de zomer!
Wij hebben tijd zat om te oefenen : wij hebben  onze vakantie al gehad……

Reageren

9 juli: Een juk dat onze voeten richt.


Vanmorgen woonden we de viering bij in een mooi gevulde Catharinakerk. Er waren geen kinderen voor de kindernevendienst, maar de predikant liet desondanks toch even de plaatjes zien die hij voor dit kindermoment had uitgezocht.

Een Delfts-blauw tegeltje liet een vrouw zien met een juk waar twee emmers aan hingen. “Een juk helpt je om zware dingen te dragen.” legde de voorganger uit. Op de andere afbeelding zagen we twee ossen met een juk. “Het juk houdt de ossen op het goede spoor. Zo blijven ze in de goede richting lopen en ze trekken met de ploeg een rechte voor”.

We lazen vanmorgen het gedeelte waarin Jezus zegt: Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
De predikant hield ons in zijn overdenking voor dat er nogal wat hedendaagse jukken zijn waar wij onder gebukt gaan. De niet aflatende druk van de sociale media. Het juk van een overvolle  agenda, de druk om te moeten presteren, de soms torenhoge verwachtingen die de omgeving van ons heeft. We moeten scoren, op de eerste rij zitten, netwerken en vooral: ER BIJ ZIJN!  Voor een ieder herkenbaar: de dagelijkse rat-race  van onze huidige maatschappij

Jezus wijst ons een andere weg. De weg van de nederigheid en de zachtmoedigheid. Maar dat betekent niet slaafs en gedwee. Een paar zinnen uit zijn verhaal die me bijbleven.
Zachtmoedigheid is een stille kracht die dwars door de wereld heen mensen voor zich wint en verandert. Anders kijken en horen, met oog voor het kleine. Het bijbelse ‘nederig’ heeft niets te maken met onderdrukt worden. Het komt van het latijnse woord humilitas, dat is afgeleid van humus . (vertaald is dat ‘grond’).
Dat je dus met beide benen op de grond staat. Je moet jezelf niet groter of hoger maken dan je bent, maar ook niet kleiner of lager. Je weet waar je staat, je weet dat het is zoals het is,  je weet je plek en je mag er zijn.

Bovenstaande is een povere poging om iets weer te geven van het hele verhaal van vanmorgen, maar dit is wat mij aansprak. Daarbij werd gezegd dat van ons geen wonderen worden verwacht. Geen torenhoge verwachtingen. De liefde dient geleefd te worden; mijn last is licht en mijn juk is zacht.
Eén van de liederen die we vanmorgen zongen was: Een schoot van ontferming is onze God. De laatste regel van dat lied is: ‘Hij zal onze voeten richten op de weg van de vrede.”
Kijk naar het plaatje van het juk om de nek van de ossen en laat de boodschap tot je doordringen.

Na de viering was er een tuinconcert in de tuin van Ben en Mathilde, Aan de Vaart in Foxwolde. Daarover heb ik een verslag geschreven én foto’s geplaatst op de website van onze PKN-gemeente: zie >>>. Was je er niet bij? Je hebt iets gemist!!!!!!

Reageren

8 juli: Canada 13 – Doedelzakken en kippenvel

De vader van gastheer Dennis (zie blog gisteren) werkte vroeger in de regeringsgebouwen van Ottawa; Dennis kent daarom de stad op zijn duimpje. Hij was dus onze gids toen Judy en hij ons de stad lieten zien.  Waar ik in de andere steden  de hele tijd met een plattegrondje voor m’n neus liep en uitzocht waar we heen moesten, liep ik nu heel ontspannen achter Judy en Dennis aan. Wat heerlijk!

We begonnen met een bezoek aan het graf van de onbekende soldaat. Twee soldaten staan daar onafgebroken op wacht, om de paar uur afgewisseld door twee andere soldaten. Wij troffen het: er was net een “changing of the guards”; onder begeleiding van doedelzakmuziek (een deel van het Canadese leger is Schots) werd de wacht gewisseld.
Ondanks de warmte had ik kippenvel; wat een plechtig moment. De Canadezen zijn trots op hun soldaten die hun leven gaven voor de vrijheid van anderen. Ook die van ons in 1940-1945! Er stonden in de stad overal jonge gidsen die toeristen iets vertelden over het monument waar ze bij stonden. De jongeman die wij spraken vertelde dat zijn grootvader had gevochten in Nederland in de tweede wereldoorlog. Hij wist ons veel over die episode te vertellen, wist zelfs dat prinses Margriet in Ottawa is geboren en dat de kraamkamer in het ziekenhuis voor die gelegenheid tot Nederlands grondgebied werd verklaard.

Dwars door de stad stroomt Rideau-river. Prachtig waren de verhalen over hoe het in Canada is in de winter. Het wordt daar gemakkelijk min dertig. Bijna al het water bevriest dan, dus er ontstaan overal natuurlijke ijsbanen waar naar hartenlust op geschaatst wordt.
De drie grote parlementsgebouwen vormen het hart van de stad; we liepen er om heen en hadden een mooi uitzicht over de stad en de rivier, terwijl Dennis ons  ondertussen honderduit vertelde over de stad en haar bijzonderheden.

‘Canada 150 jaar’ is een groot ding dit jaar. Overal hingen vlaggen, de steden werden versierd en men maakte zich op voor de festiviteiten rond 1 juli, zo ook Ottawa. We bezochten het ‘memorial’ (een soort gedenkteken) dat al was opgericht voor dit jubileum.
Voor ons Europeanen komt het wat koddig over, maar Canadezen zijn heel trots op alles

With the arrival and overwhelming influence of European explorers…….

wat ouder is dan 1850. Er is heel veel aandacht voor wat er bewaard is gebleven van de eerste Franse en Engelse Kolonisten, maar er is hoegenaamd geen aandacht voor de eerste Noord Amerikaanse cultuur: die van de Indianen. Welgeteld één bordje heb ik daar als toerist over gelezen (klik op de foto hiernaast voor een vergroting, dan kun je de tekst lezen) en in Ottawa stond een grote totempaal.

Het is niet fraai wat de Europeanen in de loop van de eeuwen hebben aangericht in andere delen van de wereld.
We kunnen het niet meer terugdraaien.
Hooguit excuses aanbieden.
Ik hoop van harte dat er bij al die festiviteiten rond het jubileum daar ook aandacht voor is.

Reageren

7 juli: Canada 12 – My way

Het laatste deel van onze Canada reis brachten we door in de buurt van Ottawa. We waren uitgenodigd om te logeren bij nicht Judy en haar man Dennis.
Toen we aankwamen werden we dol-enthousiast begroet door Bentley, hun golden retriever.

De hond was zo mak als een lammetje. Hij vond de visite erg gezellig en was blij met schoonzus Lammie, die regelmatig met hem uit wandelen ging.
De volgende dag bracht dat de buurt behoorlijk in verwarring. De één herkende wel de hond, maar niet de baas, andere buurtgenoten waren verbaasd dat hun hond zo enthousiast reageerde op een ‘vreemde’ hond of groetten Lammie en dachten “Wat ziet Judy er anders uit….!”

Op de eerste dag namen ze ons mee naar Ottawa, daarover zal ik morgen een blog schrijven. Vandaag een verslag van de tweede dag van ons verblijf daar; toen namen Judy en Dennis ons mee in hun speedboot.
Maar dat was leuk!
We voeren op de Rideau-river, die bij Ottawa in de Ottawa – river stroomt. Wat een brede rivieren daar in Canada!

Met wapperende haren zaten we als ‘jet-setters’ in de speedboot. Langs de rivier wonen de bemiddelde Canadezen met hun achtertuin grenzend aan het water; allemaal een eigen aanlegsteiger, allemaal een eigen boot. Met prachtig onderhouden tuinen, mooie veranda’s en grote huizen. Dennis vertelde ons dat daar rijke zakenlui woonden en beroemde ijshockey’ers en golfers.
We keken ons de ogen uit, je waant je even in een andere wereld. We meerden aan bij een terrasje aan het water en boden onze familie een warme maaltijd aan.
We hieven het glas op de aangehaalde familiebanden en genoten van het eten en van elkaars gezelschap in de avondzon.

Toen we terugkwamen moest de boot weer in de stalling en Judy deed het dekkleed er overheen. Dat had ze niet helemaal goed gedaan, want de laatste knoopjes lukten niet dicht. Dennis, eigenlijk koude kant van de familie, zei toen iets waardoor hij wel een broer van Gerard en Jan kon zijn:
“Jude, you didn’t do it good.
There are two ways to do this: my way or the wrong way…..!”

Reageren

6 juli: Louis Armstrong met een ‘eng kind’.

“Zijn jullie al weer geland?” vroeg mij gistermorgen iemand op het werk.
Ja man. Dit is al weer de tweede week dat ik aan het werk ben en Canada schuift steeds een beetje verder terug in de tijd. De verhalen daarover heb ik al geschreven toen we nog op reis waren, daardoor komen de beelden af en toe nog even voor de bril.
Gisteren ontdekte ik dat ik vorige week nog niet helemaal bij de les was na de vliegreis: ik had een behoorlijke fout had gemaakt op mijn werk. Twee data had ik door elkaar gehaald waardoor ik een auto had gereserveerd op dinsdag, terwijl mijn manager op maandag naar Zuidlaren en Winschoten wilde.

Dan slaan de vlammen je uit, maak je je excuses en hoop je maar dat het daar bij blijft qua fouten…..
Maar niet te lang bij stil blijven staan, je kunt het toch niet terugdraaien.
Gisteren was ik lekker op de fiets naar Groningen en het was zo’n dag dat je ’s middags de deur van het fietsenhok opendoet en dat de warme lucht in je gezicht stroomt.
Van de wind af naar huis, mooie muziek op de oortjes, geurende bloemen in de bermen, graan op de akkers: genieten.

Op mijn MP3-speler kwam een klein liedje van Louis Armstrong voorbij: Onkel Satchmo’s lullaby. Een liedje dat ik vroeger bij het slapengaan wel eens voor mijn dochters zong.
Goede herinneringen. Voor mij, maar ook voor hen. Muziek doet iets met het menselijk brein.

Toen Harriët nog thuis woonde was ze wonderlijk snel thuis op het internet; zij kon al muziek opzoeken en downloaden voordat ik dat onder de knie kreeg.
Ik vroeg haar of ze eens wilde zoeken naar dat Onkel Satchmo-liedje. Daar had ik zelf geen geluidsopname van, dat zat nog in mijn hoofd van de Duitse televisie van vroeger.
Op een gegeven moment kwam ze beneden.
“Ik heb het wel gevonden, maar er zit een eng kind bij!”
Ja, dat klopte wel, Armstrong zong dat indertijd met een Duits kindje, ze zongen afwisselend Engels en Duits.
“Die Sonne geht schlafen, der Tag ist vorbei, when Onkel Satchmo sings his lullaby…”

Hierbij een link naar een video >>> van dit heerlijke slaapliedje.
Met het ‘enge kind’…….

Reageren

5 juli: Canada 11 – Niet met de bus!

We waren van te voren talloze malen gewaarschuwd: in Quebec moet je in het Frans converseren, de mensen daar willen absoluut geen Engels praten. In de praktijk bleek dat reuze mee te vallen. Aan de balie van ons hotel in de binnenstad van Quebec deed ik in mijn beste Frans het woord, maar toen de receptioniste door kreeg dat mijn mede-reizigers dat niet begrepen zei ze: “Shall I try it in English?”

Het was vermakelijk hoe ze probeerde Geert Waninge uit te spreken. Kejt Vennige…. maar we kwamen er prima uit samen. Toen we de volgende morgen vroegen hoe we de bus moesten nemen om in het centrum van de stad te komen riep ze: “No bus! Il faut marcher! You should walk, it’s beautiful!” En of ze gelijk had. We kregen een plattegrondje mee en verkenden de stad te voet; het was prima te doen.
Na Toronto en Kingston was dit de derde Canadese stad die we bezochten. Quebec is beslist een heel ander verhaal; het heeft nagenoeg geen hoogbouw en doet denken aan Parijs. Het is de enige stad in Canada met een stadsmuur en poorten en de geschiedenis gaat terug tot begin 1600.

Schoonzus Lammie en ik trakteerden onszelf op een stadswandeling door het oude stadsdeel. Onze gids sprak vloeiend Engels en was opgegroeid in Quebec. Trots vertelde ze over de oude kerken en de eeuwenoude geschiedenis van de stad. Als Nederlandse luister je dan met ‘gekleurde oren’: we vertelden haar maar niet dat de kerk in Roden uit de 13e eeuw stamt.

Op het hoogste punt van Quebec: uitzicht over St. Lawrence river

We waren drie kwartier later terug dan we met de mannen hadden afgesproken. De gids maakte zich daarover geen zorgen. Ze was nog niet klaar met haar verhaal. “They probably buy themselves a beer…..”
Mannen zijn kennelijk overal in de wereld hetzelfde.

We genoten van de stad. Terrasjes, mensen kijken, echte Franse uiensoep, boemelen met andere toeristen langs kleine winkeltjes en schilders en de mooie uitzichten over St. Lawrence river.
Verrassend was onze ontmoeting met Aldo, de ezel. Die stond in de achtertuin van de bisschop samen met Holly de geit; dat verwacht je niet in het centrum van een wereldstad achter de wereldberoemde Notre Dame kathedraal. Op internet vond ik een artikel over Aldo en Holly: ze gaan in juli verhuizen naar groenere weiden, dus wij horen bij de gelukkige toeristen die het illustere tweetal nog in de binnenstad hebben gezien. ( info: zie >>>)
Aldo hoort eigenlijk thuis in het vorige Canadablog, maar hij verdient een hoofdrol en een foto op deze website!

Reageren

4 juli: Canada 9 – Dieren in Canada

Op onze reis door Canada beleefden we van alles en tijdens onze avonturen kwamen we ook allerlei dieren tegen.
Heel veel van die dieren hebben we in Nederland ook, maar sommigen waren toch ook weer anders.
In de tuin van nicht Margaret zagen we vogels ter grootte van een merel met een rode voorkant. “Hoe heet die vogel?” “Roodborstje” was het antwoord. Huh? Net als de koelkasten en koffiebekers zijn de vogels kennelijk ook groter in Canada.
Op een wandeling door Gananoque ontdekten we een schildpad die net een ei had gelegd in een gat in de grond; hij was bezig om het weer met aarde toe te dekken. (klik op de foto voor een vergroting).
Dieren passen zich overigens moeiteloos aan aan het gedrag van mensen.
Rondom de ’thousand Islands boat’ vlogen onophoudelijk meeuwen die stukjes brood (en loempia) probeerden op te vangen die toeristen naar ze toe gooiden vanaf de boot en in de haven van Kingston

….. familie Gans met puberkuikens….

scharrelde de familie gans met puber-kuikens langs de boulevard, al schooiend om stukjes van je ijs-koekje.

Overal in Canada zie je zwart-grijze eekhoorns, veel minder schuw dan in Nederland. Maar tijdens een wandeling in een nationaal park zagen we een nest kleine ‘chipmunks’: van die Knabbel & Babbel eekhoorntjes uit de Donald Duck met streepjes op de rug

Boven de bossen in Canada zweven heel vaak grote roofvogels. Toen we in de kayak zaten vloog er vlak voor ons één uit het struikgewas met een muis in zijn klauwen. Even verderop zagen we een enorm nest van zo’n vogel in een dennenboom.

Rond en op het water vind je reigers, eenden, aalscholvers, fuuten en ganzen.
Het spectaculairste beest zagen we tijdens het zwemmen in een meertje; het was een zwarte waterslang. Met heilig ontzag bleven we ver uit zijn buurt. De schrik zat er even goed in, toen we een dag later in de kayak zaten voeren we met een grote boog om een kabbelend boomtakje heen….

Niet alle dieren waren even leuk. Een grote zwarte libelle is op zich niet gevaarlijk maar als ze in groepjes van 10  langs je hoofd scheren is dat niet prettig. Ook zwermen kleine steekvliegjes maakten ons het leven zuur; op foto’s van een boswandeling staan wij steeds met onze armen in een heel vreemde houding omdat we voortdurend moesten wapperen om ons de vliegjes van het lijf te houden.
En in de vijver  achter ons hotel zat een kikker iedere avond onophoudelijk  zo hard te kwaken, dat schoonzus Lammie tijdens het klaverjassen overwoog om naar buiten te gaan  ‘om de batterijen er uit te halen’……
In Kingston zagen we een rat. Of een konijn? Of een wasbeer? Het beestje verstopte zich achter een graspol en bespiedde ons. En wij hem.
Later in het hotel zochten we op wat voor dier het was: een groundhog. In goed Nederlands een bosmarmot. De foto hebben we niet zelf gemaakt, die haalde ik van een Canadese site waarop je kunt lezen hoe je het snelst van die beesten af komt. Je kunt er dus ook last van hebben.

In Canada zijn ook heel veel bevers. Die hebben we niet gezien, maar het beest kwam wel voorbij in een gesprekje met Cheryl, een aardige medewerkster van het hotel waar logeerden. Cheryl liep ’s morgens opgewekt als een vrolijke ‘Mien Dobbelsteen’ in de keuken te redderen en te zorgen dat de voorraden op peil bleven. Ze maakte graag even een praatje. “I’m as busy as a beaver!” riep ze op een ochtend. Wij vertelden haar dat we haar in Nederland een bezige bij zouden noemen.

Reageren

3 juli: Canada 7 – Rabarber-muffins van Lynn.

Gerard en ik logeerden de eerste dagen in Canada bij Gerard’s neef Henry en zijn vrouw Lynn. We kenden de familie in Canada van te voren niet heel erg goed. Dan is het best wel spannend als je te gast bent in hun huis. Als we ons daar al zorgen over hadden gemaakt, dan vielen ze weg op het moment dat we kennis maakten. Wat een hartelijke mensen.
Na een paar dagen en vele, soms emotionele gesprekken voelde het al net zo vertrouwd als ‘gewone’ familie. Hun moeder en Gerards vader waren zus en broer. Maar omdat hun moeder al vrij vroeg overleed (in 1975, de jongste dochter Judy was toen nog maar 13) was er met de familie Waninge minder contact dan met de familie van vader, de Wichers-kant. We haalden herinneringen op aan de ouders en probeerden een stukje familiegeschiedenis te achterhalen.

De eerste zondag zaten we met z’n allen in tuin van Fred en Nikki. Iedereen had wat lekkers meegenomen voor een buffet en warempel: het leek wel een familie-Waninge bijeenkomst. Er werd druk gepraat en gelachen, we hieven het glas op de familie, iedereen genoot van het meegebrachte eten en de mannen gingen een spelletje Jeu de boules doen. Niks anders dan wat wij doen op een familiedag (zie verslag van gisteren)

Even terug naar gastgezin Henry & Lynn. We werden erg gastvrij onthaald, het voelde een beetje als een luxe ‘Bed&Breakfast’. Iedere morgen stond er een heerlijk ontbijt voor ons klaar:  yoghurt met vruchten, geroosterd brood, thee, vruchtensap en door gastvrouw Lynn zelfgebakken rabarber-muffins. ‘Rabarber’ heet daar ‘rhubarb’; het Nederlandse woord is door een Canadees niet uit te spreken. Die muffins waren heel erg lekker; Lynn heeft me het recept van de rabarber-muffins via de mail toegestuurd.
Ook eens proberen?
Klik hier rabarbermuffins voor een PDF met het recept.
Het recept kreeg ik natuurlijk in het Engels. Met behulp van google-translate heb ik geprobeerd een vertaling te maken. Op het PDF vind je eerst Lynn’s versie en daarna de vertaling.
Het was nog een heel gedoe om het recept om te zetten. Van de ‘cups and teaspoons’ van Lynn heb ik grammen en milliliters gemaakt met behulp van een website waarop dat haarfijn wordt uitgelegd. Hierbij een link>>> naar die pagina.
Verder was het voor mij wat ongewoon dat Lynn gebruik maakt van baking-soda en baking-powder. Op internet vond ik een pagina waarop het verschil wordt uitgelegd.
Als je iets zuurs in je baksel verwerkt (in dit geval dus karnemelk) wordt baking-soda aangeraden, doe je dat niet dan moet je meer bakpoeder gebruiken.
Hierbij een link >>> naar die pagina. Advies: lees even door en bekijk zelf wat voor jou het beste is. Met andere woorden ‘kiek moar eem.’
Op de foto’s links en rechts van deze tekst het resultaat van mijn bakkunsten, ik heb exact het recept van Lynn gevolgd.

Reageren

2 juli: Familiedag Waninge 2017

Gisteren was de 29e editie van de jaarlijkse Waninge familiedag. We kwamen bij elkaar in Bovensmilde, daar woont  jongste zoon Sander van Gerards oudste broer. Wat een feest was het weer.

In de ochtend deed het weer deed ontzettend z’n best om de dag te verpesten; maar dat lukte niet omdat de organiserende familie het prima voor elkaar had. Een grote overkapping, partytenten en een grote, open schuifpui naar een ruim huis dat helemaal was opengesteld voor de familie. Ruimte genoeg voor alle stoelen en tassen met koffie, brood en drinken.
Geen één steek heb ik gebreid gisteren. Dat zegt iets. Na de koffie en de broodjes werd het programma bekend gemaakt: er waren heel veel spellen gehuurd, het was de bedoeling dat we gezellig spelletjes gingen doen en verder vooral veel kleppen en teuten. Er waren ook kaarten en een klaverjas-scorebloc. Met schoonzusjes Hennie en Ali en dochter Harriet claimden wij een hoek van de grote picknicktafel, schonken zoete wijn in een koffiekopje (glazen doen we niet aan op zo’n dag, te veel gedoe) en gooiden de kaarten rond voor ons eerste potje klaverjassen. Naast ons formeerde zich nog zo’n groep; die gebruikten twee koelboxen als tafeltje.

Op de andere hoek van de picknicktafel deed men bingo. Deelnemers met een rose briefje met nummers zaten verspreid over het leefgebied. Dat ontaardde in een enorm geroep van nummers.
“Watte? Viemdattig of viemzestig? Hè? HONDERDENDRIE!”
Tussendoor liepen tientallen kinderen van alle leeftijden hun eigen ding te doen.

Na twee kopjes wijn gingen we een potje tafelvoetballen en daarna gingen we met een groepje Uno doen. Vervolgens vonden Ali en ik een derde en een vierde man voor nòg een boom klaverjassen. Vandaar: niet één steek.

Zomaar wat familiedag-waarnemingen:

In één pot had de tegenpartij 220 roem. Het hokje op het scorebloc was te klein voor zo’n groot getal.
Schoonzus Hennie: “Net als die mop over dat vragenformulier over wat je tegen elkaar zei in je eerste huwelijksnacht. Dat is bij het invullen dan zo’n klein hokje dat iedereen daar zegt: “Past d’r niet in!” Grote hilariteit. Waninge-humor.

“Je zoontje huilt in z’n bedje. O…..dat weet je wel.”.

Een hoogzwanger nichtje is nog net zo luidruchtig en doet nog net zo raar als voordat ze zwanger was. Een andere nicht draait aan het bingoballetjes apparaat en zucht quasi-zorgelijk: “’t Komt niet goed dat die een baby krijgt…..”

Achterneefje Jesse zit op drumles. Hij zit genoeglijk met Carlijn, Wim en Harriët op de trampoline. Hij legt uit hoe hij verschillende ritmes leert. Peer 1. Appel 2. Sinaasappel 4. Ondertussen vraagt hij of Wim en Carlijn getrouwd zijn, of ze kinderen hebben, waarom niet en of Carlijn en Harriët tweelingen zijn.

Tijdens het ook altijd aanwezige volleybalspel schreeuwt iemand: “Jacob! Onderhands!” waarop Jacob roept “Waar is Hans?!”
Even later. “LOS!” “……o nee, toch niet….” Punt voor de tegenpartij.
Wie viel had pech. Want modder en nat gras.

Tijdens onze laatste boom klaverjassen werd het ineens verdacht stil. Dat betekent bij de familie Waninge maar één ding.
Eten. Naast het woonhuis stond inmiddels een ‘snackwagen’, waarvoor een groot deel van de familie zich verzameld had. Onbeperkt patat, kroketten frikadellen, hamburgers, braadworsten en kaassoufflé s eten.
“Heb je de cateraar wel verteld dat de familie Waninge over het algemeen heeeeel veel eet? ” vroeg iemand aan Sander.
‘Nee, natuurlijk niet. Dan wordt het nog duurder.’

Maar uiteindelijk had iedereen genoeg gehad.
De jongste zoon van Sander begon alvast met opruimen…….

Benieuwd naar alle edities van onze familiedagen tot nu toe?
Klik dan hier voor het verslag uit 2014, daar onder vind je een overzicht van alle jaren.

Reageren

Pagina 3 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén